Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng van een schriftelijk overleg over het Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Democratische Volksrepubliek Algerije tot het vermijden van dubbele belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen en naar het vermogen en het voorkomen van het ontduiken en ontwijken van belasting; Algiers, 9 mei 2018
2018D56205 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
De vaste commissie voor Financiën heeft een aantal vragen en opmerkingen voorgelegd
aan de Staatssecretaris van Financiën over de brief van 16 oktober 2018, waarmee de
Minister van Buitenlandse Zaken de Kamer informeert over het op 9 mei 2018 tot stand
gekomen Protocol tot wijziging van het belastingverdrag tussen Nederland en Algerije
(Kamerstuk 35 057, nr. 1).
De voorzitter van de commissie, Anne Mulder
De adjunct-griffier van de commissie, Freriks
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van de VVD
De leden van de VVD-fractie hebben met interesse kennisgenomen van het Verdrag. De
leden wijzen op het belang van een uitgebreid verdragennetwerk voor de fiscale rechtszekerheid
en het vestigingsklimaat. De leden van de VVD-fractie hebben enkel een aantal verduidelijkende
vragen.
Kan de Staatssecretaris een nadere toelichting geven op het verschil tussen het OESO-modelverdrag
en het VN-modelverdrag? De leden van de VVD-fractie vragen zich af op welke onderdelen
het Verdrag nog afwijkt van de OESO-richtlijnen.
De leden van de VVD-fractie vragen of de Staatssecretaris een toelichting kan geven
op basis waarvan wordt verwacht dat de budgettaire aspecten en de administratieve
lasten neutraal zullen blijven. Zijn er geen gedragseffecten te verwachten uit de
voorgestelde wijzigingen?
De leden van de VVD-fractie begrijpen de stap van Algerije om het Verdrag nog niet
van toepassing te laten zijn op de BES-eilanden. Zijn de Staatssecretaris van Financiën
en de Minister van Buitenlandse Zaken in de toekomst wel voornemens afspraken te maken
met Algerije over implementatie van het Verdrag voor het gehele Koninkrijk der Nederlanden?
De leden van de VVD-fractie vragen zich af welke omstandigheden zijn aangegeven onder
lid 4 van artikel 27, waar is afgesproken wanneer een staat geen informatie hoeft
te verstrekken aan de andere staat. Zou de Staatssecretaris van Financiën hier een
uitgebreide toelichting op kunnen geven?
Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van de SP
De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van het belastingverdrag. Zij zijn
niet tegen belastingverdragen omdat deze veel onduidelijkheid over (de verdeling van)
heffingsrechten kunnen wegnemen en rechtszekerheid bevorderen. Partijen weten hierdoor
waar ze aan toe zijn. Wel zijn de leden van de SP-fractie kritisch over het beleid
dat ten grondslag ligt aan het sluiten van belastingverdragen. Zij vinden dat het
Nederlandse fiscale verdragsbeleid te veel neerkomt op het pamperen van grote bedrijven.
Als voorbeeld noemen de leden van de SP-fractie het continu verlagen van bronbelastingen
in belastingverdragen. Deze leden zijn er van overtuigd dat bronbelastingen geen al
te grote belemmering vormen voor grote bedrijven die denken in een bepaald land winst
te kunnen maken. Zij zouden graag zien dat Nederland, zeker wanneer het om ontwikkelingslanden
gaat, niet langer inzet op het verlagen van bronbelasting. Zij vragen de Staatssecretaris
hierop te reageren.
De leden van de SP-fractie vragen de regering hoe het verdrag tot stand is gekomen.
Zij willen graag weten wie het initiatief hiervoor heeft genomen. Is dat van Nederlandse
of van Algerijnse zijde gekomen? Hebben bedrijven om een belastingverdrag gevraagd?
Zo ja, welke bedrijven waren dit? In hoeverre zijn hun wensen gehonoreerd? Heeft de
regering overleg gevoerd met bedrijven uit Nederland of Algerije over dit verdrag?
Wat is daar uitgekomen?
De leden van de SP-fractie zouden graag zien dat niet het OESO-modelverdrag, dat is
opgesteld door uitsluitend rijke landen, maar het VN-modelverdrag als leidraad wordt
genomen omdat dit veel meer rekening houdt met de belangen van arme landen. Wat is
de reactie van de Staatssecretaris hierop? Waarom heeft Nederland niet ingezet op
het zoveel mogelijk volgen van het VN-modelverdrag?
De leden van de SP-fractie vragen de Staatssecretaris of hij het fiscale verdragsbeleid,
zoals neergelegd in de Notitie Fiscaal Verdragsbeleid 2011, gaat herzien tijdens deze
kabinetsperiode. Tevens vragen zij de Staatssecretaris bij toekomstige belastingverdragen
schematisch weer te geven waar het verdrag aansluit of juist afwijkt of zowel het
OESO-modelverdrag als het VN-modelverdrag. Is hij daartoe bereid?
Hoe wordt voorkomen dat winsten in de vorm van rente, royalty en dividend wegstromen
uit Algerije?
In het persbericht over dit verdrag lezen de leden van de SP-fractie dat Algerije,
met 1,3 miljard euro aan handelsbetrekkingen, de grootste handelspartner van Nederland
in Noord-Afrika is. Waar bestaat die 1,3 miljard euro uit? Welke bedrijven zijn actief
in Algerije? Wat produceren zij? Welke natuurlijke bronnen worden onttrokken? Welk
voordeel hebben deze bedrijven bij dit belastingverdrag?
Welke handelsbelemmeringen worden met dit verdrag weggenomen?
Klopt het dat het verdrag niet voldoet aan alle Base Erosion and Profit Shifting (BEPS)-minimumstandaarden?
Op welke onderdelen wel en op welke niet?
In hoeverre wijkt het artikel over zogenaamde «vaste inrichting» af van het OESO-modelverdrag?
En van het VN-modelverdrag? Waarom is hiervoor gekozen?
Heeft Nederland alle verdragen «aangemeld» om onder het Multilateraal Instrument (MLI)
te vallen, vragen de leden van de SP-fractie. Zo nee, waarom niet?
De leden van de SP-fractie vragen de Staatssecretaris de tarieven bronbelasting van
Algerije zelf, de tarieven bronbelasting die in het onderhavige verdrag zijn afgesproken
en de tarieven die in andere belastingverdragen die Algerije met het Verenigd Koninkrijk,
Saoedi-Arabië, Duitsland, China en Zwitserland heeft gesloten, schematisch weer te
geven.
De leden van de SP-fractie constateren dat de bronheffingen op rente, royalty en dividend
die in het verdrag zijn afgesproken fors lager zijn dan de bronheffingen in het nationale
fiscale recht van Algerije. Deze leden willen graag weten waarom. Hoeveel belastinginkomsten
scheelt dit Algerije, vragen zij. Waarom zijn de nationale tarieven niet in het verdrag
intact gelaten?
Op welke punten heeft het feit dat Algerije een ontwikkelingsland is, geleid tot andere
onderhandelingsinzet van Nederlandse zijde? Waar heeft dit toe geleid?
Waarop baseert de Staatssecretaris dat de budgettaire gevolgen van het verdrag naar
verwachting neutraal zullen zijn?
De leden van de SP-fractie vragen de regering of en hoe vaak het begrip vaste inrichting
wordt ontweken. Zijn er manieren om dit te ontlopen, vragen zij? Gebeurt dit in de
praktijk? Zijn er manieren om dit te ondervangen?
De leden van de SP-fractie vragen enige verduidelijking over de zogenoemde cost-sharing
bepaling die op verzoek van Nederland is opgenomen. Kan de Staatssecretaris enige
uitleg geven over deze bepaling? Waarom wil Nederland deze opnemen? Wat betekent dit
in de praktijk? Welke partijen maken hier gebruik van? Is het gebruikelijk dat wordt
verondersteld dat bij cost-sharing-bepalingen in strijd met het arm’s-length-beginsel
wordt gehandeld? Wat wordt hierover binnen OESO-, VN-, of EU-verband voorgeschreven?
De leden van de SP-fractie vragen de regering wat wordt bedoeld met het tweede lid
van artikel 9, waar in staat dat een verdragsluitende staat rekening moet houden met
een winstcorrectie wanneer deze door de andere staat is toegepast. Kan de regering
uitleggen of de verdragsluitende staat altijd de benodigde informatie heeft om hiermee
rekening te houden? Hoe wordt er voor gezorgd dat beide staten deze informatie hebben?
De leden van de SP-fractie vragen de Staatssecretaris uit te leggen wat het betekent
dat Algerije heeft ingestemd met een lagere bezitseis.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A. (Anne) Mulder, voorzitter van de vaste commissie voor Financiën -
Mede ondertekenaar
J.F.C. Freriks, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.