Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van den Hul over een alarmerende daling van studentenaantallen voor Nederlandse Taal en Cultuur
Vragen van het lid Van den Hul (PvdA) aan de Ministers van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media over een alarmerende daling van studentenaantallen voor Nederlandse Taal en Cultuur (ingezonden 19 oktober 2018).
Antwoord van Minister Van Engelshoven (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) mede namens
de Minister Slob (Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media) (ontvangen 14 november
2018).
Vraag 1
Wat klopt er van het bericht dat de studentenaantallen voor Nederlandse Taal en Cultuur
zich in een vrije val bevinden?1
Antwoord 1
In antwoord op de Kamervragen van lid Van der Molen2 heb ik geantwoord dat de instroom van de opleiding Nederlands aan universiteiten
in vergelijking met 10 jaar geleden met ongeveer 60% is gedaald. Deze daling is de
afgelopen jaren afgevlakt. Op basis van de nu bekende voorlopige aanmeldgegevens lijkt
er reden tot zorg. De definitieve instroomcijfers van het huidige collegejaar zijn
pas in januari bekend.
Vraag 2
Wat gaat dit op termijn betekenen voor het tekort aan bevoegde eerstegraadsleraren
Nederlands in de bovenbouw van havo en vwo?
Antwoord 2
Een dalend aantal afgestudeerden in de bachelor- en masteropleidingen Nederlands in
het wetenschappelijk onderwijs draagt bij aan het tekort van leraren Nederlands en
zal in ieder geval het streven naar meer wo-opgeleide leraren in het voortgezet onderwijs
verder onder druk kunnen zetten. Vanuit de instellingen zijn diverse initiatieven
gestart om de instroom te vergroten, zoals het Nationaal Platform voor de Talen. Het
Platform is opgezet vanuit de faculteiten Geesteswetenschappen en het programmabureau
Geesteswetenschappen3 en komt in 2019 met een Deltaplan voor de Talen. Het Nederlands heeft een bijzondere
positie in het plan, naast de andere talen. Een van de belangrijke onderdelen van
het beoogde Deltaplan is het vergroten van de toestroom naar de universitaire taalopleidingen.
Daarnaast heb ik de KNAW gevraagd om tot een probleemanalyse en eventuele oplossingsrichtingen
te komen voor de studie Nederlands.4
Vraag 3
Hoe oordeelt u over de suggesties die prof. dr. M.P.J. Sanders doet voor manieren
waarop de tendens kan worden gekeerd? Bieden deze voldoende perspectief om meer schoolverlaters
te interesseren voor een studie Nederlandse Taal en Cultuur?
Antwoord 3
Ik vind het positief dat prof. Dr. M.P.J. Sanders en anderen suggesties doen om de
instroom voor de opleiding Nederlandse Taal en Cultuur te vergroten. Zoals in mijn
antwoord op vraag 2 aangegeven is de sector nu aan zet om te bekijken wat met de suggesties
te doen. Dit kan bijvoorbeeld door het enthousiasmeren van leerlingen in het voortgezet
onderwijs voor het volgen van een lerarenopleiding op te pakken als activiteit van
de regionale aanpak van het lerarentekort. Met deze regionale aanpak worden lerarenopleidingen
en scholen gestimuleerd om in de regio met elkaar samen te werken om de tekorten tegen
te gaan. Daarnaast wordt in het kader van curriculum.nu bekeken hoe het schoolvak
Nederlands minder op vaardigheden en meer op inhoud kan worden gericht om meer scholieren
voor het Nederlands te interesseren.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
I.K. van Engelshoven, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap -
Mede namens
A. Slob, minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.