Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Groothuizen en Bouali over het bericht ‘Zorgen om verdwijnen van minderjarige asielzoekers’
Vragen van de leden Groothuizen en Bouali (beiden D66) aan de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over het bericht «Zorgen om verdwijnen van minderjarige asielzoekers» (ingezonden 19 oktober 2018).
Antwoord van Staatssecretaris Harbers (Justitie en Veiligheid) (ingezonden 12 november
2018).
Vraag 1
Kent u het bericht «Zorgen om verdwijnen van minderjarige asielzoekers»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Herkent u het beeld dat het aantal minderjarige asielzoekers dat alleen naar Nederland
komt en van de radar verdwijnt is verdubbeld? Deelt u de mening dat dit beeld zorgelijk
is?
Antwoord 2
De in het bericht aangehaalde cijfers zijn afkomstig uit de Slachtoffermonitor mensenhandel
2013–2017. Vanzelfsprekend vind ik het zorgelijk als mensen slachtoffer worden van
criminele activiteiten zoals mensenhandel en seksueel geweld, zeker wanneer dit kinderen
betreft.
Vraag 3
Kunt u nader ingaan op de zorgen die in dat bericht worden geuit dat een deel van
deze kinderen slachtoffer wordt van criminele activiteiten zoals mensensmokkel en
seksueel geweld? Hoe spant u zich in teneinde te voorkomen dat deze kinderen verdwijnen
en slachtoffer worden van degelijke criminaliteit?
Antwoord 3
Het bestrijden van mensenhandel is in de eerste plaats een taak van de opsporingsorganisaties,
politie en openbaar ministerie. Signalen over mensenhandel worden door COA en Nidos
doorgegeven aan de politie die daar vervolgens op kan acteren.
Amv’s die slachtoffer of potentieel slachtoffer zijn van mensenhandel worden in de
beschermde opvang geplaatst. Er worden in de beschermde opvang extra veiligheidsmaatregelen
getroffen, zoals extra bewaking en intensieve begeleiding. Tevens wordt nauw samengewerkt
met de (plaatselijke) politie en vindt afstemming plaats over eventuele extra risico’s.
Als een jongere probeert weg te lopen of de opvang vroegtijdig wil verlaten, proberen
de medewerkers de jongere te overtuigen om te blijven en het gedrag van deze jongere
wordt nauwlettend gevolgd. Als een amv toch voortijdig uit de beschermde opvang vertrekt,
wordt meteen de politie en Nidos geïnformeerd. Als de amv niet wordt aangetroffen
doet de voogd (Nidos) aangifte van vermissing. Naast deze maatregelen is er in de
beschermde opvang een werkwijze die gericht is op een multidisciplinaire risicoanalyse
van de kwetsbaarheden van de jongeren.
Bij deze multidisciplinaire risicoanalyse zijn AVIM, Nidos en betreffende COA-contractpartij
Xonar of Jade betrokken. Deze risicoanalyse is een middel om te bepalen welk risico
de jongere loopt en of de beschermde opvang de juiste opvang is. De multidisciplinaire
risicoanalyse vindt plaats in de eerste zes weken na plaatsing van een jongere in
de beschermde opvang.
Vraag 4
Zijn destijds na het rapport van de Inspectie Veiligheid en Justitie over dit onderwerp,
alle voorgestelde maatregelen overgenomen? Zo nee, welke niet? Is het mogelijk deze
maatregelen alsnog door te voeren?
Antwoord 4
In 2015 heeft de Inspectie Jeugdzorg een onderzoek gedaan naar de beschermde opvang
voor amv’s. In december 2016 heeft de Inspectie een hertoets van de kwaliteit van
de beschermde opvang uitgevoerd. Bij brief van 5 september 2016 (Kst. 2015–2016, 27 062, nr. 103) en 6 september 2017 (Kst 2016–2017, 27 062, nr. 106) is uw Kamer op de hoogte gesteld van de verbetermaatregelen die het COA naar aanleiding
van het onderzoek en de hertoets heeft getroffen om aan alle toetsingscriteria van
de Inspectie te voldoen. Het COA heeft in september 2017 de laatste verbetermaatregelen
doorgevoerd. Ik verwijs u voor een nadere toelichting naar deze brieven.
Vraag 5, 6
Hoe verklaart u dat ondanks de genomen maatregelen, het aantal verdwenen jongeren
niet is afgenomen? Is bijvoorbeeld gemonitord of de maatregelen de gewenste uitwerking
hadden?
In hoeverre heeft u al eerder signalen ontvangen dat de genomen maatregelen niet tot
de gewenste vermindering leidt?
Antwoord 5, 6
Het onderzoek en de hertoets van de Inspectie Veiligheid en Justitie hadden betrekking
op de beschermde opvang. Uit de cijfers over de beschermde opvang blijkt dat er na
de stijging die er in 2015 en 2016 plaatsvond in 2017 sprake was van een duidelijke
daling van het aantal verdwijningen van minderjarigen uit de beschermde opvang. Deze
trend zet zich in 2018 voort. Deze daling is deels verklaarbaar doordat de amv’s die
zonder toezicht de beschermde opvang hebben verlaten tussen 2015 en 2017 overwegend
de Vietnamese nationaliteit hadden en de instroom van deze groep sinds 2017 sterk
is afgenomen. Daarnaast lijken de maatregelen voor de beschermde opvang effect te
hebben gehad.
De cijfers van de nationaal rapporteur mensenhandel zien grotendeels op amv’s, waarbij
op voorhand geen reëel vermoeden van voortijdig vertrek en/of sprake van een verdachte
situatie was, en die in reguliere kleinschalige amv-opvang verblijven.
Vraag 7, 9
Hoe verhoudt de huidige stand van zaken zich tot de stand van zaken die aan de orde
werd gesteld in het algemeen overleg asiel- en vreemdelingenbeleid op 14 december
2017? Zijn er sindsdien extra maatregelen genomen? In hoeverre is er sindsdien verbetering
dan wel verslechtering zichtbaar geweest?
Ziet u nog andere oplossingen voor dit probleem? Bent u bereid zich hiervoor in te
spannen?
Antwoord 7, 9
Zoals aangegeven bij vraag 3 worden amv’s waar op voorhand een reëel vermoeden van
voortijdig vertrek is en/of sprake is van een verdachte situatie in de beschermde
opvang geplaatst.
In het nieuwe amv-opvangmodel worden amv’s kleinschalig opgevangen en worden zij,
gericht op het bieden van maatwerk, intensief begeleid. De medewerkers in de amv-opvanglocaties
spannen zich dagelijks in om voor de bewoners een zo veilig mogelijke omgeving te
creëren. Hierbij hebben de medewerkers ook oog voor signalen van mensenhandel. Amv’s
die aangeven te willen vertrekken worden geïnformeerd over de verschillende perspectieven
die er zijn en worden gewezen op risico’s van illegaal verblijf, zoals mensenhandel
en seksueel geweld.
Zowel de beschermde opvang als de reguliere kleinschalige opvang voor amv’s zijn echter
geen gesloten setting. Dat betekent dat amv’s zich vrij kunnen bewegen in Nederland
en dus ook de opvang kunnen verlaten. Het is niet mogelijk en wenselijk om van iedereen,
dus ook van kinderen, bij te houden waar iedereen op welk moment van de dag verblijft.
Als een jongere de opvang verlaat en het niet bekend is dat hij of zij elders op een
veilige plek verblijft, bijvoorbeeld bij familie of vrienden, wordt dit binnen 24
uur gemeld aan Nidos en de politie.
Vraag 8
Wat vindt u van de suggesties van Defence for Childeren voor nog kleinschaliger opvang
en het instellen van één partij die de regie voert over alleenstaande minderjarige
jongeren?
Antwoord 8
Op dit moment wordt het amv-opvangmodel geëvalueerd. Ik wacht graag de uitkomsten
van dit onderzoek af.
Toelichting:
Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid Kuiken (PvdA),
ingezonden 19 oktober 2018 (vraagnummer 2018Z18893).
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.G.J. Harbers, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.