Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Futselaar over de berichten dat een bedrijf ‘post-master’-opleidingen aanbiedt in combinatie met een arbeidscontract dat uiteindelijk niet tot stand komt
Vragen van het lid Futselaar (SP) aan de Minister Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over de berichten dat een bedrijf «post-master»-opleidingen aanbiedt in combinatie met een arbeidscontract dat uiteindelijk niet tot stand komt (ingezonden 22 oktober 2018).
Antwoord van MinisterVan Engelshoven (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) (ontvangen
14 november 2018).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Humanoids lokt met een baan die er helemaal niet is»
van het radioprogramma Radar?1 Hoe duidt u dit bericht? Kunt u bevestigen dat het bedrijf in kwestie op geen enkele
wijze onderwijsaccreditatie bezit?
Antwoord 1
Ja, dat ben ik. Ik vind het een kwalijke zaak als een bedrijf mensen lokt met een
baan die er helemaal niet is. Ik kan bevestigen dat het bedrijf in kwestie, Humanoids,
geen geaccrediteerde opleidingen aanbiedt.
Vraag 2
Wist u dat het bedrijf in kwestie een «post-master» aanbiedt?2 Is het correct dat termen als «post-master» en «post-HBO» op dit moment op geen enkele
wijze beschermde titels zijn? Vindt u dit een wenselijke situatie? Bent u bereid stappen
te zetten om te zorgen dat alleen geaccrediteerde onderwijsinstellingen dergelijke
termen kunnen gebruiken voor onderwijsaanbod?
Antwoord 2
Het is correct dat dergelijke termen niet wettelijk zijn beschermd. Bij de behandeling
van de Wet bescherming namen en graden heb ik uw Kamer ook gemeld dat niet alle termen
wettelijk te beschermen zijn. In dit kader is er toen met uw Kamer over gesproken
dat vele termen die door organisaties die (hoger) onderwijs verzorgen worden gebruikt,
buiten de reikwijdte van die wet vallen. Er voor zorgen dat ook deze termen wettelijk
worden beschermd is niet de oplossing voor het tegengaan van misleiding; met wat handige
marketing kunnen immers gemakkelijk weer nieuwe termen worden bedacht. Een en ander
laat onverlet dat wanneer er hierbij echter sprake is van een vorm van misleiding
die valt onder een strafrechtelijke delictsomschrijving (bedrog of valsheid in geschrifte),
dit niet toegestaan is en dus via die weg aan te pakken is.
Daarbij merk ik op dat het ook in het belang van de student is dat deze zelf kritisch
blijft ten opzichte van de aanbiedende organisatie; dat vind ik ook een eigen verantwoordelijkheid.
Voor wat betreft de transparante informatie die hierover vanuit de overheid wordt
verstrekt, verwijs ik u naar mijn antwoord op vraag 6.
Vraag 3
Hoe beoordeelt u een situatie waarin een bedrijf zonder aantoonbare onderwijservaring
voor hoge bedragen opleidingen aanbiedt, al dan niet in combinatie met een uitzicht
op een contract?
Antwoord 3
Wij hebben in ons land de vrijheid van onderwijs waarbinnen het mogelijk is dat individuen
en bedrijven, ook indien zij geen aantoonbare onderwijservaring hebben, onderwijs
aan mogen bieden.
Vraag 4
Op welke wijze vindt er toezicht plaats, bijvoorbeeld door de onderwijsinspectie of
de Nederlands-Vlaamse Accrediatieorganisatie (NVAO), op niet-geaccrediteerde bedrijven
die hoger onderwijs aanbieden?
Antwoord 4
Er is geen toezicht op niet-geaccrediteerd onderwijs aangeboden door bedrijven, anders
dan op het toezicht op de naleving van de Wet bescherming namen en graden hoger onderwijs
door de Inspectie van het Onderwijs. De inspectie kan onderzoek doen en bij een gegrond
signaal stappen ondernemen om overtreding van de regels tegen te gaan.
Vraag 5
Bent u bereid om, in samenwerking met Nederlandse Raad voor Training en Opleiding
(NRTO), de Vereniging Hogescholen en de Vereniging van Universiteiten (VSNU) te onderzoeken
hoeveel niet-geaccrediteerd aanbod aan hoger onderwijs (specifiek de termen «post-master»
en «post-HBO») er in de markt wordt aangeboden?
Antwoord 5
Ik zie hiertoe geen aanleiding, gezien de bescherming die wordt geboden door de Wet
bescherming namen en graden.
Vraag 6
Op welke wijze biedt het ministerie informatie over de risico’s van het volgen van
niet-geaccrediteerd (hoger) onderwijs? Is deze casus aanleiding voor u om de informatievoorziening
te intensiveren? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke wijze?
Antwoord 6
Er is op rijksoverheid.nl en op de site van de NVAO uitgebreide informatie beschikbaar
over de wijze waarop hoger onderwijs wordt erkend en geaccrediteerd. Alle geaccrediteerde
opleidingen zijn opgenomen in een openbaar te raadplegen register. Ook wordt aangegeven
wat de consequenties zijn van het volgen van een niet-geaccrediteerde opleiding.
Met de Wet bescherming namen en graden zijn ter voorkoming van misleiding van (aankomende)
studenten regels opgenomen over het recht om graden te verlenen. Onder meer is hiermee
geregeld dat bij het verlenen van een graad kenbaar moet worden gemaakt welke graad
(inclusief eventuele toevoeging) aan een opleiding is verbonden en op welke (buitenlandse)
accreditatieregeling die is gebaseerd.
Met deze wet is ook duidelijk gemaakt dat het voor de student van belang is zich goed
te informeren, voordat wordt begonnen met het volgen van (hoger) onderwijs.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
I.K. van Engelshoven, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.