Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Kooten-Arissen over het besluit van Gedeputeerde Staten Flevoland om gezonde edelherten en pasgeboren jongen af te schieten en de uitplaatsing van konikpaarden naar andere gebieden
Vragen van het lid Van Kooten-Arissen (PvdD) aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over het besluit van gedeputeerde staten Flevoland om gezonde edelherten en pasgeboren jongen af te schieten en de uitplaatsing van konikpaarden naar andere gebieden (ingezonden 26 september 2018).
Antwoord van MinisterSchouten (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) (ontvangen 13 november
2018). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2018–2019, nr. 270.
Vraag 1
Is het besluit van gedeputeerde staten (GS) Flevoland om gezonde edelherten en hun
pasgeboren jongen in de Oostvaardersplassen af te schieten, getoetst aan de vigerende
wet- en regelgeving? Zo ja, kunt u in contact treden met de GS van Flevoland en de
uitkomsten met ons delen? Zo nee, waarom niet en kunt u aangeven of u bereid bent
dit alsnog te doen voordat overgegaan wordt tot afschot en andere onomkeerbare handelingen?
Antwoord 1
Het besluit dat GS Flevoland hebben genomen is gebaseerd op artikel 3:18 van de Wet
natuurbescherming en passend binnen de bevoegdheidsverdeling tussen het Rijk en de
provincie. In het besluit is aangegeven welke wettelijke bepalingen aan het besluit
ten grondslag liggen.
Vraag 2
Bent u ermee bekend dat de provincie Flevoland in de afgelopen jaren herhaaldelijk
onzorgvuldige besluiten heeft genomen in relatie tot verleende ontheffingen voor onder
andere het doden en verstoren van, en de jacht op dieren, waaronder vossen, zwanen
en ganzen, en hiervoor niet alleen door de rechter maar ook door de commissie bezwaar
en beroep is teruggefloten?1
Antwoord 2
Het is mij bekend dat besluiten in relatie tot onder andere het doden en verstoren
van en de jacht op dieren gevoelig liggen en dat daar vaak juridische procedures tegen
in gang gezet worden. Dat de provincie Flevoland vaker bij dit soort procedures is
betrokken dan andere provincies is mij niet bekend. Tegen dergelijke besluiten staat
een bestuursrechtelijke rechtsgang open. Het is aan de rechter ter beoordeling of
de besluiten zorgvuldig en niet in strijd met de wet zijn genomen.
Vraag 3
Deelt u de mening dat, gezien deze geschiedenis, extra controle vanuit u gepast is
op genomen besluiten van de GS Flevoland, die betrekking hebben op het doden en verstoren
van dieren? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke manier en binnen welk tijdsbestek
wilt u dit vormgeven?
Antwoord 3
Zie mijn antwoorden op vraag 1 en 2.
Vraag 4
Kent u het juridisch rapport van Prof. Dr. C.J. Bastmeijer over de verhouding tussen
de adviezen van de «Externe Begeleidingscommissie Beheer Oostvaardersplassen» (Commissie-Van
Geel) en de Wet natuurbescherming, welke onder andere weergeeft dat een wetenschappelijke
onderbouwing voor de adviezen van de Commissie-Van Geel ontbreekt en hierdoor ook
niet gezien zou moeten worden als de «onafhankelijke review» zoals beschreven in de
overeenkomst gesloten tussen het Rijk en de provincie Flevoland?2 3
Antwoord 4
Ja.
Vraag 5
Hoe weegt u het oordeel van Prof. Dr. C.J. Bastmeijer in relatie tot uw brief van
18 juni 2018 aan GS Flevoland waarin u schrijft «het rapport van de Commissie-Van
Geel te zien als een onafhankelijke review op basis waarvan het college van gedeputeerde
staten de mogelijkheid heeft het beheer van de grote grazers te wijzigen»?4
Antwoord 5
In mijn brief van 18 juni 2018 aan GS van Flevoland heb ik aangegeven dat ik het advies
van de Commissie-Van Geel als de onafhankelijke review beschouw conform artikel 2.4
van de Overeenkomst tussen het Ministerie van Economische Zaken en de provincie Flevoland
en dat ik als dat nodig is met de provincie in overleg treed als uitvoeringsacties
daartoe aanleiding geven.
Vraag 6
Kunt u aangeven, gezien uw stellingname in bovengenoemde brief van 18 juni, wat de
behaalde resultaten zijn van het beleid ten aanzien van het dierenwelzijn in de Oostvaardersplassen
en de systemen die bij de uitvoering worden gebruikt? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 6
Zie ook mijn antwoord op vraag 5.
Met betrekking tot het beleid ten aanzien van het dierenwelzijn in de Oostvaardersplassen
merk ik op dat dit beleid in overeenstemming met de toepasselijke regelgeving wordt
uitgevoerd binnen de hoofddoelstelling van het Natura 2000-gebied. De Commissie-Van
Geel concludeert dat het huidige systeem niet voldoet. In zijn advies «grijpt de commissie
terug op de situatie van het midden van de jaren negentig, toen een aantal van de
gesignaleerde vraagstukken niet speelden. De begrazingsdruk was in die tijd 1,4 dier
per hectare. De Commissie adviseert om die begrazingsdruk voor de komende jaren te
hanteren voor de winterstand.»
Voorts adviseert de Commissie-Van Geel over het beheer na de reset van de begrazingsdruk.
«Monitoring van de ontwikkeling van de Natura 2000-doelstellingen, de conditie van
de dieren, vegetatieontwikkeling en landschappelijke waarden wordt de basis voor het
beheer».
Vraag 7
Deelt u de mening dat het onacceptabel en opmerkelijk is dat de commissie-Van Geel
voor haar rapport, waarbij 43 «deskundigen» werden geïnterviewd, volgens de verantwoordelijk
gedeputeerde in antwoord op vragen van de Partij voor de Dieren Flevoland tijdens
een openbare vergadering op 27 juni 2018, gebruik heeft gemaakt van 35 personen van
de 43 die níet deskundig zijn op het gebied van het welzijn van grote grazers?5
Antwoord 7
Gedeputeerde staten van Flevoland hebben hun opdracht aan de Commissie-Van Geel zodanig
geformuleerd dat integraal naar een aantal aspecten van het gebied is gekeken en daarmee
breder dan alleen het belang van de grote grazers voor het gebied. Het initiatiefvoorstel
van provinciale staten van Flevoland, dat ten grondslag ligt aan de opdracht aan de
Commissie-Van Geel, benoemt als aspecten onder meer de Natura 2000-doelstellingen,
bezoekmogelijkheden, het nieuw opgerichte Nationaal Park Nieuw Land en de toeristische
aantrekkelijkheid van het natuurgebied.
Vraag 8
Deelt u de mening dat het vreemd is dat in het rapport van de Commissie-Van Geel,
oftewel de door u genoemde «onafhankelijke review», drie personen worden gehoord die
een restaurantketen vertegenwoordigen? Hoe ziet u dit in het licht tot de uitspraak
van de gedeputeerde dat gezocht wordt naar mogelijkheden om het «product» edelhert
in de markt te brengen?6
Antwoord 8
Zie mijn antwoord op vraag 7.
Vraag 9
Deelt u de mening dat er eerst een complete en wetenschappelijke review uitgevoerd
dient te worden nadat de maatregelen met betrekking tot het Natura 2000-plan in uitvoering
zijn genomen, voordat onderbouwde conclusies getrokken kunnen worden over al dan niet
benodigde aanvullende uitvoeringsacties? Zo nee, waarom niet? En zo ja, bent u bereid
om zorg te dragen dat deze complete en wetenschappelijke review op korte termijn alsnog
plaatsvindt?
Antwoord 9
Nee, zoals ik in mijn antwoord op vraag 5 heb aangegeven beschouw ik het advies van
de Commissie-Van Geel als de onafhankelijke review.
Vraag 10
Onderschrijft u de noodzaak om eerst zorg te dragen voor de uitvoering van het Natura
2000-beheerplan, waaronder het aanleggen van meer beschuttingsplekken, alvorens provinciale
staten van Flevoland besluit over ingrijpende en vergaande maatregelen, zoals het
doden van gezonde dieren en hun pasgeboren jongen?
Antwoord 10
Het advies van de Commissie-Van Geel (25 april 2018) biedt een beleidskader voor het
beheer van de Oostvaardersplassen en geeft een samenhangend pakket aan maatregelen,
te beginnen in 2018 met de realisering van beschutting in het kerngebied (300 ha),
vermindering van het aantal grote grazers en inrichting van de monitoring van ontwikkelingen
in het gebied vanaf 2018. Binnen de hoofddoelstellingen van het Natura 2000-beleid
staan de te nemen beheermaatregelen (ook met betrekking tot de grote grazers) ten
dienste hiervan. Het aanleggen van beschuttingsmaatregelen vormt geen onderdeel van
het Natura 2000-beheerplan, maar is bedoeld om de omstandigheden ten behoeve van dierenwelzijn
te verbeteren.
Vraag 11
Heeft u de diverse signalen uit de media opgemerkt van organisaties en dierenbeschermers
die voornemens zijn naar de rechter te gaan omdat naar hun mening de GS van de provincie
Flevoland een onrechtmatig besluit heeft genomen om massaal edelherten af te schieten
en konikpaarden elders uit te plaatsen? Zo ja, deelt u de mening dat deze signalen
in combinatie met eerdere rechterlijke uitspraken aanleiding zijn voor een pas op
de plaats totdat een zorgvuldige onafhankelijke toets van het besluit op rechtmatigheid
en uitvoerbaarheid van het besluit heeft plaatsgevonden, voordat overgegaan wordt
tot afschot en andere onomkeerbare handelingen?
Antwoord 11
Ja, ik heb die signalen uit de media vernomen. Het advies van de Commissie-Van Geel
om het aantal grote grazers te verminderen brengt niet te vermijden maatregelen met
zich mee, die mede bedoeld zijn om het welzijn van de grote grazers binnen afzienbare
termijn te verbeteren.
Er zal niet tot afschot van edelherten worden overgegaan tot de uitspraak van de voorzieningenrechter
op 19 november 2018 inzake de voorlopige voorziening tegen het besluit van de provincie
Flevoland tot afschot van een deel van de edelherten in de Oostvaardersplassen.
Zie verder mijn antwoord op vraag 1.
Vraag 12
Deelt u de mening dat het rapport van de Commissie-Van Geel als beleidskader niet
heeft geleid tot een toekomstbestendig maatschappelijk gedragen beheer van het Oostvaardersplassengebied?
Zo ja, gezien de maatschappelijke betrokkenheid en onrust, hoe zult u hier actie op
ondernemen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 12
Nee. Ik realiseer mij, dat het beheer van de grote grazers een gevoelig onderwerp
is, maar de provincie Flevoland is zorgvuldig te werk gegaan met de bedoeling om een
toekomstbestendig beheer te realiseren. Voorafgaand aan de definitieve besluitvorming
door provinciale staten is ruimschoots tijd en ruimte geboden aan een groot aantal
insprekers, die hun zorgen naar voren hebben kunnen brengen.
Er zal tijd nodig zijn om de resultaten van het besluit te kunnen beoordelen.
Vraag 13
Klopt het dat volgens de Habitatrichtlijn niet provincies, maar enkel lidstaten verantwoordelijk
zijn voor het beheer van Natura 2000-gebieden? Zo ja, hoe heeft u dan toch de overdrachtsovereenkomst
met de provincie Flevoland kunnen tekenen? Zo nee, waarom niet?7
Antwoord 13
De lidstaat Nederland is op grond van de Vogel- en Habitatrichtlijn verantwoordelijk
voor de staat van instandhouding van soorten die beschermd worden op grond van de
Vogel- en Habitatrichtlijn en het Rijk kan daarop door de instellingen van de Europese
Unie worden aangesproken.
Daarnaast is het Rijk verantwoordelijk voor het verstrekken van gegevens aan de Europese
Commissie over Natura 2000-gebieden. Om te kunnen voldoen aan deze verplichting verstrekken
GS de gegevens die betrekking hebben op door GS genomen besluiten of maatregelen aan
het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. In de Wet natuurbescherming
is vastgelegd welke bevoegdheden en verplichtingen met betrekking tot Natura 2000-gebieden
zijn opgedragen aan de provincies. De verantwoordelijkheid voor het beheer van Natura
2000-gebieden ligt in beginsel bij de provincies, die ook zorgdragen voor het Natura
2000-Beheerplan. Het gebied de Oostvaardersplassen is aangewezen als Natura 2000-gebied
op grond van de Vogelrichtlijn vanwege het voorkomen van water- en moerasvogels, niet
op grond van de Habitatrichtlijn. De overdrachtsovereenkomst tussen het toenmalige
Ministerie van Economische Zaken en de provincie Flevoland betreft uitsluitend het
beleid ten aanzien van het dierenwelzijn van de grote grazers in de Oostvaardersplassen.
Vraag 14
Hoeveel (gezonde) dieren zullen er naar verwachting in de Oostvaardersplassen, volgens
de uitvoering van de opdracht van GS aan Staatsbosbeheer, geschoten worden?
Antwoord 14
Volgens het beleidskader van de provincie Flevoland wordt het aantal edelherten in
de OVP teruggebracht naar 490 per 1 januari 2019. Eind oktober 2018 zijn de grote
grazers in de OVP geteld vanuit een helikopter. Het aantal edelherten is daarbij uitgekomen
op 2320.
Vraag 15
Hoe wordt voorkomen dat hindes geschoten worden en jonge kalfjes zonder moeder achterblijven?
Antwoord 15
In de Oostvaardersplassen zijn getalsmatig de hindes oververtegenwoordigd. Terugbrengen
van het aantal edelherten kan onmogelijk zonder ook het aantal hindes terug te brengen.
Er zal zoveel mogelijk rekening gehouden worden met familieverbanden.
Vraag 16
Hoe wordt voorkomen dat sociale en complexe familiestructuren zowel bij de edelherten
als de konikpaarden onherstelbaar worden verstoord?
Antwoord 16
Bij het vangen van de paarden wordt rekening gehouden met de sociale verbanden. Daartoe
worden de dieren goed geobserveerd. Bij de edelherten wordt ervoor gezorgd dat er
voor de lange termijn een gezonde, evenwichtige en te beheren populatie ontstaat.
Vraag 17
Hoe wordt voorkomen dat bij de edelherten paniek uitbreekt in de groep wanneer het
massale afschot zal plaatsvinden?
Antwoord 17
De daartoe aangewezen personen in dienst van Staatsbosbeheer of handelend in opdracht
van Staatsbosbeheer zullen het afschot met de grootst mogelijke zorgvuldigheid uitvoeren.
Zo zal het afschot verspreid worden over meerdere maanden en zal er gebruikgemaakt
worden van geluiddempers.
Vraag 18
Deelt u de mening dat het doden van gezonde dieren indruist tegen de erkenning van
intrinsieke waarde van het dier? Zo nee, kunt u uitleggen waarom niet?
Antwoord 18
Dieren hebben een eigen waarde en hun welzijn gaat over de kwaliteit van het leven.
Om de vermindering van het aantal grote grazers zorgvuldig en met inachtneming en
aandacht voor dierenwelzijn te doen plaatsvinden heeft de provincie Flevoland advies
gevraagd aan de Raad voor Dierenaangelegenheden (RDA). In zijn zienswijze van 30 augustus
2018 concludeert de RDA, dat om tot een structurele oplossing te komen, inbreuk op
dierenwelzijn op dit moment helaas onvermijdelijk is. De RDA geeft aan dat deze inbreuk
op het welzijn van de edelherten, in combinatie met een reëel risico op uitval tijdens
het transport en het perspectief om bejaagd te worden op de nieuwe locatie, ertoe
leidt dat afschot van edelherten in de voorliggende situatie te rechtvaardigen is.
Vraag 19
Deelt u de mening dat minder ingrijpende alternatieven, zoals het verbinden van de
Oostvaardersplassen met andere natuurgebieden, niet alleen in het kader van dierenwelzijn,
maar ook vanuit het perspectief van ecologie, de versterking van natuurwaarden en
de bevordering van biodiversiteit, serieus onderzocht moeten worden? Zo ja, bent u
bereid hier een onderzoek naar te (doen) verrichten?
Antwoord 19
Bij de decentralisatie van het natuurbeleid van het Rijk naar de provincies zijn afspraken
gemaakt over de realisering en het doelbereik van natuur. De Commissie-Van Geel pleit
ervoor om geen maatregelen te nemen in de omgeving van het Oostvaardersplassengebied
die toekomstige generaties grote grazers de mogelijkheid ontnemen tot migratie naar
andere gebieden. Het is echter aan de provincie Flevoland te onderzoeken of een dergelijke
verbinding op termijn gerealiseerd zou kunnen worden. Zie verder het antwoord op vraag
10.
Vraag 20
Deelt u de mening dat het onacceptabel is om de grote grazers in de Oostvaardersplassen
de toegang te ontnemen en te ontzeggen tot beschuttings- en schuilplekken in de bosrandgebieden,
waaronder het (volledige) Kotterbos en het Hollands Hout? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 20
De Commissie-Van Geel heeft geadviseerd om de bosgebieden in de randgebieden in de
toekomst niet meer toegankelijk te maken voor de grote grazers. Het gebruik van die
bosgebieden door de dieren gaat ten koste van de kwaliteit en de kwantiteit van het
bos. Dit botst ook met het beoogde multifunctionele gebruik van het gebied. Zolang
de nieuwe beschutting zoals aangeraden door de Commissie-Van Geel nog niet geschikt
is blijven de bosrandgebieden beschikbaar voor de dieren.
Vraag 21
Erkent u dat het tot hun beschikking hebben van voldoende beschuttings- en schuilplekken
en de mogelijkheid om te kunnen migreren, voor de grote grazers in de wintertijd letterlijk
van levensbelang is?
Antwoord 21
Zie mijn antwoord op vraag 20.
Vraag 22
Bent u van oordeel dat er in de afgelopen winter voldoende beschuttings- en schuilplekken
voor de grote grazers waren in de Oostvaardersplassen?
Antwoord 22
Uit het advies van de Commissie-Van Geel maak ik op, dat het wenselijk is om meer
beschutting in het kerngebied aan te leggen ter vervanging van de nu opengestelde
bosgebieden.
Vraag 23
Bent u op de hoogte van het feit dat de GS van Flevoland de gemaakte afspraken rondom
het creëren van beschuttings- en schuilplekken in het Natura 2000-beheerplan van 2015
niet heeft uitgevoerd, en hier in de afgelopen drie jaar tijd ook geen voorbereidingsmaatregelen
voor heeft getroffen? Wat is hierop uw reactie en welke consequenties verbindt u hieraan?
Antwoord 23
Provincies moeten voor Natura 2000-gebieden beheerplannen vaststellen en er op toezien
dat noodzakelijke beheer- en inrichtingsmaatregelen worden uitgevoerd. Het aanleggen
van beschuttings- en schuilplekken vormt echter geen onderdeel van het Natura 2000-beheerplan
Oostvaardersplassen. De Commissie-Van Geel heeft deze maatregel mede aanbevolen omdat
daardoor weer een halfopen landschap ontstaat. De betreffende maatregel zal naar ik
verwacht ook de biodiversiteit ten goede komen.
Vraag 24
Deelt u de mening dat de verantwoordelijkheid voor het welzijn van dieren enkel in
handen zou moeten liggen van hen die hier zorgvuldig respectvol mee omgaan?
Antwoord 24
Ja, ik vind het belangrijk dat in de omgang met dieren rekening wordt gehouden met
alle aspecten die samenhangen met dierenwelzijn alsook een vanzelfsprekende respectvolle
omgang met dieren.
De tot dusverre gevolgde aanpak van de provincie en Staatsbosbeheer, waarbij ook op
het gebied van dierenwelzijn aanvullende adviezen zijn gevraagd, sterkt mij in de
overtuiging dat de provincie Flevoland en Staatsbosbeheer zorgvuldig en respectvol
omgaan met het welzijn van de grote grazers in de Oostvaardersplassen.
Vraag 25
Deelt u de mening dat de maatregelen uit het besluit van de GS van Flevoland indruisen
tegen bestaande beschermende wet- en regelgeving om dier en natuur in de Oostvaardersplassen
te beschermen niet getuigen van respect en zorgvuldigheid? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 25
Nee, die mening deel ik niet. Zie mijn antwoord op de vragen 1 en 18.
Vraag 26
Bent u, gezien de strijdigheid van artikel 2.3 in de overeenkomst tussen de voormalig
Staatssecretaris van Economische Zaken en het College van GS van de provincie Flevoland,
te weten dat er is afgesproken dat het college van GS van Flevoland de aanbevelingen
ten aanzien van het beleid aangaande de grote grazers van de Beeradviescommissie Oostvaardersplassen
(BAC) in acht neemt, en rekening houdt met het tot nu toe gevoerde beleid voor het
beheer van de grote grazers in het gebied Oostvaardersplassen aan de hand van het
adviesrapport International Commission on the Management of the Oostvaardersplassen
2 (ICMO2) bij het toezien op de uitvoering van het beheer, maar ook de strijdigheid
met het recht, bereid om de overeenkomst gesloten met de provincie Flevoland met onmiddellijke
ingang te (doen) ontbinden? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 26
In mijn eerdergenoemde brief van 18 juni 2018 aan GS van Flevoland heb ik aangegeven
dat de provincie Flevoland het beheer ten aanzien van de grote grazers kan wijzigen
op basis van het advies van de Commissie-Van Geel. Ik zie dan ook geen aanleiding
om de genoemde overeenkomst te doen ontbinden.
Vraag 27
Bent u ervan op de hoogte dat de commissaris van de Koning, ondanks het verzoek van
de Partij voor de Dieren Flevoland, geweigerd heeft het besluit en de opdracht om
over te gaan tot afschot van edelherten en uitplaatsing van Konikpaarden voor te dragen
voor vernietiging bij koninklijk besluit? Bent u bereid om uw bevoegdheden als Minister
in te zetten om het besluit en de opdracht alsnog te vernietigen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 27
Gedeputeerde staten geven uitvoering aan het door provinciale staten vastgestelde
beleidskader dat zorgvuldig tot stand is gekomen. Tegen het door GS genomen besluit
tot afschot staat een bestuursrechtelijke rechtsgang open. Het is vervolgens aan de
rechter ter beoordeling of het besluit zorgvuldig en niet in strijd met de wet is
genomen.
Zie voorts mijn antwoord op vraag 1.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.