Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Rudmer Heerema en Becker over het bericht ‘Amsterdamse school ruilt Paasontbijt voor Suikerfeest’
Vragen van de leden RudmerHeerema en Becker (beiden VVD) aan de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media over het bericht «Amsterdamse school ruilt Paasontbijt voor Suikerfeest» (ingezonden 17 oktober 2018).
Antwoord van Minister Slob (Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media) (ontvangen 12 november
2018).
Vraag 1
Kent u het bericht «Amsterdamse school ruilt Paasontbijt voor Suikerfeest»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Is het waar dat de school een brief aan ouders heeft gestuurd dat het Paasontbijt
dit jaar wordt verruild voor de viering van het Suikerfeest?
Antwoord 2
Via de nieuwsbrief van 15 oktober 2018 heeft de directie van de school aan de ouders
laten weten dat de school het Paasontbijt dit jaar zal overslaan en iets leuks wil
doen tijdens het Suikerfeest. Voor de groepen 1–2 zal op een nader te bepalen datum
een voorjaarsontbijt worden ingepland. Voorts wil de school in de lessen meer aandacht
besteden aan de verschillende gebruiken binnen verschillende culturen en met de leerlingen
stilstaan bij uiteenlopende feestdagen.
Vraag 3
Is u bekend of de school dit besluit van tevoren heeft voorgelegd aan de ouders en/of
de medezeggenschapsraad daarmee heeft ingestemd en zo nee, wil u dit alsnog nagaan?
Antwoord 3
De directeur van de school heeft – ook in een nadere toelichting op de website van
de school – aangegeven dat het overslaan van het Paasontbijt vooral te maken heeft
met de jaarplanning en het jaarrooster. Bij telefonische navraag bleek dat eerder
in de medezeggenschapsraad is besproken dat de school in de lessen meer aandacht wil
besteden aan verschillende geestelijke stromingen, zoals bedoeld in de kerndoelen
voor het basisonderwijs, omdat ze vinden dat dit nog onvoldoende het geval is. De
school organiseert, samen met de ouders, ook activiteiten om kinderen vertrouwder
te maken met de feesten en gebruiken van verschillende geestelijke stromingen. Naast
het christendom en de islam worden ook het jodendom, het hindoeïsme en het humanisme
onder de loep genomen. Bij dit alles staat het openbare karakter van de school voorop.
Vraag 4
Is het onderwerp «vieringen» op een school überhaupt een onderwerp dat voorgelegd
moet worden aan de medezeggenschapsraad en/of een plek verdient in het schoolplan,
zodat ouders en leraren erover kunnen meebeslissen? Zo ja, op welke wijze? Zo nee,
waarom niet?
Antwoord 4
Basisscholen bepalen zelf welke feesten, vieringen of herdenkingen op school plaatsvinden.
Het is aan de school om hier in overleg met de ouders en de leerkrachten een passende
invulling aan te geven. De medezeggenschapsraad moet instemmen met het onderwijskundig
beleid op school.
Vraag 5
Deelt u de mening dat er niets mis is met het besteden van aandacht aan tradities
uit andere religies en culturen zoals het Suikerfeest, maar dat een school dit niet
zomaar ten koste zou moeten laten gaan van de aandacht voor Nederlandse tradities?
Antwoord 5
Het bijbrengen van kennis en respect voor de Nederlandse waarden en tradities behoort
tot de maatschappelijke opdracht van de school. Zowel in het primair als in het voortgezet
onderwijs is burgerschap een verplicht onderdeel van het curriculum. De kerndoelen
die raken aan burgerschap schrijven voor dat leerlingen leren over de hoofdzaken van
de Nederlandse staatsinrichting, dat ze zich leren te gedragen vanuit respect voor
algemeen aanvaarde waarden en dat ze kennismaken met de geestelijke stromingen die
in Nederland een belangrijke rol spelen. Leerlingen leren over verschillen in opvattingen
tussen mensen en hoe ze daar met respect mee om kunnen gaan. Scholen kunnen zelf bepalen
hoe ze dit vormgeven.
Vraag 6
Hoe borgt u in het kader van de burgerschapsopdracht en de kerndoelen «burgerschap»
voor het onderwijs dat een Nederlandse school in elk geval voldoende aandacht blijft
besteden aan Nederlandse tradities en de achtergrond daarvan?
Antwoord 6
De huidige burgerschapsopdracht verplicht scholen om zich in hun onderwijs te richten
op het bevorderen van actief burgerschap en sociale integratie, op het leren over
de pluriforme samenleving en op kennis hebben van en kennismaken met verschillende
achtergronden en culturen van leeftijdgenoten. Tevens zijn alle scholen verplicht
om de inhoud van de kerndoelen, waaronder de kerndoelen die bijdragen aan burgerschap,
op zodanige wijze aan te bieden dat verwacht mag worden dat de leerlingen de doelen
zullen halen. Dit zijn wettelijke verplichtingen voor iedere school waar de inspectie
op toeziet.
Daarbij hebben we met elkaar vastgesteld dat een verduidelijking van de huidige burgerschapsopdracht
in het funderend onderwijs en een stevigere verankering van dit onderwijs in het curriculum
kan bijdragen aan een versterking van het burgerschapsonderwijs. U ontvangt het wetsvoorstel
ter verduidelijking van de burgerschapsopdracht en de bouwstenen voor de herziening
van het curriculum in het voorjaar van 2019.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A. Slob, minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.