Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Futselaar over het bericht over nieuwe misstanden bij corpora, in dit geval Minerva
Vragen van het lid Futselaar (SP) aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over het bericht over nieuwe misstanden bij corpora, in dit geval Minerva (ingezonden 17 oktober 2018).
Antwoord van Minister Van Engelshoven (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) (ontvangen
12 november 2018).
Vraag 1
Kent u het artikel «Bij Minerva halen de tijden de mores in»?1 Wat is uw reactie daarop?
Antwoord 1
Ja, ik ken dit artikel en ik ben geschrokken van het geschetste beeld.
Vraag 2
Bent u bekend met het besluit dat de Rijksuniversiteit Groningen dit jaar heeft genomen,
weliswaar na de introductieperiode, om Vindicat een jaar lang niet te accrediteren?
Antwoord 2
Ja.
Vraag 3
Deelt u de mening dat het tijd is voor een landelijke aanpak, gericht tegen vernedering,
seksuele intimidatie, geweld, zwijgcultuur en eigen rechtssystemen binnen de corpora,
om dit soort excessen bij de verschillende corpora aan te pakken? Kunt u uw antwoord
toelichten? Bent u bereid hier een aanzet voor te geven in samenwerking met de universiteiten
en hogescholen?
Antwoord 3
In de afgelopen jaren hebben verscheidene ontoelaatbare incidenten bij studentenverenigingen
plaatsgevonden en ik zie dat dit bij veel universiteiten en hogescholen en ook bij
verenigingen zelf, tot stevige gesprekken heeft geleid. Zoals ik ook in antwoord op
eerdere Kamervragen heb aangegeven, vind ik het primair aan de onderwijsinstelling
om op te treden als er dit soort, vaak vernederende incidenten plaatsvinden.2 Voor meerdere universiteiten en hogescholen waren de incidenten reden voor het opschorten
van bestuursbeurzen of het (tijdelijk) verbreken van de banden. Dat vind ik een goede
benadering.
Vraag 4
Bent u bereid tot een nieuw gesprek met de Landelijke Kamer van Verenigingen (LKvV)
om duidelijk te maken dat de schijnbaar endemische cultuur van vernedering en misdragingen
binnen de corpora onacceptabel is, zowel in het algemeen maatschappelijk verkeer als
specifiek bij organisaties die op een of andere manier verbonden zijn aan hoger onderwijs
instellingen?
Antwoord 4
Eerder is al met de LKvV gesproken over de cultuur en incidenten bij studentenverenigingen.
De LKvV heeft mij te kennen gegeven vernedering en misdragingen stevig te veroordelen
en af te wijzen. Op verschillende manieren probeert zij, in samenwerking met verenigingen,
een verandering voor elkaar te krijgen. Zo wordt er jaarlijks een congres georganiseerd
over de invulling van de introductietijden en evalueren werkgroepen met daarin verenigingsbestuurders
de introductietijden. Van de LKvV heb ik begrepen dat veel verenigingen in het afgelopen
jaar al flinke veranderingen hebben doorgevoerd in hun ontgroeningen.
Vraag 5, 6
Hoe gaat u erop toezien dat er een cultuurverandering plaatsvindt bij de corpora waar
dit soort excessen voorkomen? Kunt u uw antwoord toelichten?
Gaat u universiteiten en hogescholen aanspreken op de banden die zij hebben met recidiverende
corpora? Bent u bereid om met instellingen voor hoger onderwijs in contact te treden
om een standaardaanpak voor misdragende corpora in te stellen zodat er sprake kan
zijn van een eenduidig zero tolerance beleid?
Antwoord 5, 6
Zoals ik bij vraag 3 heb aangegeven, zie ik dat veel universiteiten en hogescholen
dit onderwerp uiterst serieus nemen en hier ook het gesprek over voeren met de studentenverenigingen.
Ik zie geen aanleiding om hier nu zelf een grotere rol in te pakken.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
I.K. van Engelshoven, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.