Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Arno Rutte en Becker over het bericht ‘IS-gangers welkom in El Tawheed-moskee’
Vragen van de leden ArnoRutte en Becker (beiden VVD) aan de Ministers van Justitie en Veiligheid en van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het bericht «IS-gangers welkom in El Tawheed-moskee» (ingezonden 3 augustus 2018).
Antwoord van Minister Grapperhaus (Justitie en Veiligheid), mede namens de Minister
van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (ontvangen 8 november 2018). Zie ook Aanhangsel
Handelingen, vergaderjaar 2017–2018, nr. 2973.
Vraag 1
Kent u het bericht «IS-gangers welkom in El Tawheed-moskee»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Hoe zou u deze moskee willen omschrijven, rekening houdende met haar geschiedenis
en het feit dat de Telegraaf schrijft dat deze moskee al twintig jaar bekend staat
als een van de meest radicale gebedshuizen van Nederland?
Antwoord 2
Moskee El Tawheed in Amsterdam is een van de oudste en prominentste salafistische
centra in Nederland. Het centrum droeg als een van de eerste organisaties in Nederland
de salafistische boodschap uit.
Vraag 3
Deelt u de mening dat deze moskee bijdraagt aan het verspreiden en faciliteren van
radicaal gedachtegoed?
Antwoord 3
Indien er door moskeebezoekers strafbare feiten, zoals het ronselen voor de gewapende
strijd of het financieren van terrorisme worden gepleegd, dan treden politie en OM
daartegen op. Tot op heden zijn er geen strafbare feiten gebleken. Tegelijkertijd
is er bij de El Tawheed moskee ruimte voor personen, waarvan bekend is dat zij een
jihadistisch gedachtengoed hebben, om activiteiten te ontplooien. Op deze manier kunnen
moskeegangers beïnvloed worden vanuit een haatdragende en onverdraagzame boodschap
en kan de vermenging van salafisten en jihadisten bijdragen aan de groei van de jihadistische
beweging. Dit is een ontwikkeling die nauwgezet gemonitord wordt.
Bovenstaande past in het dreigingsbeeld dat de NCTV schetst in DTN 48.2 Daarin wordt geconstateerd dat de toename van de verspreiding van de jihadistische
boodschap (da’wa) een zorgelijke ontwikkeling binnen het salafisme is. Dit soort trends
vereist een doortastend optreden en een gezamenlijke inventieve aanpak van operationele
diensten, gemeenten en rijk. Hierbij moeten maatregelen in de volle breedte worden
bezien en worden ingezet. Ik zal mij de aankomende periode samen met de burgemeesters
inspannen om door middel van confronteren en handhaven de uitwassen van het salafisme
en het jihadisme tegen te gaan.
Vraag 4
Klopt het dat er een afspraak is gemaakt dat enkel agenten met een Marokkaanse achtergrond
naar binnen mogen gaan in deze moskee? Zo ja, hoe oordeelt u over deze afspraak? Zijn
er in Nederland meer van dit soort «no-go moskeeën»?
Antwoord 4
Nee, dat klopt niet. Politie Amsterdam heeft een dergelijke afspraak niet gemaakt.
Vraag 5
Deelt u de mening dat de politie altijd toegang moet hebben tot een moskee als er
aanwijzingen zijn voor strafbare gedragingen en radicalisering? Zo ja, hoe waarborgt
u dat de politie ook daadwerkelijk toegang heeft tot dit soort moskeeën? Zo nee, waarom
niet?
Antwoord 5
Het recht om godsdienst vrij te belijden wordt gegarandeerd in art. 6 van de Grondwet.
Tegen die achtergrond is de aanwezigheid van politie binnen een gebedshuis onwenselijk.
Er kunnen zich echter situaties voordoen waarin de aanwezigheid van politie in een
gebedshuis (bijvoorbeeld tijdens een lezing) omwille van het handhaven van de openbare
orde of het kunnen constateren van strafbare feiten toch gewenst is. Het verdient
in zulke gevallen sterk de aanbeveling om in overleg met het bestuur van een gebedshuis
overeenstemming te bereiken over de aanwezigheid van de politie.
Indien het bestuur hier geen toestemming voor geeft, zijn de mogelijkheden van de
politie beperkt door de Grondwet, zeker tijdens een religieuze dienst. In artikel
6 lid 1 Grondwet wordt bepaald dat iedereen vrij is zijn godsdienst te belijden, «behoudens
ieders verantwoordelijkheid voor de wet». Uit deze formulering volgt dat alleen bij
formele wet, door middel van een precies omschreven bevoegdheid, de belijdenisvrijheid
kan worden beperkt. De politie mag tijdens een religieuze dienst alleen een moskee
binnentreden bij ontdekking op heterdaad (artikel 12 sub b Algemene wet op het binnentreden).
Vraag 6
Deelt u de mening dat afspraken over het wel of niet toelaten van agenten op basis
van hun afkomst een discriminatoire onwenselijke situatie is? Zo ja, hoe zorgt u dat
deze afspraken van tafel gaan? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 6
Dit is niet aan de orde (zie het antwoord op vraag 4). In zijn algemeenheid kan gesteld
worden dat de politie zelf gaat over wie zij voor bepaalde werkzaamheden afvaardigt.
Vraag 7
Hoeveel concrete verbanden met ronselaars, Syriëgangers en extremistische sprekers
moeten er zijn voordat u overgaat tot acties tegen deze moskee, rekening houdende
met het feit dat deze moskee al meerdere uitgebreide waarschuwingen heeft gehad?
Antwoord 7
Indien er door moskeebezoekers strafbare feiten, zoals bijvoorbeeld het ronselen voor
de gewapende strijd of het financieren van terrorisme worden gepleegd, dan treden
politie en OM daartegen op. De gemeente Amsterdam rapporteert – indien dat aan de
orde en mogelijk is – aan de Amsterdamse gemeenteraad over al dan niet ingezette acties
in het lokale domein.
Vraag 8
Hoeveel paspoorten van (mogelijke) uitreizigers heeft u ingetrokken om te voorkomen
dat geradicaliseerde uitreizigers kunnen terugkeren naar Nederland en overgaan tot
terroristische acties?
Antwoord 8
Van zeven in het buitenland verblijvende uitreizigers heb ik op grond artikel 14 lid
4 van de Rijkswet op het Nederlanderschap het Nederlanderschap ingetrokken. Zij zijn
tevens ongewenst verklaard en kunnen in principe niet terugkeren naar Nederland.
Daarnaast zijn vanaf 2013 tot heden van 307 (potentiële) uitreizigers de paspoortgegevens
opgenomen in het Register Paspoortsignaleringen, op grond van art. 23 van de Paspoortwet.
Deze paspoorten kunnen zo op het moment dat ze worden aangetroffen worden ingenomen
en vervallen verklaard. Dit om uitreizen en eventuele ongeziene terugkeer te bemoeilijken.
Deze personen houden wel de Nederlandse nationaliteit en daarmee het recht om terug
te keren naar Nederland.
Vraag 9
Is u bekend hoe de moskee gefinancierd wordt en of en hoe de financieringsbronnen
invloed uitoefenen op het handelen van en in de moskee? Is deze informatie met de
gemeente gedeeld?
Antwoord 9
Mij is geen recente informatie bekend over de financiering van deze moskee.
Vraag 10
Hoe is het beleid van de gemeente Amsterdam tot nu toe geweest ten aanzien van moskeeën
die radicalisering faciliteren en hoe past dit in het regeringsbeleid voor het voorkomen
van radicalisering?
Antwoord 10
De gemeente Amsterdam geeft haar beleid voor het voorkomen van radicalisering vorm
in de lokale aanpak van radicalisering en terrorisme. Deze aanpak is in lijn met de
uitgangspunten die het kabinet hanteert als het gaat om de preventieve en persoonsgerichte
aanpak van radicalisering. Dit was ook een van de bevindingen van de Quickscan Amsterdamse
aanpak radicalisering en terrorisme, uitgevoerd door Universiteit Leiden en Universiteit
Utrecht.
Amsterdam is een van de gemeenten die gebruik maken van de versterkingsgelden vanuit
het Rijk voor deze aanpak, en de activiteiten die Amsterdam daarin ontplooit zijn
door de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid beoordeeld als passend
binnen het bestedingskader van deze versterkingsgelden.
Vraag 11
Bent u bereid samen met de burgemeester van Amsterdam afspraken te maken over de aanpak
van deze moskee om deze situatie van schijnbare wetteloosheid te voorkomen, en de
Kamer hierover vóór het kerstreces te informeren?
Antwoord 11
Ik heb goed contact met de burgemeester van Amsterdam, ook over de aanpak van radicalisering.
De burgemeester is samen met politie en het Openbaar Ministerie verantwoordelijk voor
het handhaven van de openbare orde en het opsporen en vervolgen van eventuele strafbare
feiten. Mochten er vanuit die verantwoordelijkheid beslissingen worden genomen in
relatie tot de El Tawheed Moskee, dan zal de burgemeester daarover de Amsterdamse
gemeenteraad informeren.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid -
Mede namens
W. Koolmees, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.