Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Dam over het bericht 'Seksofficier werkt nu bij advocatenkantoor'
Vragen van het lid Van Dam (CDA) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over het bericht «Seksofficier werkt nu bij advocatenkantoor» (ingezonden 17 oktober 2018).
Antwoord van Minister Grapperhaus (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 6 november 2018).
Vraag 1
Kent u het artikel «Seksofficier werkt nu bij advocatenkantoor»?1 Kent u daarnaast het artikel «Aderlating voor OM: aanklager zware criminaliteit vertrekt»?2
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Klopt het dat de officier van justitie, die verdacht wordt van een zedenmisdrijf,
nu werkzaam is bij binnen de advocatuur en werkt bij een kantoor dat gespecialiseerd
is in fraudezaken? Klopt het dat hij bij het openbaar ministerie (OM) werkzaam is
geweest in de top van het Functioneel Parket en in die hoedanigheid nauw betrokken
is geweest bij een groot aantal (al dan niet in hoger beroep) lopende fraudezaken?
Antwoord 2
Uit het genoemde krantenartikel maak ik op dat de desbetreffende voormalige officier
van justitie momenteel als juridisch adviseur werkzaam is bij een advocatenkantoor.
Op diens website geeft dit kantoor aan zich te richten op onder meer fiscale en white
collar strafzaken, waaronder met name corruptie en omkoping. Het klopt dat de desbetreffende
voormalig officier als plaatsvervangend hoofdofficier van het Functioneel Parket betrokken
is geweest bij een groot aantal fraudezaken.
Vraag 3
Kunt u aangeven of u het wenselijk vindt dat een officier van justitie met deze OM-achtergrond
«zo maar» kan overstappen naar een advocatenkantoor waar hetzelfde type zaken gedaan
worden?
Antwoord 3
Voor dergelijke overstappen naar een samenhangende werkkring geldt dat de grootste
zorg moet worden besteed aan het voorkomen dat privacygevoelige informatie en andere
gevoelige overheidsinformatie in handen van derden komt. De eed, die door officieren
van justitie wordt afgelegd op grond van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren,
verplicht tot geheimhouding van de gegevens waarover officieren van justitie bij de
uitoefening van hun ambt de beschikking krijgen en waarvan zij het vertrouwelijke
karakter kennen of redelijkerwijs moeten vermoeden. Deze geheimhoudingsplicht geldt
altijd, dus ook na het vertrek bij het OM. Schending van die geheimhoudingsplicht
is strafbaar gesteld in artikel 272 van het Wetboek van Strafrecht.
Vraag 4
Klopt het dat de officier van justitie, die werkzaam was bij het Limburgse parket,
daar werkzaam was in de hoedanigheid van ZwaCri- dan wel TCI-officier van justitie?
Klopt het dat hij in die hoedanigheid veel kennis had van vertrouwelijke informatie
in concrete, zware strafzaken? Klopt het dat deze officier van justitie is overgestapt
naar een Limburgs advocatenkantoor (gevestigd nabij het parket in Maastricht) dat
gespecialiseerd is het strafrecht?
Antwoord 4
Dit klopt. De desbetreffende voormalig officier van justitie is eerst werkzaam geweest
als ZwaCri-officier en later als TCI-officier en beschikte uit dien hoofde over vertrouwelijke
informatie. Daarna is hij in dienst getreden bij een advocatenkantoor in Limburg.
Vraag 5
Kunt u aangeven of u het wenselijk vindt dat een officier van justitie met deze OM-achtergrond
«zo maar» kan overstappen naar een advocatenkantoor binnen hetzelfde arrondissement
waar hij zich gaat bezighouden met strafrecht?
Antwoord 5
In reactie op deze vraag verwijs ik u naar het antwoord op de vragen 3 en 7.
Vraag 6
Kunt u aangeven of er wet- of regelgeving is, bijvoorbeeld een concurrentiebeding,
die een dergelijke overstap in de weg staat? Hoelang geldt de geheimhoudingsplicht
van (voormalig) officieren van justitie? Welke informatie is onderdeel van de geheimhoudingsplicht
van officieren van justitie? Geldt voor alle soorten van informatie dezelfde termijn
voor geheimhouding? Is er sprake van controle op het naleven van de geheimhoudingsplicht
voor voormalig officieren van justitie? Hebben beide parketten (FP en Limburg) maatregelen
moeten nemen om informatie dan wel bij strafzaken betrokken personen te beschermen?
Antwoord 6
Er geldt geen concurrentiebeding voor officieren van justitie. Officieren van justitie
moeten zich terdege bewust zijn van hun geheimhoudingsplicht, ook indien zij van werkgever
veranderen. Deze geheimhoudingsplicht is niet beperkt in tijd of tot bepaalde soorten
informatie, maar betreft alle informatie waarvan het vertrouwelijk karakter wordt
gekend of redelijkerwijs moet worden vermoed. Het schenden van de geheimhoudingsplicht
levert op grond van artikel 272 van het Wetboek van strafrecht een strafbaar feit
op. Voor het nemen van maatregelen om informatie dan wel bij strafzaken betrokken
personen te beschermen is gelet hierop geen aanleiding.
Vraag 7
Ziet u aanleiding de wet- of regelgeving dan wel het personeelsbeleid ten aanzien
van officieren van justitie dan wel andere medewerkers van het OM aan te passen?
Antwoord 7
Nee, ik zie daartoe geen aanleiding. Bovendien zou aanpassing van de regelgeving het
voeren van een loopbaanbeleid negatief kunnen beïnvloeden en zou het leden en medewerkers
van het OM beperken in hun mogelijkheden tot het kiezen van een andere werkkring.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.