Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Remco Dijkstra over het bericht ‘Files en ongelukken op A50: 'Het is hard nodig dat stuk tussen Oss en Nijmegen wordt aangepakt'’
Vragen van het lid RemcoDijkstra (VVD) aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat over het bericht «Files en ongelukken op A50: «Het is hard nodig dat stuk tussen Oss en Nijmegen wordt aangepakt»» (ingezonden 9 oktober 2018).
Antwoord van Minister Van Nieuwenhuizen Wijbenga (Infrastructuur en Waterstaat) (ontvangen
30 oktober 2018).
Vraag 1
Kent u artikel «Files en ongelukken op A50: «Het is hard nodig dat stuk tussen Oss
en Nijmegen wordt aangepakt»»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Op welke plek staat de A50 in de hoog- en laagscenario’s van de Nationale Markt- en
Capaciteitsanalyse (NMCA)? Kent de NMCA beperkingen? Zo ja, welke? Moet de NMCA-lijst
niet worden uitgebreid met een aantal wegen?
Antwoord 2
De NMCA is één van de bouwstenen voor het signaleren van landelijke en regionale bereikbaarheidsopgaven.
De NMCA is een verkeer- en vervoeranalyse waar alle rijkswegen in worden betrokken.
Veiligheid, leefbaarheid en duurzaamheid maken geen onderdeel uit van de NMCA.
In de NMCA staat de A50 zowel bij een Laag als Hoog scenario met verschillende deeltrajecten
genoemd. In het scenario Laag 2030 staat het traject A50 Oss Oost – Bankhoef als hoogst
genoteerd op plaats 14 en in het scenario Hoog 2030 staat dit traject het hoogst genoteerd
op plaats 11. In het scenario Laag 2040 staat het traject A50 Oss Oost – Ewijk het
hoogst genoteerd op plaats 11 en in het scenario Hoog 2040 staat dit traject genoteerd
op plaats 13.
Vraag 3 en 9
Is het correct dat u eerder publiekelijk hebt gezegd dat de weg zeker uw aandacht
heeft, maar dat het beschikbare geld onvoldoende is om ook de A50 aan te pakken? Hoeveel
geld zou nodig zijn om de ergste problematiek wel op te lossen? Kunt u hierbij aangeven
wat nodig is voor een totale oplossing? Welke mogelijkheden ziet u om op korte termijn
verlichting te geven aan de fileproblematiek op de A50 tussen Nijmegen en Oss en andersom?
Als goede doorstroming van belang is, waarom is er dan onvoldoende wegenbudget beschikbaar?
Is dat de reden dat de A50 nog niet in de MIRT-verkenningen zit? Wanneer voert u bestuurlijke
overleggen met de regio? En kunt u deze vragen voor het notaoverleg MIRT op 29 november
beantwoorden?
Antwoord 3 en 9
In reactie op een publicatie van het Economisch Bureau van ING naar de omvang van
investeringen in het verkeer heb ik genoemd dat ik graag meer zou willen investeren
indien die mogelijkheid zich voor zou doen. Hierbij heb ik de A50 tussen Nijmegen
en Oss als voorbeeld genoemd.
Die mogelijkheid doet zich niet voor en dat betekent dat er geprioriteerd moet worden.
Zoals eerder genoemd (Kamerstuk 34 775 A, nr. 56) weeg ik nieuwe investeringen op basis van de volgende criteria: is het een prioriteit
uit het Regeerakkoord (1), gaat het om potentiele opgaven uit de NMCA (2) en is de
regio bereid tot cofinanciering (3). Voor de A50 geldt dat deze niet in het Regeerakkoord
voorkomt en evenmin in de top 10 van de NMCA staat, waardoor de prioriteit om te investeren
bij andere trajecten/projecten ligt.
Desondanks ben ik wel bereid om samen met de regio te kijken naar de oorzaken en mogelijke
oplossingen voor verkeershinder op de A50. Hiervoor is het nodig eerst uitgebreider
onderzoek te doen. Met de regio ben ik in overleg over het starten van een dergelijk
onderzoek. Bij het BO MIRT van 21 november 2018 komt dit aan de orde.
Vraag 4
Is het aandeel van 19% op het totaal van het vrachtverkeer, waarover in het artikel
gesproken wordt, relatief veel? Hoe staat dit in verhouding tot erkende goederencorridors,
zoals de A15 Gorinchem–Valburg of de A67 Eindhoven–Venlo? Zit de A50 in het MIRT-programma
goederencorridor? Zo nee, waarom niet? Wat zijn de criteria om in de MIRT-goederencorridor
te vallen? Welke andere wegen met soortgelijke problemen op logistiek belangrijke
routes zoals de A50 vallen er niet binnen?
Antwoord 4
Het gaat hier om een aandeel van 19% vrachtverkeer op het totaal aantal voertuigen
dat passeert. Dit zijn 18.000 vrachtwagens per etmaal op de brug bij Ravenstein op
de A50. Op de A15 bij Rotterdam is dit ca. 22.000; bij Sliedrecht ca. 17.500; bij
Tiel ca. 14.000 en op de A67 bij Eindhoven ca. 36.000.
In het MIRT onderzoek goederenvervoercorridors zijn de twee belangrijkste transportcorridors
van Nederland geselecteerd, corridor Oost en Zuidoost, gebaseerd op vervoerd volume.
De A50 maakt geen onderdeel uit van deze oost-west verbinding. Binnen de Goederencorridor
Oost wordt de A15 meegenomen, binnen Goederencorridor Zuidoost worden de A16/A58/A67
meegenomen. De overige hoofdwegen worden conform MIRT systematiek beoordeeld.
Vraag 5
Hoeveel kosten de files op de A50 tussen Oss en Nijmegen? Kunnen deze kosten inzichtelijk
gemaakt worden? Wat betekent dit voor de concurrentiepositie voor transporteurs die
deze weg gebruiken?
Antwoord 5
Aan een NMCA notering zijn economische verlieskosten per jaar op basis van een gemiddelde
werkdag gekoppeld. In het NMCA scenario Laag 2030 zijn voor het traject A50 Oss Oost
– Bankhoef de economische verlieskosten 8,1 miljoen euro, in het NMCA scenario Hoog
bedragen deze op dit traject 15,2 miljoen euro. In het NMCA scenario Laag 2040 zijn
voor het traject A50 Oss Oost – Ewijk de economische verlieskosten 10,9 miljoen euro
en in het scenario Hoog 2040 bedragen deze 26,6 miljoen euro. Alle transporteurs die
deze verbinding gebruiken kunnen te maken hebben met verlieskosten. Voor transporteurs
op dit traject is derhalve geen onderscheid te maken in de onderlinge concurrentiepositie.
Vraag 6 en 8
Hoe verhouden de 100.000 mensen die dagelijks passeren over de brug bij Ravenstein
zich tot de bruggen in de omgeving? Is dit aantal relatief veel? Is de brug daarbij
een bottleneck waardoor de ergste files ontstaan, of ligt de oorzaak elders? Wat valt
te doen aan de oorzaak van de files of de knooppunten op de A50 tussen Oss en Nijmegen?
Indien financiële middelen ontbreken, hoe kunt u samen met belanghebbenden zoals gemeenten,
werkgeversorganisaties, transporteurs/verladers en de provincies Brabant en Gelderland
optrekken om toch maatregelen te nemen? Is eventuele voorfinanciering door de provincies
denkbaar om vaart te maken met de aanpak van de A50 tussen Oss en Nijmegen? Wordt
hierover nagedacht?
Antwoord 6 en 8
Op de brug bij Ravestein passeren per etmaal 100.000 voertuigen. De dichtstbijzijnde
bruggen over de Maas in het Rijkswegennet zijn de brug in de A2 ten noorden van ’s-Hertogenbosch
(2x3 rijstroken en ruim 140.000 voertuigen per etmaal) en de brug in de A73 bij Cuijk
ten zuiden van Nijmegen (2x2 rijstroken en ruim 60.000 voertuigen per etmaal). Er
is nog een brug over de Maas in de provinciale weg N 324 bij Grave (2x1 rijstroken
met ca. 25.000 voertuigen per etmaal).
In de NMCA komen verschillende deeltrajecten naar voren. De brug is daarmee niet noodzakelijk
een bottleneck. Zoals in antwoord 3 en 9 genoemd, komt in het BO MIRT van 21 november
2018 een met de regio te starten onderzoek aan de orde naar de oorzaken en mogelijke
oplossingen voor verkeershinder op de A50.
Vraag 7
Herkent u de cijfers van het aantal ongevallen sinds 2010? Zijn 1.000 ongevallen veel?
Zijn ongevallen de voornaamste oorzaak van vertraging of is dat capaciteitsgebrek?
Welke oorzaken van de files op de A50 tussen Oss en Nijmegen zijn u nu bekend?
Antwoord 7
Voor de monitoring van het aantal ongevallen op het hoofdwegennet maak ik gebruik
van BRON. De risicocijfers op het wegvak Paalgraven-Bankhoef liggen boven het landelijk
gemiddelde voor vergelijkbare autosnelwegen.
Files kunnen worden veroorzaakt door onder meer capaciteitsgebrek, weersomstandigheden,
evenementen of incidenten op de weg. Nader onderzoek is nodig om de oorzaken specifiek
voor dit traject in beeld te brengen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.