Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Baudet over de inkoop van materieel
Vragen van het lid Baudet (FvD) aan de Staatssecretaris van Defensie over de inkoop van materieel (ingezonden 26 september 2018).
Antwoord van Staatssecretaris Visser (Defensie) (ontvangen 29 oktober 2018).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het bericht «Militair moet zelf jas kopen» in de Telegraaf
van 25 september 2018?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2, 16 en 18
Hoe is het mogelijk dat het onderdeel KPU (Kleding en Persoonsgebonden Uitrustingsbedrijf)
van het Ministerie van Defensie in een jaar tijd niet eens in staat is voldoende winterjassen
aan te schaffen?
Wat bent u van plan te gaan ondernemen om de huidige situatie met de winterjassen
voor de oefening in Noorwegen op te lossen?
Als u de inkoop van winterjassen niet voor 1 november 2018 weet af te ronden, deelt
u dan de opvatting dat het beter is dat u uw functie overdraagt aan een professional
die wel in staat is orde op zaken te stellen op het departement?
Antwoord 2, 16 en 18
De onderjassen uit het koudweer pakket, die een aanvulling vormen bij de standaard
militaire buitenjassen, zijn inmiddels geleverd en worden verstrekt aan de eenheden
die deelnemen aan Trident Juncture. Ik verwijs verder naar mijn brief van 8 oktober
jl., Kamerstuk 27 830, nr. 268.
Vraag 3
Hoe houdt u toezicht op de materieelinkopen bij Defensie?
Antwoord 3
Defensie houdt intern toezicht op de verwerving door de voortgang van de projecten
bij te houden, hierover intern te rapporteren en regelmatig projectbesprekingen te
houden. Daarnaast houdt de afdeling Toezicht Defensie Leveranciers (TDL) toezicht
bij leveranciers om kwaliteit te kunnen garanderen. De Defensie Materieel Organisatie
is hiervoor verantwoordelijk.
Vraag 4
Wie is de hoofdverantwoordelijke functionaris binnen Defensie voor de inkoop van materieel?
Wordt hij of zij verantwoordelijk gehouden voor het niet halen van targets, deadlines
of het falen in het naleven van zijn of haar verplichtingen?
Antwoord 4
De verwerving van het grootste deel van het materieel voor Defensie wordt uitgevoerd
door de Defensie Materieel Organisatie (DMO). De directeur van de DMO rapporteert
aan de Secretaris-Generaal van Defensie. Daarnaast zijn de krijgsmachtdelen en de
Defensiestaf verantwoordelijk voor het tijdig stellen van de juiste behoefte. De krijgsmachtdelen
rapporteren aan de Commandant der Strijdkrachten.
Vraag 5
Hoe vaak komt het voor dat het KPU van Defensie de inkoop van materieel niet op tijd
rond krijgt voorafgaande aan een missie of oefening? Kunt u een overzicht geven van
de geleverde materialen bij alle missies van de afgelopen vijf jaar?
Antwoord 5
In het algemeen voorziet het KPU-bedrijf de militairen tijdig van hun kleding en uitrusting.
In die gevallen dat niet tijdig een nieuw contract kan worden afgesloten terwijl het
oude contract is verlopen, of een leverancier bij levering niet aan de kwaliteitseisen
voldoet kan vertraging optreden. In die gevallen wordt eerst bekeken of een alternatief
artikel met equivalente functie kan worden verstrekt. In die gevallen waar dat niet
kan wordt een maatwerkoplossing op basis van zelfstandige aanschaf toegepast. Het
is niet bekend hoe vaak dit precies gebeurt omdat dit niet wordt geregistreerd.
Vraag 6 en 7
Hoe vaak komt het voor dat militairen zelf materieel moeten kopen?
Kunt u een overzicht geven van alle materieel dat militairen in eerste instantie zelf
moeten voorschieten?
Antwoord 6 en 7
Het assortiment van het Defensie Kleding en Persoonsgebonden Uitrusting bedrijf voorziet,
om de functionaliteit en de veiligheid van de militair te waarborgen, in eerste instantie
in alle kleding en uitrusting van de militair.
Er zijn uitzonderlijke situaties waarin de militair zelf persoonsgebonden uitrusting
aanschaft. Dit kan zijn in het geval van maatwerk, waarbij het gaat om specifieke
maatvoering en het efficiënter is om deze op individuele basis aan te schaffen, of
voor specifieke oefeningen waarbij de standaard uitrusting ontoereikend is, en in
het geval dat artikelen niet in voldoende mate op voorraad zijn.
In deze gevallen wordt aan de militair een Zelfstandige Aanschaf brief (ZA-brief)
verstrekt met toestemming om het artikel zelf aan te kopen. In deze brief wordt de
militair geadviseerd welke producten voldoen aan de veiligheidseisen. De militair
kan ervoor kiezen om het benodigde geld zelf voor te schieten en achteraf te declareren,
of ervoor kiezen om een voorschot aan te vragen. In het geval van Trident Juncture
was het niet de bedoeling en niet nodig dat militairen het bedrag moesten voorschieten.
Vraag 8
Komt het voor dat militairen zelf materieel moeten aanschaffen zonder dat zij dit
kunnen declareren? Zo ja, kunt u hier een overzicht van sturen?
Antwoord 8
Nee, voor persoonsgebonden uitrusting die zelfstandig moet worden aangeschaft wordt
toestemming verleend. De militair kan ervoor kiezen om het benodigde geld zelf voor
te schieten en achteraf te declareren, of ervoor kiezen om een voorschot aan te vragen.
In het geval van Trident Juncture was het niet de bedoeling en niet nodig dat militairen
het bedrag moesten voorschieten. Het kan overigens altijd voorkomen dat een militair
er voor kiest om zelf aanvullende uitrusting aan te schaffen hoewel Defensie hem of
haar van uitrusting heeft voorzien. In dat geval zijn er geen voorschot- of declaratiemogelijkheden.
Vraag 9
Wat is het huidige jaarbudget van het Kleding en Persoonsgebonden Uitrustingsbedrijf
(KPU)?
Antwoord 9
Voor de instandhouding van de meer dan 3.000 verschillende artikelen bij het KPU-bedrijf
is dit jaar een budget beschikbaar van 43 miljoen euro.
Vraag 10
Hoeveel geld heeft het KPU nodig om militairen van fatsoenlijk materieel te voorzien?
Antwoord 10
De hoogte van voorraden kleding en uitrusting is vastgelegd in normen. De normen voor
inzet (BKI) zijn vastgesteld, voor gereedstelling (verbruiksnormen) moet een deel
van de normen nog worden ontwikkeld. Daarnaast is recent gemeld (Kamerstuk 27 830, nr. 268) dat Defensie de normen opnieuw gaat bezien in het licht van het toenemend belang
van de eerste hoofdtaak (bondgenootschappelijke verdediging).
De voorraden worden op niveau gehouden via de exploitatiebegroting. Daarnaast wordt
nieuwe kleding en uitrusting door DMO verworven om het assortiment aan te passen aan
de behoefte. De krijgsmachtdelen of de Defensiestaf stellen hiervoor de behoefte.
Hierover wordt de Kamer geïnformeerd via de brieven conform het Defensie Materieelproces,
de begroting, het jaarverslag en het materieelprojectenoverzicht.
Vraag 11
Kunt u een overzicht geven van de tekorten bij Defensie met betrekking tot materieel
over de afgelopen 30 jaar?
Antwoord 11
In de afgelopen 30 jaar is bezuinigd op de Defensie uitgaven. Dit heeft in het materieel
domein geleid tot een verminderde inzetbaarheid van systemen. U bent hierover geïnformeerd
via de begroting en het jaarverslag. Daarnaast heeft u in de inzetbaarheidsrapportages
kunnen vernemen welke problemen van materiele aard er de afgelopen jaren hebben gespeeld.
In de Defensienota zijn plannen uiteengezet om de krijgsmacht te moderniseren. Deze
plannen zijn leidend voor de samenstelling en de toerusting van de krijgsmacht, die
beter is uitgerust om huidige en toekomstige dreigingen het hoofd te bieden.
Vraag 12
Kunt u een overzicht verschaffen van nu lopende aankooptrajecten van materieel en
hun deadlines en deze de Kamer doen toekomen (eventueel vertrouwelijk)?
Antwoord 12
Over lopende en geplande materieelprojecten is de Kamer steeds geïnformeerd middels
de Defensienota (Kamerstuk 34 919, nr. 1), de Defensiebegroting en het Materieelprojectenoverzicht.
Vraag 13 en 14
Hoe is nu de situatie bij Defensie met betrekking tot ander materieel waar de leden
van FVD-fractie op 3 oktober 2017 aandacht voor vroegen? In hoeverre krijgen militairen
nu adequate schoenen en vesten? In hoeverre kopen ze die nog zelf?
Kunt een overzicht sturen van alle materieel dat doorgaans zelf wordt aangeschaft
door militairen, omdat het geleverde materieel niet voldoet aan hun eisen?
Antwoord 13 en 14
Defensie is verantwoordelijk voor het voorzien in voldoende en juiste uitrusting voor
het personeel.
Vanuit de bestaande voorraad en de lopende contracten worden militairen voorzien van
adequate schoenen en vesten. Daarvoor wordt al een draagproef uitgevoerd. Vanaf het
voorjaar van 2019 worden nieuwe schoenen geleverd en verstrekt aan het militaire personeel.
De projecten Vervanging gevechtsuitrusting en Verbetering Operationeel Soldaat Systeem (VOSS) voorzien in nieuwe vesten voor gevechtseenheden en overige eenheden, zoals
is gemeld in het Materieelprojectenoverzicht 2018 (Kamerstuk 27 830, nr. 259). Daarnaast wordt met het project Defensie Operationeel Kleding Systeem(DOKS) de volledige krijgsmacht uitgerust met kwantitatief voldoende en kwalitatief
hoogwaardige nieuwe gevechtskleding die voldoet aan alle eisen ten aanzien van functionaliteit,
bescherming, pasvorm, comfort en uitstraling. Hierover bent u recent geïnformeerd
(Kamerstuk 27 830, nr. 260).
Daarnaast komt het voor dat militairen zelf extra spullen aanschaffen die in hun ogen
nog beter, handiger of professioneler zijn, dan de uitrusting die Defensie verstrekt.
Een overzicht daarvan is niet beschikbaar omdat het een eigen keuze van de militair
betreft.
Het assortiment kleding en uitrusting van Defensie wordt regelmatig herzien en verbeterd
als gevolg van ontwikkelingen in technologie en op basis van de behoefte van de militairen.
Defensie onderzoekt het introduceren van keuzevrijheid in het kleding- en uitrustingsassortiment.
Bijvoorbeeld de gevechtslaarzen zouden hiervoor in de toekomst in aanmerking kunnen
komen.
Vraag 15
Kunt u een overzicht sturen van al het materieel dat een militair meekrijgt (eventueel
vertrouwelijk)? Kunt u dit uitsplitsen op lopende missies en aanstaande oefeningen?
Antwoord 15
Defensie kent een grote verscheidenheid aan kleding- en uitrustingspakketten. Dit
betreft ongeveer 1.000 pakketten. Iedere militair heeft de beschikking over een basispakket.
Daarnaast worden pakketten verstrekt voor specifieke functies, taken en omstandigheden.
Ten slotte zijn er daarbovenop nog ongeveer 700 individuele pakketten voor specifiek
maatwerk. Ter illustratie is een overzicht van het basispakket als (vertrouwelijke)
bijlage 7 bij deze brief gevoegd2.
De verantwoordelijkheid voor verwerving en instandhouding voor deze pakketten ligt
bij de DMO, de verantwoordelijkheid voor de behoeftestelling (voor oefeningen en inzet)
ligt bij de krijgsmachtdelen en de Defensiestaf.
Vraag 17
Gaat u maatregelen nemen om vergelijkbare situaties in de toekomst te voorkomen? Zo
nee, waarom niet? Zo ja, wat en op welke termijn?
Antwoord 17
Zie hiervoor de kamerbrief inzake «Antwoord op kamervragen over kleding en uitrusting»
d.d. 26 oktober 2018 (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2018–2019, nr. 420) en mijn eerder verzonden kamerbrief over de versterking van de voorraden (Kamerstuk
27 830, nr. 268).
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
B. Visser, staatssecretaris van Defensie
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.