Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Lodders over twee zwaargewonden kinderen na val onveilig speeltoestel
Vragen van het lid Lodders (VVD) aan de Ministers van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en voor Medische Zorg over twee zwaargewonden kinderen na val onveilig speeltoestel (ingezonden 21 september 2018).
Antwoord van Minister Bruins (Medische Zorg) (ontvangen 24 oktober 2018).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Honderden levensgevaarlijke springkussens in omloop»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Hoeveel van deze levensgevaarlijke multiplay-kussens zijn er in Nederland in gebruik?
Antwoord 2
Het is niet bekend hoeveel Multiplay speeltoestellen er in Nederland in gebruik zijn.
Deze speeltoestellen komen voor in enkele tientallen varianten en worden door diverse
importeurs in Nederland op de markt gebracht.
Vraag 3
Hoeveel klachten heeft de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) over de multiplay-kussens
binnengekregen? Wat is er vervolgens met die klachten gedaan?
Antwoord 3
Tot 21 september 2018 zijn er bij de NVWA 14 meldingen binnengekomen over Multiplay
speeltoestellen. In 4 gevallen heeft er een inspectie plaatsgevonden en 7 gevallen
zijn nog in behandeling. 3 meldingen hebben niet tot een inspectie geleid.
Vraag 4
Klopt het dat de NVWA van alle ongelukken met de speelkussens op de hoogte was, maar
niet heeft ingegrepen? Wat is hierop uw reactie?
Antwoord 4
De NVWA is op de hoogte van ongevallen met speelkussens die bij haar worden gemeld.
Na een melding van een ongeval wordt altijd een inspectie uitgevoerd en het ongeval
onderzocht.
Vraag 5, 6 en 7
Waarom heeft de NVWA al deze multiplay-kussens niet uit de omloop gehaald, terwijl
al duidelijk was dat deze springkussens levensgevaarlijk zijn voor kinderen, zeker
na de twee verschrikkelijke ongelukken in de zomer van 2018?
Waarom heeft de NVWA inmiddels niet alsnog besloten om alle multiplay-kussens dan
wel andere gevaarlijke speelkussens uit omloop te halen, zeker na de vernietigende
uitspraken van hoogleraren en een keurmeester?
Klopt het dat ook bij deze speeltoestellen is gesjoemeld met de certificaten en logboeken?
Kunt u inzichtelijk maken of bij alle speeltoestellen de correcte certificaten en
logboeken aanwezig zijn? Waarom heeft de NVWA bij de keuring van de speeltoestellen
niet opgemerkt dat de juiste certificaten niet aanwezig waren?
Antwoord 5, 6 en 7
Bij een speeltoestel dient een certificaat van goedkeuring aanwezig te zijn. Dat is
de verantwoordelijkheid van de beheerder van het speeltoestel. De NVWA controleert
of het certificaat aanwezig en correct is. Ook wordt de staat van onderhoud en beheer
getoetst aan de hand van een actueel dossier (voorheen een logboek) dat door de beheerder
moet worden aangereikt.
Voor speeltoestellen geldt dat elk type toestel een keuring moet ondergaan voordat
het op de Nederlandse markt komt. De NVWA keurt zelf geen speeltoestellen. Deze keuring
mag alleen worden verricht door een van de vier door mijn ministerie aangewezen keuringsinstellingen
(AKI). Er bestaan twee typen certificaten. Een certificaat van een uniek speeltoestel
en een typecertificaat. Een typecertificaat is van toepassing op speeltoestellen waarvan
een reeks gelijksoortige wordt gemaakt. Op het certificaat is vermeld wat toegestane
variatie is om nog gebruik te kunnen maken van het typecertificaat.
De NVWA houdt toezicht op het functioneren van AKI’s en adviseert mij over het aanwijzen,
opschorten of intrekken van de aanwijzing van AKI's.
Om tot terugroeping door de fabrikant/importeur over te gaan dient eerst te worden
vastgesteld of een ernstige overtreding is gemaakt met het speeltoestel of dat er
een ernstig risico is bij gebruik. Dan wel dat een goedkeuring door een AKI ontbreekt
of dat uit nader onderzoek door een AKI blijkt dat een toestel onterecht is goedgekeurd.
De NVWA kan dan door middel van het opleggen van een Beschikking een toestel buiten
gebruik stellen. De buitengebruik stelling geeft tijd en ruimte voor nader onderzoek.
Indien vervolgens uit feiten en omstandigheden blijkt dat er inderdaad gerede twijfel
bestaat over bijvoorbeeld de juistheid van de uitgevoerde keuring is er reden voor
terugroepen.
Naar aanleiding van de berichtgeving door RTL Nieuws heeft de NVWA aanvullend onderzoek
verricht. De uitkomst van dit onderzoek is dat de NVWA op 3 oktober 2018 bekend heeft
gemaakt dat een van de typen van het speeltoestel, de zogenoemde Multiplay Piraat,
buiten gebruik gesteld is vanwege het ontbreken van een geldig certificaat van goedkeuring.
Van dit type speeltoestel is in Nederland een klein aantal in gebruik. Daarnaast is
uit het onderzoek gebleken dat bij de locatie Aardbeienhof een luchtkussen was geleverd
zonder een geldig certificaat van goedkeuring. Tijdens de inspectie heeft de ondernemer
een certificaat van een stukskeuring getoond en daarbij aangegeven dat het een typecertificaat
was. Het certificaat bleek echter niet bij het speeltoestel te horen. Dat heeft de
NVWA tijdens de inspectie niet gesignaleerd. Deze omissie is later hersteld.
In Nederland staan naar schatting 270.000 speeltoestellen op 50.000 binnen- en buitenspeelplaatsen
(Bron: De Staat van Productveiligheid 2016). Sindsdien is dit aantal verder gegroeid,
vooral voor de verhuur. Volgens een ruwe schatting zijn er 19.000 beheerders. De NVWA
controleert steekproefsgewijs op het aanwezig zijn van keuringscertificaten, de wijze
van opstellen, de onderhoudsverplichting, technische tekortkomingen die visueel waarneembaar
zijn, en de invulling van het toezicht tijdens het gebruik van de speeltoestellen.
De NVWA heeft geen informatie waarbij inzichtelijk gemaakt kan worden of bij alle
speeltoestellen de correcte certificaten en logboeken aanwezig zijn. Door jaarlijks
inspecties uit te voeren wordt hiernaar gekeken. Dit jaar hebben tot nu toe inspecties
plaatsgevonden bij 75 bedrijven (peildatum 8 oktober2018). De NVWA komt dus maar bij
een zeer beperkt aantal locaties ter plaatse.
Vraag 8
Wat gaat u doen om de veiligheid van kinderen op speeltoestellen te waarborgen en
de kans op ernstige ongelukken te minimaliseren?
Antwoord 8
De leveranciers en fabrikanten van speeltoestellen zijn verplicht om afnemers, beheerders
en verhuurders te wijzen op de voorwaarden voor veilig gebruik en de risico’s bij
onjuist gebruik. Naast dat een toestel is goedgekeurd door een AKI dient deze op de
juiste wijze te worden opgesteld en rondom moet deze voorzien zijn van valdempend
materiaal. Ook moet er voldoende gebruikstoezicht zijn tijdens het gebruik. De veiligheid
van kinderen op speeltoestellen is primair de verantwoordelijkheid van de fabrikant
en beheerder van een speeltoestel. De NVWA wijst deze actoren tijdens de inspectie
en via de website op hun verantwoordelijkheid en grijpt in zodra deze niet naar behoren
wordt ingevuld.
Op de websites van VeiligheidNL en de NVWA staat ook informatie voor ouders en begeleiders
waar op te letten bij speeltoestellen, namelijk of er rond het speeltoestel valdempende
matten liggen en of er permanent toezicht is tijdens het gebruik van de speeltoestellen.
Dit draagt via een meer-ogen-principe bij aan de veiligheid.
Inzake de Multiplay speeltoestellen heeft de NVWA geconcludeerd dat deze toestellen,
met uitzondering van het type Multiplay Piraat in de vorm van een schip, onder strikte
voorwaarden kunnen worden gebruikt. Uit het rapport over de herbeoordeling van het
multiplaykussen Krokodil door een aangewezen instantie wordt opgemerkt: «Voor de reeds
verhandelde toestellen geldt dat met voldoende toezicht en gebruik zoals in het dossier
beschreven de kans op ongevallen met zwaar en/of blijvend letsel klein is. Het is
aan te bevelen gebruikers van de uitgegeven kussens te verplichten voldoende valdemping
rond om het toestel te gebruiken, zich te houden aan de toezichtinstructies. Een alternatief
is de verhandelde kussens aan te passen (bijv. fijnmazig net plaatsen)». De Multiplay
Piraat is op last van de NVWA buiten gebruik gesteld vanwege het ontbreken van een
geldig certificaat van goedkeuring. Dit is onder andere bekendgemaakt via een nieuwsbericht
op de NVWA website waarin nadrukkelijk wordt gewezen op de voorwaarden voor veilig
gebruik. Via sociale media is dit tevens nadrukkelijk onder de aandacht gebracht om
ouders en verzorgers te informeren. Verder heeft de NVWA eind september de bij haar
bekende leveranciers van speeltoestellen in een brief op hun verplichting gewezen
om afnemers, exploitanten en verhuurders te informeren over de risico’s bij onjuist
gebruik van het speeltoestel Multiplay en de voorwaarden voor veilig gebruik. Daarnaast
heeft de NVWA de casuïstiek ook met de AKI’s besproken. Op verzoek van de NVWA worden
door de AKI’s verbeteringen onderzocht die betrekking hebben op de herleidbaarheid
en betrouwbaarheid van certificaten.
Vraag 9
Kunt u de Kamer op de hoogte brengen van de stand van zaken omtrent het door de NVWA
aangekondigde onafhankelijke onderzoek naar een eerdere casus? Zo nee, waarom niet?
Bent u bereidt om met de huidige kennis het onderzoek breder te trekken?
Antwoord 9
In mijn brief van 3 september 2018 (TK, 2017–2018, 33 835, nr. 99) heb ik aan uw Kamer gemeld dat er, naar aanleiding van het ongeval op een speeltoestel
eind 2015 waardoor een 4-jarige jongen is overleden, een onafhankelijk onderzoek wordt
ingesteld door de eigenaar van de NVWA, het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.
Dit onderzoek loopt inmiddels. Uw Kamer zal over de uitkomst geïnformeerd worden.
Ik wil dit onderzoek eerst afwachten en ben er daarom geen voorstander van om dit
onderzoek breder te trekken.
Vraag 10
Herinnert u zich uw antwoorden op eerdere schriftelijke vragen waaruit bleek dat het
interventiebeleid van de NVWA per 1 september 2017 is aangescherpt?2 Deelt u de mening dat, naar aanleiding van beide ongelukken, dit interventiebeleid
nog steeds ernstige verbreken vertoond aangezien de ongelukken afgelopen zomer hebben
plaatsgevonden? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat bent u voornemens hieraan op korte
termijn te gaan doen?
Antwoord 10
Deze mening deel ik niet. Het is aan de eigenaar van een goedgekeurd speeltoestel
om door preventieve maatregelen als valdempende matten, permanent toezicht tijdens
het gebruik van het speeltoestel en onderhoud van het speeltoestel het risico op ongelukken
met ernstig letsel te beperken. Indien deze maatregelen niet worden getroffen treedt
de NVWA op wanneer deze tijdens een inspectie hiermee wordt geconfronteerd. In het
interventiebeleid van de NVWA voor attractie- en speeltoestellen is geregeld welke
interventie bij welke overtreding passend is. Hoe ernstiger de mogelijke gevolgen
zijn van een tekortkoming ten opzichte van de wettelijke eisen, des te zwaarder is
de interventie door de NVWA. Een van de maatregelen is bijvoorbeeld het buiten gebruik
stellen van een speeltoestel. Het aangescherpte interventiebeleid van 2017 schrijft
voor dat daar eerder toe wordt overgegaan.
Vraag 11
Deelt u de mening dat de procedures voor de productie en het op de markt brengen van
de springkussens strenger moeten worden? Zo ja, op welke termijn verwacht u uitsluitsel
te kunnen geven over een nieuwe procedure? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 11
Er vonden de laatste tijd meerdere incidenten plaats met springkussens. Ik maak me
daar zorgen over. De NVWA laat weten dat deze incidenten, voor zover nu bekend, verschillende
achterliggende oorzaken hebben. Het aantal incidenten achter elkaar roept de vraag
op of de risico’s voor kinderen niet te hoog zijn. Ik heb de NVWA gevraagd me te adviseren
over welke stappen verder kunnen worden gezet om de risico’s voor kinderen te beperken.
Daarbij zal ook worden gekeken naar de procedure voor het op de markt brengen van
springkussens. Ik zal uw Kamer hierover binnenkort nader informeren.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
B.J. Bruins, minister voor Medische Zorg
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.