Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Futselaar over gebrek aan handhaving door de NVWA
Vragen van het lid Futselaar (SP) aan de ministers voor Medische Zorg en van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over gebrek aan handhaving door de NVWA (ingezonden 21 september 2018).
Antwoord van Minister Bruins (Medische Zorg) (ontvangen 24 oktober 2018).
Vraag 1
Bent u bekend met de berichten «Gevaarlijk wondermedicijn mag toch blijvend worden
verkocht»1 en «Levensgevaarlijke springkussens te huur en te koop»2? Wat is in het algemeen uw reactie op beide casussen?
Antwoord 1
Ja, beide berichten zijn mij bekend. Ik betreur elk incident ten gevolge van een onveilig
product. Dit neemt niet weg dat leveranciers van producten verantwoordelijk zijn voor
de kwaliteit en veiligheid van deze producten. De NVWA houdt daar toezicht op.
Vraag 2
Is het waar dat wanneer de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) constateert
dat een gevaarlijk product als medicijn wordt verkocht, zoals in het geval van het
product MMS, de NVWA een mogelijkheid tot herstel biedt, zoals in dit geval het aanpassen
van de gebruiksaanwijzing, in plaats van direct te handhaven?
Antwoord 2
Wanneer de NVWA constateert dat een levensmiddel, dat (ook) als medicijn wordt verkocht,
gevaarlijk is en een bedreiging vormt voor de volksgezondheid, dan mag dit per direct
niet meer worden verkocht en dan moeten afnemers van het product worden gewaarschuwd.
Er is dan geen sprake van mogelijkheid tot herstel. Daarnaast krijgt het betreffende
bedrijf een bestuurlijke boete.
In het geval van MMS was meer informatie nodig over de schadelijkheid van dit product,
aldus de NVWA. Daarom is door de NVWA een risicobeoordeling aan het Bureau Risicobeoordeling
en Onderzoek (bureau) gevraagd. Op basis hiervan wordt nu handhavend opgetreden tegen
het aanbieden van MMS als voedingssupplement.
Vraag 3
Deelt u de mening dat het gebruik van MMS als medicijn een bedreiging is voor de volksgezondheid?
Deelt u de mening dat in dit geval stevige handhaving, op zijn minst het uitschrijven
van boetes, gerechtvaardigd is? Indien formeel aan de juiste procedures is voldaan,
is dat dan niet aanleiding om deze aan te passen, in ieder geval als het gaat om zaken
die als medicijn of voedselproduct worden verkocht?
Antwoord 3
MMS is een risicovol product dat tot gezondheidsklachten kan leiden, zo heeft de NVWA
vastgesteld. Daarom heeft de NVWA de afgelopen jaren consumenten verschillende keren
gewaarschuwd voor het gebruik van MMS-producten. Op basis van het begin dit jaar door
het Bureau Risicobeoordeling en Onderzoek (bureau) uitgebrachte advies, treedt de
NVWA nu op tegen het aanbieden van MMS als voedingssupplement, op basis van artikel
14 van de Algemene levensmiddelen Verordening.
Dat vind ik gerechtvaardigd. Ik zie geen aanleiding om de procedures aan te passen.
Vraag 4
Is het waar dat, hoewel de NVWA onlangs na een langdurige procedure aansprakelijkheid
heeft erkend in een ongeval met een onveilig springkussen uit 2013, er honderden exemplaren
van hetzelfde kussen verkocht zijn en dat de NVWA en de fabrikant hebben verzuimd
deze uit de markt te halen?
Antwoord 4
De NVWA heeft op 3 september 2018 aansprakelijkheid erkend voor een ongeluk waarbij
een 4-jarige jongen van een speeltoestel in een indoorspeelhal is gevallen en een paar dagen daarna is overleden. Het ging in dat geval (31 december
2015) om een ander speeltoestel dan het speeltoestel Multiplay waar RTL Nieuws onlangs
over heeft bericht. Naar aanleiding daarvan heeft de NVWA onderzoek uitgevoerd. De
uitkomst van dit onderzoek is dat de NVWA op 3 oktober jl. bekend heeft gemaakt dat
een van de typen van het speeltoestel, de zogenoemde Multiplay Piraat, buiten gebruik
gesteld wordt vanwege het ontbreken van een geldig certificaat van goedkeuring. Van
dit type speeltoestel is in Nederland een klein aantal in gebruik. De NVWA heeft de
bij haar bekende leveranciers van Multiplay speeltoestellen op 28 september 2018 per
brief gewezen op hun plicht om (ver)huurders en eigenaren op de voorwaarden voor veilig
gebruik te wijzen.
Vraag 5
Deelt u de mening van hoogleraar veiligheidskunde Pieter van Gelder van de TU Delft
dat in dit geval terugroeping zeker gerechtvaardigd was? Zo ja, waarom is dit niet
gebeurd?
Antwoord 5
Recent zijn in de media berichten verschenen over twee ongevallen met het speeltoestel
Multiplay. Uit onderzoek door de NVWA is gebleken dat voor het type Multiplay Piraat
(in de maten Normaal, XL en XXL) geen goedkeuringscertificaat was afgegeven. De importeur
heeft zijn afnemers gesommeerd deze toestellen direct buiten gebruik te stellen. Uit
een eerste check door de NVWA blijkt dat hieraan gehoor is gegeven. Het toestel van
het type Multiplay Krokodil is na een ongeval buiten gebruik gesteld door de NVWA
en daarna opnieuw beoordeeld door een Aangewezen Keuringsinstantie. Uit die herbeoordeling
bleek dat het toestel veiligheidsverbeteringen behoeft, waaronder valdemping en instructies
voor veilig gebruik. Deze gebreken zijn niet zodanig dat dit type toestel als onveilig
is beoordeeld. Terugroeping of buiten gebruik stelling van dit type is derhalve niet
aan de orde.
Vraag 6 en 7
Deelt u de mening van emeritus hoogleraar Ben Ale dat strenge aanpak van de NVWA uitblijft
wegens angst voor juridische stappen en stappen naar de media door ondernemingen?
Deelt u de mening dat gebrek aan handhaving bij producten die een direct gevaar vormen
voor de volksgezondheid dit niet alleen onwenselijk is vanuit volksgezondheidaspecten,
maar ook voor het vertrouwen in de NVWA als instantie?
Antwoord 6 en 7
Ondernemingen zijn zelf verantwoordelijk voor de veiligheid van speeltoestellen. Zij
moeten een speeltoestel voordat het in gebruik wordt genomen laten keuren door een
aangewezen keuringsinstelling. Ook moeten zij er voor zorgen dat er valdempende maatregelen
worden getroffen en er permanent toezicht door volwassenen is tijdens het gebruik
van een speeltoestel. Als daarvan geen sprake is treedt de NVWA direct handhavend
op. De vraag of juridische stappen kunnen worden ondernomen jegens de NVWA speelt
daarbij geen rol.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
B.J. Bruins, minister voor Medische Zorg
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.