Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Bruins Slot over de vrijwilligers- en bestuurdersproblematiek binnen de breedtesport
Vragen van het lid Bruins Slot (CDA) aan de Minister voor Medische Zorg over de vrijwilligers- en bestuurdersproblematiek binnen de breedtesport (ingezonden 5 oktober 2018).
Antwoord van Minister Bruins (Medische Zorg) (ontvangen 23 oktober 2018).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het artikel «Alarmfase rood voor sportclubs»1 en het artikel «Veteraan houdt club overeind»?2
Antwoord 1
Ja
Vraag 2
Deelt u de zorgen die geuit worden in de artikelen over de sterk dalende ledenaantallen
en vrijwilligers, incomplete besturen en de daarbij horende daling van de traditionele
sportverenigingen in Nederland? Wat is uw analyse rondom deze zorgwekkende situatie
binnen de breedtesport?
Antwoord 2
Er bestaan terecht enige zorgen, maar een nuancering van de geschetste situatie is
wel op zijn plaats. Uit onderzoek van sportkoepel NOC*NSF (Bron: Lidmaatschappen en
sportdeelname 2017) blijkt dat de afgelopen jaren het aantal sporters dat via een
sportclub, welke aangesloten is bij een bij NOC*NSF aangesloten sportbond, een zeer
licht dalende trend heeft en eigenlijk nagenoeg gelijk blijft. Van «sterk dalende
ledenaantallen» is dus geen sprake. Als specifiek gekeken wordt naar verschillende
sporten en sportbonden dan zijn er sportbonden die structureel groeien en sportbonden
die structureel kleiner worden. Tegelijkertijd neemt de wekelijkse sportdeelname in
Nederland significant toe. Er is eerder sprake van een verschuiving; het marktaandeel
van sporters dat via sportbonden sporten neemt af.
De Sportaanbiedersmonitor van NOC*NSF 2016 laat duidelijk een tweedeling zien bij
sportclubs en sportverenigingen. De helft van het aantal clubs in Nederland krimpt
en de andere helft groeit juist. Ook de vaak genoemde problemen lijnen hiermee uit.
Of clubs hebben te kampen met een opeenstapeling van problemen (ledendaling, vrijwilligerstekort,
weglopende sponsoren en tekort aan bestuurders) of clubs doen het juist goed (toename
van leden, voldoende vrijwilligers, groeiende sponsor portefeuille en voldoende bestuurders).
Deze laatste categorie is ook significanter meer «open en vitaal» dan de eerste categorie.
Het is van belang te leren van de reden waarom de ene helft van de sportclubs het
relatief goed doet en de andere helft niet. De sleutel blijkt te liggen in een capabel
en divers bestuur. Bij clubs waar bestuurders gezamenlijk een duidelijke visie hebben,
waar ze vrijwillig kader begeleiden en waarderen, openstaan voor de behoefte van de
gehele achterban (inclusief de silent majority) en willen verbinden aan de buurt,
bij die clubs is de lokale sportsituatie eerder florerend dan zorgwekkend.
Vraag 3 en 4
Op welke manier wordt de begrote negen miljoen euro voor vitale sportaanbieders verdeeld?
Welk deel hiervan is begroot voor de stimulering van vrijwilligerswerk binnen de sport
en ligt er een plan van aanpak klaar voor het vrijwilligersvraagstuk?
Ziet u een belangrijke rol voor uzelf weggelegd om de problematiek rondom de dalende
leden- en vrijwilligersaantallen, incomplete besturen en het daaropvolgend verdwijnen
van traditionele sportverenigingen in Nederland tegen te gaan? Zo ja, kunt u aangeven
op welke wijze dit mogelijk is? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 3 en 4
De € 10 miljoen uit het regeerakkoord voor het versterken van bonden & verenigingen
landt volledig in deelakkoord «Vitale aanbieders». Een deel hiervan zal worden benut
voor het programma «impuls versterken sportbonden» waarvoor NOC*NSF een subsidieaanvraag
heeft ingediend die bij VWS in behandeling is. Daarnaast wordt een deel van het budget
besteed aan de uitbreiding van de buurtsportcoachregeling teneinde meer buurtsportcoaches
in te kunnen zetten voor de ondersteuning van sportaanbieders. Het restant zal ingezet
worden voor maatregelen om het (vrijwillig) kader (trainers, coaches, bestuurders)
in de sport te versterken, de verenigingsondersteuning te professionaliseren en voor
impulsen om sportaanbieders te helpen zich te ontwikkelen richting vitale/open aanbieders.
NB. Vitale/open sportaanbieders zijn aanbieders, die hun organisatorische- en financiële
basis op orde hebben en daarnaast de ambitie en mogelijkheden hebben om hun maatschappelijke
rol te verbreden met meer sport- en beweegactiviteiten.
De samenwerkende partners van het sportakkoord werken op dit moment een gezamenlijk
plan uit om de exacte maatregelen te definiëren. Hoe het budget exact verdeeld wordt
over deze maatregelen en via welke partijen dit gaat lopen, is momenteel onderwerp
van gesprek tussen de partners van het sportakkoord. Ik zal de Kamer voor het kerstreces
hierover informeren.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
B.J. Bruins, minister voor Medische Zorg
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.