Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng van een schriftelijk overleg over het ontwerpbesluit tot wijziging van het Asbestverwijderingsbesluit 2005 en het Bouwbesluit 2012 (Landelijk asbestvolgsysteem LAVS) (Kamerstuk 34679-7)
2018D50048 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Binnen de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat hebben verschillende fracties
de behoefte om vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Staatssecretaris van Infrastructuur
en Waterstaat over Ontwerpbesluit tot wijziging van het Asbestverwijderingsbesluit 2005 en het Bouwbesluit
2012 (Landelijk asbestvolgsysteem LAVS) (Kamerstuk 34 679, nr. 7).
De voorzitter van de commissie, Agnes Mulder
De adjunct-griffier van de commissie, Schuurkamp
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Inhoudsopgave
blz.
Inleiding
2
Algemeen
2
Stichting Certificatie Asbest (Ascert)
2
Inventarisatie en handhaving
3
Inleiding
De leden van de D66-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de wijziging Asbestverwijderingsbesluit
en Bouwbesluit in verband met het Landelijk asbestvolgsysteem (LAVS) en willen de
Staatssecretaris nog enkele vragen voorleggen.
De leden van de GroenLinks-fractie zijn verheugd dat met dit besluit en het eerder
aangenomen wetsvoorstel het asbesttijdperk in Nederland een einddatum heeft gekregen.
De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van de wijziging van de Wet milieubeheer
en van de Woningwet in verband met het invoeren van het landelijk asbestvolgsysteem
en enige andere wijzigingen van de Wet milieubeheer. De leden van de SP vinden het
LAVS een goed hulpmiddel om de asbestsanering beter in beeld te brengen en handhaving
en toezicht makkelijker te maken. Toch hebben de leden van de SP-fractie nog wel enkele
vragen.
Algemeen
De leden van de D66-fractie constateren dat met deze wijziging het landelijk asbestvolgsysteem
(LAVS) wordt geoperationaliseerd en dat er meer inzicht wordt gecreëerd in de asbestsaneringsketen.
Met deze operationalisering hopen deze leden dat mogelijk nadelige gevolgen van asbestsanering
voorkomen worden.
De leden van de D66-fractie lezen in de Nota van toelichting dat er van de gelegenheid
gebruik is gemaakt om, los van de invoering van het LAVS, in het Asbestverwijderingsbesluit
2005 een omissie te herstellen door het college van burgemeester en wethouders en
gedeputeerde staten voor asbestsaneringen van bouwwerken uitdrukkelijk aan te wijzen
als bevoegd gezag voor de bestuursrechtelijke handhaving van dat besluit, in de gevallen
waarin ze voor die bouwwerken het bevoegd gezag zijn op grond van de Wet algemene
bepalingen omgevingsrecht (Wabo). Deze leden vragen of de Staatssecretaris kan toelichten
hoe het met de bekendheid staat van het LAVS bij het bevoegd gezag en de handhavers?
De leden van de GroenLinks-fractie merken op dat de gevolgen van de decennialange
blootstelling aan asbestdeeltjes weliswaar nog decennialang slachtoffers zullen maken, maar toch is dit een grote stap naar het einde van
deze bedreiging voor onze gezondheid. Wat rest zijn vooral uitvoeringsvraagstukken
en daarvan zijn er nog wel vele.
Stichting Certificatie Asbest (Ascert)
De leden van de D66-fractie zien dat de Stichting Certificatie Asbest (Ascert) in
het certificatieschema asbestinventarisatie en asbestverwijdering de verplichting
heeft opgenomen om informatie over asbestsaneringswerkzaamheden in het LAVS in te
voeren. De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) heeft dit certificatieschema
opgenomen als bijlage bij de Arbeidsomstandighedenregeling. Bij het uitvoeren van
de motie Ziengs en Stoffer (Kamerstuk 34675, nr. 19) zal de Staatssecretaris onderzoek doen naar deelcertificering. Deze leden vragen
of kan worden toegelicht hoe dit onderzoek en/of de resultaten daarvan passen in het
LAVS en het streven om de verwerking van asbest in de hele asbestsaneringsketen in
beeld te hebben?
De leden van de D66-fractie lezen in het Asbestverwijderingsbesluit 2005 dat één informatieverplichting
is toegevoegd waaraan met gebruikmaking van het LAVS moet worden voldaan. Dit is de
verplichting om voor asbestsaneringen van risicoklasse 2 en 2A als bedoeld in artikel
4.48, onderscheidenlijk 4.53a, van het Arbeidsomstandighedenbesluit, de resultaten
van de eindbeoordeling in te voeren. Deze leden vragen of de Staatssecretaris kan
toelichten waarom er niet wordt gekozen voor het standaard invoeren van eindbeoordelingen
van asbestsanering?
Inventarisatie en handhaving
De leden van de D66-fractie lezen in de Nota van toelichting dat de Staatssecretaris
aangeeft dat het Interprovinciaal Overleg (IPO) en de provincies aandacht vragen voor
handhavingsproblemen in de praktijk. De provincies vragen aandacht voor het feit dat
meldingen uit het LAVS niet direct naar provincies worden gestuurd in het geval de
provincie het bevoegd gezag is. Kan de Staatssecretaris toelichten of dit is opgepakt
en hoe dit wordt opgelost?
De leden van de D66-fractie constateren dat er bij gebouwen vaak asbestinspecties
worden uitgevoerd door bevoegde experts. Naar aanleiding van deze inspecties besluit
men soms om het asbest op dat moment niet te verwijderen en te laten zitten tot een
volgende renovatie. Kan de Staatssecretaris toelichten waarom deze in het verleden
uitgevoerde asbestinventarisaties geen registratieverplichting hebben in het LAVS
en of dit nog tot de mogelijkheden behoort? Worden dergelijke asbestinventarisaties,
die niet worden opgevolgd door een saneringsplan of daadwerkelijke sanering, vanaf
nu wel in het LAVS geregistreerd?
De leden van de D66-fractie constateren dat bedrijven de mogelijkheid hebben om buiten
het LAVS om te werken door asbestssanering niet te melden of door incorrecte informatie
in te voeren in het systeem. Kan de Staatssecretaris toelichten of het bevoegd gezag
genoeg instrumenten naast het LAVS heeft om illegale asbestsanering op het spoor te
komen en hoe ervoor gezorgd wordt dat de informatie correct en volledig wordt aangeleverd?
De leden van de GroenLinks-fractie maken zich zorgen over de gebrekkige inventarisatie
van alle asbestdaken en andere delen van bouwwerken en de gebrekkige planmatigheid
in het verwijderen van al dit asbest. Sommige gemeenten en provincies hebben uitvoerige
plannen, anderen (nog) niets. Deze leden zouden graag zien dat helemaal aan de voorkant
van het LAVS een (lopende) inventarisatie plaatsvindt waarin de bevoegde overheden
al het bekende asbest opnemen en bij alle redelijke vermoedens een inventarisatie
doen. Deze leden denken dat op die manier niet alleen meer duidelijk zou worden over
het totale volume en dus de omvang van de operatie, maar ook kan worden voorkomen
dat asbest illegaal of ondeskundig wordt verwijderd en gestort, geheel buiten het
LAVS om. Elke gebouweigenaar van wie bekend is dat er asbest in zijn gebouw zit of
zat, moet wat deze leden betreft kunnen aantonen waar het is gebleven. Deze leden
maken zich verder zorgen over de capaciteit voor het verwijderen en verwerken of storten
van asbest. Met een betere inventarisatie vooraf, kan beter worden voldaan aan de
toenemende vraag, vinden deze leden.
De leden van de GroenLinks-fractie beschouwen het LAVS niet als een vervanging voor
inspecties, daarvoor is het nog steeds nodig dat een inspecteur een locatie bezoekt.
Deze leden verwachten wel een forse toename van het benodigde aantal inspecties, zeker
naarmate de einddatum naderbij komt. Deze leden vragen daarom of het aantal bevoegde
inspecteurs voldoende is om toezicht te houden op alle saneringen. Wie houdt het toezicht
op het toezichthouden?
De leden van de GroenLinks-fractie constateren dat het LAVS niet bedoeld is voor particulieren,
maar zijn wel van mening dat ook particulieren een informatieplicht hebben en dat
ook het asbest van particulieren netjes volgens de regels verwerkt moet worden. Monitoring
is daar wel voor nodig, vinden deze leden. Met als uitzondering particulieren met
kleine daken tot 35m2, valt veel verantwoordelijkheid toe aan mensen die hiervoor
niet zijn opgeleid. De leden van de GroenLinks-fractie zijn van mening dat hiermee
een grotere verantwoordelijkheid toekomt aan de landelijke en lokale overheden. Er
moet voldoende ondersteuning zijn voor particulieren die van goede wil zijn en voldoende
controle en handhaving voor mensen die dat niet zijn, vinden deze leden. Is dit vanaf
nu goed geregeld? Heeft het Rijk voldoende zicht op de lokale uitvoering?
De leden van de SP-fractie constateren dat het LAVS bedoeld is voor asbestsaneringsbedrijven
en professionele opdrachtgevers die betrokken zijn bij asbestsaneringsprojecten en
niet voor particulieren. Dit terwijl particulieren oppervlakten tot 35 m2 zelf mogen saneren. Ook het saneren van oppervlakten van maximaal 35 m2 kan gevaren opleveren voor de gezondheid en het milieu indien de sanering niet goed
wordt uitgevoerd. Kan het LAVS ook niet hiervoor worden gebruikt, zodat ook de kleinere
oppervlakten goed in beeld zijn en zodat kan worden gecontroleerd of er goed gesaneerd
is? Indien dit niet kan, hoe wordt dit dan wel bijgehouden? Er is immers geen meldplicht,
aldus de leden van de SP-fractie.
De leden van de SP-fractie merken op dat een koppeling tussen het LAVS en Mijn Overheid/Berichtenbox
in theorie mogelijk is, maar aanzienlijke extra kosten met zich meebrengt. Waaruit
bestaan deze kosten precies, wat is de hoogte ervan en wat is de kosten-batenanalyse
waaruit geconcludeerd wordt dat de toegevoegde waarde van deze koppeling beperkt is,
vragen deze leden.
De leden van de SP-fractie vinden dat ook kleine oppervlakten goed geregistreerd moeten
worden. Is een andere manier van meldplicht denkbaar en onderzocht?
De leden van de SP-fractie hebben ook enkele vragen over de informatieplicht. Dit
besluit roept geen nieuwe informatieplicht in het leven. Het nieuwe is, dat de informatie
uitsluitend langs elektronische weg kan worden aangeleverd. Levert dit voor toezichthouders
meer bureaucratie op? Welke stappen worden ondernomen als bedrijven keer op keer onjuiste
of onvolledige informatie aanleveren? En hebben toezichthouders, met de enorme saneringsopgave
voor ons, voldoende capaciteit om toezicht te houden en te handhaven? Wordt daar de
komende jaren meer capaciteit voor gecreëerd? Hoeveel inspectiemedewerkers houden
zich momenteel met asbest bezig bij de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) en
de Inspectie SZW?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A.H. (Agnes) Mulder, voorzitter van de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat -
Mede ondertekenaar
B. Schuurkamp, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.