Lijst van vragen : Verslag houdende een lijst van vragen inzake Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2025 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota) (Kamerstuk 36725-VIII)
2025D23702 VERSLAG HOUDENDE EEN LIJST VAN VRAGEN
De vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap belast met het voorbereidend
                  onderzoek van het wetsvoorstel inzake de Wijziging van de begrotingsstaten van het
                  Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2025 (wijziging
                  samenhangende met de Voorjaarsnota) heeft de eer als volgt verslag uit te brengen
                  van haar bevindingen in de vorm van een lijst van vragen.
               
De voorzitter van de commissie,
Bromet
Adjunct-griffier van de commissie,
Bosnjakovic
Nr
Vraag
                         
                         
1
Hoeveel studenten lopen respectievelijk in het hoger en wetenschappelijk onderwijs
                              stage, uitgesplitst naar facultatief, verplicht en buiten curriculair? Kan daarbij
                              worden aangegeven in hoeverre daardoor studievertraging wordt opgelopen? En hoeveel
                              procent van de masteropleidingen heeft een verplichte stage in het curriculum?
                           
2
Welke bedragen worden voor de jaren van dit kabinet beschikbaar gesteld voor de adviesorganen
                              AWTI1 en de Onderwijsraad? In hoeverre zijn daarin kortingen en bijstellingen opgenomen
                              en werkt de departementale taakstelling door in de budgetten van deze organisaties?
                           
3
Kunt u een uiteenzetting geven van de implicaties van de algehele korting op OCW?
                              Worden deze kortingen op het toekomstig verdienvermogen elders op de begroting opgevangen?
                           
4
Hoe vaak wordt de 21+toets voor toelating tot een hbo2-opleiding toegepast? Hoe vaak en in welke gevallen wordt deze toets afgenomen bij
                              scholieren en studenten die eigenlijk niet in aanmerking komen voor deze toets? Is
                              het mogelijk om het huidige beleid van de 21+toets te verruimen? En wat het zou kosten
                              om het huidige, te beperkte, toelatingsbeleid op te lossen?
                           
5
Op welke posten, waarop dankzij amendement van het lid Bontenbal c.s.3 minder werd bezuinigd, is bij de Voorjaarsnotabesluitvorming besloten om opnieuw
                              op te bezuinigen?
                           
6
Op welke manier wordt geborgd dat onderwijsinstellingen de kennis- en ondersteuningsproducten
                              van het studentenwelzijn-programma Stijn daadwerkelijk implementeren en wie is hiervoor
                              verantwoordelijk?
                           
7
Hoe wordt geborgd dat mbo4-instellingen in minder stedelijke regio’s voldoende middelen behouden om praktijkgericht
                              onderwijs te blijven bieden na de korting op praktijkleren en het RIF5?
                           
8
Is het Herstelplan kwaliteit funderend onderwijs, waarvan sprake was in het Hoofdlijnenakkoord
                              Hoop, lef en trots6, van de baan, nu u hierover niet langer in gesprek bent met de ouderorganisaties,
                              scholierenorganisatie LAKS7, onderwijsvakbonden en de sectorpartners primair – en voortgezet onderwijs?
                           
9
Kunt u een overzicht geven van alle bezuinigingen van dit kabinet op OCW (zoals de
                              bezuinigingen in het Hoofdlijnenakkoord, de aanpassingen die zijn gedaan bij het amendement
                              van het lid Bontenbal8 en aanpassingen die zijn gedaan bij de Voorjaarsnota 2025)?
                           
10
Kunt u een overzicht geven van de bezuinigingen op hoger onderwijs? Kunt u aangeven
                              wat de effecten hiervan zijn op de instroom van leerlingen, op de financiële positie
                              van instellingen en welke instellingen hierdoor geraakt worden?
                           
11
Kunt u een overzicht geven van de koopkrachtontwikkeling van studenten in de afgelopen
                              tien jaar? Kunt u een overzicht geven welke maatregelen zijn genomen (dus bezuinigingen
                              en intensiveringen) in de afgelopen tien jaar voor studenten met daarbij een budgettaire
                              reeks?
                           
12
Klopt het dat de taakstelling internationale studenten structureel bijna behaald wordt,
                              ook zonder de Wet Internationalisering in Balans?
                           
13
Klopt het dat het amendement van het lid Bontenbal c.s.9 beoogt te bezuinigen op het OCW-departement, maar dat OCW 35 procent van hun taakstelling
                              vanuit dit amendement alsnog kort op het onderwijs via niet uitgekeerde prijsbijstelling
                              of korting op de lumpsum? Welke korting op de lumpsum en niet-uitgekeerde prijsbijstelling
                              is dit specifiek?
                           
14
Kunt u twee reeksen geven voor de lumpsumbekostiging voor het po10 en vo11? Hoeveel wordt hier per reeks op omgebogen, inclusief en exclusief lpo12?
15
Hoeveel minder hebben scholen structureel reëel te besteden door de bezuiniging op
                              basisvaardigheden?
                           
16
Kunt u in één tabel vatten wat het amendement van het lid Bontenbal c.s.13 ombuigt en intensiveert en wat het kabinet vervolgens terugdraait, inclusief de verdeling
                              van de taakstelling voor het departement?
                           
17
Kunt u een overzicht geven van de taakstelling in het kader van de 22 procent besparing
                              op apparaatskosten voor de komende vijf jaar?
                           
18
Wat is de realisatie van deze taakstelling voor het jaar 2024 en wat is de voortgang
                              voor 2025?
                           
19
Welk deel van de taakstelling wordt ingevuld vanuit apparaatsgelden en welk deel vanuit
                              andere middelen en welke zijn dat?
                           
20
Welke ICT-vernieuwingen zullen niet of later plaatsvinden als gevolg van de taakstelling
                              op apparaatskosten?
                           
21
Welk deel van deze taakstelling valt neer bij uitvoeringsorganisaties en wat zijn
                              hier de operationele gevolgen van?
                           
22
Welke kaders hanteert u voor het realiseren van de taakstelling op de apparaatsuitgaven?
23
Kunt u een overzicht geven in de ontwikkeling van externe inhuur in de afgelopen vijf jaar
                              en de doelstelling voor de komende vijf jaar?
                           
24
Klopt het dat het hoger onderwijs een nieuwe bezuiniging heeft gekregen voor de introductie
                              van NIS214 cyberwetgeving? En klopt het dat u met deze middelen het inrichten van een toezichtsfunctie
                              op het Ministerie van OCW betaalt en dat een deel van de middelen bestemd is voor
                              SURF? Wat is de reden dat u – als gevolg van een door uzelf genomen besluit – de rekening
                              voor het gereed brengen van uw departement bij de universiteiten en hogescholen neerlegt?
                           
25
Klopt het dat de maatregel uit het Hoofdlijnenakkoord over het afschaffen van de ov-vergoeding
                              voor studenten in het buitenland juridisch niet haalbaar blijkt? Waarom kiest u ondanks
                              eerdere kritiek op de bezuinigingen in het hoger onderwijs ervoor om ook dit te verhalen
                              op de bekostiging van de universiteiten en hogescholen?
                           
26
Kunt u inzichtelijk maken wat de financiële impact is op de verschillende onderwijssectoren
                              (po, vo, mbo, hbo en wo15) van het niet uitkeren van de prijsbijstelling?
                           
27
Van welke extensiveringen is de compensatie voor de prijsontwikkeling afkomstig?
28
Hoeveel loon- en prijsbijstelling is in 2025 toegekend aan de sectoren primair onderwijs,
                              voortgezet onderwijs, middelbaar beroepsonderwijs, hoger beroepsonderwijs en wetenschappelijk
                              onderwijs?
                           
29
Wat zijn de geschatte kosten van het structureel invoeren van gratis kinderopvang
                              voor alle kinderen van nul tot vier jaar?
                           
30
Kunt u aangeven hoe de mindering op de uitgekeerde loon- en prijsbijstelling, zoals
                              besloten bij de Voorjaarsnota 2025, verdeeld wordt over de artikelen op de OCW-begroting?
                           
31
Kun u in twee tabellen uiteenzetten hoe de loonbijstelling en afzonderlijk de prijsbijstelling
                              verdeeld is over de OCW-begroting en welke reële prijsvermindering hierdoor optreedt
                              op financiële posten?
                           
32
Klopt het dat universiteiten een groot deel van de resterende prijsbijstelling hebben
                              moeten inleveren ter dekking van «OCW-brede problematiek» (dit bevat vooral het niet
                              halen van de taakstelling die de Minister heeft gekregen op het eigen ambtenarenapparaat)?
                              Waarom laat u het hoger onderwijs opdraaien voor het feit dat het u niet lukt de eigen
                              departementale taakstelling te halen?
                           
33
Hoe verklaart u dat in het amendement van het lid Bontenbal c.s.16 dekking wordt gezocht in het inzetten van een reservering voor het studentenreisproduct
                              op de aanvullende post, maar deze in deze suppletoire begroting niet lijkt te worden
                              ingezet? Is voorzien in een alternatieve dekking?
                           
34
Op welke specifieke budgetten wordt alsnog een compensatie voor prijsontwikkeling
                              toegekend?
                           
35
Betekent het overmaken van tranche 2025 van de loonbijstelling dat er geen korting
                              op de kabinetsbijdrage op de lonen in het onderwijs voor 2025 plaatsvindt?
                           
36
Wat is het percentage waarmee de loonbijstelling wordt verhoogd?
37
Wat is het percentage waarmee de prijsbijstelling wordt verhoogd?
38
Heeft het korten op de loonbijstelling van tranche 2025 voor externe inhuur op het
                              apparaat gevolgen voor de lumpsum in het onderwijs? Zo ja, welke?
                           
39
Waar is vastgelegd dat OCW wettelijk verplicht is tot het uitkeren van prijsbijstelling
                              op de bekostiging van het primair onderwijs, de studiefinanciering en de mediabekostiging?
                           
40
Wat is de reden dat OCW alleen wettelijk verplicht is de prijsbijstelling uit te keren
                              in het primair onderwijs en niet in de andere onderwijssectoren?
                           
41
Vindt er op alle onderwijsartikelen in de OCW-begroting een volledige loonbijstelling
                              plaats?
                           
42
Wordt er in 2025 gekort op kabinetsbijdrage in de arbeidsvoorwaarden in het onderwijs?
43
Hoe wordt de Kamer geïnformeerd over de aangepaste beschikkingen vanwege de lagere
                              prijsbijstelling?
                           
44
Wat zijn de kosten als het gehele onderwijs de prijsbijstelling ontvangt, met uitsplitsing
                              per onderwijssector?
                           
45
Hoe vaak is het afgelopen tien jaar voorgekomen dat een onderwijssector geen of een
                              onvolledig loon- en/of prijsbijstelling heeft ontvangen?
                           
46
Hoe is verdeling in de lumpsum in de verschillende onderwijssectoren tussen het loongevoelige
                              en prijsgevoelige deel van de bekostiging?
                           
47
Op welke manier (per onderwijssector) is deze verdeling in de lumpsum tussen het loongevoelig
                              deel en prijsgevoelig deel vastgelegd?
                           
48
Op welke delen van artikelen 6 en 7 wordt er geen loonbijstelling uitgekeerd en betekent
                              dit dat de salarissen voor personeel op basis van dit deel van de begroting niet worden
                              gecompenseerd?
                           
49
Hoeveel minder fulltime eenheden aan personeel kunnen scholen naar verwachting inzetten
                              op basisvaardigheden in 2027, 2028 en 2029 als het bedrag gelijk blijft en de loonkosten
                              stijgen?
                           
50
In hoeverre worden scholen met een relatief grote opgave op het gebied van basisvaardigheden
                              (bijvoorbeeld door onderwijsachterstanden) harder geraakt door het uitblijven van
                              indexatie?
                           
51
Zijn er signalen dat scholen met een relatief grote opgave op het gebied van basisvaardigheden
                              het uitblijven van indexatie als een belemmering ervaren voor het duurzaam verbeteren
                              van basisvaardigheden?
                           
52
Welke afwegingen heeft u gemaakt om scholen met hogere personeelskosten per leerling
                              (zoals bijvoorbeeld in dunbevolkte gebieden of scholen in het (v)so17 te compenseren of juist niet?
                           
53
Hoe verhoudt de bevriezing van het bedrag voor basisvaardigheden zich tot de ambities
                              van het kabinet in het Hoofdlijnenakkoord/Regeerprogramma en het Masterplan Basisvaardigheden?
                           
54
Op welke manieren borgt u dat scholen voldoende middelen behouden om de ambities op
                              het gebied van basisvaardigheden waar te maken?
                           
55
Overweegt u om het bedrag voor basisvaardigheden te herzien of opnieuw vast te stellen
                              op basis van inflatie of cao-stijgingen na 2027?
                           
56
Hoe laat u de effectiviteit van het niet-indexeren van het bedrag voor basisvaardigheden
                              monitoren en evalueren?
                           
57
Wordt er tussentijdse evaluatie voorzien van de financiële knelpunten die scholen
                              mogelijk ondervinden bij de bevriezing van de middelen voor basisvaardigheden op het
                              prijspeil van 2024?
                           
58
Wat zijn de scenario’s als blijkt dat scholen hun inzet op basisvaardigheden moeten
                              terugschroeven vanwege ontoereikend budget?
                           
59
Kunt u aangeven waarom de bezuiniging op de prijscompensatie geconcentreerd op een
                              beperkt aantal OCW-begrotingsposten zijn geboekt (w.o. lumpsum vervolgonderwijs) en
                              welke directe gevolgen dat heeft voor de financiële ruimte van onderwijsstellingen?
                           
60
Hoeveel scholen ontvingen in 2024 middelen uit de onderwijskansenregeling in het voortgezet
                              onderwijs?
                           
61
Wat zijn de structurele meerkosten van het verlagen van de maximale klassengrootte
                              naar 21 leerlingen in het basisonderwijs?
                           
62
Kunt u in meerjarenperspectief kwantificeren wat de korting van € 90,0 miljoen in
                              2027 en vanaf 2028 structureel € 177,0 miljoen op de Onderwijskansenregeling voortgezet
                              onderwijs concreet gaat betekenen voor de leerlingen voor wie deze regeling was bedoeld
                              en hun toekomstkansen?
                           
63
Hoe groot was tot nog toe de doelgroep leerlingen die werd bereikt met de onderwijskansenregeling
                              voortgezet onderwijs door middel van onderwijsassistenten of coaches, extra onderwijstijd,
                              huiswerkbegeleiding, en door ouderbetrokkenheid te stimuleren, en betekent de opheffing
                              van de onderwijskansenregeling dat er in 2028 nog van die groep nul leerlingen resteert?
                           
64
Kunt u een uitsplitsing geven van de loon- en prijsbijstelling per sector voor komende
                              jaren?
                           
65
Is de reden dat het bedrag voor de loonbijstelling een dalende trend laat zien dat
                              het kabinet uitgaat van minder leraren in de toekomst, of is er een andere reden?
                           
66
Waar is de onderwijskansenregeling voortgezet onderwijs afgelopen jaren voor ingezet?
67
Hoeveel scholen maken gebruik van de onderwijskansenregeling?
68
Hoeveel kinderen maken gebruik van de onderwijskansenregeling?
69
Waar bevinden zich de scholen die gebruik maken van de onderwijskansenregeling?
70
Hoeveel leraren (in fulltime eenheden en in personen) worden op dit moment bekostigd
                              vanuit de onderwijskansenregeling?
                           
71
Hoeveel onderwijsondersteuners (in fulltime eenheden en in personen) worden op dit
                              moment bekostigd vanuit de onderwijskansenregeling?
                           
72
Is er een evaluatie van de onderwijskansenregeling voortgezet onderwijs geweest?
73
Hoeveel scholen ontvingen in 2024 middelen uit de onderwijskansenregeling op basis
                              van de CBS18-achterstandsindicator en hoeveel leerlingen waren daarbij betrokken?
                           
74
Heeft u een analyse laten maken van de gevolgen van het beëindigen van de onderwijskansenregeling
                              voor scholen met een hoge achterstandsscore en kunt u die delen?
                           
75
Wat zijn de kosten van het invoeren van een maximum reistijd van 45 minuten voor leerlingenvervoer
                              in het speciaal onderwijs?
                           
76
Wat is het structurele bedrag dat nodig is om de vrijwillige ouderbijdrage volledig
                              af te schaffen in het primair en voortgezet onderwijs?
                           
77
Wat zijn de precieze gevolgen van het opheffen van de onderwijskansenregeling?
78
Kunt u per regio aangeven welke scholen gebruik maken van de onderwijskansenregeling?
79
Is er met de sector gesproken voordat werd besloten om de onderwijskansenregeling
                              te schrappen?
                           
80
Wat is de totale omvang van bezuinigingen op primair – en voortgezet onderwijs naar
                              aanleiding van deze Voorjaarsnota (inclusief niet verdeelde loon- prijsbijstellingen)
                              en hoe verhoudt zich dat tot het «terugdraaien» van bezuinigingen door onder andere
                              het amendement van het lid Bontenbal c.s.19?
                           
81
Heeft u naast overleg met de instellingen over de taakstelling internationale studenten
                              ook overleg met de vakbonden?
                           
82
Welke indicatoren bevat de CBS-achterstandsindicator precies bij de bepaling van achterstandsscores
                              voor het voortgezet onderwijs?
                           
83
Kunt u een per regeling overzicht geven van de subsidieregelingen in het funderend
                              onderwijs waarbij de CBS-achterstandsindicator momenteel wordt gebruikt als verdeelsleutel?
                           
84
Wordt de CBS-achterstandsindicator afgeschaft, herzien of blijft ze behouden na de
                              beëindiging van de onderwijskansenregeling?
                           
85
Wat zijn de (financiële) consequenties voor andere regelingen als de CBS-achterstandsindicator komt te vervallen of gewijzigd wordt?
86
Overweegt u om bij toekomstige subsidieregelingen in het funderend onderwijs andere
                              indicatoren dan de CBS-achterstandsindicator voor toekenning van middelen te hanteren?
                              Zo ja, welke?
                           
87
Welke scholen zullen naar verwachting het meeste de consequenties ondervinden van
                              het uitfaseren van de onderwijskansenregeling, vmbo20-, havo- of vwo-scholen?
                           
88
Welke maatregelen gaan voorkomen dat het vmbo, ten opzichte van de havo en het vwo,
                              onevenredig hard wordt geraakt door het uitfaseren van de onderwijskansenregeling?
                           
89
Wat zijn de meerkosten van bol21-studenten ten opzichte van bbl22-studenten in verband met het hogere aantal contacturen dat zij krijgen?
90
Wat zou het loslaten of versoepelen van de lesurennorm, die wordt opgelegd door de
                              Wet Educatie en Beroepsonderwijs, voor gevolgen hebben voor de bekostiging van het
                              mbo?
                           
91
Is het waarschijnlijk dat het loslaten of versoepelen van de lesurennorm, die wordt
                              opgelegd door de Wet Educatie en Beroepsonderwijs, tot gevolg heeft dat het benodigde
                              budget voor de bekostiging van het mbo lager uitvalt?
                           
92
Kunt u uiteenzetten welke implicaties de korting op de onderwijskansenregeling zal
                              hebben op het vervolgonderwijs? Zijn er positieve ontwikkelingen verbonden aan de
                              regeling met betrekking tot meer gelijkheid, beter wetenschappelijk onderzoek of meer
                              onderzoekers die nu weg zullen vallen?
                           
93
Wat zijn de meerkosten van het structureel invoeren van gratis schoolmaaltijden op
                              alle basisscholen met een hoge concentratie achterstandsleerlingen?
                           
94
Wat zijn de jaarlijkse kosten om schoolzwemmen verplicht en gratis aan te bieden in
                              groep 3 en 4 van het primair onderwijs?
                           
95
Hoeveel minder studenten zijn er gaan studeren op het wo dan verwacht? Hoeveel meer
                              zijn er gaan studeren op het hbo?
                           
96
Waar komen de hogere studentenaantallen in het hbo vandaan?
97
Heeft de aankondiging van de langstudeermaatregel effect gehad op de lagere studentenaantallen
                              in het wo?
                           
98
Waarom hebben er minder internationale studenten gekozen om in Nederland te studeren?
99
Hoeveel minder internationale studenten moeten komend jaar gaan studeren om de taakstelling
                              op internationale studenten te bereiken?
                           
100
Kunt u een overzicht delen van de jaarlijkse prijsbijstelling op de cultuurbegroting
                              vanaf 2016 tot en met 2025? Kunt u eveneens een overzicht delen van de loonbijstelling
                              vanaf 2016 tot en met 2025 op de cultuurbegroting? Kunt u een overzicht delen van
                              de reële inflatie op loon en prijs vanaf 2016 tot en met 2025 op de cultuurbegroting?
                           
101
Kunt u toezeggen dat onderbouwing conform de werkwijze Beleidskeuzes uitgelegd (CW3.1)
                              voor 2025 voor de basisvaardigheden in het mbo nog tijdens de behandeling van deze
                              suppletoire begroting naar de Kamer wordt gestuurd, zodat de Kamer haar budgetrecht
                              goed geïnformeerd kan uitoefenen?
                           
102
Wat is het verwachte effect van het opheffen van de onderwijskansenregeling in het
                              vo (korting oplopend tot € 177 miljoen structureel vanaf 2028) op scholen in regio’s
                              met hoge achterstandsscores buiten de Randstad?
                           
103
Wat is de onderbouwing voor de resterende taakstelling op internationalisering in
                              het hoger onderwijs en wat is de verdeling van deze taakstelling over instellingen
                              (en regio’s)?
                           
104
In hoeverre is het nog steeds noodzakelijk de toets anderstalig onderwijs in te voeren,
                              nu het aantal niet-Nederlandse EER23-studenten fors lager is in de referentieramingen en de instellingen al aan de taakstelling
                              voldoen?
                           
105
Wat zijn de landelijke kwaliteitsmiddelen voor hbo en wo?
106
Wat zijn de gevolgen voor het afschaffen van de landelijke kwaliteitsmiddelen voor
                              hbo en wo?
                           
107
Wat zijn naar verwachting de totale kosten die gemoeid zijn met de financiering van
                              niet-Nederlandse EER-studenten met het oog op de rijksbijdrage per student en de sociaal-financiële
                              voorzieningen vanuit DUO24 waarop deze studenten aanspraak kunnen maken?
                           
108
Hoeveel bedraagt de korting op de loonbijstelling voor externe inhuur in 2025 en op
                              welk begrotingsartikel is deze geboekt?
                           
109
Waarom wordt de aanvullende bekostiging voor po-instellingen en de aanpak lerarentekort
                              G5 verlaagd?
                           
110
Wat is de reden dat er minder subsidieaanvragen zijn gedaan voor de subsidieregeling
                              School en omgeving?
                           
111
Is het afschaffen van de ov-vergoeding voor studenten die in het buitenland studeren
                              wel of niet in strijd met het EU-recht?
                           
112
Wat is er nodig om vast te kunnen stellen of het afschaffen van de ov-vergoeding voor
                              studenten die in het buitenland studeren in lijn is met het EU-recht?
                           
113
In hoeverre betekent de ontwikkeling dat middelen voor basisvaardigheden door de loon-
                              en prijsbijstelling op het originele bedrag niet worden uitgekeerd en de facto worden
                              bevroren op het prijspeil van 2024, wat vanaf 2030 oploopt tot een structurele bezuiniging
                              van € 48,1 miljoen, dat basisvaardigheden niet langer «absolute prioriteit» hebben,
                              zoals nog viel te lezen in een passage in het Hoofdlijnenakkoord Hoop, lef en trots25?
                           
114
Betekent het gelijk houden van het «in 2024 gecommuniceerde nominale bedrag van minimaal
                              € 182 per leerling» dat het kabinet voornemens is deze bekostiging ook in de komende
                              jaren (na formele invoering van de gerichte bekostiging) niet meer te indexeren?
                           
115
Kunt u de bedragen voor de extensiveringen op cultuur en media in tabel 5 nader toelichten?
116
Welke aannames liggen ten grondslag aan het besluit om structureel € 48,1 miljoen
                              aan loon- en prijsbijstelling niet uit te keren op de gerichte bekostiging basisvaardigheden
                              in po en vo vanaf 2030, terwijl het nominale bedrag per leerling (€ 182) gelijk blijft?
                           
117
Hoe wordt de impact op scholen in krimpregio’s of gebieden met een lage sociaaleconomische
                              status beoordeeld nu zij met een bevroren nominale bekostiging stijgende personeelskosten
                              zelf moeten opvangen?
                           
118
Op welke wijze sluit de intensivering op basisvaardigheden in het mbo (€ 47,2 miljoen
                              in 2025/2026–2026/2027) aan bij de ombuigingen op andere mbo-onderdelen?
                           
119
Kunt u aangeven hoeveel aanvragen voor een tegemoetkoming voor de gemiste basisbeurs
                              zijn afgewezen vanwege het (nog) niet behalen van een wo-masterdiploma? Is geanalyseerd
                              in hoeverre het gemaakte onderscheid rechtvaardig is om bij een afgeronde hbo-bachelor
                              wél compensatie toe te kennen? Zo ja, wat was hiervan de uitkomst? Zo nee, waarom
                              niet?
                           
120
Wat zijn de gevolgen voor het niet uitkeren van de loon- en prijsbijstelling van de
                              basisvaardigheden funderend onderwijs?
                           
121
Leidt het niet uitkeren van de loon- en prijsbijstelling bij de basisvaardigheden
                              tot verlies van banen?
                           
122
Hoe worden de lage aanvragen op de subsidieregeling School en Omgeving verklaard?
123
Hoeveel studenten schakelen er jaarlijks van een hbo-bachelor naar een wo-master?
                              Welke mogelijke gevolgen zijn verbonden aan de rechterlijke uitspraak dat u beter
                              moet uitleggen waarom hbo-studenten geen prestatiebeurzen krijgen voor een universitaire
                              master26?
                           
124
Hoeveel studenten schakelen er jaarlijks van een hbo-bachelor naar een wo-master?
                              Hoeveel kost het om deze groep studenten een extra jaar prestatiebeurs toe te kennen?
                           
125
Zal er, gezien de doelgroepen, bij het bepalen van subsidies speciale aandacht komen
                              voor aanvragen vanuit focusgebieden van het Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid
                              (de NPLV-focusgebieden)?
                           
126
Wat zijn de structurele kosten om voor alle thuiszittende leerlingen maatwerkonderwijs
                              met begeleiding te organiseren?
                           
127
Hoe verhouden de uitspraken op pagina 8 over dalende aantal nieuwkomers zich tot de
                              uitspraken op pagina 26, waar er wordt gesproken over een hogere instroom?
                           
128
Hoe is de structurele korting van € 20 miljoen op de Regeling praktijkleren vanaf
                              2030 onderbouwd en welk aandeel hiervan betrof bbl-trajecten in tekortsectoren zoals
                              zorg, techniek en landbouw?
                           
129
Wat is de regionale verdeling van de verschuiving van bbl- naar bol-studenten in de
                              referentieraming? Zijn landelijke regio’s (zoals Noordoost-Nederland) zwaarder getroffen?
                           
130
Hoe is rekening gehouden met regionale verschillen in kostenontwikkeling (bijvoorbeeld
                              energie, reiskosten, personeelsmarkt) bij het besluit om 50 procent van de prijsbijstelling
                              2025 niet uit te keren?
                           
131
Hoeveel studenten worden er bereikt met het geld voor de basisvaardigheden in het
                              mbo, gezien de looptijd van twee jaar?
                           
132
Wat betekenen de bezuinigingen op het apparaat van OCW in de praktijk?
133
Hoe wordt de € 47,2 miljoen voor basisvaardigheden mbo ingezet om intensiever onderwijs
                              en meer begeleiding te bewerkstelligen?
                           
134
Hoe wordt de € 47,2 miljoen voor basisvaardigheden mbo ingezet om intensiever onderwijs
                              en meer begeleiding te bewerkstelligen in het specifieke geval dat de lesurennorm
                              uit de WEB27 zou worden versoepeld?
                           
135
Op welke budgetten of schotten wordt de structurele korting van € 21 miljoen op de
                              bekostiging van het mbo toegepast?
                           
136
Wat is de oorzaak van de gestegen kosten op het apparaat waarvoor DUO een structurele
                              compensatie benodigt van € 1,4 miljoen?
                           
137
Wat is de verwachte omvang van de referentieraming voor het aantal studenten in het
                              hbo en wo in 2025 en hoe verhoudt zich dat tot de voorgaande raming?
                           
138
Wat is het verschil in kosten tussen een student in de bol en de bbl in het mbo?
139
Waar worden de kwaliteitsmiddelen, die zijn opgenomen in de lumpsum, momenteel voor
                              ingezet door instellingen?
                           
140
Welke effecten gaat het verlagen van de kwaliteitsmiddelen hebben op de kwaliteit
                              van het onderwijs?
                           
141
Wat zijn de verwachte gevolgen van het niet uitkeren van een deel van de gerichte
                              bekostiging voor de basisvaardigheden op het gemiddelde landelijke lees-, schrijf-
                              en rekenniveau van scholieren?
                           
142
Wat kost het de samenleving wanneer als gevolg van het uitfaseren van de onderwijskansenregeling
                              en het niet uitkeren van een deel van de gerichte bekostiging voor de basisvaardigheden
                              straks een groter deel van scholieren onvoldoende kan meedoen in onze maatschappij?
                              Wat is de hoogte van de rekening die daarmee wordt doorgeschoven?
                           
143
Wat is het bedrag dat nodig zou zijn om alle studenten in het mbo, hbo en wo structureel
                              recht te geven op een basisbeurs die het sociaal minimum dekt?
                           
144
Wat zijn de kosten van het structureel bekostigen van een verlaging van het collegegeld
                              tot € 1.000 per jaar voor voltijdstudenten?
                           
145
Het collegegeld zal in studiejaar 2025–2026 € 2.601 bedragen, tien jaar geleden in
                              het studiejaar 2015–2026 bedroeg het nog € 1.951; hoeveel geld zou het structureel
                              kosten om het collegegeld te bevriezen zodra het meer dan € 3.000 bedraagt?
                           
146
Hoe groot is de financiële tegenvaller als hbo-studenten die een wo-master gaan doen
                              na het bepalen van hun hbo-diploma toch recht krijgen op een verlenging van hun basisbeurs?
                           
147
Hoeveel geld zou het kosten om de indexatie van de basisbeurs niet te koppelen aan
                              het CPI28, maar aan de koopkracht van studenten?
                           
148
Is de huidige basisbeurs dekkend voor uitwonende studenten om hun studie te kunnen
                              volgen zonder te hoeven lenen en een bijdrage van hun ouders te ontvangen?
                           
149
Hoe hoog zou een toereikende basisbeurs moeten bedragen voor uitwonende studenten
                              zonder te hoeven lenen en een bijdrage van hun ouders te ontvangen?
                           
150
Wat zijn de geschatte jaarlijkse kosten van het verstrekken van een gratis sportpas
                              aan alle leerlingen in het primair – en voortgezet onderwijs en aan studenten in het
                              mbo, hbo en wo?
                           
151
Welke subsidies worden als gevolg van de keuze om geen loon- en prijsbijstelling door
                              te verdelen naar andere instrumenten binnen artikel 1 niet geïndexeerd? Worden de
                              budgetten voor bijvoorbeeld de Brugfunctionaris po en die van schoolmaaltijden hierdoor
                              geraakt?
                           
152
Hoeveel scholen in het primair onderwijs ontvangen middelen voor de Brugfunctionaris
                              po en hoe vertaalt zich dat naar fte’s in de sector? Vallen deze functionarissen onder
                              de reguliere CAO van het primair onderwijs en in hoeverre is er ruimte om deze groep
                              werknemers ook een loonsverhoging te geven die past bij de prijsstijgingen in de winkel?
                           
153
Hoeveel scholen in het primair onderwijs ontvangen middelen voor schoolmaaltijden
                              en hoeveel leerlingen worden met deze regeling bereikt? Kunt u op basis van de gegevens
                              van de uitvoerder van deze regeling (het Jeugdeducatiefonds) aangeven in hoeverre
                              de prijzen voor schoolmaaltijden (per maaltijd) zijn gestegen, hoe dit in verhouding
                              staat met de toegekende prijsbijstelling en hoe u denkt dat dit verschil kan worden
                              opgevangen?
                           
154
Betekent het niet toekennen van de loon- en prijsbijstelling op humanistisch vormend
                              onderwijs en godsdienstonderwijs dat de lonen en prijzen niet gecompenseerd worden
                              voor inflatie en er dus wordt bezuinigd op het humanistisch vormend onderwijs en godsdienstonderwijs?
                           
155
Hoeveel kost het om bij het humanistisch vormend onderwijs en godsdienstonderwijs
                              wel de loon- prijsstelling door te voeren?
                           
156
Kunt u aangegeven wat het effect is op de bezuiniging van de onderwijsvoorziening
                              jonggehandicapten? Hoeveel kinderen worden hierdoor getroffen?
                           
157
Wat betekent het uitstel van de curriculumherziening precies, voor de ontvanger(s)
                              van de overige subsidie als eventueel voor scholen, als gevolg van het amendement
                              Eerdmans c.s.29 waarbij dekking wordt gezocht in de overige subsidies op artikel 3?
                           
158
Wat behelst de bezuiniging «Aanvullende regeling strategisch personeelsbeleid, begeleiding
                              starters en thuiszitters» en wat zijn de gevolgen van deze bezuiniging?
                           
159
Wat is het effect van het niet toekennen van de loon- en prijsbijstelling op onderdelen
                              van artikel 3?
                           
160
Kunt u de extra intensivering op de basisvaardigheden mbo boven op het Herstelplan
                              nader toelichten?
                           
161
Kunt u de budgettair neutrale kasschuif op de bekostiging van mbo-instellingen, ter
                              dekking van het amendement van het lid Eerdmans c.s.30, nader toelichten?
                           
162
Welke consequenties heeft de extensivering op het Regionale Investeringsfonds van
                              € 18 miljoen (2025–2027) op de aanvragers van dat fonds?
                           
163
Wat is het effect van de bezuiniging op schoolmaaltijden? Hoeveel kinderen krijgen
                              hierdoor geen maaltijd meer? Hoeveel scholen worden hierdoor geraakt?
                           
164
Welke activiteiten gaan er allemaal precies worden afgeblazen ten gevolge van de extensivering
                              op het Regionaal Investeringsfonds van € 6,0 miljoen per jaar in de jaren 2025 tot
                              en met 2027 (in totaal € 18,0 miljoen), de extensivering op de regeling doorstroom
                              beroepskolom in de jaren 2026 tot en met 2029 (in totaal € 19,8 miljoen) en het aanwenden
                              van vrij inzetbare prijsbijstelling op studiefinanciering van in totaal € 9,4 miljoen,
                              waarmee een extra intensivering van in totaal € 47,2 miljoen voor basisvaardigheden
                              in het mbo in de studiejaren 2025/2026 en 2026/2027 wordt gedekt?
                           
165
Wordt het mbo gecompenseerd voor de stijgende prijzen (prijsbijstelling)?
166
Klopt het dat de eerdere bezuiniging op praktijkleren uit de begroting-OCW is teruggedraaid
                              door het amendement van het lid Bontenbal c.s.31 en wat is het verschil tussen deze bezuiniging op praktijkleren en de eerder teruggedraaide
                              bezuiniging in de begroting-OCW?
                           
167
Hoe kan, ondanks een bezuiniging, de maximale vergoeding van € 2.700 per leerwerkplek
                              in stand blijven en wat zijn de gevolgen van de bezuiniging op praktijkleren?
                           
168
Op welk bekostigingsinstrument wordt de € 25,0 miljoen voor het Fonds Onderzoek en
                              Wetenschap, dat met de rijksbijdrage 2025 aan instellingen wordt toegekend, precies
                              geboekt? En kunt u daarnaast een uiteenzetting van de kosten verschaffen?
                           
169
Waarover vindt wel prijsbijstelling plaats op artikel 6 (hoger onderwijs)?
170
Hoeveel kost het om de bekostiging onderwijsdeel wel te compenseren voor gestegen
                              prijzen (prijsbijstelling)?
                           
171
Wat zijn de gevolgen van de aanvullende bezuinigingen op de RIF-gelden op de stimulans
                              voor werkgevers en mbo-instellingen in de regio om met behulp van innovatie en onderzoek
                              vakmensen toekomstbestendig te kunnen opleiden?
                           
172
Wat zijn de gevolgen van de bezuinigingen op de regeling doorstroom beroepskolom op
                              de efficiënte doorstroom tussen de verschillende onderwijssectoren?
                           
173
Is al bekend hoe de alternatieve dekking van € 38,2 miljoen op de
apparaatsuitgaven via niet uitgekeerde loon- en prijsbijstelling of korting op de
                              lumpsum van de onderwijssectoren precies wordt ingevuld?
                           
174
Wat is het effect van het niet doorverdelen van de loon- prijsbijstelling naar artikel
                              9 voor de onderwijsregio’s en wat betekent dit voor de middelen die beschikbaar zijn
                              voor scholen in het kader van de PBSS32-regeling?
                           
175
In hoeverre heeft het niet doorverdelen van de loon- en prijsbijstelling naar artikel
                              9 gevolgen voor de instrumenten gericht op het terugdringen van personeelstekorten
                              in het onderwijs en het stimuleren van het opleiden van nieuw personeel?
                           
176
Heeft u overwogen om de middelen die nu beschikbaar komen door de afbouw van het RIF
                              in te zetten om te voorzien in concrete vraagstukken rondom publiek-private samenwerking,
                              zoals het intensiveren van de samenwerking van mbo-instellingen met werkgevers in
                              de regio, zoals u zelf als oplossing heeft geopperd in uw brief van 28 maart 202533?
                           
177
Wat zijn de gevolgen in de praktijk van de extensivering van het Regionaal Investeringsfonds
                              en de regeling doorstroom beroepskolom?
                           
178
Welke taken zullen mbo-instellingen minder moeten doen om de bezuiniging van € 20 miljoen
                              op de bekostiging op te vangen?
                           
179
Klopt het dat er door OCW bewust een bezuiniging is ingeboekt op praktijkleren vanwege
                              de concernbrede problematiek en niet vanwege dalende studentenaantallen en verschuiving
                              van bbl naar bol?
                           
180
Wat is de reden van het uitstel van het wetsvoorstel Wet van school naar duurzaam
                              werk?
                           
181
Kunt u een uiteenzetting geven van de implicaties van de korting op startersbeurzen?
                              Worden deze kortingen op het toekomstig verdienvermogen elders op de begroting opgevangen?
                           
182
Welke effecten gaat de korting op de bekostiging van het ho34 hebben op het onderwijs?
183
Zullen de klappen door de korting op de bekostiging van het ho, het hbo net zo hard
                              treffen als het wo?
                           
184
Op welke onderdelen heeft het wettelijk verplichte deel van de prijsbijstelling voor
                              artikel 15 Media betrekking en op welke onderdelen komt er geen prijsbijstelling beschikbaar?
                           
185
Waarover vindt wel prijsbijstelling plaats op artikel 7 (wetenschappelijke onderwijs)?
186
Hoeveel kost het om de bekostiging onderwijsdeel wel te compenseren voor gestegen
                              prijzen (prijsbijstelling)?
                           
187
Klopt het dat lonen en prijzen bij de subsidies lerarenbeurs en zij-instroom niet
                              worden gecompenseerd?
                           
188
Wat zijn de effecten van het niet-compenseren van de subsidies lerarenbeurs en zij-instroom?
189
Worden door het niet-compenseren van de subsidies lerarenbeurs en zij-instroom minder
                              leraren opgeleid?
                           
190
Kunt u aangeven wat het effect is van de bezuiniging op de lerarenbeurs? Hoeveel leraren
                              worden hierdoor getroffen? Op hoeveel scholen heeft dit effect?
                           
191
Welke bezuiniging vindt plaats op de zij-instroom, waarom gebeurt dit en wat zijn
                              de effecten hiervan op toekomstige leraren en scholen met lerarentekorten?
                           
192
Laat het amendement van het lid Bontenbal c.s.35 de mogelijkheid open om niet meer ruimte te geven aan de NPO36 om meer (online) reclame-inkomsten te genereren en wel de rijksmediabijdrage te verminderen?
193
Hoe draagt het voor 18,5 procent naar onderwijssectoren afschuiven van de bezuiniging
                              op het eigen kerndepartement bij aan de doelstelling van het kabinet om binnen het
                              eigen apparaat met minder ambtenaren en inhuur te gaan werken?
                           
194
Hoe wordt de prijsbijstelling op artikel 95 doorverdeeld?
195
Kunt u aangeven hoeveel studenten geneeskunde in de zomerperiode coschappen lopen
                              en niet in aanmerking komen voor een studentenreisproduct? Wordt voor deze studenten
                              voorzien in een tegemoetkoming op de OV-kosten? Zo ja, hoe hoog is deze tegemoetkoming?
                              Zo nee, waarom niet? Wat is het benodigde budget om studenten geneeskunde die tijdens
                              de zomerperiode coschappen lopen een studentenreisproduct toe te kennen?
                           
196
Welk percentage van de groep die geen studiefinanciering heeft aangevraagd, is mbo-student?
197
Kunt u, indien van toepassing, per kostenpost aangeven welk deel van het bedrag betrekking
                              heeft op loonbijstelling en welk deel op eventuele prijsbijstelling?
                           
198
Kunt u toelichten waar de resterende € 3,6 miljoen van de budgetverhoging van € 11,2 miljoen
                              voor het agentschap Nationaal Archief voor is bestemd, naast de € 5,1 miljoen voor
                              de tijdelijke voorziening ten behoeve van het digitaal beschikbaar maken van het CABR37 en de € 2,5 miljoen voor loon- en prijsbijstelling?
                           
199
Kunt u specificeren waaruit de bezuiniging (extensivering) op het onderdeel «Creatieve
                              industrie» bestaat?
                           
200
Wat is de verklaring voor de daling van € 4.365.000 bij de post opdrachten van de
                              Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed?
                           
201
Kunt u toelichten waarom bij het onderdeel cultuur geen prijsbijstelling is toegepast,
                              met uitzondering van het Nationaal Archief en de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed?
                           
202
Behoort het verminderen van risico’s voor de nationale veiligheid tot de wettelijke
                              taak van hoger onderwijsinstellingen?
                           
203
Kunt u toelichten hoe de extra subsidie van € 1 miljoen in het kader van de herpositionering
                              en duurzame borging van de archief- en bibliotheekfunctie met betrekking tot gendergelijkheid
                              wordt besteed?
                           
204
Welke bestuursorganen en agentschappen van OCW worden bedoeld in verband met de efficiency
                              taakstelling?
                           
X Noot
                     
1
AWTI: Adviesraad voor wetenschap, technologie en innovatie
X Noot
                     
2
hbo: hoger beroepsonderwijs
X Noot
                     
3
Kamerstuk 36 600 VIII, nr. 141
X Noot
                     
4
mbo: middelbaar beroepsonderwijs
X Noot
                     
5
RIF: Regionaal Investeringsfonds mbo
X Noot
                     
6
Bijlage van Kamerstuk 36 471, nr. 37 (documentnummer 2024D19455), blz. 16
X Noot
                     
7
LAKS: Landelijk Aktie Komitee Scholieren
X Noot
                     
8
Ibidem
X Noot
                     
9
Ibidem
X Noot
                     
10
po: primair onderwijs
X Noot
                     
11
vo: voortgezet onderwijs
X Noot
                     
12
lpo: loon- en prijsontwikkeling
X Noot
                     
13
Ibidem
X Noot
                     
14
NIS2: tweede versie van de Europese Network and Information Security
X Noot
                     
15
wo: wetenschappelijk onderwijs
X Noot
                     
16
Ibidem
X Noot
                     
17
(v)so: (voortgezet) speciaal onderwijs
X Noot
                     
18
CBS: Centraal Bureau voor de Statistiek
X Noot
                     
19
Ibidem
X Noot
                     
20
vmbo: voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs
X Noot
                     
21
bol: beroeps opleidende leerweg
X Noot
                     
22
bbl: beroepsbegeleidende leerweg
X Noot
                     
23
EER: Europese Economische Ruimte
X Noot
                     
24
DUO: Dienst Uitvoering Onderwijs
X Noot
                     
25
Ibidem
X Noot
                     
26
Website Rechtspraak, 3 december 2024, «Minister moet beter uitleggen waarom hbo-student
                        geen prestatiebeurs krijgt voor universitaire master», https://www.rechtspraak.nl/Organisatie-en-contact/Organisatie/Rechtbank…
X Noot
                     
27
WEB: Wet educatie en beroepsonderwijs
X Noot
                     
28
CPI: Consumentenprijsindex
X Noot
                     
29
Kamerstuk 26 600 VIII, nr. 147
X Noot
                     
30
Ibidem
X Noot
                     
31
Ibidem
X Noot
                     
32
PBSS: Professionalisering en Begeleiding Starters en Schoolleiders
X Noot
                     
33
Kamerstuk 32 034, nr. 58
X Noot
                     
34
ho: hoger onderwijs
X Noot
                     
35
Ibidem
X Noot
                     
36
NPO: Nederlandse Publieke Omroep
X Noot
                     
37
CABR: Centraal Archief Bijzondere Rechtspleging
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
 L. Bromet, voorzitter van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 
              
                  Mede ondertekenaar
 C.H. Bosnjakovic , adjunct-griffier
Stemmingsuitslagen
Aangenomen met handopsteken
| Fracties | Zetels | Voor/Tegen | Vergissing | 
|---|---|---|---|
| PVV | 37 | Voor | |
| GroenLinks-PvdA | 25 | Voor | Vergissing | 
| VVD | 24 | Voor | |
| NSC | 20 | Voor | |
| D66 | 9 | Tegen | |
| BBB | 7 | Voor | |
| CDA | 5 | Tegen | |
| SP | 5 | Tegen | |
| ChristenUnie | 3 | Tegen | |
| DENK | 3 | Tegen | |
| FVD | 3 | Tegen | |
| PvdD | 3 | Tegen | |
| SGP | 3 | Tegen | |
| Volt | 2 | Tegen | |
| JA21 | 1 | Voor | 
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.
