Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over het Jaarverslag 2024 van de Regionale Toetsingscommissies Euthanasie (RTE) (Kamerstuk 32647-110)
2025D23120 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
In de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport bestond bij enkele fracties
behoefte een aantal vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Staatssecretaris van
Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het jaarverslag 2024 van de Regionale Toetsingscommissies
Euthanasie (RTE)1.
De voorzitter van de commissie,
Mohandis
Adjunct-griffier van de commissie,
Meijerink
Inhoudsopgave
I.
Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de PVV-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de BBB-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de SGP-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de ChristenUnie-fractie
II.
Reactie van het kabinet
I. Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de PVV-fractie
De leden van de PVV-fractie hebben kennisgenomen van het jaarverslag 2024 van de Regionale
Toetsingscommissies Euthanasie (RTE) en hebben hierover nog enkele vragen en opmerkingen.
De leden van de PVV-fractie lezen in het jaarverslag dat een aanzienlijke stijging
van het aantal euthanasie meldingen is gerapporteerd van in totaal 9.958 meldingen.
Dit zou een toename van 10% betekenen ten opzichte van 2023. Zijn er feiten bekend
die kunnen verklaren waardoor dit percentage zo is toegenomen in één jaar tijd? Wat
zijn hiervan de onderliggende oorzaken?
De leden van de PVV-fractie lezen dat in het RTE-verslag een beroep wordt gedaan op
de aanwezigheid van psychiatrische expertise, wanneer het een patiënt betreft met
dementie. De leden van de PVV-fractie vragen zich af in hoeverre hier nu voldoende
expertise voor beschikbaar is. Gezien de toenemende vergrijzing zal ook het aantal
patiënten met dementie toenemen en dus ook het beroep op de psychiatrische expertise.
Hoe is Nederland hier nu op voorbereid? Is er nog steeds voldoende capaciteit in 2030
en 2035?
De leden van de PVV-fractie vragen zich af wat er volgens het Expertisecentrum Euthanasie
bekend is over de toename van (jonge) vrouwen die een verzoek voor euthanasie indienen.
Zijn hiervoor achterliggende oorzaken bekend? Waarom betreft dit vooral vrouwen, en
ook nog op jonge leeftijd?
Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie hebben met veel belangstelling kennisgenomen
van het jaarverslag over 2024 van de RTE. Zij hebben nog enkele vragen en opmerkingen
hierbij.
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie zouden allereerst graag complimenten willen
uitspreken voor de zorgvuldigheid van het jaarverslag. Wanneer kan verwacht worden
dat de doorlooptijden weer «normaal» zullen zijn en wat is hierin de ambitie? Hoe
ziet het preventief noodplan eruit om in de toekomst te voorkomen dat zich langere
doorlooptijden voordoen? Is er extra financiering of fte’s nodig om de doorlooptijden
snel op peil te brengen en te houden?
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie hebben tijdens het gesprek met de RTE op 14 mei
2025 begrepen dat er een herziening van de euthanasiecode zal plaatsvinden. Wat houdt
deze herziening in? Op welke concrete punten is herziening gewenst en op basis van
welke input wordt dit bepaald?
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie hebben ook nog enkele vragen met betrekking
tot (eventuele) wachttijden bij het Expertisecentrum Euthanasie. Zijn de huidige wachttijden
bij het Expertisecentrum Euthanasie voor euthanasie bij psychisch lijden bekend? Hoe
lang is het gemiddelde traject, waarbij rekening gehouden wordt met een inclusief
traject en het eventueel inzetten van alternatieven?
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van het Jaarverslag 2024 van de RTE.
De leden van de VVD-fractie hebben verschillende opmerkingen en vragen aangaande dit
jaarverslag.
De leden van de VVD-fractie lezen in hoofdstuk 2 van het jaarverslag dat er 427 meldingen
zijn geweest van euthanasie bij patiënten met een vorm van dementie. Hoewel de RTE
aangeeft dat de gegevens nog niet volledig zijn, geeft ze aan dat er in zes gevallen
sprake was van wilsonbekwaamheid, waarbij het «eerder opgestelde schriftelijke euthanasieverzoek
kwam in de plaats van een mondeling verzoek». Dit aantal – zes gevallen – lijkt nogal
in contrast te staan met de grote hoeveelheid mensen die een wilsverklaring of levenstestament
hebben opgesteld, met name de mensen met een dergelijke verklaring of testament over
hun wensen omtrent dementie en euthanasie. Kan het kabinet nader toelichten wat de
formele status is van een levenstestament of wilsverklaring in een euthanasietraject
bij dementie? Kan het kabinet aantonen dat er voldoende voorlichting is over deze
formele status? Kan het kabinet zich uitspreken of zij vindt dat deze formele status
voldoet aan de verwachtingen van mensen omtrent hun wilsverklaring of levenstestament?
Kan het kabinet haar rol en/of nadere rol hierin schetsen?
De leden van de VVD-fractie lezen in hoofdstuk 2 van dit jaarverslag dat er 397 meldingen
zijn geweest van euthanasie bij patiënten met een stapeling van ouderdomsaandoeningen.
Kan het kabinet nader toelichten hoe deze «categorie» euthanasie zich verhoudt tot
de potentieel nieuwe «categorie» euthanasie die mogelijk wordt bij het Initiatiefvoorstel-Podt
Wet toetsing levenseindebegeleiding van ouderen op verzoek?2 Kan het kabinet aangeven welke juridische verschillen er zijn en hoe deze zich met
elkaar verhouden?
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
Met interesse hebben de leden van de D66-fractie kennisgenomen van de brief van de
Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over Levensbeëindiging en het
jaarverslag 2024 van de RTE. Daartoe hebben deze leden verdere vragen.
Uit het jaarverslag 2024 van de RTE is gebleken dat er in zes gevallen niet voldaan
is aan de zorgvuldigheidseisen bij een uitgevoerd euthanasieverzoek. Hierbij werd
in vijf gevallen aan één criterium niet voldaan, in één geval werd aan twee criteria
niet voldaan. De leden van de D66-fractie vinden het van groot belang dat de uitvoerende
professionals zich veilig en voldoende geïnformeerd voelen. Zij moeten daarmee in
staat worden gesteld om hun werk op de juiste manier en aan de hand van de criteria
uit te voeren. Daartoe vragen de leden van de D66-fractie of er behoefte is aan meer
scholing voor artsen en psychiaters. Of is er eventueel meer behoefte aan intervisie,
zodat er ook meer ruggenspraak en zekerheid voor artsen ontstaat?
Daarnaast maken de leden van de D66-fractie zich zorgen over de financiering voor
ThaNet die dreigt te stoppen. ThaNet is een professioneel netwerk dat als doel heeft
de zorg voor patiënten met een psychiatrische stoornis met een aanhoudende doodswens
of geassisteerde doodswens te verbeteren. ThaNet speelt een ontzettend belangrijke
rol bij het verlenen van goede zorg in Nederland: zij richten zich niet enkel op psychiaters,
maar op alle zorgprofessionals die met deze doelgroep werkt in ggz-instellingen, ziekenhuizen
en academische centra. Echter loopt de subsidie die ThaNet vanuit het Ministerie van
Volksgezondheid, Welzijn en Sport ontvangt aan het einde van dit jaar af, waarbij
er geen zicht is op verlenging. Alles wat ThaNet als belangrijke organisatie de afgelopen
jaren heeft opgebouwd, zou daarmee compleet wegvallen. Daartoe vragen de leden van
de D66-fractie of de Minister dit als wenselijk ziet met het oog op het waarborgen
van goede zorg. Daarnaast vragen deze leden wat de plannen van de Minister zijn om
toch te zorgen dat het bestaan van ThaNet niet in gevaar komt. Op welke termijn zal
de Kamer hierover geïnformeerd worden?
Daarnaast maken de leden van de D66-fractie zich zorgen over de capaciteit waarover
de RTE beschikt en het functioneren van de organisatie in de aankomende jaren, gezien
de stijging van het aantal euthanasieverzoeken en de verhoogde complexiteit van bepaalde
verzoeken. Daartoe vragen de leden van de D66-fractie of de RTE over voldoende formatie
en een toereikende begroting beschikt om hun belangrijke taak uit te blijven voeren,
ook met het zicht op de komende jaren. Bestaan er al plannen om dit probleem te voorkomen?
Zo ja, welke plannen zijn dit en op welke termijn zal de Kamer hierover geïnformeerd
worden?
Vragen en opmerkingen van de leden van de BBB-fractie
De leden van de BBB-fractie hebben met ontzetting kennisgenomen van het jaarverslag
2024 van de RTE.
Deze leden schrikken van de stijging in het aantal euthanasiegevallen, met 10% tot
9.958 meldingen en tot 5,8% van het totaal aantal sterfgevallen. De RTE geeft aan
dat er geen aanleiding is te veronderstellen dat deze stijging snel tot een einde
zal komen. De leden van de BBB-fractie maken zich grote zorgen over deze ontwikkeling.
Herkent de Staatssecretaris zich in het beeld dat euthanasie steeds meer een reguliere
behandeloptie wordt in plaats van een uiterste noodgreep? Welke concrete stappen onderneemt
de Staatssecretaris om te voorkomen dat euthanasie in Nederland verder normaliseert?
Hoewel de RTE meldt dat in de meeste gevallen zorgvuldig wordt gehandeld, werd in
zes gevallen vastgesteld dat niet aan de wettelijke zorgvuldigheidseisen is voldaan.
Elk geval van onzorgvuldigheid is er wat betreft de leden van de BBB-fractie één te
veel. De leden van BBB-fractie vragen: hoe beoordeelt de Staatssecretaris het feit
dat ondanks het zorgvuldigheidssysteem toch zes gevallen niet aan de eisen voldeden?
Welke verbetermaatregelen acht de Staatssecretaris noodzakelijk om deze risico’s verder
te minimaliseren?
Het verslag meldt dat in 2024 opnieuw euthanasie is verleend aan een minderjarige
patiënt. Daarnaast zijn er meldingen van euthanasie bij patiënten met psychisch lijden.
De leden van de BBB-fractie vinden het schrikbarend dat euthanasie bij minderjarigen
en mensen met psychische aandoeningen steeds vaker voorkomt. Vindt de Staatssecretaris
het verantwoord dat in Nederland euthanasie mogelijk is bij minderjarigen, terwijl
wetenschappelijk bekend is dat jongeren nog volop in ontwikkeling zijn? Welke extra
waarborgen worden er getroffen om te voorkomen dat euthanasie wordt ingezet bij onzekere
uitzichtloosheid, zoals bij jongeren en mensen die psychisch lijden? Hoe waarborgt
de Staatssecretaris dat euthanasie geen «vluchtroute» wordt voor mensen die onvoldoende
toegang hebben tot passende zorg, bijvoorbeeld in de GGZ?
De RTE signaleert dat de doorlooptijd van beoordelingen in het najaar van 2024 is
opgelopen tot 60 à 70 dagen, mede door capaciteitsproblemen. Inmiddels is dit verbeterd,
maar de leden van de BBB-fractie vragen: welke structurele maatregelen worden genomen
om de capaciteit van de RTE op peil te houden, zodat beoordelingen tijdig en zorgvuldig
kunnen plaatsvinden?
De leden van de BBB-fractie zijn van mening dat Nederland een grens heeft bereikt.
Euthanasie mag nooit verworden tot een normale medische handeling of een uitweg voor
maatschappelijke tekorten in zorg en ondersteuning. Zij roepen de Staatssecretaris
op om stevig op de rem te trappen, de menselijke waardigheid centraal te stellen en
het maatschappelijk debat over de grenzen van euthanasie actief te voeren.
Vragen en opmerkingen van de leden van de SGP-fractie
De leden van de SGP-fractie hebben met bezorgdheid kennisgenomen van het jaarverslag
over 2024 van de RTE. Net als in voorgaande jaren nam ook in 2024 het aantal gevallen
van euthanasie verder toe en het einde van de toename lijkt nog niet in zicht. De
leden van de SGP-fractie vinden het daarom van groot belang dat er nader onderzoek
gedaan wordt naar de oorzaken en achtergronden van de stijging. Begin 2025 is dit
onderzoek van start gegaan.3 Zij vragen of de cijfers van 2024 ook bij dit onderzoek betrokken kunnen worden.
De leden van de SGP-fractie lezen dat de (afscheidnemend) voorzitter van de RTE blij
is met het maatschappelijk debat over euthanasie vanwege psychisch lijden bij jongeren.
Volgens hem leidt debat leidt tot herbevestiging of juist aanpassing van maatschappelijke
normen. Hij schrijft verder dat «de wettelijke normering van euthanasie en de controle achteraf door de RTE een mooi
voorbeeld zijn van de potentie die onze democratische rechtsstaat heeft om grote maatschappelijke
tegenstellingen te overbruggen en te komen tot een breed gedragen oplossing voor een
fundamenteel dilemma. Zo’n oplossing is naar haar aard een compromis. De uitdaging
is om dit compromis niet te laten verstarren maar te laten meedeinen met de tijd.
De open normen in de wet maken dit mogelijk binnen de harde grenzen die de wet ook
stelt.» De leden van de SGP-fractie vragen de Staatssecretaris hierop te reflecteren. Kan
hij zich voorstellen dat de wetgever op enig moment besluit om de grenzen van de euthanasiewet
aan te scherpen omdat zij de normen te open geformuleerd vindt, bijvoorbeeld ten aanzien
van euthanasie bij psychisch lijden?
De leden van de SGP-fractie constateren een toename van zogenaamde «duo-euthanasie».
Dit kwam in 2024 54 keer voor (107 euthanasiemeldingen). Hoe kijkt de Staatssecretaris
naar deze ontwikkeling? Is er volgens hem sprake van een «trend» en zo ja, hoe wenselijk
vindt hij dat?
Het valt de leden van de SGP-fractie bij vergelijking van jaarverslagen van de RTE
op dat het lastig is om een meerjarige vergelijking te maken van het verband tussen
leeftijden en oorzaken voor euthanasie. Er zijn door de jaren heen steeds verschillende
leeftijdscohorten gehanteerd en informatie wordt gefragmenteerd gepresenteerd in de
jaarverslagen waardoor het lastig is om bepaalde ontwikkelingen in kaart te brengen
of verbanden te leggen. De leden van de SGP-fractie vragen de Staatssecretaris om
– in overleg met de RTE – te bezien hoe deze informatie beschikbaar gesteld kan worden.
Is het mogelijk om de harde data die ten grondslag ligt aan de jaarverslagen te publiceren,
of wordt dit reeds gedaan?
Vragen en opmerkingen van de leden van de ChristenUnie-fractie
De leden van de ChristenUnie-fractie merken op dat de stijging van het aantal meldingen
van euthanasie ten opzichte van het totale sterftecijfer van 5,4% naar 5,8% hen zorgen
baart. Deze leden hopen dat het onderzoek naar de oorzaken van deze stijging inzicht
biedt in de oorzaken en onderliggende bewegingen.
De leden van de ChristenUnie-fractie vragen de Staatssecretaris of de capaciteit van
de RTE nog voldoende is nu het aantal meldingen blijft toenemen, het afgelopen jaar
een achterstand is opgelopen, en weer ingehaald, en het van het grootste belang blijft,
niet in het minst vanwege de complexe doelgroepen als mensen met dementie en psychiatrisch
lijden, om de beoordeling zorgvuldig te laten verlopen. Is de Staatssecretaris het
met de leden van de ChristenUnie-fractie eens dat vereenvoudiging van het toetsingsproces
niet aan de orde is en geen oplossing is voor het omgaan met de toenemende meldingen?
De leden van de ChristenUnie-fractie vragen een reflectie van de Staatssecretaris
en de RTE op de gang van zaken nu. Kan de Staatssecretaris aangeven welke dilemma’s
of discussiepunten de RTE grosso modo ziet door alle casussen heen? Deze leden vragen
de Staatssecretaris ook of de RTE vindt dat de huidige zorgvuldigheidseisen en de
manier van toetsen nog passen bij de meldingen die ze ontvangen.
Kan de Staatssecretaris reflecteren op de manier van verslaglegging van alle euthanasietoetsingen,
namelijk met een kwantitatief jaarverslag waarin de verschillende karakteristieken
van de jaarcijfers wordt gegeven, zo vragen de leden van de ChristenUnie-fractie.
Vindt de Staatssecretaris het jaarverslag op deze manier nog steeds een afdoende kwaliteitsinstrument,
zo vragen deze leden.
Wat vindt de Staatssecretaris ervan dat de RTE in afwijking van de richtlijnen van
de Nederlandse Vereniging van Psychiatrie lagere eisen stellen aan de euthanasieprocedure,
zo vragen de leden van de ChristenUnie-fractie.
De leden van de ChristenUnie-fractie vragen of het Openbaar Ministerie of de Inspectie
Gezondheidszorg en Jeugd meldingen ontvangen hebben over oordelen van de RTE die het
predicaat zorgvuldig niet verdienden. Welke vervolgstappen hebben deze instanties
vervolgens gezet?
De leden van de ChristenUnie-fractie maken zich zorgen over de stijging van het aantal
meldingen van euthanasie bij patiënten met dementie of psychiatrie, van respectievelijk
27% en 59% tussen 2023 en 2024. Heeft de Staatssecretaris al enig beeld van de oorzaken
van deze stijging? Worden deze meest recente cijfers betrokken bij het onderzoek naar
de stijging van euthanasiemeldingen?
De leden van de ChristenUnie-fractie vragen hoeveel van de 30 patiënten met een psychiatrische
stoornis onder de 30 jaar vrouw is. Wat was hun gemiddelde leeftijd? Hoeveel verschillende
artsen waren betrokken, als eerste behandelaar, bij deze 30 patiënten?
Wat vindt de Staatssecretaris van de toename van het aantal duo-euthanasie-meldingen? Hoe wordt in het proces naar toestemming absoluut gegarandeerd
dat er geen sprake is van dwang of drang van de partner of naaste, zo vragen de leden
van de ChristenUnie-fractie. Is het voldoende dat beide mensen door een andere SCEN-arts
worden bezocht?
De leden van de ChristenUnie-fractie vragen hoeveel tijd een RTE-lid gemiddeld besteedt
aan een melding die als niet-vragen-oproepend (NVO) is geselecteerd. Wat wordt ten
aanzien van een NVO-melding op een digitale vergadering besproken? Hoeveel meldingen
worden per digitale vergadering gemiddeld besproken? Hoeveel tijd besteedt een RTE-lid
gemiddeld aan een melding die vragen oproept of als zodanig is geselecteerd?
Wat was de aard van de twintig meldingen die in de «discussieruimte» zijn geplaatst,
zo vragen de leden van de ChristenUnie-fractie. Hoeveel leden mengen zich gemiddeld
in een discussie over een dergelijke melding?
II. Reactie van het kabinet
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M. Mohandis, voorzitter van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport -
Mede ondertekenaar
J.J. Meijerink, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.