Memorie van toelichting : Memorie van toelichting
36 725 C Wijziging van de begrotingsstaat van het provinciefonds voor het jaar 2025 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota)
Nr. 2
MEMORIE VAN TOELICHTING
A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL
Wetsartikel 1
De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van
artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel
strekt ertoe om voor het jaar 2025 wijzigingen aan te brengen in de begrotingsstaat
voor het provinciefonds. Het in de begrotingsstaat opgenomen begrotingsartikel wordt
in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).
Wetsartikel 3
Ingevolge artikel 5, eerste lid, van de Financiële-verhoudingswet hebben provincies gezamenlijk recht op het bedrag dat in de begroting als verplichting
voor het totaal van de algemene uitkering is opgenomen. Ingevolge artikel 5, tweede
lid, van de Financiële-verhoudingswet hebben de provincies gezamenlijk recht op de bedragen die in de begroting als verplichting
voor het totaal van de integratie-uitkeringen en het totaal van de decentralisatie-uitkeringen
zijn opgenomen.
De in dit wetsartikel opgenomen bedragen zijn niet rechtstreeks uit de begrotingsstaat
af te leiden. De bedragen worden nader onderbouwd in deze memorie van toelichting.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, J.J.M. Uitermark
De Staatssecretaris van Financiën,
T. van Oostenbruggen
B. BEGROTINGSTOELICHTING
1. Leeswijzer
De eerste suppletoire begroting geeft een beeld van de uitvoering van de begroting
2025. De stand van de eerste suppletoire begroting wordt opgebouwd vanaf de stand
van de vastgestelde begroting 2025.
Door wijzigingen in beleid van verschillende departementen kan worden overgegaan tot
het beleggen of juist weghalen van taken bij provincies. Indien dit gepaard gaat met
een toevoeging aan of een uitname uit het provinciefonds, wordt dit begrotingstechnisch
verwerkt. In de tabel met belangrijkste mutaties worden de mutaties groter dan € 10,0
mln. weergegeven.
Vanaf de eerste suppletoire begroting 2025 wordt in de tabel budgettaire gevolgen
van beleid een extra kolom toegevoegd voor het presenteren van de extrapolatie voor
het jaar 2030.
2. Beleid
2.1. Overzicht belangrijke uitgaven- en ontvangstenmutaties
Tabel 1 Belangrijkste suppletoire uitgaven- en ontvangstenmutaties 2025 (eerste suppletoire
begroting) (bedragen x € 1.000)
Uitgaven 2025
Uitgaven 2026
Uitgaven 2027
Uitgaven 2028
Uitgaven 2029
Uitgaven 2030
Vastgestelde begroting 2025
3.552.438
3.337.500
3.297.605
3.294.735
3.293.795
0
Belangrijkste suppletoire mutaties
1) Bijstelling accrestranche 2025
36.387
34.185
33.777
33.748
33.647
32.635
2) Afrekening ruimte onder plafond BCF 2024
172.800
0
0
0
0
0
3) Extrapolatie 2030
0
0
0
0
0
3.276.565
4) Overige mutaties
17.324
10.720
6.851
5.200
3.200
1.200
Stand 1e suppletoire begroting 2025
3.778.949
3.382.405
3.338.233
3.333.683
3.330.642
3.310.400
Toelichting
1. Bijstelling accrestranche 2025
Op basis van de geactualiseerde bbp-ontwikkeling voor 2025 wordt de accrestranche
2025 overgeheveld naar het Provinciefonds. Het betreft een bedrag van € 36,4 mln.
in 2025 aflopend naar structureel € 32,6 mln. vanaf 2030.
2. Afrekening ruimte onder plafond BCF 2024
Het BTW compensatiefonds (BCF) kent jaarlijks een plafond. Wanneer er aan het eind
van het jaar minder gedeclareerd is dan het vastgestelde plafond, dan wordt het restant
naar rato toegevoegd (dan wel onttrokken in het geval van een overschrijding) aan
het provinciefonds en gemeentefonds. Dit betreft de definitieve afrekening van de
ruimte onder het plafond. Bij Miljoenennota 2025 heeft er reeds een voorlopige afrekening
plaatsgevonden. Ten opzichte hiervan wordt het bedrag met € 172,8 mln. gecorrigeerd.
3. Extrapolaties 2030
In miljoenennotajaar 2025 is het jaar 2030 toegevoegd aan de begroting. De middelen
voor 2030 zijn via de extrapolatie in de 1e suppletoire begroting toegevoegd.
3. Beleidsartikelen
3.1. Artikel 1 provinciefonds
In onderstaande tabel worden voor de verplichtingen, de uitgaven en de ontvangsten
de budgettaire gevolgen van beleid van het provinciefonds weergegeven. Hiermee worden
de integrale uitgaven die samenhangen met de samengestelde beleidsdoelstelling (het
nastreven van een adequate omvang van het provinciefonds en het nastreven van een
adequate verdeling van de middelen over de provincies) inzichtelijk gemaakt.
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 2 Budgettaire gevolgen van beleid Artikel 1 provinciefonds (bedragen x € 1.000)
Ontwerpbegroting (1)
Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2)
Vastgestelde begroting (3=1+2)
Mutaties 1e suppletoire begroting (4)
Stand 1e suppletoire begroting (5=3+4)
Mutatie 2026
Mutatie 2027
Mutatie 2028
Mutatie 2029
Mutatie 2030
Verplichtingen
3.552.438
0
3.552.438
226.508
3.778.946
44.905
40.628
38.948
36.847
3.310.400
Uitgaven
3.552.438
0
3.552.438
226.511
3.778.949
44.905
40.628
38.948
36.847
3.310.400
Financiering provincies
Bijdragen aan medeoverheden
Algemene uitkering
3.353.395
0
3.353.395
209.187
3.562.582
34.185
33.777
33.748
33.647
3.282.272
Decentralisatie-uitkeringen
198.943
0
198.943
17.324
216.267
10.720
6.851
5.200
3.200
28.028
Kosten Financiële verhoudingswet
Opdrachten
Onderzoeken verdeelsystematiek
100
0
100
0
100
0
0
0
0
100
Ontvangsten
3.552.438
0
3.552.438
226.511
3.778.949
44.905
40.628
38.948
36.847
3.310.400
Toelichting
Algemeen
Het aandeel juridisch verplicht bedraagt bij het provinciefonds 100%.
Bijdragen aan medeoverheden
Algemene uitkering
Dit betreft de uitkering aan alle provincies, die ten goede komt aan de algemene middelen
van de provincies. De uitkering is gebaseerd op artikel 5, eerste lid, van de Financiële-verhoudingswet. Een toelichting op de belangrijkste mutaties is opgenomen in.
Decentralisatie-uitkeringen
Naast de algemene uitkering kent het provinciefonds ook decentralisatie-uitkeringen.
De decentralisatie-uitkeringen zijn gebaseerd op de artikel 5, tweede lid, van de
Financiële-verhoudingswet. Een toelichting op de belangrijkste mutaties is opgenomen in. Een overzicht van
de decentralisatie-uitkeringen is opgenomen in.
Opdrachten
Onderzoeken verdeelsystematiek
Dit betreft het budget dat elk jaar is gereserveerd voor de uitvoering van onderzoeken
op het vlak van de omvang en verdeling van het provinciefonds en het onderhoud van
het betaalsysteem.
4. Bijlagen
4.1. Overzicht decentralisatie-uitkeringen
Tabel 3 Overzicht decentralisatie-uitkeringen (bedragen x € 1.000)
Omschrijving
Uitgaven 2025
Uitgaven 2026
Uitgaven 2027
Uitgaven 2028
Uitgaven 2029
Uitgaven 2030
Aanpak vakantieparken
200
200
0
0
0
0
Bestuursafspraak Friese taal en cultuur OCW
375
375
375
375
0
0
Deltaprogramma Waddengebied
60
26
0
0
0
0
Drugsdumpingen
1.500
0
0
0
0
0
Friese taal 2025
1.485
0
0
0
0
0
Friese taal en cultuur
268
268
268
268
0
0
Fryske Akademie
1.559
1.559
1.559
1.559
1.559
1.559
Gebiedsbiografie Stedendriehoek
41
0
0
0
0
0
Hergebruik stedelijk afvalwater
250
250
250
0
0
0
Interbestuurlijk Toezicht domein erfgoed
818
818
818
818
818
818
Landelijke beëindigingsregeling veehouderijlocaties Lbv en Lbv-plus
1.008
0
0
0
0
0
Monumenten
20.000
20.000
20.000
20.000
20.000
20.000
Na-ijlende effecten mijnbouw
647
647
647
647
647
647
Nationale Databank Flora en Fauna
1.000
1.200
1.200
1.200
1.200
1.200
Nationale Parken
2.188
3.643
0
0
0
0
Natuur bij Energieprojecten
1.957
0
0
0
0
0
Natuurbrandpreventie en -mitigatie
530
0
0
0
0
0
Natuurherstelverordening vereist
452
0
0
0
0
0
Onderzoek Interbestuurlijk Toezicht
60
0
0
0
0
0
Ontwikkeling economische agenda
452
0
0
0
0
0
OV op peil houden
74.420
74.420
0
0
0
0
Regionaal OV tarief
67.387
67.387
0
0
0
0
RES regio's
2.619
2.619
2.619
2.619
2.619
2.619
Tegemoetkoming begunstigden GLB-regeling ANLb
77
0
0
0
0
0
Toekomstbestendig maken energiebeleid
1.112
0
0
0
0
0
Veilig wonen
85
85
0
0
0
0
Verbeterprogramma VHR
1.651
1.651
1.651
0
0
0
Verbreding en vernieuwing provincies
2.000
2.000
2.000
2.000
0
0
Verkeersveiligheid
1.185
1.185
1.185
1.185
1.185
1.185
Waddenfonds
28.878
28.878
0
0
0
0
Weerbaar bestuur kleine gemeenten
2.000
2.000
2.000
2.000
2.000
0
Wijziging betalingsverloop decentralisatie-uitkeringen 2024
3
0
0
0
0
0
Totaal:
216.267
209.211
34.572
32.671
30.028
28.028
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
J.J.M. Uitermark, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties -
Mede ondertekenaar
T. van Oostenbruggen, staatssecretaris van Financiën
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.