Lijst van vragen : Lijst van vragen inzake Aankondiging eerste nota van wijziging inzake Wijziging van onder meer de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek in verband met het stellen van voorschriften met betrekking tot de onderwijstaal, de mogelijkheid regie te voeren op een doelmatig onderwijsaanbod en de toegankelijkheid van het hoger onderwijs (Wet internationalisering in balans) en reactie op het amendement van het lid Bontenbal c.s. over dekking van het maatregelenpakket voor de OCW-begroting (Kamerstuk 36600-III-12) (Kamerstuk 36555-11)
2025D10243 LIJST VAN VRAGEN
De vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft een aantal vragen voorgelegd
                  aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over de brief d.d. 7 februari
                  2025 betreffende de Aankondiging eerste nota van wijziging inzake het wetsvoorstel Wet internationalisering
                     in balans (Kamerstuk 36 555, nr. 11).
De voorzitter van de commissie,
Bromet
Adjunct-griffier van de commissie,
Huls
Nr
Vraag
                         
                         
1
Kunt u een overzicht geven van de instroom van internationale studenten per onderwijsinstelling,
                              per regio en per opleiding van 2020 tot heden?
                           
2
Kunt u een overzicht geven per onderwijsinstelling van de opleidingen die vermoedelijk
                              zullen verdwijnen na inwerkingtreding van de Wet internationalisering in balans?
                           
3
Wat zijn de effecten van de maatregelen die onderwijsinstellingen nu al nemen ter
                              beteugeling van de instroom van internationale studenten?
                           
4
Welke maatregelen nemen de ons omringende landen (België, Duitsland, Frankrijk) in
                              het kader van de instroom van internationale studenten?
                           
5
Kunt u een overzicht geven van de ontwikkelingen in het aandeel anderstalig onderwijs
                              aan hogescholen en universiteiten van 2020 tot heden?
                           
6
Hoe wordt bij de toets anderstalig onderwijs (hierna: TAO) rekening gehouden met veranderende
                              omstandigheden in het hoger onderwijsstelsel, zoals een sterk dalende instroom en
                              de verslechterende financiële positie van onderwijsinstellingen?
                           
7
Op welke manier wordt bij het toepassen van de TAO rekening gehouden met arbeidsmarktkrapte?
                              Welke cijfers en analyses liggen daaraan ten grondslag?
                           
8
Welke maatregelen worden getroffen om te voorkomen dat de uitwerking van het amendement
                              van het lid Bontenbal c.s. disproportioneel invloed heeft op universiteiten die niet
                              binnen of in de nabijheid van de genoemde regio’s liggen?1
9
Hoe verhouden de invoering van de Wet internationalisering in balans en de TAO zich
                              tot de andere aangekondigde bezuinigingen op het hoger onderwijs?
                           
10
Welke maatregelen bent u van plan te treffen om mogelijke negatieve effecten van de
                              Wet internationalisering in balans en de TAO, in combinatie met de andere bezuinigingen
                              op het hoger onderwijs, op de kwaliteit van onderwijs en onderzoek te beperken?
                           
11
Op welke wijze krijgt het amendement van het lid Martens-America over een capaciteitsfixus
                              op trajecten binnen een opleiding vorm in de uitwerking van de Wet internationalisering
                              in balans?2
12
Wat zijn de juridische effecten om het regiocriterium op wetsniveau te borgen ten
                              opzichte van een algemene maatregel van bestuur (hierna: AMvB) en wat zijn de uitvoeringseffecten?
                           
13
Wordt de aangekondigde nota van wijziging en daarmee ook het wetsvoorstel Wet internationalisering
                              in balans, vanwege de enorm veranderde omstandigheden, opnieuw ter advies gelegd bij
                              de Afdeling advisering van de Raad van State? Zo nee, wordt er ander juridisch advies
                              ingewonnen? Wanneer wordt dit advies met de Kamer gedeeld?
                           
14
Welke universiteiten en hogescholen vallen onder de definitie «krimpregio» van het
                              Nationaal Programma Vitale Regio’s?
                           
15
Is er een verschil tussen de definitie «krimpregio» van het Nationaal Programma Vitale
                              Regio’s en de eerder limitatieve lijst krimpregio’s uit de concept-AMvB TAO?
                           
16
Wat wordt verstaan onder «nabijheid» en hoe kan de definitie «nabijheid» juridisch
                              worden geobjectiveerd? Welke opties zijn er om «nabijheid» af te bakenen?
                           
17
Wat zijn de gevolgen voor hoger onderwijsinstellingen die niet in (de nabijheid van)
                              een krimpregio liggen? Worden de bezuinigingen voor deze hoger onderwijsinstellingen
                              hoger?
                           
18
Wat is de meest actuele stand van zaken met betrekking tot de taakstelling op internationale
                              studenten en de dalende studentaantallen uit de referentieramingen?
                           
19
Hoeveel ontslagen zullen er vallen vanwege de taakstelling vermindering aantal studenten?
20
Welke stappen worden er gezet om studies zoals Duits en Frans in Nederland te behouden?
21
Wat zijn de indirecte budgettaire gevolgen van de Wet internationalisering in balans?
22
Wat houden «de out-of-the-box opties in bijlage 3» in?3 Kunnen deze opties worden gedeeld met de Kamer?
23
Wat is de verdeling van de taakstelling vermindering internationale studenten tussen
                              hbo en wo?
                           
24
Hoe vaak is overleg gevoerd met de vakbonden over de Wet internationalisering in balans
                              alsmede over de taakstelling vermindering internationale studenten? Hoe vaak is door
                              u overlegd met instellingen en hoe vaak met studenten?
                           
25
Er is landelijk een duidelijke daling zichtbaar van de instroom van eerstejaars bachelorstudenten;
                              wat is het effect hiervan op de Wet internationalisering in balans? Is er een risico
                              dat studentenaantallen dusdanig dalen dat het universitair onderwijs (in de regio)
                              in gevaar komt?4
26
Gegeven de dalende instroom van studentenaantallen; zou het niet verstandiger zijn
                              om eerst te onderzoeken wat de arbeidsmarktbehoefte in de regio’s is alvorens verdere
                              maatregelen te nemen?
                           
27
Wat betekent het nabijheid-criterium bijvoorbeeld concreet voor de Wageningen Universiteit
                              en de Radboud Universiteit, gezien de ligging van deze instellingen?
                           
28
Op basis van welke criteria wordt bepaald of een onderwijsinstelling in de nabijheid
                              van een krimpregio ligt?
                           
29
Houdt u voldoende rekening met het feit dat bij de invulling van de vacatures in het
                              Beethoven/Brainport-project in de regio onvoldoende kan worden opgeleid voor alle
                              vacatures en dat er 4.000 van de vacatures daar moeten worden ingevuld met studenten
                              uit de regio Arnhem/Nijmegen?
                           
30
Op welke manier vermindert de afbakening de administratieve lasten voor instellingen
                              in de betreffende regio’s wanneer zij alsnog de TAO moeten doorlopen?
                           
31
Worden criteria 1 (taalbeleid) en 3 (geheel van voorzieningen in het hoger onderwijs)
                              van de TAO op een andere manier beoordeeld of niet getoetst bij instellingen die binnen
                              de afbakening vallen?
                           
32
Is het mogelijk de TAO te laten vervallen voor bestaande opleidingen die binnen dezelfde
                              opleidingscode zowel in het Nederlands als in het Engels worden aangeboden?
                           
33
Hoe wordt de medezeggenschap betrokken bij de totstandkoming van de Wet internationalisering
                              in balans?
                           
34
Kunt u een overzicht geven welke vakgroepen bij universiteiten in de afgelopen twee
                              jaar zijn verdwenen en kunt u een overzicht geven welke studies in het wo, hbo en
                              mbo zijn verdwenen in de afgelopen twee jaar? Kunt u daarnaast een overzicht geven
                              welke studies en vakgroepen onder druk staan en op het punt staan om te verdwijnen
                              of wegbezuinigd te worden?
                           
35
Hoeveel internationale studenten zijn er minder ingeschreven in het collegejaar 2024–2025
                              ten opzichte van het voorgaande jaar?
                           
36
Wat zijn de gevolgen van de daling van het aantal internationale studenten in het
                              hoger onderwijs voor de bekostiging van onderwijsinstellingen?
                           
37
Kunt u aangeven hoeveel bestaande opleidingen de TAO zouden moeten doorlopen als het
                              Wetsvoorstel internationalisering in balans in werking treedt?
                           
38
Zal inwerkingtreding van het Wetsvoorstel internationalisering in balans leiden tot
                              extra kosten voor onderwijsinstellingen en is hierin voorzien bij de totstandkoming
                              van de OCW-begroting?
                           
39
Klopt het dat het creëren van een Nederlandstalige variant van een opleiding naast
                              een Engelstalige variant met een numerus fixus nadelig uitwerkt voor de slagingskans
                              voor de TAO?
                           
40
Welke impactanalyses zijn er uitgevoerd met betrekking tot de economische gevolgen
                              van de taakstelling voor regio-universiteiten?
                           
41
Klopt het dat niet-EER-studenten de Nederlandse belastingbetaler geen geld kosten
                              en dat deze studenten door hun uitgaven juist geld voor Nederland opleveren?
                           
42
Wat zijn de gevolgen voor de kennisinstellingen in krimp- en grensregio’s wat betreft
                              toenemende regeldruk en administratieve lasten van de in de Kamerbrief aangekondigde
                              maatregelen?
                           
43
Welke gevolgen hebben de in de Kamerbrief aangekondigde maatregelen voor het verbeteren
                              van het verdienvermogen van krimp- en grensregio’s en hun bijdragen aan een goede
                              en gezonde regionale arbeidsmarkt?
                           
44
Wat zijn de gevolgen voor kennisinstellingen in krimp- en grensregio’s wanneer de
                              Wet internationalisering in balans en de TAO worden ingevoerd en de ingeboekte bezuiniging
                              van € 293 miljoen moet zijn ingevuld?
                           
45
Op welke wijze zal de in het amendement van het lid Bontenbal c.s. aangegeven € 125
                              miljoen ter verzachting van de negatieve effecten in de krimp- en grensregio’s ook
                              ten bate van dit doel worden ingezet?
                           
46
Kunt u ingaan op wat het in het licht van doelmatigheid betekent voor een Engelstalige
                              opleiding als hier een Nederlandstalige variant naast staat?
                           
47
Zijn er impactanalyses van de economische gevolgen
voor alle hogescholen en universiteiten gemaakt en kunt u deze met de Kamer delen?
48
Geeft een capaciteitsfixus op een Engelstalige opleiding bij een aanvraag een voordeel
                              op doelmatigheid ten opzichte van een opleiding zonder fixus?
                           
49
Kunt u nader duiden wat het precieze verschil is van het verankeren van het regio-criterium
                              in de wet ten opzichte van in een AMvB?
                           
50
Wat was er op AMvB-niveau niet mogelijk of onzeker dat met deze wettelijke verankering
                              wel mogelijk dan wel zeker wordt?
                           
51
Op welke manier is er bij de nader door u te zenden limitatieve lijst van regio’s
                              maatwerk mogelijk?
                           
52
Kunnen er in de toekomst regio’s bijkomen of afvallen?
X Noot
                     
1
Kamerstuk 36 600 III, nr. 12.
X Noot
                     
2
Kamerstuk 36 410 VIII, nr. 45.
X Noot
                     
3
Beslisnota bij Kamerstuk 36 555, nr. 11 (2025D05414), p. 5.
X Noot
                     
4
Onderwijsraad, 21 februari 2025, «Omgaan met dalende studentenaantallen».
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
 L. Bromet, voorzitter van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 
              
                  Mede ondertekenaar
 M.H.M. Huls, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.
