Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over het Project Verwerving Combat Counter-UAS (Kamerstuk 27830-458)
2025D06185 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Binnen de vaste commissie voor Defensie hebben de onderstaande fracties de behoefte
vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Staatssecretaris van Defensie over het
Project Verwerving Combat Counter-UAS.
De voorzitter van de commissie,
Kahraman
Adjunct-griffier van de commissie,
Manten
Inhoudsopgave
I
Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de PVV-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de NSC-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de BBB-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de SGP-fractie
II
Antwoord/Reactie van de Minister
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de PVV-fractie
De leden van de PVV-fractie hebben de brief van de Staatssecretaris van Defensie met
interesse gelezen en hebben nog enkele vragen.
De leden van de PVV-fractie zien deze nieuwe aan te schaffen capaciteit als een essentiële
stap waarmee de Nederlandse krijgsmacht inspeelt op een van de dominante trends in
de huidige manier van oorlog voeren. De leden van de PVV-fractie vragen de Staatssecretaris
of hij kan garanderen dat de aan te schaffen capaciteit blijvend ter beschikking zal
staan van de Nederlandse krijgsmacht en dus niet zal worden geschonken of uitgeleend
aan derde landen.
De leden van de PVV-fractie vragen de Staatssecretaris hoe de Nederlandse industrie
en kennisinstituten betrokken zijn of worden bij de productie en verwerving van de
Combat Counter-UAS capaciteit en of er mogelijkheden zijn om Nederland in de toekomst
wellicht zelf de productie van de benodigde munitie of reserveonderdelen op zich te
laten nemen. Kan de Staatssecretaris hier nu al zo gedetailleerd mogelijk op ingaan
in plaats van te wachten tot de Rapportage Industrieel Participatiebeleid?
De leden van de PVV-fractie vragen de Staatssecretaris of hij kan ingaan op de risico’s
die Nederlandse militairen zullen lopen als zij ingezet worden in het hoogste geweldsspectrum
terwijl zij nog niet beschikken over de Combat Counter-UAS capaciteit.
De leden van de PVV-fractie vragen de Staatssecretaris of hij kan ingaan op de verhouding
tussen het trainen van personeel met een simulatie versus het trainen door middel
van operationeel gebruik van de Combat Counter-UAS capaciteit in een fysieke omgeving.
Kan hij de voor- en nadelen van beide methoden benoemen?
De leden van de PVV-fractie vragen de Staatssecretaris of hij kan ingaan op de beperking
van de milieubelasting als reden om door middel van simulatiesystemen te trainen en
welke milieugerelateerde regelgeving hier specifiek bedoeld wordt. Kan de Staatssecretaris
daarnaast ingaan op hoe hij de beperkende milieuregelgeving ziet in het licht van
de noodzaak van de wederopbouw van de Nederlandse krijgsmacht?
De leden van de PVV-fractie vragen de Staatssecretaris of hij verder kan toelichten
hoe hij gezien de grote personeelstekorten binnen de krijgsmacht deze capaciteit gaat
bemannen met voldoende gekwalificeerd personeel en wat hij concreet en specifiek bedoelt
met de zin «Defensie vergroot het personeelsbestand door bij de algemene wervingsinspanning
meer militairen aan te nemen».
De leden van de PVV-fractie vragen de Staatssecretaris van Defensie of hij uitgebreider
kan ingaan op de risico’s aangaande de implementatie van de verschillende IT-systemen
en of hij naast «nauw contact tussen Defensie en de leveranciers» verdere maatregelen
neemt om de risico’s te mitigeren.
Vragen en opmerkingen van de leden van de NSC-fractie
De leden van de NSC-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de A/D-brief
voor de verwerving van Combat Counter-UAS d.d. 29 januari 2025. Deze leden hebben
enkele vragen aan de Staatssecretaris over de inhoud van de brief ten aanzien van
de verwerving van de Combat Counter-UAS.
De leden van de NSC-fractie vinden het belangrijk dat er op alle fronten samengewerkt
wordt, waarbij de overheid de regie pakt. Samenwerking tussen Defensie, kennisinstellingen
en Nederlandse bedrijven is belangrijker dan ooit. Kan de Staatssecretaris aangeven
hoe Defensie haar rol pakt in een breder ecosysteem, als het gaat om de ontwikkeling
van drones en counter drones systemen? Kan de Staatssecretaris toelichten welke samenwerkingen
er al zijn met kennisinstellingen en Nederlandse bedrijven op het gebied van (counter-)drone-technologie?
Ten aanzien van de inzet van deze Combat Counter-UAS systemen hebben de leden van
de NSC-fractie ook nog enkele vragen aan de Staatssecretaris. De systemen zullen bij
levering onderdeel worden van het Defensie Grondgebonden Luchtverdedigings Commando
(DGLC). Met het oog op de ontwikkelingen van het Nationaal Programma Ruimte voor Defensie
(NPRD), is het de vraag of de vliegbasis mogelijk heropend wordt. Hoe ziet de Staatssecretaris
counter-drone-oefeningen op de Vredepeel samengaan met een eventuele heropening van
de vliegbasis? Is er voldoende oefencapaciteit beschikbaar?
De leden van de NSC-fractie hebben vernomen dat het personeelsbestand met 125 arbeidsplaatsen
wordt uitgebreid. Het gaat hierbij ook om schaars technisch personeel. Voorziet de
Staatssecretaris voldoende personeel te kunnen werven en inzetten voor DGLC? Kan de
Staatssecretaris toelichten hoe er in de eerste jaren onderhoud verzorgd wordt wanneer
er bijvoorbeeld een uitzending plaatsvindt met de systemen?
Daarnaast willen de leden van de NSC-fractie meer toelichting over de juridische aspecten
rondom het oefenen met Combat Counter-UAS systemen. Zijn er op dit moment wettelijke
knelpunten en beperkingen ten aanzien van het gebruik van counter drone systemen,
zoals dat ook het geval is bij de inzet van militaire drones?
Vragen en opmerkingen van de leden van de BBB-fractie
De leden van de BBB-fractie hebben met veel interesse de brief verwerving Combat Counter
Unmanned Aircraft Systems (UAS) gelezen, mede omdat dit aansluit bij de eerder aangenomen
motie over een sterkere Nederlandse luchtverdediging (Kamerstuk 36 600 X, nr. 18). Het is goed dat het Nederlandse bedrijfsleven hierbij betrokken wordt en dat er
gekeken wordt naar niet alleen Europese samenwerking, maar ook naar hoe de luchtverdediging
meer op Europese schaal vormgegeven kan worden, ook al is hiervoor nog een lange weg
te gaan. De leden van de BBB-fractie hebben hierbij nog wel een aantal vragen en/of
opmerkingen.
Uit een expertmeeting met verschillende organisaties bleek dat bij massale droneaanvallen
eigenlijk alleen lasersystemen nog nut zouden hebben. De leden van de BBB-fractie
zijn benieuwd hoe zich dit verhoudt tot dat wat nu besteld gaat worden. Hoe kunnen
wij ons daartegen bewapenen?
In de brief staat verder dat Defensie door deze aanschaf afweer heeft om infanteriebrigades
te beschermen, maar de leden van de BBB-fractie vragen zich af hoe dat zit met de
capaciteit om ook onze bevolkingscentra te kunnen beschermen. Zonder bevolking is
er ook geen leger nodig en in diverse conflicten die op dit moment spelen worden juist
dichtbevolkte bevolkingscentra hard getroffen. Wordt daarop ook ingezet conform de
eerdere aangenomen motie hierover, zo ja hoe? (Kamerstuk 36 600 X, nr. 18). Zo nee, waarom niet?
De leden van de BBB-fractie begrepen dat de Skyranger30 een langere levensduur zou
hebben door de interoperabiliteit met andere landen die deze ook hebben gekocht. Hoe
zit het met de houdbaarheid en levensduur van de aan te kopen systemen in het algemeen
en is dat meegenomen in de overwegingen tot aanschaf en kosten/baten analyse? Deze
leden vragen zich af hoe lang gaan deze systemen zullen meegaan.
Recentelijk nog werden kostbare en schaarse (Patriot)systemen uitgeleend ten behoeve
van de oorlog in de Oekraïne. Dit leidde bij de leden van de BBB-fractie naast instemming
ook tot zorgen. Hoe kan bij deze aanschaf bijvoorbeeld verzekerd worden dat deze nu
wel echt voor de bescherming van Nederland gebruikt blijven worden?
Vragen en opmerkingen van de leden van de SGP-fractie
De leden van de SGP-fractie hebben de A/D-brief gelezen en danken het kabinet voor
het toezenden daarvan. Deze leden zien de noodzaak van het gelaagde luchtverdedigingssysteem
tegen verschillende dreigingen inclusief drones. Voorgenoemde leden waarderen ook
dat dit wapensysteem aangeschaft gaat worden en de reden voor versnelling. Zij hebben
daarnaast nog enkele vragen.
Hoe dicht bij de infanterietroepen en het overige grondoptreden wordt er gewerkt met
deze Combat C-UAS-capaciteit en vraagt dit nog extra training voor het geïntegreerde
optreden, zo vragen de leden van de SGP-fractie.
Hoeveel industriële participatie hebben de overige gebruikers die reeds de Skyranger30
op ACSV-basis of andere voertuigen gebruiken, zo vragen de leden van de SGP-fractie.
Deze leden zijn voorstander van Nederlandse industriële participatie, maar vragen
zich af waar de ruimte daarvoor is bij Military Off The Shelf (MOTS) systemen. Graag
zien deze leden een toelichting op hoe dit bij overige gebruikers loopt.
Zijn er reeds afspraken over onderhoud gemaakt met de leverancier van het kanonsysteem,
zo vragen de leden van de SGP-fractie. Zo ja, is dat onderhoud dan op locatie bij
DGLC en de eenheden of dichtbij de fabrikant zelf vragen de voorgenoemde leden? De
leden vragen dit om te kijken hoe onderhoud en beschikbaarheid zich tot elkaar verhouden.
De leden van de SGP-fractie zijn benieuwd naar de Innovatieparagraaf en de mogelijke
toekomstige wapensystemen waarmee uitgebreid kan worden. Is het uitbreiden naar High
Energy Laser of andere systemen op dezelfde voertuigen iets wat Defensie in de toekomst
zou ambiëren, zo vragen de leden van de SGP-fractie.
II Antwoord/Reactie van de Minister
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
I. Kahraman, voorzitter van de vaste commissie voor Defensie -
Mede ondertekenaar
N.E. Manten, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.