Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over o.a. Maximaal haalbare kwaliteit van het adresgegeven in de Basisregistratie Personen (BRP) (Kamerstuk 27859-170)
2024D48282 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Binnen de vaste commissie voor Digitale Zaken hebben enkele fracties de behoefte om
enkele vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Staatssecretaris van Binnenlandse
Zaken en Koninkrijksrelaties (Digitalisering en Koninkrijksrelaties) over de brieven
d.d. 6 november 2023 «Stand van zaken Basisregistratie personen 2023» (Kamerstuk 27 859, nr. 178), d.d. 25 oktober 2023 «Antwoorden op vragen commissie over de reactie op de motie
van het lid Leijten over de Kamer informeren over wetten, pilots en andere alternatieven
die zijn ontstaan in de ministeriële commissie aanpak fraude» (Kamerstuk 35 772, nr. 41), d.d. 13 juli 2023 «Advies AcICT (Adviescollege ICT) Toekomst Basisregistratie Personen
(BRP)» (Kamerstuk 27 859, nr. 176), d.d. 5 juli 2023 «Onderzoek naar de (on)mogelijkheden en risico’s van digitale
identiteitsvaststelling en -verificatie» (Kamerstuk 25 764, nr. 142), d.d. 23 mei 2023 «Advies Raad van State inzake Derdenbesluit BRP» (Kamerstuk 27 859, nr. 174), d.d. 1 mei 2023 «Inwerkingtreding wetswijziging BRP Landelijke Aanpak Adreskwaliteit»
(Kamerstuk 35 772, nr. 40), d.d. 13 april 2023 «Openbaarmaking van informatie over Landelijke Aanpak Adreskwaliteit»
(Kamerstuk 27 859, nr. 173), d.d. 5 april 2023 «Reactie op verzoek commissie over een afschrift brief aan de
Nationale ombudsman inzake het beleid voor briefadressen in de Basisregistratie Personen
(BRP)» (Kamerstuk 27 859, nr. 171), d.d. 5 april 2023 «Uitkomsten onderzoek risicoprofiel project Landelijke Aanpak
Adreskwaliteit (LAA) 2015» (Kamerstuk 27 859, nr. 172) en d.d. 23 december 2022 «Maximaal haalbare kwaliteit van het adresgegeven in de
Basisregistratie Personen (BRP)» (Kamerstuk 27 859, nr. 170).
De voorzitter van de commissie,
Palmen
Adjunct-griffier van de commissie,
Van der Haas
Inhoudsopgave
I. Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de PVV-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de GL-PvdA-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de NSC-fractie
II. Antwoord/reactie van de bewindspersoon
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de PVV-fractie
De leden van de PVV-fractie hebben kennisgenomen van de stukken behorende bij het
in een schriftelijk overleg omgezet commissiedebat «Basisregistratie Personen» van
28 november 2024. Naar aanleiding hiervan hebben deze leden nog enkele vragen.
De leden van de PVV-fractie lezen in Kamerstuk 27 859, nr. 178 dat er een jaar na inwerkingtreding van de wijziging van de Wet Basisregistratie
Personen (Wet BRP) voor de Landelijke Aanpak Adreskwaliteit (LAA), die op 15 mei 2023
in werking is getreden (35 772, nr. 40), een invoeringstoets zou worden uitgevoerd waaruit de effecten op burgers en betrokken
uitvoeringsorganisaties zouden blijken. In de brief van 20 september 2024 (27 859, nr. 180), waarvan opgemerkt moet worden dat deze niet geagendeerd stond voor deze activiteit,
lezen deze leden vervolgens dat de Kamer eind 2024 over de uitkomsten van deze toets
zal worden geïnformeerd. Zij zouden gaarne vernemen wanneer deze resultaten nu ook
daadwerkelijk gedeeld zullen worden.
Vragen en opmerkingen van de leden van de GL-PvdA-fractie
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie hebben kennisgenomen van de stukken en hebben
hierover vragen en opmerkingen. Deze leden vinden het van groot belang dat de politiek
een kritische blik behoudt op de Basisregistratie Personen (BRP), omdat dit de wijze
bepaalt waarop persoonsgegevens van alle Nederlanders bewaard worden.
Om te beginnen benadrukken de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie dat de BRP een
bron is van zeer gevoelige gegevens. Deze leden vinden dat toegang hiertoe geminimaliseerd
moet worden, om onnodige koppeling van profielen van burgers te voorkomen. Zij vragen
of de Staatssecretaris meer kan vertellen over artikel 2.37c van de Wet BRP, waarin
de profileringsbevoegdheid is opgenomen. Kan de Staatssecretaris concreet maken in
welke gevallen gegevens uit de BRP opgeroepen mogen worden, bijvoorbeeld aan zogenaamde
«casustafels»? Is twijfel over de juistheid van een adres genoeg reden om een heel
profiel van iemand te verstrekken aan instanties? Hoe wordt hier invulling gegeven
aan dataminimalisatie? Krijgen burgers een melding als hun gegevens zijn opgeroepen
of worden verwerkt? Zo niet, vindt de Staatssecretaris dit wel wenselijk?
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie stellen bovendien dat de bevoegdheid om nadere
regels per algemene maatregel van bestuur vast te stellen, zonder voor- of nahangprocedure,
de mogelijkheid voor de Kamer om bij te sturen op hoe de overheid met persoonsgegevens
omgaat moeilijk maakt. Kan de Staatssecretaris toezeggen dat zij aanpassingen in de
profileringsbevoegdheid tijdig en expliciet aan de Kamer vermeldt, met een degelijke
onderbouwing van het nut en de noodzaak hiervan? Welke mogelijkheid biedt de Staatssecretaris
de Kamer om daarop bij te sturen?
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie lezen dat er in het hierboven genoemde wetsartikel
sprake is van maatregelen om menselijke tussenkomst te waarborgen. Kan de Staatssecretaris
concreet maken hoe deze tussenkomst nu is georganiseerd bij het verwerken van de gegevens?
Welk onafhankelijk toezicht is er op de juiste verwerking en het naleven van dataminimalisatie?
Kan de Staatssecretaris expliciet maken wat er wordt bedoeld met het recht om «de
gegevens in ieder geval [te] analyseren aan de hand van profielen of in het kader
van een onderzoek naar patronen»? Welke ruimte laat «in ieder geval» in dit artikel
om verder te gaan? Wanneer is het besluit om gegevens te verwerken voldoende gerechtvaardigd
onder artikel 2.37c?
Stand van zaken BRP 2023 (Kamerstuk 27 859, nr. 178)
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie hebben vragen en opmerkingen over deze brief.
Deze leden moedigen de ontwikkelingen op het gebied van dataminimalisatie, met onder
andere het Experimentbesluit Dataminimalisatie BRP, van harte aan. Wel benadrukken
zij dat het niet bij experimenten moet blijven. Zij zijn van mening dat de overheid
uit moet gaan van vertrouwen en niet bij elke vraag om gegevens een heel profiel in
moet kunnen zien, om onterechte verdachtmakingen en onnodige privacy-inbreuken te
voorkomen.
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie vragen of de Application Programming Interface
(API), die het mogelijk maakt om minimale BRP-gegevens op te roepen, in plaats van
alle losse gegevens, nu gereed is. Zo niet, wanneer is dit wel het geval en wordt
het gebruik hiervan verplicht, zo vragen deze leden. Als deze gereed is, kan de Staatssecretaris
dan inzicht bieden in hoe breed de API nu in gebruik is en welke instanties hier nog
geen gebruik van maken? Op welke termijn verwacht de Staatssecretaris dat de API overal
in gebruik is? Welke instanties maken nu expliciet géén gebruik van de API en hebben
zij hiervoor een goede reden? In gevallen waar de API niet wordt gebruikt: hoe wordt
erop toegezien dat losse gegevens die wel ontvangen worden maar niets te maken hebben
met de gestelde vraag niet alsnog worden gebruikt als rechtvaardiging om iemand te
onderzoeken en meer data te koppelen?
Over de LAA hebben de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie ook nog vragen. Heeft de
aangekondigde invoeringstoets nu al plaatsgevonden, zo vragen deze leden. Zo niet,
wanneer wordt deze gedeeld met de Kamer? Welke zorgen heeft de Staatssecretaris precies
over de uitvoerbaarheid van de landelijke aanpak? Bovendien vragen zij in hoeverre
onjuiste adresgegevens de werkzaamheden van publieke instanties belemmeren. Komt het
voor dat instanties die met elkaar een casus bespreken, waarin beiden constateren
dat het adres van een individu niet klopt, dit als rechtvaardiging zien om meer gegevens
met elkaar te delen en aan elkaar te koppelen? Kan de Staatssecretaris uitsluiten
dat dit gebeurt? Deze leden vragen u om waakzaam te zijn voor dit soort gevallen,
omdat gebrekkige adreskwaliteit vaak geen fout van de burger betreft en dit wel als
reden kan worden aangedragen om hen met wantrouwen door te lichten.
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie lezen dat de Staatssecretaris de afgelopen
tijd onvoldoende realisatiekracht heeft kunnen organiseren om de Ontwikkelagenda BRP
uit te voeren. Kan de Staatssecretaris dit beter uitleggen? Wat betekent «realisatiekracht»?
Hoe gaat de Staatssecretaris er bij de herijkte Ontwikkelagenda voor zorgen dat dit
wel op orde is? Verder vragen deze leden om een toelichting op welke punten de Ontwikkelagenda
concreet is veranderd,
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie zien dat het doorontwikkelen van de BRP een
blijvend punt van aandacht is. Het is van groot belang dat mensen zich laagdrempelig
kunnen inschrijven om volwaardig mee te doen aan de maatschappij. Deze leden zijn
benieuwd hoe de recente investeringen bij enkele gemeenten om sneller arbeidsmigranten,
statushouders en asielzoekers in te kunnen schrijven tot stand zijn gekomen. Denkt
de Staatssecretaris na over een grootschalige aanpak, zodat elke gemeente de achterstanden
in kan halen? Per wanneer verwacht de Staatssecretaris dat de registratieketen op
orde is? Kan de Staatssecretaris bovendien een stand van zaken geven over de invoering
van het burgerservicenummer (BSN) op de BES-eilanden?
Tot slot vragen de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie om nader uiteen te zetten
welke rol de Staatssecretaris als coördinerend bewindspersoon binnen de regering speelt
om zorg te dragen voor de verdere ontwikkeling van de BRP. Welke collega-bewindspersonen
zijn betrokken bij dit proces en van welk departement verwacht de Staatssecretaris
op welk moment actie?
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de brieven
die op de agenda staan voor het onderhavige schriftelijke overleg. Graag willen deze
leden de Staatssecretaris daarover een aantal vragen stellen.
De leden van de VVD-fractie maken zich zorgen over het Ontwikkelprogramma BRP. Het
is een omvangrijk ICT-programma en het onderzoek van het Adviescollege ICT uit 2023
geeft een zorgelijk beeld met daarbij aanbevelingen van structurele aard. Hoe kijkt
de Staatssecretaris aan tegen het Ontwikkelprogramma BRP? Kan de Staatssecretaris
duiden hoe de toekomst van het Ontwikkelprogramma BRP zich verhoudt tot de plannen
voor de ontwikkeling van de Nederlandse Digitaliseringsstrategie en het digitale Huis
van Thorbecke?
De leden van de VVD-fractie begrijpen dat er momenteel wordt gewerkt aan het wegwerken
van achterstanden bij de inschrijvingen in de BRP en daarmee aan de achterstanden
bij het verstrekken van BSN-nummers. Hoeveel mensen wachten op dit moment op inschrijving?
Zijn er wachttijden in bepaalde gemeenten? Of hebben alle gemeenten met deze achterstanden
te maken? Wanneer zijn de problemen bij het inschrijven naar verwachting opgelost?
Is er extra geld uitgetrokken voor deze operatie? Zo ja, hoeveel? Betreft het alleen
statushouders en asielzoekers? Of is er ook bij andere groepen sprake van een achterstand?
De leden van de VVD-fractie beamen dat een grote slag geslagen kan worden bij de registratie
van adressen in de BRP. Zeker als het gaat om de tijdelijke verblijven van arbeidsmigranten
zagen/zien we in de praktijk dat registraties uitblijven of onzorgvuldig plaatsvinden.
Hiertoe heeft de Staatssecretaris terecht een aantal verbeteringen doorgevoerd in
de wetgeving om de registratie voor deze groep niet-ingezetenen te verbeteren. Er
zou een invoeringstoets gedaan worden. Kan de Staatssecretaris al iets zeggen over
de uitkomsten hiervan? Zo ja, wat zijn de bevindingen? In het verlengde hiervan vragen
deze leden wat de status is van het experiment met vijf gemeentes om tijdelijke verblijfadressen
van niet-ingezetenen te registreren en deze op te geven bij het Ministerie van Binnenlandse
Zaken en Koninkrijksrelaties. Kan de Kamer een brief ontvangen met de uitkomsten van
dit experiment en de betekenis ervan voor de BRP?
De leden van de VVD-fractie lezen dat het uitwisselen van persoonsgegevens tussen
publieke dienstverleners hét grootste knelpunt is dat volgens de Staat van de Uitvoering
moet worden aangepakt. Wat zijn de plannen van de Staatssecretaris voor het bevorderen
van gegevensuitwisseling uit de BRP met andere publieke dienstverleners?
Kan de Staatssecretaris de Kamer informeren over de experimenten die vallen onder
het Besluit experiment Dataminimalisatie, zo vragen de leden van de VVD-fractie? Zo
ja, wanneer kan de Kamer daarover een brief verwachten?
Vragen en opmerkingen van de leden van de NSC-fractie
De leden van de NSC-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de verschillende
rapportages en updates met betrekking tot de BRP en het registratiestelsel. Deze leden
hebben hierover enkele vragen en opmerkingen aan de Staatssecretaris.
De leden van de NSC-fractie constateren dat arbeidsmigranten en andere groepen burgers
die tijdelijk in Nederland verblijven vaak onvoldoende inzicht hebben in hun registratie
in de BRP en de implicaties hiervan. Welke stappen onderneemt de Staatssecretaris
om de informatievoorziening over de registratie en het verschil tussen ingezetenen
en niet-ingezetenen te verbeteren, zowel voor burgers als de betrokken instanties?
De leden van de NSC-fractie zien dat het Experiment Dataminimalisatie BRP een stap
vooruit is. Kan de Staatssecretaris toelichten welke resultaten tot nu toe zijn behaald
en hoe deze principes breder worden toegepast om de privacy van burgers te waarborgen
en de administratieve lasten te verminderen?
De leden van de NSC-fractie merken op dat onvolledige of foutieve registraties vaak
een grote impact hebben op de rechten van burgers, zoals toegang tot zorg, onderwijs
en sociale voorzieningen. Welke verbeteringen worden er op dit moment door de Staatssecretaris
doorgevoerd om de kwaliteit en juistheid van gegevens in de BRP te waarborgen, met
name in complexe situaties zoals echtscheidingen, geboorten en overlijdens in het
buitenland?
Naar aanleiding van eerdere debatten en onderzoeken over het gebruik van risicoprofielen
binnen de LAA vragen de leden van de NSC-fractie hoe de Staatssecretaris ervoor wil
zorgen dat dergelijke profielen transparant en toetsbaar blijven en dat negatieve
effecten voor burgers worden geminimaliseerd. Deze leden zijn ook benieuwd welke extra
waarborgen er sinds de eerdere evaluaties zijn toegevoegd.
II Antwoord/reactie van de bewindspersoon
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.T.P.H. Palmen, voorzitter van de vaste commissie voor Digitale Zaken -
Mede ondertekenaar
J.P. van der Haas, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.