Lijst van vragen : Lijst van vragen inzake Stand van Defensie najaar 2024 (Kamerstuk 36600-X-4)
2024D37356 Lijst van vragen
De vaste commissie voor Defensie heeft een aantal vragen voorgelegd aan de Minister
van Defensie over de Stand van Defensie najaar 2024 (Kamerstuk 36 600 X, nr. 4).
De voorzitter van de commissie,
Kahraman
Adjunct-griffier van de commissie,
Manten
Nr
Vraag
1
Op welke termijn zou Defensie voldoende personeel beschikbaar hebben om de eerste
hoofdtaak volledig uit te kunnen voeren volgens de gepresenteerde plannen?
2
Kunt u een overzicht geven van hoeveel personeel nodig is om de systemen die de komende
vijf jaar aan Defensie worden geleverd te onderhouden en bemannen, en of Defensie
voldoet aan deze benodigde personele capaciteit?
3
Welke belemmeringen zijn er in de verschillende organisatiedelen van Defensie wat
betreft de personele groei van de organisatie?
4
Welke maatregelen worden op dit moment genomen om in de verschillende organisatieonderdelen
zo spoedig mogelijk de gewenste personele invulling te bereiken?
5
Kunt u toelichten of, en zo ja hoe, er op dit moment met bedrijven en scholen wordt
samengewerkt om de personele invulling van Defensie zo spoedig mogelijk toe te laten
nemen?
6
Welke van de genoemde tekorten op personeel of materieel gebied is het meest cruciaal
om de onderuitputting aan te pakken? Kunt u dit motiveren?
7
Kan het kabinet de Kamer in de toekomst blijvend informeren over de groep Dienjaarmilitairen
en hoe lang zij bij de krijgsmacht blijven werken?
8
Zijn er op dit moment asielzoekers of statushouders werkzaam of worden er op dit moment
asielzoekers of statushouders ingezet binnen de Defensieorganisatie? Zo ja, welke
werkzaamheden vervullen zij, hoe lang werken zij voor Defensie en om hoeveel personen
gaat het?
9
Zijn de aanmeldingen voor het volgende Dienjaar gestegen?
10
Is de MQ-9 Reaper reeds in bewapende versie aangeschaft of geüpdatet om haar bewapening
te ontvangen?
11
Bestaat er een groeipad naar de instroom van 9000 militairen?
12
Hoe realistisch acht u het dat we in 2029 daadwerkelijk een instroom van tenminste
9000 militairen per jaar behalen?
13
Waar is de streefwaarde van 30% vrouwen binnen de krijgsmacht op gebaseerd? Waarom
blijkt dit cijfer ideaal, en beter dan 20, 40, of 50%?
14
Welke maatregelen neemt u om ervoor te zorgen dat de instroom van beroepsmilitairen
volgend jaar de gestelde ambities gaat halen en de uitstroom zo veel mogelijk wordt
beperkt?
15
Gezien het feit dat de opleidingscapaciteit tekortschiet om onze eigen krijgsmacht
te faciliteren, terwijl we wel inzetten op het trainen van strijdkrachten uit Oekraïne,
kunt u aangeven hoeveel achterstand Nederland hierdoor oploopt en hoe deze achterstand
kan worden ingelopen?
16
Kunt u een overzicht geven van deze tekortkomingen in de rechtspositie van reservisten
en per punt een inschatting geven van het effect dat dit heeft op de uitstroom?
17
Op welke manier wordt de rechtpositie verbeterd en op welke termijn kan de Kamer hier
meer informatie over verwachten?
18
Wat is het effect van de inzet van burgers op beroepsmilitaire arbeidsplaatsen op
de gereedheid van de krijgsmacht?
19
Wat is de reden dat de gestelde ambitie wat betreft het aantal deelnemers dat na afloop
van het Dienjaar aan Defensie verbonden blijft 30% bedraagt, als dit percentage bij
de eerste lichting bijna 80% was?
20
Hoe komt het dat de Kwalificatiegraad Defensie ruim 10% achterblijft op de streefwaarde
die Defensie voor midden 2024 heeft gesteld? Om welk type kwalificaties gaat dit en
welke maatregelen worden op dit moment genomen om zo spoedig mogelijk aan de gestelde
streefwaarde van 72,5% te voldoen?
21
Op welke manier gaat Defensie specifieke groepen, waaronder vrouwen, werven en selecteren?
Hoe verschilt dit van de manier waarop tot dusver is geworven en geselecteerd?
22
Op welke andere doelgroepen wil Defensie zich nadrukkelijk gaan richten in het wervingsbeleid?
23
Kunt u specifiek ingaan op welke andere vormen van diversiteit Defensie wil gaan inzetten?
24
Kunt u aangeven welke groep vooral antwoordt te maken te hebben met een (veel) te
hoge werkdruk?
25
Welke acties neemt u om ervoor te zorgen dat de vertrekintentie wegens «verschil tussen
besluitvorming aan de top en de uitvoerbaarheid op de werkvloer» en «trage besluitvorming
en uitvorming» in het komende jaar afnemen?
26
Wat is er in de recente jaren veranderd in het functietoewijzingssysteem?
27
Kunt u concrete voorbeelden noemen die de vertrekintentie «verschil tussen de besluitvorming
aan de top en de uitvoerbaarheid op de werkvloer» illustreren?
28
Kunt u naast het noemen van de aspecten die bijdragen aan de motivatie ook verklaren
waarom er een daling van de motivatie is ten opzichte van de eerste helft van 2023
en waar dit uit voortkomt?
29
Kunt u dieper ingaan op het functietoewijzingssysteem als reden voor een vertrekintentie
en kunt u verklaren waarom deze reden nu in de top drie van redenen van vertrekintentie
is terechtgekomen?
30
Hoe verhoudt de gestegen investeringsnorm zich tot de extra middelen die de komende
jaren voor Defensie beschikbaar zijn? Als materieel zo belangrijk is, zou de extra
inzet daarop zichtbaar moeten zijn in deze stijging van de investeringsnorm, is dat
het geval?
31
Kan nader gekwantificeerd worden in hoeverre de hulp aan Oekraïne ervoor zorgt dat
de voorraden en het aanvullend materieel minder snel worden gerealiseerd en welk effect
dit op lange termijn heeft op de inzetbaarheid van Defensie?
32
Welke aankopen bij een Nederlands bedrijf deed het percentage in de tabel in 2023
stijgen? Is er al zicht op wat dit definitief voor 2024 zal zijn?
33
Kunt u een overzicht geven van de beperkingen in de digitale- en fysieke omgeving
die oefenen beperken?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
I. Kahraman, voorzitter van de vaste commissie voor Defensie -
Mede ondertekenaar
N.E. Manten, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.