Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag schriftelijk overleg over de geannoteerde agenda Milieuraad van 14 oktober 2024 te Luxemburg (Kamerstuk 21501-08-961)
2024D35848 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Binnen de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat hebben verschillende fracties
de behoefte om vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Staatssecretaris van Infrastructuur
en Waterstaat over de geannoteerde agenda van de Milieuraad (Kamerstuk 21 501-08, nr. 961), de Nederlandse inzet op de publieke consultatie voor Europese maatregelen ter stimulering
van emissievrije zakelijke voertuigen (Kamerstuk 22 112, nr. 3947), het verslag informele Milieuraad op 11 en 12 juli 2024 (Kamerstuk 21 501-08, nr. 960) en het verslag Milieuraad van 17 juni 2024 (Kamerstuk 21 501-08, nr. 953).
De voorzitter van de commissie,
P. de Groot
Adjunct-griffier van de commissie,
Wiendels
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Inhoudsopgave
Inleiding
PVV-fractie
GroenLinks-PvdA-fractie
VVD-fractie
NSC-fractie
D66-fractie
BBB-fractie
Inleiding
De leden van de PVV-fractie hebben kennisgenomen van de stukken voor dit schriftelijk
overleg en een aantal vragen en opmerkingen.
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde agenda
voor de Milieuraad op 14 oktober en hebben daarover nog enkele vragen.
De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde agenda voor de
Milieuraad op 14 oktober en hebben daarover nog enkele vragen.
De leden van de NSC-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de geannoteerde
agenda van de Milieuraad van 14 oktober aanstaande en hebben naar aanleiding hiervan
nog enkele vragen.
De leden van de D66-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de geannoteerde
agenda van de Milieuraad van 14 oktober 2024. Zij hebben nog enkele vragen dan wel
opmerkingen.
De leden van de BBB-fractie hebben de stukken gelezen en hebben hierover nog een aantal
vragen.
PVV-fractie
De leden van de PVV-fractie nemen kennis van de agenda, maar vragen zich ook tegelijkertijd
af of de Staatssecretaris rekening houdt met de principes realisme, haalbaarheid en
betaalbaarheid.
De leden van de PVV-fractie wijzen erop dat de Staatssecretaris ook goed in acht moet
nemen dat er geen nieuwe nationale koppen op Europees beleid komen, en moet kijken
naar welke andere bestaande nationale koppen kunnen worden geschrapt.
De leden van de PVV-fractie lezen dat er wat afgereisd wordt in naam van de Milieuraad
of onder het mom van klimaat en milieu. Zo zijn er onder andere bezoeken afgelegd
aan, of staan nog in de planning naar, Zuid-Korea, Colombia, Verenigde Staten, Ethiopië,
Azerbeidzjan, Peru etc. Is het niet beter, ook gezien de ecologische voetafdruk, om
dit soort bijeenkomsten voortaan centraal al dan niet digitaal te houden?
De leden van de PVV-fractie vragen zich af hoe de Staatssecretaris denkt een gifvrij
milieu te realiseren en zien graag zijn reactie tegemoet.
De leden van de PVV-fractie constateren dat het streven is om «alle PFAS uit faseren».
Toch willen deze leden met klem wijzen op dat bijvoorbeeld fluorelastomeren (de variant
van PFAS die níet aangetast wordt door de tijd en bewezen permanent onschadelijk is
voor de omgeving) niet wordt uitgefaseerd.
GroenLinks-PvdA-fractie
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie staan achter de inzet van het Staatssecretaris
op bindende gemeenschappelijke regels en de focus op het voorkomen van de productie
van plastic bij de Verenigde Naties top (VN-top) over plastics in Zuid-Korea. Deze
leden vinden het van groot belang dat dit probleem wereldwijd wordt aangepakt. Wat
doet Nederland als kennisland en koploper in de plastic recycling eraan om lage- en
middeninkomenslanden te helpen? Kunnen er ook aanvullende afspraken gemaakt worden
om importheffingen op te leggen voor producten met virgin plastic uit landen buiten
de Europese Unie (EU)?
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie lezen dat ten aanzien van de EU chemicaliënstrategie
niet alle landen «evenveel haast hebben» om de Chemical Strategy for Sustainability
(CSS) te implementeren. Wat gaat de Staatssecretaris doen om deze landen aan te sporen
de raadconclusies te implementeren? Gaat de Staatssecretaris hierbij ook pleiten voor
minder vrijblijvende Europese maatregelen, zoals aanvullende wetgeving?
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie lezen dat Nederland nog geen National Biodiversity
Strategies and Action Plans (NBSAP) heeft ingediend. In de ontwerpbegroting staat
dat Nederland dat zou doen voorafgaand aan de volgende COP. Het vorige kabinet beloofde
dat deze in de eerste helft van 2024 al naar de Kamer zou komen. Wanneer verwacht
de Staatssecretaris dit plan naar de Kamer te sturen? Op 1 augustus was bovendien
de deadline was voor het indienen van nationale doelen, op basis waarvan de stukken
voor de biodiversiteitstop in oktober worden voorbereid. Heeft Nederland nationale
doelen ingediend? Zo ja, welke zijn dit? Zo nee, waarom heeft Nederland zich niet
aan deze internationale afspraak gehouden?
VVD-fractie
COP16 voor het VN Biodiversiteitsverdrag
Voor de leden van de VVD-fractie is het belangrijk dat er een duidelijke aanpak is
voor een sterke natuur en dat er ruimte is voor vergunningverlening. Zo blijft Nederland
een fijn land om in te wonen, te werken, voedsel te produceren en houden we een sterke
natuur en biodiversiteit. Het hoofdlijnenakkoord beschrijft, als het gaat over het
landbouw- en natuurbeleid, een afspraak om geen nieuwe nationale koppen op Europees
beleid te zetten en bestaande koppen zoveel mogelijk te schrappen. Hoe verhoudt de
inbreng van Nederland voor het Biodiversiteitsverdrag en in het bijzonder haar inbreng
ten aanzien van het Global Biodiversity Framework (GBF) zich met het hoofdlijnenakkoord?
En kan de Staatssecretaris ervoor waken dat door dit framework er geen nieuwe nationale
koppen komen?
Plasticvervuiling
De leden van de VVD-fractie willen circulariteit stimuleren. Deze leden zijn voorstander
van een bijmengverplichting voor bio en gerecyclede plastics. In het hoofdlijnenakkoord
is afgesproken dat er een «nationale circulaire plastics heffing» zal worden ingevoerd.
Hierover is nog veel onduidelijkheid en dit baart deze leden zorgen. Deze leden vinden
het belangrijk dat er wordt nagedacht over hoe circulair plastic op de markt kan concurreren
met goedkoop virgin plastic uit China. Hoe kijkt de Staatssecretaris hiernaar en hoe
wordt dit meegenomen richting de Milieuraad?
Publieke consultatie voor Europese maatregelen ter stimulering van emissievrije zakelijke
voertuigen (Greening Corporate Fleets initiatief)
De leden van VVD-fractie lezen dat er in het hoofdlijnenakkoord staat geschreven dat
de verduurzaming van het wagenpark gestimuleerd blijft worden. Deze leden vinden het
goed dat er onderzoek plaatsvindt en dat scenario’s verder worden onderzocht. De vraag
van deze leden is welke vervolgstappen de Staatssecretaris in beeld heeft voor de
fase erna en wat zijn inzet hierbij is. Deze leden hebben met name interesse in de
uitvoerbaarheid en de impact voor de doelen die behaald moeten worden.
NSC-fractie
De leden van de NSC-fractie hebben met belangstelling gelezen over Nederlandse inzet
om plasticvervuiling op internationaal niveau tegen te gaan. Deze leden onderschrijven
de Nederlandse inzet op «een ambitieus en effectief verdrag met bindende gemeenschappelijke
regels, niet alleen voor het einde van de levenscyclus (afvalfase en aanpak bestaande
vervuiling), maar juist ook voor het begin van de levenscyclus van plastic». Deze
leden vragen of het klopt dat de Verenigde Staten hun houding ten aanzien van het
internationaal plasticverdrag veranderd hebben. En wat zijn verdere obstakels op weg
naar Busan?
De leden van de NSC-fractie vragen hoe de Staatssecretaris de recent aangekondigde
nieuwe restricties onder de chemische-stoffenverordening ten aanzien van het gebruik
van enkele PFAS-subgroepen1 beoordeelt. Hiernaast vragen deze leden of de Staatssecretaris de door Von der Leyen
in haar mission letter gegeven opdracht aan de beoogd Eurocommissaris voor Milieu,
circulaire economie en waterweerbaarheid om met een herziening van de chemische-stoffenverordening
REACH te komen, die de verordening zal vereenvoudigen en een aanpak van PFAS zal bevatten,
onderschrijft.
D66-fractie
De leden van de D66-fractie onderstrepen het belang, en ondersteunen de inzet van
Staatssecretaris om biodiversiteit in alle sectoren en lagen van de overheid te integreren.
De leden van de D66-fractie lezen dat de Staatssecretaris van mening is dat financiële
middelen uit alle bronnen en kanalen moet komen en niet alleen uit publieke gelden
met betrekking tot het Global Biodiversity Framework. Kan de Staatssecretaris toelichten
welke instrumenten en plannen overwogen worden om te zorgen dat er inderdaad financiële
middelen uit alle bronnen en kanalen komen? De Staatssecretaris beschrijft dat er
geen nieuwe ambitieuze doelen besproken zullen worden, maar dat de agendaonderwerpen
met name toezien op uitwerking en ondersteuning van de implementatie van het Global
Biodiversity Framework. Deze leden willen graag opmerken dat de uitwerking minstens
zo belangrijk is als het zetten van doelen. Zij vragen de Staatssecretaris om in te
zetten op ambitieuze en doelmatige uitwerking. Zij vragen de Staatssecretaris tevens
om uitgebreider toe te lichten wat de Nederlandse bijdrage zal zijn hieraan.
De leden van de D66-fractie zijn de Staatssecretaris erkentelijk voor zijn inzet op
«Chemicals Strategy for Sustainability». Deze leden lezen dat de Europese Commissie
op dit moment het restrictievoorstel om PFAS uit te faseren aan het beoordelen is.
Kan de Staatssecretaris toelichten op welke termijn de Commissie met een oordeel zal
komen? Zo nee, kan de Staatssecretaris urgentiegevoel uiten richting de Europese Commissie
en de Europese Commissie verzoeken om een tijdlijn?
BBB-fractie
Biodiversiteitsverdrag
De leden van de BBB-fractie vragen of de Staatssecretaris aandacht kan vragen voor
de huidige problemen die zich voordoen bij zeer strenge interpretatie van natuurinclusief
beleid en regelgeving, zoals het vertragen van bouwprojecten en infrastructuurprojecten.
Kan de Staatssecretaris pleiten voor een degelijk afwegingskader wanneer natuurinclusief
beleid en regelgeving in de weg staat van het creëren van huisvesting, ook met oog
op het recht op adequate huisvesting?
Plasticvervuiling (INC-5)
De leden van de BBB-fractie hebben het kopje «Inzet Nederland» gelezen en zouden de
Staatssecretaris willen vragen om niet alleen transparantie van financieringsstromen
aan te kaarten, maar ook dat financiële investeringen van plasticverwerking in ontwikkelingslanden
ook zichzelf in stand moeten kunnen houden wanneer de financiële middelen,na een eerste
initiële financiering, verminderen. Als ontwikkelingslanden geen instandhoudingsbeleid
maken, zonder concrete punten waarop ze verantwoordelijk voor gehouden kunnen worden,
dreigt het draagvlak voor een dergelijk instrument te verminderen. Kan de Staatssecretaris
aankaarten dat het maken van wederzijdse verantwoordelijkheidsafspraken, en het creëren
van zelf-instandhoudingsbeleid centraal moet staan in dit instrument?
In het laatste kopje «Indicatie krachtenveld» lezen deze leden dat er drie groepen
worden beschreven, maar worden er geen concrete lijsten gemaakt. Zou de Staatssecretaris
kunnen nagaan welke landen in welke groep vallen, en wat van elk land ongeveer de
plasticproductie is?
Implementatie van de EU chemicaliënstrategie
De leden van de BBB-fractie vragen of de Staatssecretaris erop zou kunnen toezien
dat Nederland geen extra stappen neemt die vooruitlopen op EU-beleid, en dat Nederland
gelijkloopt met de mediane implementatietijd van de CSS in vergelijking met andere
EU-landen. Kan de Staatssecretaris eveneens aankaarten dat een gelijk speelveld tussen
EU-landen, en tussen EU-landen en niet-EU landen, gelijk moet zijn, en daarbij ook
specifiek aandacht te vragen voor een gelijk speelveld tussen grote handelslanden
zoals Amerika en China?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
P.C. (Peter) de Groot, voorzitter van de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat -
Mede ondertekenaar
N. Wiendels, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.