Jaarverslag : Bijlagen bij het Financieel jaarverslag van het Rijk 2023
Tweede Kamer der Staten-Generaal
36 560 Financieel Jaarverslag van het Rijk 2023
Nr. 2 BIJLAGEN BIJ HET FINANCIEEL JAARVERSLAG VAN HET RIJK 2023
Ontvangen 15 mei 2024
Vergaderjaar 2023–2024
1 RIJKSREKENING VAN UITGAVEN EN ONTVANGSTEN
Op grond van artikel 2.35, tweede lid, van de Comptabiliteitswet 2016, neemt de Minister van Financiën in het Financieel Jaarverslag van het Rijk de rekening van uitgaven en ontvangsten van het Rijk op. Deze rekening, de Rijksrekening genoemd, is het overzicht op het totaalniveau van de rijksbegroting van alle uitgaven en ontvangsten van de rijksdienst in een jaar die binnen begrotingsverband zijn gerealiseerd. Voor de departementale en niet-departementale begrotingen zijn in tabellen 1.1, 1.2 en 1.3 de verplichtingen, kasuitgaven en kasontvangsten opgenomen. In aanvulling op de gegevens onder de begroting voor Nationale schuld vermelden de tabellen 1.4 en 1.5 de voor 2023 onder de begroting van Nationale schuld oorspronkelijk geraamde en de gerealiseerde rentelasten onderscheidenlijk rentebaten. Deze gegevens zijn opgesteld in overeenstemming met het hier toepasselijke transactiestelsel. De tabellen 1.6 tot en met 1.9 hebben betrekking op baten-lastenagentschappen die, zoals het woord, aangeeft het batenlastenstelsel als begrotingsstelsel hanteren. Tabel 1.10 blijft leeg vanwege het in 2023 niet voorkomen van verplichtingen-kasagentschappen.
In de onderstaande tabellen worden de verschillen in de verschillenkolom niet toegelicht. Voor die toelichtingen wordt verwezen naar de betrokken jaarverslagen. Let op! Door afrondingen kunnen er verschillen ontstaan met de cijfers op de Rijkssaldibalans.
Tabel 1.1 Verplichtingen 2023 van de departementale en niet departementale begrotingen ( x € 1000)
Onderdeel
Oorspronkelijk vastgestelde begroting
Realisatie
Verschil
I
Koning
50.169
56.199
6.030
IIA
Staten-Generaal
210.993
241.929
30.936
IIB
Overige Hoge Colleges van Staat en Kabinetten
164.289
168.792
4.503
III
Algemene Zaken
89.857
91.908
2.051
IV
Koninkrijksrelaties
165.638
141.250
‒ 24.388
V
Buitenlandse Zaken
13.360.878
12.433.022
‒ 927.856
VI
Justitie en Veiligheid
18.420.706
23.366.828
4.946.122
VII
Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
9.237.942
9.831.425
593.483
VIII
Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
52.953.242
56.088.598
3.135.356
IXA
Nationale Schuld1
33.421.977
50.175.587
16.753.610
IXB
Financiën
25.428.966
21.165.959
‒ 4.263.007
X
Defensie
15.007.982
15.931.491
923.509
XII
Infrastructuur en Waterstaat
12.595.707
12.495.274
‒ 100.433
XIII
Economische Zaken en Klimaat
32.919.971
26.066.752
‒ 6.853.219
XIV
Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
2.663.292
2.023.774
‒ 639.518
XV
Sociale Zaken en Werkgelegenheid
50.808.854
48.390.891
‒ 2.417.963
XVI
Volksgezondheid, Welzijn en Sport
36.216.810
51.528.610
15.311.800
XVII
Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
2.907.784
4.967.351
2.059.567
A
Mobiliteitsfonds
9.233.225
10.687.979
1.454.754
B
Gemeentefonds
39.977.613
41.410.629
1.433.016
C
Provinciefonds
2.996.423
3.130.325
133.902
F
Diergezondheidsfonds
24.891
41.984
17.093
H
BES-fonds
53.094
87.850
34.756
J
Deltafonds
2.464.635
1.705.080
‒ 759.555
K
Defensiematerieelbegrotingsfonds
12.312.131
8.836.919
‒ 3.475.212
L
Nationaal Groeifonds
7.702.871
38.880
‒ 7.663.991
Totalen
381.389.940
401.105.286
19.715.346
X Noot
1
Van de Nationale schuld zijn in dit overzicht de verplichtingen opgenomen, exclusief de renteverplichtingen. Voor de renteuitgaven, die op transactiebasis worden verantwoord, zie tabel 1.4.
Tabel 1.2 Kasuitgaven 2023 van de departementale en niet departementale begrotingen ( x € 1000)
Onderdeel
Oorspronkelijk vastgestelde begroting
Realisatie
Verschil
I
Koning
50.169
56.199
6.030
IIA
Staten-Generaal
210.993
237.793
26.800
IIB
Overige Hoge Colleges van Staat en Kabinetten
168.909
175.897
6.988
III
Algemene Zaken
89.857
92.525
2.668
IV
Koninkrijksrelaties
196.454
155.913
‒ 40.541
V
Buitenlandse Zaken
13.113.330
12.145.555
‒ 967.775
VI
Justitie en Veiligheid
19.606.887
22.966.529
3.359.642
VII
Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
9.286.890
9.604.031
317.141
VIII
Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
53.253.766
55.122.878
1.869.112
IXA
Nationale Schuld1
33.421.977
50.175.587
16.753.610
IXB
Financiën
14.179.542
14.559.398
379.856
X
Defensie
15.038.661
15.122.235
83.574
XII
Infrastructuur en Waterstaat
12.981.307
12.333.414
‒ 647.893
XIII
Economische Zaken en Klimaat
27.178.059
13.651.601
‒ 13.526.458
XIV
Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
3.177.915
2.277.463
‒ 900.452
XV
Sociale Zaken en Werkgelegenheid
50.611.204
48.323.431
‒ 2.287.773
XVI
Volksgezondheid, Welzijn en Sport
35.673.691
47.586.476
11.912.785
XVII
Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
4.031.912
3.903.723
‒ 128.189
A
Mobiliteitsfonds
8.723.649
8.367.399
‒ 356.250
B
Gemeentefonds
39.977.613
42.204.804
2.227.191
C
Provinciefonds
2.996.423
3.130.354
133.931
F
Diergezondheidsfonds
32.955
44.490
11.535
H
BES-fonds
53.094
87.850
34.756
J
Deltafonds
1.908.448
1.734.351
‒ 174.097
K
Defensiematerieelbegrotingsfonds
6.678.776
5.613.920
‒ 1.064.856
L
Nationaal Groeifonds
1.195.710
0
‒ 1.195.710
Totalen
353.838.191
369.673.816
15.835.625
X Noot
1
Van de Nationale schuld zijn in dit overzicht de kasuitgaven opgenomen, exclusief de renteuitgaven. Voor de renteuitgaven, die op transactiebasis worden verantwoord, zie tabel 1.4.
Tabel 1.3 Kasontvangsten 2023 van de departementale en niet departementale begrotingen ( x € 1000)
Onderdeel
Oorspronkelijk vastgestelde begroting
Realisatie
Verschil
I
Koning
1.727
1.790
63
IIA
Staten-Generaal
3.865
9.802
5.937
IIB
Overige Hoge Colleges van Staat en Kabinetten
6.040
8.012
1.972
III
Algemene Zaken
7.631
8.958
1.327
IV
Koninkrijksrelaties
1.090.372
88.686
‒ 1.001.686
V
Buitenlandse Zaken
2.785.406
1.339.955
‒ 1.445.451
VI
Justitie en Veiligheid
1.605.046
1.614.621
9.575
VII
Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
679.570
1.059.887
380.317
VIII
Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
1.665.440
2.024.243
358.803
IXA
Nationale Schuld1
69.005.506
70.649.769
1.644.263
IXB
Financiën
201.164.293
222.644.894
21.480.601
X
Defensie
142.234
222.910
80.676
XII
Infrastructuur en Waterstaat
42.871
46.750
3.879
XIII
Economische Zaken en Klimaat
18.637.558
7.919.806
‒ 10.717.752
XIV
Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
101.396
170.666
69.270
XV
Sociale Zaken en Werkgelegenheid
2.300.813
3.344.597
1.043.784
XVI
Volksgezondheid, Welzijn en Sport
168.122
1.349.652
1.181.530
XVII
Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
50.130
135.409
85.279
A
Mobiliteitsfonds
8.723.649
8.503.381
‒ 220.268
B
Gemeentefonds
39.977.613
42.204.703
2.227.090
C
Provinciefonds
2.996.423
3.130.354
133.931
F
Diergezondheidsfonds
39.987
40.978
991
H
BES-fonds
53.094
87.850
34.756
J
Deltafonds
1.908.448
1.710.335
‒ 198.113
K
Defensiematerieelbegrotingsfonds
6.678.776
5.656.925
‒ 1.021.851
L
Nationaal Groeifonds
1.195.710
0
‒ 1.195.710
Totalen
361.031.720
373.974.933
12.943.213
X Noot
1
Van de Nationale schuld zijn in dit overzicht de ontvangsten opgenomen, exclusief de rentebaten. Voor de rentebaten, die op transactiebasis worden verantwoord, zie tabel 1.5.
Het gerealiseerde saldo van de kasuitgaven en de kasontvangsten over 2023, zoals dat uit de tabellen 1.2 en 1.3 blijkt – het verschil tussen 369,7 miljard euro en 374,0 miljard euro, zijnde een verschil van 4,3 miljard euro – heeft geen directe relatie met het EMU-saldo 2023 van het Rijk. De saldoberekeningen van beide opstellingen verschillen daartoe teveel van elkaar. Een belangrijk verschil vormen de uitgaven en ontvangsten van Nationale Schuld (IXA) die betrekking hebben op de financieringstransacties (de aflossingen en de aangetrokken leningen in verband met de tekortfinanciering en herfinanciering). Deze zijn wel in de tabellen 1.2 en 1.3 meegenomen, maar tellen niet mee in de berekening van het EMU-saldo. Ook wordt het EMU-saldo opgesteld op transactiebasis, terwijl hier de gepresenteerde opstelling op kasbasis is. Het Europees Stelsel van Rekeningen (ESR) 2010 schrijft voor welke uitgaven en ontvangsten als relevant voor het EMU-saldo worden aangemerkt.
Tabel 1.4 Rentekosten 2023 (op transactie basis) van de begroting Nationale Schuld ( x € 1000)
Onderdeel
Oorspronkelijk vastgestelde begroting
Realisatie
Verschil
IXA
Nationale Schuld
5.463.320
7.589.962
2.126.642
Totalen
5.463.320
7.589.962
2.126.642
Tabel 1.5 Rentebaten 2023 ( op transactiebasis) van de begroting Nationale schuld ( x € 1000)
Onderdeel
Oorspronkelijk vastgestelde begroting
Realisatie
Verschil
IXA
Nationale Schuld
369.452
332.289
‒ 37.163
Totalen
369.452
332.289
‒ 37.163
Tabel 1.6 Lasten 2023 van de baten-lastenagentschappen ( x € 1000)
Onderdeel
Oorspronkelijk vastgestelde begroting
Realisatie
Verschil
AZ
Dienst Publiek en Communicatie
135.444
160.653
25.209
BZK
Rijksdienst voor Identiteitsgegevens
148.085
160.302
12.217
BZK
Logius
348.626
325.669
‒ 22.957
BZK
Organisatie en Personeel Rijk
115.204
248.886
133.682
BZK
Rijksorganisatie Beveiliging en Logistiek
0
129.404
129.404
BZK
FM Haaglanden
164.154
170.449
6.295
BZK
SSC-ICT Haaglanden
335.955
375.884
39.929
BZK
Rijksvastgoedbedrijf
1.470.138
1.517.543
47.405
BZK
Dienst Huurcommissie
18.229
24.273
6.044
BZK
Rijksorganisatie voor Ontwikkeling, Digitalisering en Innovatie
325.110
90.338
‒ 234.772
JenV
Centraal Justitieel Incassobureau
196.879
196.110
‒ 769
JenV
Dienst Justitiële Inrichtingen
2.900.982
3.044.977
143.995
JenV
Immigratie- en naturalisatiedienst
579.320
739.524
160.204
JenV
Justis
58.031
56.801
‒ 1.230
JenV
De Justitiële ICT Organisatie
156.316
165.189
8.873
JenV
Justitiële Informatiedienst (Justid)
75.025
85.779
10.754
JenV
Nederlands Forensisch Instituut (NFI)
98.381
121.968
23.587
OCW
Dienst Uitvoering Onderwijs
376.684
486.184
109.500
OCW
Nationaal Archief
52.185
60.938
8.753
DEF
Paresto
80.804
92.282
11.478
IenW
Rijkswaterstaat
3.587.763
3.585.124
‒ 2.639
IenW
Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut
100.768
104.318
3.550
EZK
Rijksdienst voor ondernemend Nederland
1.054.012
1.121.859
67.847
EZK
Rijksinspectie Digitale Infrastructuur
69.597
79.277
9.680
EZK
Dienst ICT Uitvoering
356.700
373.520
16.820
EZK
Nederlandse Emissieautoriteit
15.929
14.285
‒ 1.644
LNV
Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit
543.256
556.715
13.459
VWS
Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu
639.000
713.538
74.538
VWS
Centrum Informatiepunt Beroepen in Gezondheidszorg
129.345
125.462
‒ 3.883
VWS
College ter Beoordeling Geneesmiddelen
67.558
69.338
1.780
Totalen
14.199.480
14.996.589
797.109
Tabel 1.7 Baten 2023 van de baten-lastenagentschappen ( x € 1000)
Onderdeel
Oorspronkelijk vastgestelde begroting
Realisatie
Verschil
AZ
Dienst Publiek en Communicatie
134.836
161.267
26.431
BZK
Rijksdienst voor Identiteitsgegevens
139.293
152.112
12.819
BZK
Logius
348.626
331.533
‒ 17.093
BZK
Organisatie en Personeel Rijk
115.204
262.618
147.414
BZK
Rijksorganisatie Beveiliging en Logistiek
0
129.953
129.953
BZK
FM Haaglanden
164.154
169.922
5.768
BZK
SSC-ICT Haaglanden
324.405
373.287
48.882
BZK
Rijksvastgoedbedrijf
1.470.138
1.532.823
62.685
BZK
Dienst Huurcommissie
18.229
24.920
6.691
BZK
Rijksorganisatie voor Ontwikkeling, Digitalisering en Innovatie
325.110
88.846
‒ 236.264
JenV
Centraal Justitieel Incassobureau
196.879
196.468
‒ 411
JenV
Dienst Justitiële Inrichtingen
2.900.982
3.033.164
132.182
JenV
Immigratie- en naturalisatiedienst
579.320
800.160
220.840
JenV
Justis
58.031
61.693
3.662
JenV
De Justitiële ICT Organisatie
156.316
163.308
6.992
JenV
Justitiële Informatiedienst (Justid)
75.025
82.271
7.246
JenV
Nederlands Forensisch Instituut (NFI)
98.381
121.942
23.561
OCW
Dienst Uitvoering Onderwijs
376.684
486.393
109.709
OCW
Nationaal Archief
52.185
62.099
9.914
DEF
Paresto
80.804
93.364
12.560
IenW
Rijkswaterstaat
3.592.988
3.595.711
2.723
IenW
Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut
100.793
103.685
2.892
EZK
Rijksdienst voor ondernemend Nederland
1.054.012
1.112.066
58.054
EZK
Rijksinspectie Digitale Infrastructuur
69.597
75.184
5.587
EZK
Dienst ICT Uitvoering
356.700
373.089
16.389
EZK
Nederlandse Emissieautoriteit
15.929
15.430
‒ 499
LNV
Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit
543.256
547.250
3.994
VWS
Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu
639.000
727.157
88.157
VWS
Centrum Informatiepunt Beroepen in Gezondheidszorg
129.345
131.773
2.428
VWS
College ter Beoordeling Geneesmiddelen
67.558
66.876
‒ 682
Totalen
14.183.780
15.076.364
892.584
Tabel 1.8 Kapitaaluitgaven 2023 van de baten-lastenagentschappen ( x € 1000)
Onderdeel
Oorspronkelijk vastgestelde begroting
Realisatie
Verschil
AZ
Dienst Publiek en Communicatie
0
0
0
BZK
Rijksdienst voor Identiteitsgegevens
32.625
10.519
‒ 22.106
BZK
Logius
0
‒ 63
‒ 63
BZK
Organisatie en Personeel Rijk
2.520
3.612
1.092
BZK
Rijksorganisatie Beveiliging en Logistiek
0
534
534
BZK
FM Haaglanden
15.111
14.384
‒ 727
BZK
SSC-ICT Haaglanden
100.500
114.462
13.962
BZK
Rijksvastgoedbedrijf
1.143.372
1.229.961
86.589
BZK
Dienst Huurcommissie
65
596
531
BZK
Rijksorganisatie voor Ontwikkeling, Digitalisering en Innovatie
1.000
39.754
38.754
JenV
Centraal Justitieel Incassobureau
7.405
8.106
701
JenV
Dienst Justitiële Inrichtingen
12.000
21.973
9.973
JenV
Immigratie- en naturalisatiedienst
6.290
12.206
5.916
JenV
Justis
0
0
0
JenV
De Justitiële ICT Organisatie
42.242
23.732
‒ 18.510
JenV
Justitiële Informatiedienst (Justid)
4.370
5.395
1.025
JenV
Nederlands Forensisch Instituut (NFI)
10.417
8.209
‒ 2.208
OCW
Dienst Uitvoering Onderwijs
79.700
88.376
8.676
OCW
Nationaal Archief
4.941
16.878
11.937
DEF
Paresto
0
0
0
IenW
Rijkswaterstaat
56.649
61.705
5.056
IenW
Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut
7.497
3.749
‒ 3.748
EZK
Rijksdienst voor ondernemend Nederland
44.500
41.974
‒ 2.526
EZK
Rijksinspectie Digitale Infrastructuur
11.019
6.308
‒ 4.711
EZK
Dienst ICT Uitvoering
42.425
46.322
3.897
EZK
Nederlandse Emissieautoriteit
180
2.641
2.461
LNV
Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit
14.741
12.755
‒ 1.986
VWS
Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu
‒ 16.500
‒ 8.400
8.100
VWS
Centrum Informatiepunt Beroepen in Gezondheidszorg
‒ 13.760
‒ 2.643
11.117
VWS
College ter Beoordeling Geneesmiddelen
‒ 650
‒ 986
‒ 336
Totalen
1.608.659
1.762.059
153.400
Tabel 1.9 Kapitaalontvangsten 2023 van de baten-lastenagentschappen ( x € 1000)
Onderdeel
Oorspronkelijk vastgestelde begroting
Realisatie
Verschil
AZ
Dienst Publiek en Communicatie
0
0
0
BZK
Rijksdienst voor Identiteitsgegevens
15.200
0
‒ 15.200
BZK
Logius
0
564
564
BZK
Organisatie en Personeel Rijk
0
2.994
2.994
BZK
Rijksorganisatie Beveiliging en Logistiek
0
2
2
BZK
FM Haaglanden
8.400
5.748
‒ 2.652
BZK
SSC-ICT Haaglanden
71.550
58.800
‒ 12.750
BZK
Rijksvastgoedbedrijf
772.000
894.567
122.567
BZK
Dienst Huurcommissie
0
0
0
BZK
Rijksorganisatie voor Ontwikkeling, Digitalisering en Innovatie
0
2.738
2.738
JenV
Centraal Justitieel Incassobureau
2.930
24.816
21.886
JenV
Dienst Justitiële Inrichtingen
3.000
50.118
47.118
JenV
Immigratie- en naturalisatiedienst
710
26.303
25.593
JenV
Justis
0
2.684
2.684
JenV
De Justitiële ICT Organisatie
27.858
15.095
‒ 12.763
JenV
Justitiële Informatiedienst (Justid)
2.731
3.745
1.014
JenV
Nederlands Forensisch Instituut (NFI)
6.400
5.060
‒ 1.340
OCW
Dienst Uitvoering Onderwijs
47.700
37.770
‒ 9.930
OCW
Nationaal Archief
1.066
3.100
2.034
DEF
Paresto
0
0
0
IenW
Rijkswaterstaat
44.485
27.636
‒ 16.849
IenW
Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut
5.600
3.934
‒ 1.666
EZK
Rijksdienst voor ondernemend Nederland
28.500
54.672
26.172
EZK
Rijksinspectie Digitale Infrastructuur
5.750
9.237
3.487
EZK
Dienst ICT Uitvoering
22.000
7.329
‒ 14.671
EZK
Nederlandse Emissieautoriteit
500
1.557
1.057
LNV
Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit
9.350
19.911
10.561
VWS
Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu
15.000
0
‒ 15.000
VWS
Centrum Informatiepunt Beroepen in Gezondheidszorg
10.000
0
‒ 10.000
VWS
College ter Beoordeling Geneesmiddelen
0
0
0
Totalen
1.100.730
1.258.380
157.650
Tabel 1.10 Verplichtingen, kasuitgaven en kasontvangsten 2023 van de verplichtingen- kasagentschappen ( x € 1000)
Onderdeel
Oorspronkelijk vastgestelde begroting
Realisatie
Verschil
In 2023 waren er geen verplichtingen-kasagentschappen.
2 SALDIBALANS VAN HET RIJK PER 31 DECEMBER 2023
Tabel 2.1 Saldibalans van het Rijk 31 december 2023
DEBET
31-12-2023
31-12-2022
CREDIT
31-12-2023
31-12-2022
OMSCHRIJVING
€ mln.
€ mln.
OMSCHRIJVING
€ mln.
€ mln.
1
Uitgaven ten laste van de begroting
377.264
333.200
12
Ontvangsten ten gunste van de begroting
374.307
347.341
2
Vorderingen buiten begrotingsverband
17.044
21.818
13
Schulden buiten begrotingsverband
15.090
19.604
(intra-comptabele vorderingen)
(intra-comptabele schulden)
14
Saldi begrotingsfondsen
14
Saldi begrotingsfondsen
1.206
1.146
3
Liquide Middelen
8.360
14.741
4
Saldo geldelijk beheer van het Rijk
0
5.629
4
Saldo geldelijk beheer van het Rijk
3.733
15
Saldi begrotingsreserves
8.331
7.297
Totaal intra-comptabele posten
402.667
375.387
Totaal intra-comptabele posten
402.667
375.387
5
Openstaande rechten
52.617
55.794
16
Tegenrekening openstaande rechten
52.617
55.794
6
Vorderingen
73.356
67.595
17
Tegenrekening vorderingen
73.356
67.595
7
Tegenrekening schulden
484.658
459.850
18
Schulden
484.658
459.850
8
Voorschotten
279.532
244.494
19
Tegenrekening voorschotten
279.532
244.494
9
Tegenrekening andere verplichtingen
223.801
205.223
20
Andere verplichtingen
223.801
205.223
10
Deelnemingen
45.587
44.562
21
Tegenrekening deelnemingen
45.587
44.562
11
Tegenrekening garantieverplichtingen
223.421
220.233
22
Garantieverplichtingen
223.421
220.233
Totaal extra-comptabele posten
1.382.972
1.297.750
Totaal extra-comptabele posten
1.382.972
1.297.750
TOTAAL-GENERAAL
1.785.639
1.673.137
TOTAAL-GENERAAL
1.785.639
1.673.137
Toelichting op de saldibalans van het Rijk
De saldibalans van het Rijk is een optelling van de goedgekeurde saldibalansen van de afzonderlijke begrotingshoofdstukken, die geconsolideerd wordt met de saldibalans van de centrale administratie van de Schatkist van het Rijk.
Voor een nadere toelichting op de cijfers wordt verwezen naar de jaarverslagen van de ministeries of begrotingsfondsen. Let op! Door afrondingsverschillen kunnen de sommen van bepaalde onderdelen afwijken van andere tabellen.
Ad 1) Uitgaven ten laste van de begroting
Onder de post uitgaven ten laste van de begroting worden de gerealiseerde uitgaven van het betreffende begrotingsjaar opgenomen van alle ministeries en begrotingsfondsen. Ook hierin meegenomen zijn de rentelasten zoals opgenomen in tabel 1.4 van de rijksrekening.
Ad 2) Vorderingen buiten begrotingsverband (intra-comptabele vorderingen)
Onder de post vorderingen buiten begrotingsverband worden de uitgaven opgenomen die in een later jaar met een ander onderdeel van het Rijk dan wel met een derde worden verrekend. Onder deze post staan alleen de vorderingen waarvan wordt verwacht dat binnen een afzienbare termijn verrekening zal plaatsvinden. Het totaal van deze post is 17.044 miljoen euro, waarvan 15.671 miljoen euro uit kas-transverschillen bestaat. Voor de toelichting van de kas-transverschillen verwijzen wij u naar toelichting Saldibalans Nationale Schuld IXA.
Ad 3) Liquide middelen
Onder de post liquide middelen worden de saldi bij de banken en de contante gelden opgenomen.
Ad 4) Saldo geldelijk beheer van het Rijk
Onder de post saldo geldelijk beheer van het Rijk wordt opgenomen: de door het ministerie van Financiën overgenomen uitgaven en ontvangsten binnen begrotingsverband van afgesloten begrotingsjaren. De definitieve afsluiting van een begrotingsjaar vindt plaats nadat de Staten-Generaal de Slotwetten hebben aangenomen, waarna de eindbedragen voor de uitgaven en ontvangsten die betrekking hebben op het afgesloten begrotingsjaar worden overgeboekt op de post saldo geldelijk beheer van het Rijk. Het saldo geldelijk beheer is hiermee een meerjarige optelling (cumulatie) van alle door het parlement goedgekeurde uitgaven en ontvangsten van het Rijk tot en met het laatst afgesloten boekjaar.
Ad 5 en 16) Openstaande rechten
Rechten zijn een voorfase van de ontvangsten. Onder de post openstaande rechten worden opgenomen: vorderingen die niet voortvloeien uit met derden te verrekenen begrotingsuitgaven, maar op andere wijze ontstaan. Rechten kunnen ontstaan doordat conform wettelijke regelingen vastgestelde aanslagen aan derden worden opgelegd (bijvoorbeeld belastingen, college- en schoolgelden) of op grond van doorberekening van de kosten van verleende diensten of geleverde goederen.
Ad 6 en 17) Vorderingen (extra-comptabel)
Onder de post extra-comptabele vorderingen worden de vorderingen opgenomen, die zijn voortgevloeid uit uitgaven ten laste van de begroting. Het gaat dan om reeds verrichte uitgaven, die binnen begrotingsverband zijn geboekt en waarvoor op termijn nog een verrekening met derden dan wel met een ander onderdeel van het Rijk zal plaatsvinden. Tevens zijn hierin de uitgaven opgenomen, die in eerste instantie op derdenrekeningen zijn geboekt, maar waarvan de verrekening met derden dan wel een ander onderdeel van het Rijk niet binnen een redelijke termijn heeft plaatsgevonden, terwijl verrekening wel mogelijk is.
Ad 7 en 18) Schulden (extra-comptabel)
Onder de post schulden worden schulden opgenomen die zijn voortgevloeid uit ontvangsten ten gunste van de begroting. Net als bij extra-comptabele vorderingen gaat het om reeds ontvangen bedragen welke geboekt zijn binnen begrotingsverband en waarvoor nog op termijn een verrekening plaats zal vinden. Ook uitgegeven leningen worden onder de post schulden opgenomen.
Ad 8 en 19) Voorschotten
Onder de post voorschotten worden de bedragen opgenomen die aan derden zijn betaald vooruitlopend op een later definitief vast te stellen c.q. af te rekenen bedrag.
Ad 9 en 20) Andere verplichtingen
Onder de post andere verplichtingen wordt het saldo opgenomen van aangegane verplichtingen en hierop verrichte betalingen. Het saldo heeft zowel betrekking op de binnen als buiten begrotingsverband geboekte verplichtingen.
Ad 10 en 21) Deelnemingen
Onder de post deelnemingen worden alle deelnemingen in besloten en naamloze vennootschappen en internationale instellingen opgenomen. De waardering van de deelnemingen geschiedt op basis van de oorspronkelijke aankoopprijs. In enkele gevallen geschiedt de waardering tegen de nominale waarde van het aandeel in het gestort en opgevraagd kapitaal.
Ad 11 en 22) Garantieverplichtingen
Onder de post garantieverplichtingen worden de bedragen opgenomen die de hoofdsommen vormen van afgegeven garanties aan derden en garanties van ministeries aan het ministerie van Financiën. Een afgegeven garantie wordt gezien als een verplichting en moet ook op dezelfde manier in de administratie worden verwerkt. Er is dus geen verschil in de registratie van garantieverplichtingen en andersoortige verplichtingen. Een verschil tussen een garantieverplichting en een andere verplichting is wel dat de hoofdsom van een garantieverplichting veelal niet of slechts gedeeltelijk tot uitbetaling zal leiden.
Ad 12) Ontvangsten ten gunste van de begroting
Onder de post ontvangsten ten gunste van de begroting worden de gerealiseerde ontvangsten van het betreffende begrotingsjaar opgenomen van alle ministeries en begrotingsfondsen. Ook hierin meegenomen zijn de rentebaten zoals opgenomen in tabel 1.5 van de rijksrekening.
Ad 13) Schulden buiten begrotingsverband (intra-comptabel)
Onder de post schulden buiten begrotingsverband worden de ontvangsten geboekt die in een later jaar met een ander onderdeel van het Rijk dan wel met een derde worden verrekend.
Ad 14) Saldi begrotingsfondsen
Onder de post saldi begrotingsfondsen worden saldi van het voorgaande begrotingsjaar opgenomen. Het betreft hier de saldi van het Diergezondheidsfonds, het Mobiliteitsfonds, het Deltafonds en het Defensiematerieelbegrotingsfonds en het Nationaal Groeifonds. In 2022 en 2023 betreft het een positieve saldo.
Ad 15) Saldi begrotingsreserves
Onder de post saldi begrotingsreserves worden de interne reserves van de ministeries opgenomen. Het gaat hier om de volgende reserves:
– Nationale Hypotheekgarantie, Sanerings- en Projectsteun Woningcorporaties en FHG (BZK);
– FOM, DGGF, DRIVE en DTIF (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking);
– Borgstelling MKB-kredieten, Groeifaciliteit, Garantie Ondernemingsfinanciering, Garantie MKB-financiering, Duurzame energie, Aardwarmte, ECN verstrekte leningen, Klein Krediet Corona, Begrotingsreserve BMKB-Groen (EZK);
– Exportkredietverzekeringen, Nederlandse Herverzekeringsmaatschappij voor Terrorismeschades en Garantstelling DGS BES eilanden (Financiën);
– Asiel (JenV);
– Landbouw, Visserij, Stikstof, Risicovoorziening jonge boeren, Apurement, Borgstellingsfaciliteit, Garantstelling Groenfonds (LNV);
– Museaal Aankoopfonds en Risicopremie garantstelling onderwijsinstellingen (OCW);
– Waarborgfonds voor de Zorgsector, Stimuleringsregeling wonen en zorg, Pallas (VWS).
3 DE BELASTING- EN PREMIEONTVANGSTEN IN 2023
Tabel 3.1 De belasting- en premieontvangsten in 2023 op EMU-basis (in miljoenen euro)
Miljoenennota 2023
Realisatie 2023
Verschil
Indirecte belastingen
113.489
110.801
‒ 2.688
Invoerrechten
4.835
4.252
‒ 583
Omzetbelasting
77.767
76.090
‒ 1.677
Belasting op personenauto's en motorrijwielen
1.661
1.425
‒ 236
Accijnzen
11.492
11.547
55
- Accijns van lichte olie
3.872
4.237
365
- Accijns van minerale oliën, anders dan lichte olie
3.353
3.130
‒ 223
- Tabaksaccijns
3.079
3.122
43
- Alcoholaccijns
385
378
‒ 7
- Bieraccijns
451
380
‒ 71
- Wijnaccijns
351
301
‒ 51
Overdrachtsbelasting
5.578
3.050
‒ 2.528
Assurantiebelasting
3.531
3.666
135
Motorrijtuigenbelasting
4.519
4.566
46
Belastingen op een milieugrondslag
2.839
5.260
2.421
- co2-heffing
0
0
0
- Afvalstoffenbelasting
273
253
‒ 20
- Energiebelasting
1.680
4.054
2.374
- Waterbelasting
354
313
‒ 40
- Brandstoffenheffingen
1
0
‒ 1
- Vliegbelasting
531
639
107
Verbruiksbelasting van alcoholvrije dranken e.a.
576
283
‒ 292
Belasting op zware motorrijtuigen
220
204
‒ 17
Bankbelasting
471
458
‒ 13
Directe belastingen
128.654
150.281
21.628
Inkomstenbelasting
10.703
12.020
1.317
Loonbelasting
69.492
75.121
5.629
Dividendbelasting
6.463
11.557
5.094
Kansspelbelasting
828
956
128
Vennootschapsbelasting
38.561
47.514
8.953
Bronbelasting op rente en royalty's
0
110
111
Schenk- en erfbelasting
2.606
3.003
397
Solidariteitsbijdrage
0
0
0
Overige belastingontvangsten
292
379
87
- Belasting- en premieontvangsten Caribisch Nederland
225
231
6
Totaal belastingen
242.435
261.461
19.027
Premies volksverzekeringen
41.324
40.234
‒ 1.089
Premies werknemersverzekeringen
82.678
83.854
1.176
waarvan zorgpremies
51.503
52.415
912
Totaal belasting- en premieontvangsten
366.436
385.550
19.113
Tabel 3.2 De belasting- en premieontvangsten in 2023 op kasbasis (in miljoenen euro)
Miljoenennota 2023
Realisatie 2023
Verschil
Indirecte belastingen
112.564
111.494
‒ 1.069
Invoerrechten
4.821
4.267
‒ 554
Omzetbelasting
76.931
77.114
182
Belasting op personenauto's en motorrijwielen
1.668
1.431
‒ 238
Accijnzen
11.484
11.593
109
- Accijns van lichte olie
3.869
4.179
310
- Accijns van minerale oliën, anders dan lichte olie
3.362
3.120
‒ 242
- Tabaksaccijns
3.062
3.217
155
- Alcoholaccijns
385
375
‒ 10
- Bieraccijns
455
393
‒ 62
- Wijnaccijns
351
309
‒ 42
Overdrachtsbelasting
5.666
3.189
‒ 2.478
Assurantiebelasting
3.520
3.604
84
Motorrijtuigenbelasting
4.510
4.524
14
Belastingen op een milieugrondslag
2.720
4.842
2.122
- co2-heffing
0
0
0
- Afvalstoffenbelasting
274
250
‒ 24
- Energiebelasting
1.568
3.751
2.183
- Waterbelasting
352
316
‒ 36
- Brandstoffenheffingen
1
0
‒ 1
- Vliegbelasting
524
525
1
Verbruiksbelasting van alcoholvrije dranken e.a.
551
269
‒ 282
Belasting op zware motorrijtuigen
220
204
‒ 16
Bankbelasting
471
458
‒ 13
Directe belastingen en premies volksverzekeringen
129.621
151.291
21.670
Inkomstenbelasting
10.892
12.951
2.059
Loonbelasting
70.050
75.207
5.157
Dividendbelasting
6.463
8.057
1.594
Kansspelbelasting
854
961
107
Vennootschapsbelasting
38.756
47.835
9.079
Bronbelasting op rente en royalty's
0
101
101
Schenk- en erfbelasting
2.606
3.003
397
Solidariteitsbijdrage
0
3.176
3.176
Overige belastingontvangsten
292
403
111
waarvan Belasting- en premieontvangsten Caribisch Nederland
225
231
6
Totaal belastingen op kasbasis
242.476
263.188
20.712
Premies volksverzekeringen
41.834
40.721
‒ 1.114
Premies werknemersverzekeringen
83.240
84.053
813
Aansluiten naar EMU (KTV)
‒ 1.114
‒ 2.412
‒ 1.298
Totaal belasting- en premieontvangsten op EMU-basis
366.436
385.550
19.113
4 UITGAVEN EN NIET- BELASTINGONTVANGSTEN
Deze bijlage biedt een overzicht van de verschillende manieren waarop de uitgaven en de niet-belastingontvangsten van de overheid worden weergegeven. Er wordt een vergelijking gemaakt tussen de begroting van 2023 zoals gepresenteerd in de Miljoenennota 2023 en de realisatie van dat jaar in het voorliggende Financieel Jaarverslag van het Rijk. De overheidsuitgaven kunnen op kasbasis, maar ook op transactiebasis worden geregistreerd. In het eerste geval worden transacties geboekt in de periode waarin betaling plaatsvindt, in het tweede geval in de periode waarin rechten en verplichtingen zijn ontstaan. Op de departementale begrotingen worden de uitgaven op kasbasis geregistreerd: welke bedragen worden daadwerkelijk van de bankrekeningen van het Rijk afgeschreven. Bij het saldo van de overheid (EMU-saldo) wordt niet uitgegaan van de uitgaven op kasbasis, maar op transactiebasis: de uitgaven worden geboekt in de periode waarin rechten en verplichtingen zijn ontstaan. Bij de tabellen hieronder worden de gebruikte begrippen verder toegelicht.
Tabel 4.1 bevat alle netto-uitgaven van de Rijksoverheid: de optelsom van de uitgaven minus de niet-belastingontvangsten. Om de uitgaven te beheersen is er een uitgavenplafond. De uitgaven onder het uitgavenplafond mogen het uitgavenplafond niet overschrijden. Het uitgavenplafond is op zijn beurt gesplitst in vier verschillende deelplafonds: het plafond Rijksbegroting, het plafond Sociale Zekerheid, het plafond Zorg en het plafond Investeringen. De uitgangsregel is dat alle uitgaven die relevant zijn voor het EMU-saldo ook onder een van de vier uitgavenplafonds vallen, tenzij hier een uitzondering voor gemaakt is. De uitgaven en ontvangsten die niet onder een plafond vallen worden in tabel 4.9 nader uitgesplitst.
In het bovenste deel van de tabel zijn de uitgaven uitgesplitst in de begrotingsgefinancierde en de premiegefinancierde uitgaven. De begrotingsgefinancierde uitgaven worden betaald uit belastingen en zijn de optelling van alle uitgaven en niet-belastingontvangsten op de departementale begrotingen. Dit zijn de uitgaven waarvoor het parlement autorisatie verleent door de begrotingen aan te nemen. Naast de begrotingsgefinancierde uitgaven zijn er ook premiegefinancierde uitgaven. De uitgaven aan zorg en sociale zekerheid worden voornamelijk gefinancierd uit de premies. In het onderste deel van de tabel zijn de begrotings- en premiegefinancierde uitgaven per deelplafond opgeteld.
Tabel 4.1 Netto-uitgaven naar type en plafond
(in miljoenen euro)
MN 2023
FJR 2023
Verschil
Bron
Begrotingsgefinancierde netto-uitgaven
Plafond Rijksbegroting
166.352
173.499
7.147
Tabel 4.5
Plafond Sociale Zekerheid
27.774
26.757
‒ 1.016
Tabel 4.6
Plafond Zorg
2.460
2.143
‒ 317
Tabel 4.7
Plafond Investeringen
22.028
16.633
‒ 5.395
Tabel 4.8
Netto-uitgaven buiten het uitgavenplafond
47.817
45.600
‒ 2.217
Tabel 4.9
Totaal begrotingsgefinancierde netto-uitgaven
266.430
264.631
‒ 1.798
Tabel 4.4
Premiegefinancierde netto-uitgaven
Plafond Sociale Zekerheid
72.176
71.229
‒ 947
Tabel 4.6
Plafond Zorg
86.972
85.631
‒ 1.341
Tabel 4.7
Totaal premiegefinancierde netto-uitgaven
159.148
156.860
‒ 2.288
Totaal netto-uitgaven
425.578
421.492
‒ 4.086
Plafond Rijksbegroting
166.352
173.499
7.147
Tabel 4.5
Plafond Sociale Zekerheid
99.950
97.986
‒ 1.963
Tabel 4.6
Plafond Zorg
89.432
87.774
‒ 1.658
Tabel 4.7
Plafond Investeringen
22.028
16.633
‒ 5.395
Tabel 4.8
Totaal netto-uitgaven onder het uitgavenplafond
377.761
375.892
‒ 1.869
Netto-uitgaven buiten het uitgavenplafond
47.817
45.600
‒ 2.217
Tabel 4.9
Totaal netto-uitgaven
403.550
421.492
1.309
Tabel 4.2 geeft alle uitgaven zoals die vermeld zijn in de individuele begrotingshoofdstukken van de Rijksbegroting. In die hoofdstukken zelf zijn de uitgaven verdeeld over verschillende beleids- en niet-beleidsartikelen, maar in de tabel wordt alleen het totaal per begrotingshoofdstuk weergegeven. Het betreft hier de kasuitgaven van de begrotingshoofdstukken. Alleen voor het begrotingshoofdstuk van Nationale Schuld zijn de bedragen op transactiebasis.
Tabel 4.2 Uitgaven begrotingen (in miljoenen euro)
MN 2023
FJR 2023
Verschil
1
De Koning
50
56
6
2A
Staten-Generaal
211
238
27
2B
Overige Hoge Colleges van Staat en Kabinetten van de Gouverneurs
169
176
7
3
Algemene Zaken
90
93
3
4
Koninkrijksrelaties
196
156
‒ 41
5
Buitenlandse Zaken
13.009
12.146
‒ 864
6
Justitie en Veiligheid
19.607
22.967
3.360
7
Binnenlandse Zaken
9.254
9.604
350
8
Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
53.248
55.123
1.875
9A
Nationale Schuld (Transactiebasis)
7.280
9.940
2.660
9B
Financiën
14.155
14.559
405
10
Defensie
15.039
15.122
84
12
Infrastructuur en Waterstaat
12.981
12.333
‒ 648
13
Economische Zaken en Klimaat
15.955
13.652
‒ 2.303
14
Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
2.776
2.277
‒ 499
15
Sociale Zaken en Werkgelegenheid
50.351
48.323
‒ 2.027
16
Volksgezondheid, Welzijn en Sport
35.461
47.586
12.126
17
Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
3.862
3.904
42
50
Gemeentefonds
40.478
42.205
1.727
51
Provinciefonds
2.996
3.130
134
55
Mobiliteitsfonds
8.696
8.367
‒ 329
58
Diergezondheidsfonds
33
44
12
60
Accres Gemeentefonds
570
0
‒ 570
61
Accres Provinciefonds
96
0
‒ 96
64
BES-fonds
53
88
35
65
Deltafonds
1.908
1.734
‒ 174
66
Defensiematerieelbegrotingsfonds
6.679
5.614
‒ 1.065
70
Nationaal Groeifonds
1.573
0
‒ 1.573
AP
Aanvullende Posten
9.976
0
‒ 9.976
90
Consolidatie1
‒ 18.255
‒ 14.829
3.426
HGIS
Internationale Samenwerking2
(7.783)
(9.550)
‒ 1.767
Totaal
308.496
314.609
6.113
1) Dit betreft een correctie voor dubbeltellingen die ontstaan door het «bruto-boeken» van bijdragen. Het bruto-boeken houdt in dat zowel het departement dat bijdraagt, als het departement dat ontvangt de uitgaven op zijn begroting opneemt. Het gaat onder andere om bijdragen via de begroting van Infrastructuur en Waterstaat aan het Mobiliteitsfonds en het Deltafonds en van de begroting van Defensie aan het Defensiematerieelbegrotingsfonds.
2) In deze tabel zijn de niet-belastingontvangsten voor Internationale Samenwerking toegerekend aan de begrotingen waarop deze worden verantwoord. De totale uitgaven voor Internationale Samenwerking zijn tussen haakjes vermeld en lopen niet mee in de totaaltelling.
Tabel 4.3 bevat alle niet-belastingontvangsten op de verschillende begrotingshoofdstukken van de Rijksbegroting. Dit betreft alle ontvangsten die geen belasting- of premie-ontvangst zijn. Denk bijvoorbeeld aan het dividend dat uitgekeerd wordt door staatsdeelnemingen, het terugbetalen van studieschulden of de opbrengst van boetes en schikkingen. Ook hier geldt dat alle bedragen op kasbasis zijn, behalve bedragen op de begroting van Nationale Schuld die deels op transactiebasis is opgesteld. Omdat hier inzicht wordt gegeven in de niet-belastingontvangsten worden de ontvangsten vanuit het uitgeven van nieuwe staatschuld niet meegeteld. Deze ontvangsten komen in bijlage 5 aan bod bij de bepaling van het EMU-saldo.
Tabel 4.3 Niet-belastingontvangsten begrotingen (in miljoenen euro)
MN 2023
FJR 2023
Verschil
1
De Koning
2
2
0
2A
Staten-Generaal
4
10
6
2B
Overige Hoge Colleges van Staat en Kabinetten van de Gouverneurs
6
8
2
3
Algemene Zaken
8
9
1
4
Koninkrijksrelaties
1.090
89
‒ 1.002
5
Buitenlandse Zaken
2.785
1.340
‒ 1.445
6
Justitie en Veiligheid
1.605
1.615
10
7
Binnenlandse Zaken
680
1.060
380
8
Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
1.665
2.024
359
9A
Nationale Schuld (Transactiebasis)
11.517
24.663
13.146
9B
Financiën
2.215
4.880
2.665
10
Defensie
142
223
81
12
Infrastructuur en Waterstraat
43
47
4
13
Economische Zaken
17.065
7.920
‒ 9.145
14
Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
79
171
92
15
Sociale Zaken en Werkgelegenheid
2.301
3.345
1.044
16
Volksgezondheid, Welzijn en Sport
168
1.350
1.182
17
Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
50
135
85
50
Gemeentefonds
0
0
0
51
Provinciefonds
0
0
0
55
Mobiliteitsfonds
8.696
8.503
‒ 193
58
Diergezondheidsfonds
40
41
1
65
Deltafonds
1.908
1.710
‒ 198
66
Defensiematerieelbegrotingsfonds
6.679
5.664
‒ 1.015
70
Nationaal Groeifonds
1.573
0
‒ 1.573
AP
Aanvullende Posten
0
0
0
90
Consolidatie1
‒ 18.255
‒ 14.829
3.426
HGIS
Internationale Samenwerking2
(130)
(356)
‒ 226
Totaal
42.066
49.978
7.912
1) Dit betreft een correctie voor dubbeltellingen die ontstaan door het «bruto-boeken» van bijdragen. Het bruto-boeken houdt in dat zowel het departement dat bijdraagt, als het departement dat ontvangt de uitgaven op zijn begroting opneemt. Het gaat onder andere om bijdragen via de begroting van Infrastructuur en Waterstaat aan het Mobiliteitsfonds en het Deltafonds en van de begroting van Defensie aan het Defensiematerieelbegrotingsfonds.
2) In deze tabel zijn de niet-belastingontvangsten voor Internationale Samenwerking toegerekend aan de begrotingen waarop deze worden verantwoord. De totale niet-belastingontvangsten voor Internationale Samenwerking zijn tussen haakjes vermeld en lopen niet mee in de totaaltelling.
Tabel 4.4 geeft per begrotingshoofdstuk de netto-uitgaven weer, oftewel de uitgaven (tabel 4.2) minus de niet-belastingontvangsten (tabel 4.3). De daaropvolgende tabellen (tabel 4.5 tot en met tabel 4.8) geven per deelplafond aan welke uitgaven er onder vallen, op welk begrotingshoofdstuk deze staan, en of de uitgaven begrotings- of premiegefinancierd zijn.
Tabel 4.4 Netto-uitgaven begrotingen (in miljoenen euro)
MN 2023
FJR 2023
Verschil
1
De Koning
48
54
6
2A
Staten-Generaal
207
228
21
2B
Overige Hoge Colleges van Staat en Kabinetten van de Gouverneurs
163
168
5
3
Algemene Zaken
82
84
1
4
Koninkrijksrelaties
‒ 894
67
961
5
Buitenlandse Zaken
10.224
10.806
582
6
Justitie en Veiligheid
18.002
21.352
3.350
7
Binnenlandse Zaken
8.575
8.544
‒ 31
8
Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
51.582
53.099
1.516
9A
Nationale Schuld (Transactiebasis)
‒ 4.237
‒ 14.723
‒ 10.486
9B
Financiën
11.939
9.680
‒ 2.260
10
Defensie
14.896
14.899
3
12
Infrastructuur en Waterstaat
12.938
12.287
‒ 652
13
Economische Zaken en Klimaat
‒ 1.110
5.732
6.842
14
Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
2.697
2.107
‒ 590
15
Sociale Zaken en Werkgelegenheid
48.050
44.979
‒ 3.071
16
Volksgezondheid, Welzijn en Sport
35.293
46.237
10.944
17
Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
3.812
3.768
‒ 43
50
Gemeentefonds
40.478
42.205
1.727
51
Provinciefonds
2.996
3.130
134
55
Mobiliteitsfonds
0
‒ 136
‒ 136
58
Diergezondheidsfonds
‒ 7
4
11
60
Accres Gemeentefonds
570
0
‒ 570
61
Accres Provinciefonds
96
0
‒ 96
64
BES-fonds
53
88
35
65
Deltafonds
0
24
24
66
Defensiematerieelbegrotingsfonds
0
‒ 50
‒ 50
70
Nationaal Groeifonds
0
0
0
AP
Aanvullende Posten
9.976
0
‒ 9.976
HGIS
Internationale Samenwerking11
(7.653)
(9.194)
‒ 1.541
Totaal
266.430
264.631
‒ 1.798
1) In deze tabel zijn de niet-belastingontvangsten voor Internationale Samenwerking toegerekend aan de begrotingen waarop deze worden verantwoord. De totale uitgaven voor Internationale Samenwerking zijn tussen haakjes vermeld en lopen niet mee in de totaaltelling.
X Noot
1
In deze tabel zijn de niet-belastingontvangsten voor Internationale Samenwerking toegerekend aan de begrotingen waarop deze worden verantwoord. De totale uitgaven voor Internationale Samenwerking zijn tussen haakjes vermeld en lopen niet mee in de totaaltelling.
Tabel 4.5 Netto-uitgaven onder plafond Rijksbegroting (in miljoenen euro)
MN2023
FJR2023
Verschil
1
De Koning
48
54
6
2A
Staten-Generaal
207
228
21
2B
Overige Hoge Colleges van Staat en Kabinetten van de Gouverneurs
163
168
5
3
Algemene Zaken
82
84
1
4
Koninkrijksrelaties
140
48
‒ 92
5
Buitenlandse Zaken
5.389
6.348
958
6
Veiligheid en Justitie
15.751
17.943
2.193
7
Binnenlandse Zaken
8.382
8.014
‒ 368
8
Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
48.273
51.718
3.445
9A
Nationale Schuld (Transactiebasis)
5.057
6.119
1.062
9B
Financiën
10.618
10.422
‒ 196
10
Defensie
8.354
8.514
160
12
Infrastructuur en Milieu
2.717
2.854
137
13
Economische Zaken
‒ 538
6.660
7.197
14
Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
2.373
1.735
‒ 638
15
Sociale Zaken en Werkgelegenheid
1.603
1.111
‒ 492
16
Volksgezondheid, Welzijn en Sport
8.155
5.845
‒ 2.310
17
Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
3.833
3.786
‒ 47
50
Gemeentefonds
37.152
38.629
1.477
51
Provinciefonds
2.996
3.130
134
60
Accres Gemeentefonds
570
0
‒ 570
61
Accres Provinciefonds
96
0
‒ 96
64
BES-fonds
53
88
35
80
Prijsbijstelling
1.656
0
‒ 1.656
81
Arbeidsvoorwaarden
3.061
0
‒ 3.061
86
Algemeen
160
0
‒ 160
90
Consolidatie1
0
0
0
HGIS
Internationale Samenwerking2
(7.783)
(8.291)
‒ 508
Totaal
166.352
173.499
7.147
1) In deze tabel zijn de niet-belastingontvangsten voor Internationale Samenwerking toegerekend aan de begrotingen waarop deze worden verantwoord. De totale uitgaven voor Internationale Samenwerking zijn tussen haakjes vermeld en lopen niet mee in de totaaltelling.
2) In deze tabel zijn de niet-belastingontvangsten voor Internationale Samenwerking toegerekend aan de begrotingen waarop deze worden verantwoord. De totale uitgaven voor Internationale Samenwerking zijn tussen haakjes vermeld en lopen niet mee in de totaaltelling.
Tabel 4.6 Netto-uitgaven onder plafond Sociale Zekerheid (in miljoenen euro)
MN 2023
FJR 2023
Verschil
15
Sociale Zaken en Werkgelegenheid
23.817
24.823
1.006
50
Gemeentefonds
1.792
1.934
142
AP
Aanvullende Posten
2.164
0
‒ 2.164
Begrotingsgefinancierde netto-uitgaven
27.774
26.757
‒ 1.016
40
Sociale Verzekeringen
72.176
71.229
‒ 947
Premiegefinancierde netto-uitgaven
72.176
71.229
‒ 947
Totaal netto-uitgaven plafond Sociale Zekerheid
99.950
97.986
‒ 1.963
Tabel 4.7 Netto-uitgaven onder plafond Zorg (in miljoenen euro)
MN 2023
FJR 2023
Verschil
16
Volksgezondheid, Welzijn en Sport
437
501
64
50
Gemeentefonds
1.533
1.641
109
AP
Aanvullende Posten
490
0
‒ 490
Begrotingsgefinancierde netto-uitgaven
2.460
2.143
‒ 317
41
Zorg
86.972
85.631
‒ 1.341
Premiegefinancierde netto-uitgaven
86.972
85.631
‒ 1.341
Totaal netto uitgaven plafond Zorg
89.432
87.774
‒ 1.658
Tabel 4.8 Netto-uitgaven onder plafond Investeringen (in miljoenen euro)
MN2023
FJR2023
Verschil
6
Justitie en Veiligheid
0
0
0
7
Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
218
589
372
8
Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
262
66
‒ 196
9B
Financiën
0
0
0
10
Defensie
6.520
5.463
‒ 1.057
12
Infrastructuur en Waterstaat
10.182
9.393
‒ 789
13
Economische Zaken en Klimaat
2.898
894
‒ 2.004
14
Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
324
372
47
15
Sociale Zaken en Werkgelegenheid
6
4
‒ 2
16
Volksgezondheid, Welzijn en Sport
17
12
‒ 6
55
Mobiliteitsfonds
0
‒ 136
‒ 136
65
Deltafonds
0
24
24
66
Defensiematerieelbegrotingsfonds
2
‒ 48
‒ 50
70
Nationaal Groeifonds
0
0
0
80
Prijsbijstelling
841
0
‒ 841
81
Arbeidsvoorwaarden
180
0
‒ 180
86
Algemeen
578
0
‒ 578
Totaal Netto rijksbegrotingsuitgaven
22.028
16.633
‒ 5.395
Tabel 4.9 geeft per begrotingshoofdstuk de uitgaven weer die buiten het uitgavenplafond vallen. Het gaat daarbij bijvoorbeeld om uitgaven die niet meetellen in het begrotingstekort (het EMU-saldo), zoals het verstrekken van (studie)leningen, de bijdrage van het Rijk aan de sociale fondsen of de opbrengst van het verkopen van staatsdeelnemingen. Daarnaast zijn er uitgaven die wel EMU-saldorelevant zijn, maar buiten het uitgavenplafond zijn geplaatst, zoals de uitgaven aan de zorgtoeslag.
Evenals bij voorgaande tabellen geldt dat de genoemde bedragen in tabel 4.9 op kasbasis zijn, behalve het begrotingshoofdstuk van Nationale Schuld dat deels op transactiebasis wordt opgesteld. De uitgaven aan het aflossen van en de ontvangsten uit het uitgeven van de staatsschuld zijn niet in deze tabel opgenomen, maar worden in bijlage 5 EMU-saldo en EMU-schuld afzonderlijk toegelicht.
Tabel 4.9 Netto-uitgaven buiten het uitgavenplafond (in miljoenen euro)
MN 2023
FJR 2023
Verschil
4
Koninkrijksrelaties
‒ 1.034
19
1.053
5
Buitenlandse zaken
4.835
4.458
‒ 377
6
Justitie en veiligheid
2.251
3.409
1.158
7
Binnenlandse Zaken
‒ 25
‒ 59
‒ 35
8
Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
3.047
1.314
‒ 1.733
9A
Nationale Schuld (Transactiebasis)
‒ 9.294
‒ 20.842
‒ 11.548
9B
Financiën
1.322
‒ 742
‒ 2.064
10
Defensie
23
923
900
12
Infrastructuur en Waterstaat
40
40
0
13
Economische Zaken en Klimaat
‒ 3.471
‒ 1.822
1.649
15
Sociale Zaken en Werkgelegenheid
22.624
19.041
‒ 3.583
16
Volksgezondheid, Welzijn en Sport
26.683
39.879
13.196
17
Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
‒ 21
‒ 17
4
55
Mobiliteitsfonds
0
0
0
58
Diergezondheidsfonds
‒ 7
4
11
66
Defensiematerieelbegrotingsfonds
‒ 2
‒ 2
0
AP
Aanvullende posten
846
0
‒ 846
HGIS
Internationale Samenwerking1
(-3)
(903)
(906)
Totaal netto-uitgaven buiten het plafond
47.817
45.600
‒ 2.217
1) In deze tabel zijn de niet-belastingontvangsten voor Internationale Samenwerking toegerekend aan de begrotingen waarop deze worden verantwoord. De totale uitgaven voor Internationale Samenwerking zijn tussen haakjes vermeld en lopen niet mee in de totaaltelling.
Tabel 4.10 geeft de totale netto-uitgaven aan Internationale Samenwerking (HGIS) aan per begrotingshoofdstuk. Deze uitgaven aan internationale samenwerking worden gecoördineerd door het ministerie van Buitenlandse Zaken, maar worden verantwoord op de individuele begrotingen. In bovenstaande tabellen zijn deze middelen onderdeel van de totalen per begroting. Onderaan deze tabellen staat het totaal aan HGIS-uitgaven over alle begrotingen.
Tabel 4.10 Netto HGIS-uitgaven begrotingen (in miljoenen euro)
MN 2023
FJR 2023
Verschil
5
Buitenlandse Zaken
2.462
2.512
50
6
Veiligheid en Justitie
626
1.186
559
7
Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
1
1
0
8
Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
105
113
8
9B
Financiën
311
388
77
10
Defensie
212
178
‒ 33
12
Infrastructuur en Waterstaat
32
39
7
13
Economische Zaken en Klimaat
29
33
4
14
Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
38
46
8
15
Sociale Zaken en Werkgelegenheid
1
1
0
16
Volksgezondheid, Welzijn en Sport
7
8
2
17
Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
3.833
3.786
‒ 47
86
Algemeen
0
0
0
Totaal plafondrelevante netto-uitgaven HGIS
7.656
8.291
635
10
Defensie
18
921
902
17
Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
‒ 21
‒ 17
4
66
Defensiematerieelbegrotingsfonds
0
0
0
Totaal niet-plafondrelevante netto-uitgaven HGIS
‒ 3
903
906
Totaal netto-uitgaven HGIS
7.653
9.194
1.541
5 EMU-SALDO EN EMU-SCHULD
Tabel 5.1 betreft een overzicht van de inkomsten, de uitgaven, het EMU-saldo en de EMU-schuld (de budgettaire kerngegevens). Het betreft de inkomsten en uitgaven van het Rijk die relevant zijn voor het EMU-saldo. Om van het EMU-saldo Rijk tot het saldo van de gehele collectieve sector te komen, wordt het EMU-saldo van de decentrale overheden meegeteld. De EMU-schuld wordt hier voor de gehele collectieve sector weergeven.
Tabel 5.1 Budgettaire kerngegevens (in miljarden euro, + = overschot)
MN 2023
FJR 2023
Verschil
Inkomsten (belastingen en sociale premies)
366,4
385,6
19,1
Nood- en steunmaatregelen corona relevant voor EMU-saldo (uitgaven)
5,2
2,1
‒ 3,1
Reguliere netto-uitgaven onder het uitgavenplafond
372,6
373,8
1,3
Rijksbegroting
161,5
170,8
9,3
Sociale Zekerheid
99,7
98,6
‒ 1,0
Zorg
89,4
87,7
‒ 1,7
Investeringen
22,0
16,6
‒ 5,4
Overige netto-uitgaven en correcties voor het EMU-saldo
17,2
14,4
‒ 2,8
Totale netto-uitgaven en correcties voor het EMU-saldo
395,0
390,3
‒ 4,7
EMU-saldo centrale overheid
‒ 28,5
‒ 4,8
23,8
EMU-saldo decentrale overheden
‒ 1,0
1,2
2,2
EMU-saldo collectieve sector
‒ 29,6
‒ 3,5
26,0
EMU-saldo collectieve sector (in procenten bbp)
‒ 3,0%
‒ 0,3%
2,6%
EMU-schuld collectieve sector
491,7
480,7
‒ 11,0
EMU-schuld collectieve sector (in procenten bbp)
49,5%
46,5%
‒ 3,0%
Bruto binnenlands product (bbp)
993,8
1.034,1
40,3
Tabel 5.2 geeft de opbouw van het EMU-saldo van de collectieve sector weer. Dit EMU-saldo, ook wel het overheidssaldo genoemd, is de optelsom van alle inkomsten en uitgaven van de Rijksoverheid en de decentrale overheden. De inkomsten en uitgaven van de Rijksoverheid zijn in meer detail te vinden in bijlage 3 en 4. Om tot het EMU-saldo te komen worden enkele correcties toegepast: sommige uitgaven tellen namelijk niet mee voor het EMU-saldo (deze zijn uitgesplitst in tabel 5.3) en voor sommige posten telt een ander bedrag mee voor het EMU-saldo (op transactiebasis) dan op kasbasis in de Rijksbegroting is opgenomen (deze zijn uitgesplitst in tabel 5.4).
Tabel 5.2 EMU-saldo (in miljoenen euro, + is overschot)
MN 2023
FJR 2023
Verschil
1
Belasting- en premieontvangsten
366.437
385.550
19.113
2
Totale netto-uitgaven
425.578
421.492
‒ 4.086
3
Af: niet EMU-saldo relevante uitgaven
‒ 33.450
‒ 32.045
1.405
4
Bij: Kas-transverschillen en overige posten
‒ 2.851
‒ 880
1.971
5
Bij: EMU-saldo decentrale overheden
‒ 1.019
1.229
2.248
6
EMU-saldo collectieve sector (1-2-3+4+5)
‒ 29.562
‒ 3.548
26.014
De uitgaven die wel op de Rijksbegroting staan, maar die niet meetellen voor het EMU-saldo, staan vermeld in tabel 5.3. Wat er wel en niet meetelt voor het EMU-saldo is vastgesteld door het Europese statistiekbureau Eurostat in de Manual on Government Deficit and Debt.
Tabel 5.3 Uitgaven niet-relevant voor het EMU-saldo (in miljoenen euro, + is uitgave)
MN2023
FJR 2023
Verschil
Verstrekking studieleningen
3.715
2.707
‒ 1.008
Aflossing studieleningen
‒ 1.162
‒ 1.417
‒ 255
Aan- en verkoop staatsdeelnemingen
477
‒ 697
‒ 1.174
Voortijdige beeindiging derivaten
0
0
0
Rente-ontvangsten derivaten
‒ 238
65
303
Uitgaven gerelateerd aan Oekraine
‒ 2.305
0
2.305
Coronagerelateerde leningen
‒ 1.104
‒ 53
1.051
Rijksbijdragen aan sociale fondsen
43.174
53.753
10.579
Kasbeheer
‒ 9.348
‒ 22.002
‒ 12.655
Overig
241
‒ 310
‒ 551
Totaal
33.450
32.045
‒ 1.405
Tabel 5.4 geeft de posten weer die wel meetellen voor het EMU-saldo, maar die niet, of niet op dezelfde manier, in de Rijksbegroting staan. Voor een deel ervan geldt dat voor het EMU-saldo wordt gerekend met de uitgaven en ontvangsten op transactiebasis, terwijl de Rijkbegroting de uitgaven op kasbasis bijhoudt. Om tot het EMU-saldo te komen moet daarom bovenop het bedrag dat daadwerkelijk de kas heeft verlaten nog een zogenaamd kas-transverschil (ktv) worden meegeteld. Daarnaast is er een aantal posten die niet op de Rijkbegroting staan, zoals het positieve of negatieve saldo van agentschappen en de kosten van zorgverzekeraars. Deze posten zijn ook meegenomen in tabel 5.4, omdat deze ook meetellen voor het EMU-saldo.
Tabel 5.4 Kas-transverschillen en overige posten (in miljoenen euro, + is saldoverbeterend)
MN 2023
FJR 2023
Verschil
KTV EU-afdrachten
0
452
452
KTV Tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging voor Werkgelegenheid (NOW)
212
‒ 651
‒ 863
KTV Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL)
100
66
‒ 34
KTV OV-beschikbaarheidsvergoeding
179
92
‒ 87
KTV OV-studentenkaart
‒ 960
40
1.000
KTV Veilingopbrengsten
284
146
‒ 138
KTV Gasbaten
‒ 973
‒ 4.587
‒ 3.614
KTV Publiek private samenwerking
119
‒ 37
‒ 156
KTV Defensie
0
742
742
KTV Prestatiebeurzen
‒ 670
‒ 486
184
KTV Toeslagen
0
0
0
KTV Rijksbijdragen aan decentrale overheden
0
3.121
3.121
Overige kas-transverschillen (aansluiting bij CBS)
‒ 225
726
951
Mutatie begrotingsreserves
‒ 471
1.034
1.504
Saldo agentschappen en rest centrale overheid
0
‒ 248
‒ 248
Totaal Rijk
‒ 2.404
409
2.813
Totaal Sociale fondsen
‒ 447
‒ 1.289
‒ 841
Totaal Rijk en sociale fondsen
‒ 2.851
‒ 880
1.971
Tabel 5.5 geeft de verdeling van het EMU-saldo over de verschillende onderdelen van de collectieve sector weer. In tabel 5.6 wordt het EMU-saldo van het Rijk verder uitgesplitst.
Tabel 5.5 Opbouw EMU-saldo collectieve sector (in miljoenen euro, - is tekort)
MN2023
FJR 2023
Verschil
EMU-saldo Rijk
‒ 36.123
‒ 24.469
11.654
EMU-saldo sociale fondsen
7.580
19.692
12.112
EMU-saldo decentrale overheden
‒ 1.019
1.229
2.248
EMU-saldo collectieve sector
‒ 29.562
‒ 3.548
26.014
EMU-saldo collectieve sector (in procenten bbp)
‒ 3,0%
‒ 0,3%
2,6%
Tabel 5.6 EMU-saldo Rijk (in miljoenen euro, - is uitgave / tekort)
MN2023
FJR 2023
Verschil
Belastingontvangsten
242.435
261.462
19.027
Netto begrotingsgefinancierde uitgaven
‒ 266.430
‒ 264.631
1.798
Af: niet EMU-saldo relevante uitgaven
33.450
32.045
‒ 1.405
Betaalde rijksbijdrage en rente aan sociale fondsen
‒ 43.174
‒ 53.753
‒ 10.579
Kas-transverschillen en overige posten Rijk
‒ 2.404
409
2.813
EMU-saldo Rijk (centrale overheid)
‒ 36.123
‒ 24.469
11.654
Tabel 5.7 geeft het financieringstekort van het Rijk weer. Het financieringstekort is het bedrag dat het Rijk op kasbasis in een jaar tekort komt of over heeft. Het financieringstekort is daarmee dus ook het bedrag dat in een jaar extra moet worden geleend of, bij een overschot, waarmee schulden kunnen worden afgelost. Waar het EMU-saldo een begrip op transactiebasis is, is het financieringstekort een begrip op kasbasis. Om te komen tot het financieringstekort moeten naast de belastingontvangsten en de uitgaven op de begrotingen nog een aantal correcties worden toegepast. Ten eerste zijn de belastingen, zoals die meetellen voor het EMU-saldo, berekend op transactiebasis. Om tot de belastingen op kasbasis te komen moet het kas-transverschil hier vanaf worden getrokken. Hetzelfde geldt voor posten op de Rijksbegroting die niet op kasbasis zijn. Allereerst is dat de rente op de staatsschuld. Deze staat in de Rijksbegroting op transactiebasis, terwijl voor het financieringstekort alleen de kasuitgaven meetellen. Daarnaast wordt geld storten in (of opnemen uit) een begrotingsreserve op de begroting gezet als uitgave of ontvangst, terwijl het geld de schatkist in dat geval niet daadwerkelijk verlaat of binnenkomt. Daarom wordt voor dit type uitgaven ook gecorrigeerd om tot het financieringssaldo te komen.
Tabel 5.7 Financieringssaldo Rijksoverheid (in miljoenen euro, - is uitgave / tekort)
MN 2023
FJR 2023
Verschil
Belastinginkomsten (kasbasis)
242.477
263.189
20.712
Netto begrotingsgefinancierde uitgaven
‒ 266.430
‒ 264.631
1.798
Af: kas-transverschil rentelasten
‒ 1.830
476
2.306
Mutatie begrotingsreserves
‒ 471
1.034
1.504
Mutaties derdenrekeningen inclusief Fortis lening
0
‒ 306
‒ 306
Financieringssaldo Rijksoverheid
‒ 26.253
‒ 239
26.014
Het financieringssaldo werkt één op één door in de staatsschuld. Voor een financieringstekort moet immers geleend worden op de financiële markten, terwijl een overschot gebruikt kan worden om schulden af te lossen. Tabel 5.8 geeft de ontwikkeling van de EMU-schuld weer gedurende het jaar 2023, in de eerste kolom zoals verwacht werd bij Miljoenennota 2023 en in de tweede kolom zoals daadwerkelijk gerealiseerd. De EMU-schuld betreft de hele collectieve sector, dus ook het tekort van decentrale overheden en agentschappen heeft invloed op de EMU-schuld.
Tabel 5.8 Opbouw EMU-schuld collectieve sector (in miljoenen euro, - is overschot)
MN 2023
FJR 2023
Verschil
EMU-schuld begin jaar
464.413
480.065
15.651
Financieringssaldo Rijksoverheid
26.253
239
‒ 26.014
EMU-saldo decentrale overheden
1.019
‒ 1.229
‒ 2.248
EMU-saldo rest centrale overheid
0
0
0
Schatkistbankieren decentrale overheden
0
0
0
Overig
0
1.596
1.596
EMU-schuld einde jaar
491.686
480.671
‒ 11.015
EMU-schuldquote (in procenten bbp)
49,5%
46,5%
‒ 3,0%
Tabel 5.9 bevat de ontwikkeling van de EMU-schuldquote (de EMU-schuld in verhouding tot het bbp). Behalve het begrotingstekort of -overschot heeft ook de ontwikkeling van het bbp zelf invloed op de schuldquote. Dit is weergegeven als het noemereffect.
Tabel 5.9 Opbouw EMU-schuldquote (in procenten bbp)
MN 2023
FJR 2023
Verschil
EMU-schuldquote begin jaar
49,8
51,0
1,2
Noemereffect bbp
‒ 3,0
‒ 4,6
‒ 1,6
Financieringssaldo Rijksoverheid
2,6
0,0
‒ 2,6
EMU-saldo decentrale overheden
0,1
‒ 0,1
‒ 0,2
EMU-saldo rest centrale overheid
0,0
0,0
0,0
Schatkistbankieren decentrale overheden
0,0
0,0
0,0
Overig
0,0
0,2
0,2
EMU-schuldquote einde jaar
49,5
46,5
‒ 3,0
De tabellen 5.10 en tabel 5.11 geven een historisch overzicht van het EMU-saldo en de EMU-schuld in de afgelopen tien jaar, zowel in euro's als in procenten van het bbp.
Tabel 5.10 Historisch overzicht EMU-saldo (in miljarden euro, - is tekort)
2014
2015
2016
2017
2018
2019
2020
2021
2022
2023
EMU-saldo
‒ 15,1
‒ 13,4
0,9
10,1
11,6
14,6
‒ 29,6
‒ 22,3
0,0
‒ 3,5
bbp
671,6
690,0
708,3
738,1
774,0
813,1
796,5
855,5
941,2
1034,1
EMU-saldo (in procenten bbp)
‒ 2,3%
‒ 1,9%
0,1%
1,4%
1,5%
1,8%
‒ 3,7%
‒ 2,4%
0,0%
‒ 0,3%
Tabel 5.11 Historisch overzicht EMU-schuld (in miljarden euro)
2014
2015
2016
2017
2018
2019
2020
2021
2022
2023
EMU-schuld
456
446
438
420
406
395
435
449
480
481
bbp
672
690
708
738
774
813
797
855
941
1034
EMU-schuld (in procenten bbp)
67,9%
64,6%
61,9%
57,0%
52,4%
48,5%
54,7%
52,5%
51,0%
46,5%
Tabel 5.12 en tabel 5.13 geven een aansluiting tussen de cijfers zoals deze zijn gepresenteerd in bijlage 1 Rijksrekening en bijlage 5 EMU-saldo en EMU-schuld.
Tabel 5.12 Aansluiting uitgaven Rijksrekening en budgettaire kerngegevens (in miljarden euro)
Tabel 5.12 Aansluiting uitgaven Rijksrekening en budgettaire kerngegevens (in miljarden euro)
FJR 2023
Bron
Totaal kasuitgaven begrotingen
369,7
Tabel 1.2
Rentelasten
7,6
Tabel 1.4
Totaal kasuitgaven begrotingen en rentelasten
377,3
Af: uitgaven aflossing vaste schuld
31,7
H9A artikel 11
Af: uitgaven aflossing vlottende schuld
16,1
H9A artikel 11
Af: consolidatie
14,8
Tabel 4.2
Totaal uitgaven begrotingen
314,6
Tabel 4.2
Af: niet-belastingontvangsten begrotingen
50,0
Tabel 4.3
Totaal netto-uitgaven begrotingen
264,6
Tabel 4.4
Totaal premiegefinancierde netto-uitgaven
156,9
w.v. Sociale Zekerheid en Arbeidsmarktrelaties
71,2
Tabel 4.6
w.v. Zorg
85,6
Tabel 4.7
Totaal netto-uitgaven (begrotingen en premies)
421,5
Tabel 5.1
w.v. Netto-uitgaven onder het uitgavenplafond
375,9
Tabel 5.1
w.v. Netto-uitgaven buiten het uitgavenplafond
45,6
Tabel 4.8
Af: niet EMU-saldo relevante uitgaven
32,0
Tabel 5.2
Bij: kas-transverschillen en overige posten
0,9
Tabel 5.2
Totaal netto-uitgaven relevant voor EMU-saldo
390,3
Tabel 5.1
Tabel 5.13 Aansluiting ontvangsten Rijksrekening en budgettaire kerngegevens (in miljarden euro)
FJR 2023
Bron
Totaal kasontvangsten begrotingen
374,0
Tabel 1.3
Rentebaten
0,3
Tabel 1.5
Totaal kasontvangsten begrotingen en rentebaten
374,3
Af: uitgifte vaste schuld
46,3
H9A artikel 11
Af: uitgifte vlottende schuld
0,0
H9A artikel 11
Af: consolidatie
14,8
Tabel 4.3
Af: niet-belastingontvangsten
50,0
Tabel 4.3
Totaal belastingen op kasbasis
263,2
Tabel 3.2
Premie-inkomsten op kasbasis
124,8
w.v. volksverzekeringen
40,7
Tabel 3.2
w.v. werknemersverzekeringen (EMU-basis)
84,1
Tabel 3.2
Totale inkomsten op kasbasis
388,0
Kas-transverschillen inkomsten
‒ 2,4
w.v. kas-transverschillen belastingen
‒ 1,7
Tabel 3.2
w.v. kas-transverschillen premies volksverzekeringen
‒ 0,7
Tabel 3.2
Totaal belastingen en premies op EMU-basis
385,6
Tabel 6.1
6 FISCALE REGELINGEN
Sinds 2002 wordt budgettaire informatie over fiscale regelingen opgenomen in de Miljoenennota en het Financieel Jaarverslag van het Rijk. In de Miljoenennota worden ook onder andere het beleidsverantwoordelijk departement en de afgeronde en geplande evaluaties vermeld. Meer beleidsmatige informatie over fiscale regelingen wordt opgenomen in de begrotingen en jaarverslagen van de verschillende vakdepartementen.
In het Financieel Jaarverslag van het Rijk wordt alleen het budgettaire belang gegeven van de fiscale regelingen waarvan op dat moment voorlopige realisatiegegevens over 2023 beschikbaar zijn. Dit betreft de afdrachtverminderingen in de loonbelasting voor zeevaart en speur- en ontwikkelingswerk (WBSO) en de investeringsfaciliteiten in de inkomstenbelasting en vennootschapsbelasting waarvoor een aanmeldingsverplichting geldt, namelijk de energie-investeringsaftrek (EIA), milieu-investeringsaftrek (MIA) en willekeurige afschrijving milieu-investeringen (Vamil). De voorlopige realisaties van deze regelingen worden hier vermeld. Definitieve realisaties worden pas in de loop van 2024 bekend en worden opgenomen in de Miljoenennota 2025. Voor de overige fiscale regelingen zal in de Miljoenennota 2025 een geactualiseerde raming voor 2023 worden opgenomen, op basis van de meest recente gegevens op dat moment.
De investeringsregelingen en de afdrachtvermindering speur- en ontwikkelingswerk zijn gebudgetteerde regelingen met een systematiek van meerjarige budgetegalisatie. De afdrachtvermindering zeevaart is geen gebudgetteerde regeling. Een uitgebreidere beschrijving van deze fiscale regelingen en de ramingsmethodiek kan gevonden worden in de Miljoenennota 2024, bijlage 10.
6.1 Afdrachtverminderingen in de loonbelasting
Tabel 6.1 laat de voorlopige (geschatte) realisaties van de betreffende afdrachtverminderingen over 2023 zien. De realisaties zijn gebaseerd op geaggregeerde informatie vanuit de loonaangiften.
Tabel 6.1 Gegevens afdrachtverminderingen over 2023 (stand april 2024 in miljoenen euro)
Afdrachtvermindering
Raming 2023 (MN 2023)
Voorlopige realisatie 2023
Speur- en ontwikkelingswerk (WBSO)
1.370
1.355
Zeevaart
105
116
Het totale beschikbare budget voor de afdrachtvermindering speur- en ontwikkelingswerk zoals opgenomen in de Miljoenennota 2023 bedroeg 1.370 miljoen euro. In de Miljoenennota 2024 is het budget voor het jaar 2023 gestegen naar 1.437 miljoen euro (exclusief 4 miljoen euro voor de aftrek speur- en ontwikkelingswerk zelfstandigen). De geschatte voorlopige realisatie is 1.355 miljoen euro. Met deze realisatie is er een onderuitputting van 82 miljoen euro. De onderuitputting wordt conform de geldende systematiek aan het in 2025 beschikbare budget toegevoegd. De hoogte van de verzilverde S&O-afdrachtvermindering over 2023 wordt in juli 2024 definitief vastgesteld op basis van de realisaties tot en met juni 2024. De daadwerkelijke realisatie kan daardoor nog enkele miljoenen afwijken en wordt met Prinsjesdag openbaar gemaakt.
De voorlopige realisatie van de afdrachtvermindering zeevaart voor 2023 valt 11 miljoen euro hoger uit dan de raming in de Miljoenennota 2023. Het budgettaire belang van deze regeling is vrij constant over de jaren.
6.2 Investeringsfaciliteiten
Tabel 6.2 bevat voorlopige realisatiegegevens over het jaar 2023 voor de investeringsfaciliteiten waarvoor een aanmeldingsverplichting geldt.
Tabel 6.2 Gegevens investeringsfaciliteiten over 2023 (stand april 2024 in miljoenen euro)
Regeling
Budget 2023 (MN 2023)
Voorlopige realisatie 2023
Energie-investeringsaftrek (EIA)
249
298
Milieu-investeringsaftrek (MIA)
194
260
Willekeurige afschrijving milieu-investeringen (Vamil)
25
25
De EIA heeft voor 2023 een budget van 249 miljoen euro. De budgetclaim van de EIA bedraagt 298 miljoen euro volgens voorlopige realisatiecijfers. Daarmee is in 2023 naar verwachting een overuitputting van 49 miljoen euro. De budgetreserve komt hiermee op ‒ 99 miljoen euro. Door een structurele verlaging van het aftrekpercentage van de EIA van 45,5% naar 40% per 2024 en aanpassingen van de energielijst, is de verwachting dat de budgetclaim van de EIA de komende jaren zal afnemen. Daarnaast heeft het kabinet het budget van de EIA voor de komende jaren verhoogd. Hierdoor is de verwachting dat de EIA de komende jaren een onderuitputting zal kennen waardoor de negatieve budgetreserve wordt ingelopen.
De MIA heeft voor 2023 een budget van 194 miljoen euro in de Miljoenennota 2023. In de Miljoenennota van 2024 is dit verlaagd naar 192 miljoen euro in verband met een stijging in uitvoeringskosten. De budgetclaim van de MIA bedraagt 260 miljoen euro volgens voorlopige realisatiecijfers. Daarmee is in 2023 naar verwachting een overuitputting van 68 miljoen euro. De budgetreserve komt hiermee op 0 miljoen euro. Om komend jaar binnen budget te blijven is de Milieulijst bijgesteld.
De Vamil heeft voor 2023 een budget van 25 miljoen. Het voorlopige realisatiecijfer is eveneens 25 miljoen waardoor er geen onder- of overuitputting is. De budgetreserve blijft hiermee constant op 106 miljoen euro.
7 BELEIDSMATIGE MUTATIES NA DE NAJAARSNOTA
Om het budgetrecht van de Kamers te borgen, worden beleidsmatige mutaties die na de Najaarsnota leiden tot een overschrijding van het budget op artikelniveau aan de beide Kamers gemeld. In deze bijlage is een overzicht opgenomen van deze beleidsmatige mutaties van departementen na de Najaarsnota. Hierbij is een ondergrens gehanteerd van 2 miljoen euro. De specifieke verantwoording over de mutaties is opgenomen in de Kamerstukken van de departementen. Voor de volledigheid wordt vermeld in welk Kamerstuk de betreffende mutatie aan de Tweede Kamer is gemeld. Ook wordt weergegeven of het een uitgavenmutatie (U), ontvangstenmutatie (O) of een verplichtingenmutatie (V) betreft.
Tabel 7.1 Beleidsmatige mutaties na de Najaarsnota (in miljoenen euro)
Begrotingshoofdstuk
Artikel
Omschrijving
Bedrag (in mln. euro)
Kamerstuk
U
O
V
6. Justitie en Veiligheid
37. Migratie
Opvang Oekraïense ontheemden
360
36410-VI, nr. 19
X
6. Justitie en Veiligheid
37. Migratie
Opvang Oekraïense ontheemden
334
36410-VI, nr. 19
X
6. Justitie en Veiligheid
36. Contraterrorisme en nationaal veiligheidsbeleid
Brede Doeluitkering Rampenbestrijding (BDUR)
5
36410-VI, nr. 19
X
6. Justitie en Veiligheid
91. Apparaat kerndepartement
Dienst Terugkeer en Vertrek (DT&V)
14
36410-VI, nr. 19
X
8. Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
8. Internationaal beleid
Vlaams-Nederlandshuis DeBuren
3
36410-IX, nr. 37
X
8. Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
15. Media
Landelijke publieke omroep
17
36410-IX, nr. 37
X
8. Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
15. Media
Regionale publieke omroep
3
36410-IX, nr. 37
X
8. Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
15. Media
Stichting omroep muziek
3
36410-IX, nr. 37
X
9B. Financiën
1. Belastingen
ICT-opdrachten
39
36410-IX, nr. 39
X
10. Defensie
1. Inzet
Uitgavensteun Oekraine
100
36410-X, nr. 21
X
10. Defensie
4. Koninklijke luchtmacht
Contracten opdrachten, bijdrages aan kennisinstituten, inhuur flexibele capaciteit en salarissen reservisten
80
36410-X, nr. 21
X
10. Defensie
5. Koninklijke Marechaussee
Nieuwe meerjarige inhuurcontracten
5
36410-X, nr. 21
X
10. Defensie
7. Commando Materieel en IT
Innovatieprojecten, dienstreizen & HR-ecosysteem en overige materiële verplichtingen
25
36410-X, nr. 21
X
X
10. Defensie
7. Commando Materieel en IT
Inhuur IT-specialisten en inkoopdienstverlening
31
36410-X, nr. 21
X
10. Defensie
8. Defensie Ondersteuningscommando
Contracten voor geneeskundige goederen, opleidingen en formatie
45
36410-X, nr. 21
X
10. Defensie
9. Algemeen
Bijdrage aan kennisinstituten, internationale samenwerking en schadeloosstellingsregelingen
8
36410-X, nr. 21
X
X
12. Infrastructuur en Waterstaat
24. Inspectie Leefomgeving en Transport
Inkoop Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT)
7
36410-XII, nr. 17
X
12. Infrastructuur en Waterstaat
25. Brede Doeluitkering
Brede Doeluitkering (BDU) voor 2024
13
36410-XII, nr. 17
X
14. Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
22. Natuur, visserij en gebiedsgericht werken
Begrotingsreserve Visserij
2
36410-XIV nr. 17
X
X
16. Volksgezondheid, Welzijn en Sport
6. Sport en bewegen
Sport verenigt Nederland
12
36410-XVI-C
X
16. Volksgezondheid, Welzijn en Sport
10. Apparaatsuitgaven
Apparaatsuitgaven kerndepartement
8
36410-XVI-C
X
55. Mobiliteitsfonds
13. Spoorwegen
Exploitatie, Onderhoud en Vernieuwing Spoor
63
36410-XII, nr. 17
X
55. Mobiliteitsfonds
13. Spoorwegen
Contract Infraspeed
143
36410-XII, nr. 17
X
66. Defensiematerieelbegrotingsfonds
3. Land materieel
Versnelde gezamenlijke bestelling Patriotrakketten
163
36 410-K, nr. 4
X
X
66. Defensiematerieelbegrotingsfonds
5. Infrastructuur en Vastgoed
Verbouwingskosten huisvesting hoog risico beveiliging en diverse overige hogere uitgaven voor instandhouding
27
36 410-K, nr. 4
X
66. Defensiematerieelbegrotingsfonds
5. Infrastructuur en Vastgoed
Snellere realisatie projecten en eindafrekeningen RVB
10
36 410-K, nr. 4
X
Justitie en Veiligheid
Opvang Oekraïense ontheemden
Gebleken is dat de gemeenten meer voorschotten aanvragen dan bij de Najaarsnota 2023 verwacht. Om aan de afspraak te voldoen dat alle gemeenten die op tijd een aanvraag hebben ingediend ook in 2023 het voorschot krijgen uitbetaald, is een tegenvaller van circa 360 miljoen euro ontstaan.
Opvang Oekraïense ontheemden
Er is ook sprake van een overschrijding van het verplichtingenbudget op artikel 37 van 334 miljoen euro. Dit komt grotendeels doordat de gemeenten meer voorschotten hebben aangevraagd (zie toelichting bij 1. opvang Oekraïense ontheemden). Daarnaast is er sprake van een verplichtingenoverschrijding van 9 miljoen euro op het subsidiebudget.
Brede Doeluitkering Rampenbestrijding (BDUR)
Voor het aangaan van de verplichting voor de uitkering aan de Veiligheidsregio’s voor 2024 voor de Brede Doeluitkering Rampenbestrijding (BDUR) is het verplichtingenbudget met 5,1 miljoen euro overschreden, omdat het budget bij de Najaarsnota niet voldoende was opgehoogd.
Dienst Terugkeer en Vertrek (DT&V)
Bij de Dienst Terugkeer en Vertrek (DT&V) zijn in 2023 enkele meerjarige verplichtingen aangegaan waardoor het verplichtingenbudget met 14 miljoen euro wordt overschreden. Dit is onderdeel van de in de veegbrief gemelde verplichtingenoverschrijding op artikel 91.
Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Vlaams-Nederlandshuis DeBuren
Het verplichtingenbudget op artikel 8 (Internationaal beleid) is verhoogd. Het betreft hier het verplichtingenbudget op het instrument Opdrachten voor Vlaams-Nederlandshuis DeBuren waarbij in 2023 de verplichtingen voor twee jaar worden aangegaan.
Landelijke publieke omroep
De verplichtingenruimte voor Landelijke Publieke Omroep was te laag in 2023, omdat de verplichtingen voor de uitgaven 2024 van de superevenementen in 2023 worden aangegaan. De uitgaven voor de superevenementen 2024 worden bij eerste suppletoire begroting in 2024 van het instrument dotatie/onttrekking Algemene Media Reserve toegevoegd aan de Landelijke Publieke Omroep.
Regionale publieke omroep
Voor de bekostiging van de Regionale Omroepen zijn er in 2023 verplichtingen aangegaan waarvan de uitgaven in 2024 worden gemaakt. De verplichtingenruimte voor Regionale Omroepen moest daarom worden verhoogd.
Stichting omroep muziek
Voor de bekostiging van Stichting Omroep Muziek zijn in 2023 verplichtingen aangegaan waarvan de uitgaven in 2024 worden gemaakt. De verplichtingenruimte voor Stichting Omroep Muziek in 2023 moest daarom worden verhoogd.
Financiën
ICT-opdrachten
De uitgavenrealisatie op ICT-opdrachten van de Belastingdienst pakt circa 39 miljoen euro hoger uit dan bij de tweede suppletoire begroting 2023 was voorzien. De belangrijkste reden is dat conform de bestendige gedragslijn en gemaakte afspraken met leveranciers contracten deels voorafgaand aan het nieuwe jaar worden betaald. Daarnaast zijn er meer contracten nog in 2023 afgesloten dan eerder verwacht, waardoor er nu sprake is van een overschrijding.
Defensie
Uitgavensteun Oekraïne
De uitgaven voor de militaire steun aan Oekraïne zijn circa 100 miljoen euro hoger dan ten tijde van de tweede suppletoire begroting werd geraamd. Ten tijde van de tweede suppletoire begroting werd verwacht dat deze steunuitgaven in 2024 zouden plaatsvinden, maar deze vonden in 2023 plaats. Deze uitgaven worden aangegaan voor de onvoorziene afdracht btw voor aanschaf munitie (26 miljoen euro), voor de brandstof voorziening Oekraïne (17 miljoen euro), voor het sneller leveren van kleding en uitrusting en voor de overige uitgaven voor commerciële verwerving en directe aanschaf van materieel dat is bestemd voor Oekraïne.
Contracten opdrachten, bijdrages aan kennisinstituten, inhuur flexibele capaciteit en salarissen reservisten
De verplichtingen zijn 80 miljoen euro hoger dan ten tijde van de tweede suppletoire begroting werd geraamd. De hogere verplichtingen zijn een gevolg van een inhuur flexibele capaciteit (27 miljoen euro) voor onderhoudswerkzaamheden, van hogere uitgaven salarissen van reservisten (5 miljoen euro) en het aangaan van contracten voor opdrachten en bijdrages aan kennisinstituten.
Nieuwe meerjarige inhuurcontracten
De verplichtingen zijn 5 miljoen euro hoger dan ten tijde van de tweede suppletoire begroting werd geraamd. De hogere verplichtingen zijn het gevolg van het aangaan van nieuwe meerjarige inhuurcontracten voor onder meer het inhuren van IT specialisten.
Innovatieprojecten, dienstreizen & HR-ecosysteem en overige materiële verplichtingen
De verplichtingen zijn 25 miljoen euro hoger dan ten tijde van de tweede suppletoire begroting werd geraamd. Dit is het gevolg van 15 miljoen euro aan innovatieprojecten, 4 miljoen euro hogere overige materiële uitgaven voor innovatie, 1 miljoen euro diverse kleinere uitgaven en 5 miljoen euro hogere uitgaven voor dienstreizen en het HR ecosysteem. Per saldo is sprake van zowel hogere verplichtingen (totaal 25 miljoen euro) als hogere uitgaven (totaal 10 miljoen euro).
Inhuur IT-specialisten en inkoopdienstverlening
De verplichtingen zijn 31 miljoen euro hoger uitvallen dan ten tijde van de tweede suppletoire begroting werd geraamd. De hogere verplichtingen zijn het gevolg van inhuur van IT-specialisten en Inkoopdienstverlening.
Contracten voor geneeskundige goederen, opleidingen en formatie
De verplichtingen zijn 45 miljoen euro hoger dan ten tijde van de tweede suppletoire begroting werd geraamd. Dit is het gevolg van eerder afgesloten contracten en hogere uitgaven en verplichtingen voor onder andere geneeskundige goederen, opleidingen en formatie.
Bijdrage aan kennisinstituten, internationale samenwerking en schadeloosstellingsregelingen
De uitgaven en verplichtingen zijn 8,4 miljoen euro hoger dan ten tijde van de tweede suppletoire begroting werd geraamd. Dit komt onder meer door een hogere bijdrage aan de kennisinstituten en internationale samenwerking en schadeloosstellingsregelingen.
Infrastructuur en Waterstaat
Inkoop Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT)
Om te borgen dat specifieke kennis bij de ILT beschikbaar blijft en werkzaamheden niet vertragen, was het noodzakelijk om contracten voor externe inzet en licenties voor 2024 nog in 2023 te verlengen en om materiële zaken aan te schaffen. Om dit te kunnen doen, was het noodzakelijk het verplichtingenkader voor de ILT in 2023 te verhogen met 7,0 miljoen euro.
Brede Doeluitkering (BDU) voor 2024
Volgens de BDU-systematiek worden de verplichtingen voorafgaand aan het jaar van betaling aangegaan. De beschikking voor het jaar 2024 is eind 2023 afgegeven aan de twee vervoersregio’s Metropoolregio Rotterdam en Den Haag (MRDH) en Vervoerregio Amsterdam (VRA). Bij het opstellen van de tweede suppletoire begroting was nog niet volledig bekend welke afzonderlijke afspraken met welk kaseffect in 2024 moesten worden vastgelegd. Inmiddels is dit bekend en is het verplichtingenbudget in 2023 in totaal verhoogd met 13,41 miljoen euro.
Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Begrotingsreserve Visserij
De begrotingsreserve visserij is bestemd voor uitgaven en ontvangsten met betrekking op de Europese Visserijfondsen (EFMZV en EMFAF). Door gebruik van de reserve blijven cofinancieringsmiddelen beschikbaar voor latere jaren. De exacte ontvangsten zijn lastig te voorspellen en vallen in 2023 1,4 miljoen euro lager uit dan de geraamde 3,2 miljoen euro. De onttrekking van 1,8 miljoen euro in 2023 is een saldo van een storting van het niet bestede deel van de nationale cofinanciering voor de regelingen van het nieuwe EMFAF 2021–2027 en uitgaven voor het EFMZV 2014-2020 en de uitvoering van beide fondsen.
Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Sport verenigt Nederland
In verband met het vastleggen van meerjarige verplichtingen voor projectsubsidies ‘Heroes in beweging’ en ‘Sportlijn II’, is het verplichtingenbudget in 2023 opgehoogd met 11,8 miljoen euro.
Apparaatsuitgaven kerndepartement
Het verplichtingenbudget op dit artikelonderdeel is verhoogd met 7,6 miljoen euro. Deze verhoging hangt samen met het aangaan van verplichtingen voor externe inhuur en de inkoop van contracten.
Mobiliteitsfonds
Exploitatie, Onderhoud en Vernieuwing Spoor
Abusievelijk bleek dat bij de subsidieaanvraag EOV 2024 onvoldoende verplichtingen in 2023 staan om de subsidie te kunnen vastleggen. De informatie was ten tijde van de Najaarsnota niet bekend. IenW is juridisch verplicht om de subsidie in 2023 vast te leggen. Het budget is overigens meerjarig beschikbaar, dus het betreft hier alleen een technische mutatie waarbij 63 miljoen euro verplichtingenruimte uit 2024 naar 2023 schuift.
Contract Infraspeed
Abusievelijk bleek dat bij de subsidieaanvraag van Prorail 2024 onvoldoende verplichtingen in 2023 staan om de taken uit te voeren die zijn afgesproken tussen de Staat der Nederlanden en Prorail. Hierin is vastgelegd dat Prorail activiteiten uitvoert voor het ministerie van IenW inzake Infraspeed. De informatie was ten tijde van de Najaarsnota niet bekend. IenW is contractueel verplicht om de verplichting in 2023 vast te leggen. Het budget is meerjarig beschikbaar, dus het betreft hier alleen een technische mutatie waarbij 143 miljoen euro verplichtingenruimte uit 2024 naar 2023 schuift.
Defensiematerieelbegrotingsfonds
Versnelde gezamenlijke bestelling Patriotrakketten
In samenwerking met het NATO Support and Procurement Agency (NSPA) en met Europese partners is een gezamenlijke bestelling voor raketten voor het Patriot lucht- en raketverdedigingssysteem geplaatst. Het is gelukt om nog dit jaar deze gezamenlijke bestelling af te ronden, waarmee ook schaalvoordelen optreden. Dat is een belangrijke stap waarmee de Europese Defensie-industrie en productiecapaciteit worden versterkt. Het betreft een voorschotbedrag van 163 miljoen euro en verplichtingen met een omvang van 658 miljoen euro in 2023.
Verbouwingskosten huisvesting hoog risico beveiliging en diverse overige hogere uitgaven voor instandhouding
Voor instandhouding vastgoed betreft dit het budget voor de verbouwingskosten voor huisvesting hoog risico beveiliging (20 miljoen euro) en de eindafrekening van het Rijksvastgoedbedrijf (RVB) die 5 miljoen euro hoger uitvalt dan eerder werd verondersteld.
Snellere realisatie projecten en eindafrekeningen RVB
Met de tweede suppletoire begroting 2023 zijn budgetten voor de instandhouding en voor de investeringen doorgeschoven naar 2024. Naar nu blijkt, zal bij de instandhouding in 2023 nog circa 27 miljoen euro worden geïmplementeerd. Bij de investeringen zal in 2023 nog circa 10 miljoen euro worden geïmplementeerd. Bij de investeringen is dit het gevolg van een aantal projecten die boven verwachting sneller realiseren en een aantal eindafrekeningen die eerder door het RVB zijn aangeboden dan verwacht en daarmee in 2023 tot betaling komen. Tot slot verloopt de realisatie bij Divisie Facilitair Logistiek beveiliging (DLFB) op inrichtingskosten, zowel op initiële inrichting als op het project Verbeteren Defensie Legering (VDL), sneller dan verwacht.
8 RISICOREGELINGEN VAN HET RIJK 2023
In tabellen 8.1 tot en met 8.5 wordt een totaaloverzicht van verschillende soorten risicoregelingen van het Rijk weergegeven. Voor details over onderstaande garantieregelingen, achterborgstellingen en leningen wordt verwezen naar begrotingen en jaarverslagen van de betreffende vakdepartementen.
Garanties
Een garantie is een voorwaardelijke, financiële verplichting van het Rijk aan een derde buiten het Rijk, die pas tot uitbetaling komt als zich bij de wederpartij een bepaalde omstandigheid (realisatie van een risico) voordoet. Garantieregelingen worden als verplichting opgenomen in de begroting van het betreffende vakdepartement.
Onderstaande tabel 8.1 en 8.2 bevatten de garantieregelingen van het Rijk. Alle regelingen met een uitstaand risico groter dan 100 miljoen euro zijn samengevat in de post ‘overig’. Het overzicht bevat alle garanties met de stand ultimo 2023. Ontwikkelingen daarna zijn niet in het overzicht opgenomen, omdat die buiten de reikwijdte van het Financieel Jaarverslag van het Rijk 2023 vallen. Deze worden meegenomen in het overzicht van risicoregelingen van het Rijk bij de Miljoenennota 2025.
In het overzicht worden achtereenvolgens de begroting (b) het begrotingsartikel (a) en de omschrijving van de garantie weergegeven. Daarachter staat voor de jaren 2022 en 2023 het bedrag dat daadwerkelijk als risico is verleend dan wel door de Tweede Kamer is geautoriseerd, genoemd de ‘uitstaande garanties’. Onder de uitstaande garanties vallen ook de garanties die in eerdere jaren zijn verstrekt. In 2023 zijn er garanties verleend, maar zijn er ook garanties komen te vervallen. Dit is terug te lezen in de kolommen ‘verleende garanties’ en ‘vervallen garanties’.
Iedere risicoregeling dient eindig te zijn, en het risico dient gemaximeerd te zijn met een plafond. Het garantieplafond kan een jaarlijks plafond zijn (per jaar mag een maximaal bedrag aan garanties worden verleend) of een totaalplafond (er mogen nooit meer garanties verleend worden dan het plafond). In tabel 8.1 en 8.2 is onderscheid gemaakt tussen beide soorten plafonds. Bij internationale organisaties is gekozen het garantieplafond gelijk te stellen aan de uitstaande garanties. Hiervan is sprake bij de Europese garanties (EFSF, EFSM en ESM en NGEU) en de garanties van een aantal internationale financiële instellingen (IMF en Wereldbank). Bij regelingen waar geen plafond is afgesproken, is het totaalplafond gelijkgesteld aan de uitstaande garanties.
Naast de reguliere garanties (tabel 8.1) heeft het kabinet een aantal tijdelijke garanties verleend ter ondersteuning van de economie tijdens de coronacrisis. Het uitstaande risico van deze risicoregelingen wordt getoond in tabel 8.2. De coronagerelateerde garantieregelingen verschillen van de reguliere garantieregelingen wat betreft de financiering en de dekking. Waar uitgaven en ontvangen van reguliere garantieregelingen op een departementale begroting plaatsvinden, geldt voor coronagerelateerde garantieregelingen dat eventuele schades worden gefinancierd vanuit de staatsschuld. Indien er een premie wordt gevraagd, vloeit deze ook in de staatsschuld. De coronagerelateerde garanties bedragen in 2023 circa 35,5 miljard euro, waarvan circa 34,0 miljard euro bestaat uit de internationale garanties SURE en NGEU. SURE is een garantieregeling gerelateerd aan de maatregelen die lidstaten tijdens de coronacrisis hebben genomen om inkomensverlies van burgers op te vangen en de toename in werkloosheid en de gevolgen ervan te beperken. NGEU heeft als doel de economische schade en sociale schade van de coronacrisis te verzachten door het stimuleren van structurele hervormingen en publieke investeringen binnen de EU. Ten opzichte van 2022 is het totaalbedrag aan coronagerelateerde garantieregelingen afgenomen met circa 12,3 miljard euro. Deze daling is toe te wijzen aan het deels vervallen van de garantie SURE met circa 10,5 miljard euro en het volledig vervallen van de garantie KLM met circa 1,6 miljard euro. Het is de verwachting dat deze steunmaatregelen de komende jaren verder afgebouwd worden.
Uit tabel 8.2 blijkt dat het totaalbedrag aan uitstaande garanties van het Rijk in 2023 215,0 miljard euro bedraagt, waarvan 179,5 miljard euro aan reguliere garanties. In 2022 was dit bedrag 218,1 miljard euro, waarvan 170,2 miljard euro reguliere garanties betrof.
De stijging in reguliere garanties is voornamelijk toe te wijzen aan de herziene garantie die FMO krijgt. Voorheen werd de som van de financiële verplichtingen van FMO (circa 5,5 miljard euro) in de begroting opgenomen als totaalplafond. Dit was omdat de overeenkomst uit 1998 eerder van kracht was dan het risico- en garantiekader en daarom geen afspraken over het totaalplafond bevatte. Met de nieuwe overeenkomst is er een schuldplafond van USD 16,0 miljard - circa 14,5 miljard euro - toegewezen. De toename is dus het gevolg van een wijziging in de wijze van rapporteren – het nieuw afgesproken totaalplafond in plaats van de som van de financiële verplichtingen - en niet door een toename in het risico voor het Rijk.
Verder is in 2023 een Headroomgarantie macro-financiële bijstand (MFB) verleend. Door het verstrekken van MFB kan de Europese Commissie namens de Europese Unie lenen op de kapitaalmarkt, waarna zij deze middelen leent aan Oekraïne. De hoogte van de garantie is per lidstaat bepaald op basis van het bni-aandeel. Voor Nederland komt dit neer op circa 1,1 miljard euro. De headroom betreft budgettaire ruimte tussen het uitgavenplafond van de EU-begroting zoals vastgelegd in het Meerjarig Financieel Kader (MFK) en het eigenmiddelenplafond zoals vastgelegd in het Eigenmiddelenbesluit (EMB).
Tabel 8.1 Garantieregelingen van het Rijk (in miljoenen euro)
Garantieoverzicht uitstaand risico
Uitstaande garanties
Verleende garanties
Vervallen garanties
Uitstaande garanties
Garantie plafond
Totaal plafond
b
a
omschrijving
2022
2023
2023
2023
2023
Garanties
V
3
Raad van Europa
176,7
VIII
7
Bouwleningen academische ziekenhuizen
113,1
12,7
100,4
176,6
VIII
14
Indemniteitsregeling
251,7
497,5
554,8
194,4
450,0
VIII
14
Achterborgovereenkomst NRF
347,0
87,0
60,3
373,7
380,0
IXB
2
Single Resolution Fund
4.163,5
4.163,5
4.163,5
IXB
2
WAKO (kernongevallen)
9.200,0
9.200,0
9.200,0
IXB
3
Financieringsmaatschappij voor ontwikkelingslanden (FMO)
5.507,0
14.494
5.507
14.494,1
14.494,1
IXB
4
Asian Infrastructure Investment Bank (AIIB)
773,5
26,1
747,4
747,4
IXB
4
DNB - deelneming in kapitaal IMF
30.766,0
2.122,4
1.303,8
31.584,6
31.584,6
IXB
4
European Bank for Reconstruction and Development (EBRD)
589,1
589,1
589,1
IXB
4
European Financial Stabilisation Mechnism (EFSM)
2.699,9
264,2
2.435,7
2.435,7
IXB
4
European Financial Stability Facility (EFSF)
34.154,2
34.154,2
34.154,2
IXB
4
European Investment Bank (EIB)
11.796,0
11.796,0
11.796,0
IXB
4
European Stability Mechanism (ESM)
35.363,7
24,7
35.338,9
35.338,9
IXB
4
Headroomgarantie macro-financiële bijstand (MFB)
1.062,0
1.062,0
1.062,0
IXB
4
Kredieten EU-betalingsbalanssteun
3.776,0
3.776,0
3.776,0
IXB
4
Wereldbank
5.450,6
45,8
5.404,8
5.404,8
IXB
4
Macro-financiële bijstand (MFB)
215,4
215,4
215,4
IXB
5
Exportkredietverzekering
18.855,1
3.688,9
4.681,2
17.862,8
10.000,0
0,0
XIII
2
Klein Krediet Corona
41,2
15,3
25,9
250,0
XIII
2
MKB-financiering
80,3
25,8
54,6
268,2
XIII
2
Microkredieten
130,0
130,0
130,0
XIII
2
Garantie Ondernemingsfinanciering (GO)
254,8
49,5
91,1
213,3
400,0
0,0
XIII
2
Borgstelling MKB Kredieten (BMKB)
1.427,0
311,3
437,5
1.300,8
765,0
0,0
XIV
21
Borgstelling MKB- Landbouwkredieten (BL, BL plus en landbouwinnovatie)
291,0
17,4
36,8
271,6
78,2
0,0
XIV
22
Garantie voor natuurgebieden en landschappen
264,7
4,1
26,1
242,7
242,7
XVI
2&3
Instellingen voor de gezondheidszorg
141,1
26,4
114,7
114,7
XVII
1
Garantie Dutch Good Growth Fund (DGGF)
95,0
43,0
37,1
101,0
675,0
XVII
1
Dutch Trade and Investment Fund (DTIF)
16,3
4,8
10,2
10,8
140,0
XVII
5
Garanties regionale ontwikkelingsbanken
3.239,4
187,1
3.052,3
3.052,3
Overig
446,4
24,4
25,1
441,1
117,5
411,6
Subtotaal reguliere garanties
170.233
22.622
13.399
179.452
11.361
161.429
Tabel 8.2 Coronagerelateerde garantieregelingen van het Rijk (in miljoenen euro)
Garantieoverzicht uitstaand risico
Uitstaande garanties
Verleende garanties
Vervallen garanties
Uitstaande garanties
Garantie-plafond
Totaal plafond
b
a
omschrijving
2022
2023
2023
2023
2023
Garanties
IXB
3
Garantie KLM
1.561,5
1.561,5
IXB
4
EIB - pan Europees Garantiefonds
1.301,0
9,2
1.291,8
1.291,8
IXB
4
Next Generation EU (NGEU)
38.382,6
469,2
10.982,2
27.869,5
27.869,5
IXB
4
Support to mitigate Unemployment Risks in an Emergency (SURE)
6.162,8
19,3
6.143,5
6.143,5
IXB
5
Herverzekering leverancierskredieten
XIII
2
GO-Corona
177,2
120,2
57,0
2.100,0
XIII
2
BMKB-Corona
191,0
87,5
103,5
735,0
XIII
2
Groeifaciliteit
56,1
8,0
13,1
51,0
85,0
XIV
21
Borgstelling MKB- Landbouwkredieten Corona (BL-C)*
9,8
180,0
XVI
1
Garantie Bestuurlijke aansprakelijkheid SON
2,5
2,5
2,5
subtotaal coronagerelateerde garantie
47.844,4
477,2
12.792,9
35.519,0
85,0
38.322,4
subtotaal reguliere garanties
170.233,4
22.621,8
13.399,1
179.451,6
11.360,7
161.429,5
Totaal
218.077,9
23.099,0
26.191,9
214.970,5
11.445,7
199.751,9
Tabel 8.3 bevat de uitgaven en ontvangsten behorende bij de door het Rijk verstrekte garanties in 2022 en 2023. Alleen garanties waarbij de daadwerkelijke uitgaven en ontvangsten zijn gedaan worden weergegeven in de tabel. De in de tabel getoonde uitgaven betreffen de schade-uitkeringen op afgegeven garanties. De in de tabel getoonde ontvangsten betreffen zowel ontvangen premies, provisies en dergelijke als op derden verhaalde (schade-)uitkeringen.
Tabel 8.3 Uitgaven en ontvangsten op de door het Rijk verstrekte garanties (in duizenden euro)
Uitgaven en ontvangsten op de door de staat verstrekte garanties (x1000 euro)
Uitgaven
Ontvangsten
Uitgaven
Ontvangsten
b
a
omschrijving
2022
2022
2023
2023
Coronagerelateerde garanties
IXB
3
Garantie KLM
23.217
11.808
IXB
4
EIB - pan Europees Garantiefonds
338
9.186
IXB
5
Herverzekering leverancierskredieten
3.604
3.308
2.897
150
XIII
2
BMKB-Corona
1.016
340
4.536
43
XIII
2
GO-Corona
9.059
7.400
3.850
XIII
2
Groeifaciliteit
3.092
2.053
4.654
1.785
XIII
2
Klein Krediet Corona
1.428
80
1.004
170
XIV
21
Borgstelling MKB- Landbouwkredieten Corona (BL-C)*
3
Subtotaal corona gerelateerde garanties
9478
38060
29677
17806
Reguliere garanties
VI
33
Garantiestelling Faillissementscuratoren dienst JUSTIS
1.288
2.064
IXB
1
Garantie procesrisico's
179
134
IXB
2
Terrorismeschades (NHT)
625
625
IXB
2
WAKO (kernongevallen)
612
IXB
3
DNB winstafdracht
625
IXB
3
FCI
2.028
IXB
3
Financieringsmaatschappij voor ontwikkelingslanden (FMO)
500
IXB
5
Exportkredietverzekering
68.970
231.706
102.368
130.114
XIII
2
MKB-financiering
468
448
XIII
2
Microkredieten
445
395
XIII
2
GO
11.115
6.979
5.217
XIII
2
BMKB
11.217
22.344
13.763
19.969
XIV
21
Vermogens Versterkend Krediet (BL-VVK)
7
XIV
21
Borgstelling MKB-landbouwkredieten, onderdeel Werkkapitaal Omschak.Duurz.(BL-O)
15
XIV
21
Borgstelling MKB- Landbouwkredieten (BL, BL plus en landbouwinnovatie)
1.489
1.156
861
694
XIV
22
Klimaatfonds groenfonds garantie
349
XVII
1
Garantie DGGF
10.729
5.746
14.491
11.099
XVII
1
Garantie DRIVE
5.868
XVII
1
Garantie DTIF
7.238
6.149
11.514
8.417
XVII
1
Garantie FOM
1.618
1.331
XVII
5
Garanties IS-NIO
5.990
5.582
1.406
Subtotaal reguliere garanties
113.843
290.500
152.108
179.496
Totaal
123.321
328.560
181.785
197.302
Achterborgstellingen
Naast het risico uit garantieregelingen staat het Rijk ook indirect bloot aan risico’s uit achterborgstellingen. In die gevallen wordt de daadwerkelijke garantieverplichting niet afgegeven door het Rijk, maar door een daarvoor aangewezen tussenpersoon in de vorm van een stichting. In de begroting van het betreffende vakdepartement worden achterborgstellingen daarom niet als verplichting opgenomen. Het Rijk wordt pas aangesproken zodra de tussenpersoon niet aan haar verplichtingen kan voldoen. De achterborgstellingen zijn opgenomen in tabel 8.4.
Het risico uit de achterborgstellingen (in tabel 8.4) is niet één op één te vergelijken met het risico uit de garantieregelingen (in tabellen 8.1 en 8.2), aangezien het risico over meerdere partijen wordt gespreid. Per achterborgstelling zijn er verschillende mogelijkheden om eventuele schade te dekken. Het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) beschikt over een fondsvermogen en kan daarnaast indien nodig obligo ophalen bij deelnemende woningcorporaties ter hoogte van 2,3 miljard euro. Op het gecommitteerd obligo doet het WSW alleen een beroep wanneer dat noodzakelijk is om middelen in liquide vorm beschikbaar te hebben voortvloeiend uit het risicovermogen in relatie tot geborgde verplichtingen. Ook kunnen woningcorporaties in financiële problemen onder bepaalde voorwaarden een aanvraag doen voor saneringssteun. Saneringssteun wordt bekostigd via een heffing aan corporaties en deze middelen lopen via een risicovoorziening op de begroting van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Alle woningcorporaties zijn op basis van de wet verplicht om deze heffing te betalen. Financiële problemen bij corporaties worden in eerste instantie dus betaald door de corporatiesector zelf via het fondsvermogen WSW, obligo en de saneringsheffing. Pas daarna komen het Rijk en gemeenten in beeld via de achtervang. De achtervang is nog niet eerder aangesproken.
De Stichting Waarborgfonds Zorg (WFZ) kent een soortgelijke regeling. Ook hier wordt eerst het bufferkapitaal van de stichting aangesproken om schade te dekken. Daarna moeten de zorginstellingen met een door de WFZ geborgde lening een percentage (maximaal 3% van de uitstaande garanties van de deelnemende zorginstelling) van het leningenbedrag afdragen (obligo). Mocht dit onvoldoende zijn om de verplichtingen van de WFZ na te komen, dan kan de WFZ een beroep doen op het Rijk.
Bij het Waarborgfonds Eigen Woningen (WEW) geldt geen obligoverplichting. Hier dienen huizen als onderpand, waardoor de schade zich beperkt tot eventuele restschulden na gedwongen verkoop. Het WEW teert bij verlies direct in op het bufferkapitaal. Daarnaast worden bij twee achterborgstellingen de risico’s gedeeld met gemeenten. Zo worden de verplichtingen die het WEW voor 1 januari 2011 is aangegaan voor 50% gedekt door gemeenten en voor 50% door het Rijk. Verplichtingen aangegaan na deze datum worden volledig door het Rijk gedekt. Bij het WSW wordt de gehele positie gelijkelijk met gemeenten gedeeld.
Tabel 8.4 Achterborgstellingen door het Rijk (in miljoenen euro)
b
a
omschrijving
Geborgd vermogen
Geborgd vermogen
Bufferkapitaal
Obligo
2022
2023
2023
2023
XVI
2
Stichting Waarborgfonds Zorg (WFZ)
6.185
5.966
291
179
VII
3
WSW-achterborgstelling
85.003
88.356
584
2.297
VII
3
WEW-achterborgstelling
193.217
198.968
1.680
n.v.t.
Totaal Achterborgstellingen
284.405
293.290
2.555
2.476
Leningen
We spreken van een lening als het Rijk middelen verstrekt aan een derde buiten het Rijk met een afgesproken aflossingsschema en rente. Is aan een van beide voorwaarden niet voldaan, dan is sprake van een uitgave. Ook leningen vormen een risico voor het begrotingssaldo, namelijk als de ontvanger van die lening niet in staat blijkt de lening (in zijn geheel) af te lossen of de rentevergoeding te betalen. In dat geval derft het Rijk inkomsten in de vorm van geraamde niet-belastingontvangsten die uiteindelijk niet binnenkomen. Die derving belast daarom het uitgavenplafond. Bij leningen die zijn afgegeven in andere valuta is er ook een wisselkoersrisico voor het Rijk. Tijdens de coronacrisis zijn er diverse leningen afgegeven door het Rijk. Deze leningen kennen een beperkte looptijd en vaak is er geen risicovoorziening vormgegeven. Een overzicht van de uitstaande leningen van het Rijk wordt gepresenteerd in tabel 8.5.
Op de hypothecaire lening WinAir is te veel afgelost. De lening wordt in dollars afgelost, en vanwege koersverschillen is er omgerekend naar euro’s waardoor er meer is afgelost dan er is uitgeleend. Bij deze lening is voor de beheersing van het risico gekozen voor hypothecair onderpand.
Tabel 8.5 Door het rijk verstrekte leningen (in duizenden euro)
b
Omschrijving
Uitstaand risico
Looptijd
2023
Coronagerelateerde leningen
IV
Liquiditeitssteun Aruba
442.184
2043
IV
Liquiditeitssteun Curaçao
448.318
2024
IV
Liquiditeitssteun Sint-Maarten
155.256
2024
IV
Invest-NL Capital N.V. SIF
64.800
2029
XIII
Corona overbruggingslening (COL-faciliteit) voor start-ups en scale-ups
230.772
2026
XIII
Lening Stichting Garantiefonds Reisgelden
138.740
2028
XII
Hypothecaire Lening WinAir
‒ 147
2023
Subtotaal coronagerelateerde leningen
1.479.923
Reguliere leningen
IXB
Lening Griekenland
2.393
2040
IXB
Lening Oekraïne
200
2032
XIII
Steun aan IHC (voorheen Royal IHC)
5.000
onbepaalde tijd
Subtotaal reguliere leningen
7.593
Totaal
1.487.516
9 ACCRES GEMEENTEFONDS EN PROVINCIEFONDS
Accres gemeentefonds
Het kabinet heeft ervoor gekozen om bij de Startnota 2022 het accres vanaf 2026 vast te zetten op een plus van 1 miljard euro ten opzichte van de stand bij de Miljoenennota 2022. Het accres is gesplitst in een volume- en een loon- en prijsdeel. Het volumedeel van het accres staat vast en het loon- en prijsdeel wordt geactualiseerd op een vergelijkbare manier als bij de begrotingen van het Rijk gebruikelijk is. In juni 2022 is het Rijk met de VNG overeengekomen om ook het volumedeel van het accres vast te zetten op basis van de stand Voorjaarsnota 2022. In de Voorjaarsnota 2024 is de bbp-systematiek vervroegd vanaf 2024. Voor het jaar 2023 is er ten opzichte van de stand zoals gepresenteerd in de Voorjaarsnota dus niets gewijzigd.
Accres provinciefonds
Het kabinet heeft aan de VNG en het IPO het voorstel gedaan om het volumedeel van het accres voor 2022-2025 vast te zetten. Het doel hiervan is om het accres voor deze jaren stabieler te maken. De VNG heeft met dit voorstel ingestemd en het kabinet een aantal aandachtspunten meegegeven. Het IPO heeft niet met dit voorstel ingestemd. Het accres voor het Provinciefonds is daarom nog steeds met de normeringssystematiek berekend. In de Voorjaarsnota 2024 is de bbp-systematiek vervroegd vanaf 2024, daarbij is met het IPO afgesproken dat de definitieve afrekening van 2023 niet meer wordt verrekend in 2024. Tabel 9.1 toont de definitieve berekening van het accres 2023.
9.1 Accres Provinciefonds
(in miljoenen euro, tenzij anders aangegeven)
Realisatie 2023
Begroting MN 2023
Uitgaven Rijksbegroting
173.499
166.352
Uitgaven Sociale zekerheid
97.986
99.950
Uitgaven Zorg
87.774
89.432
Uitgaven Investeringsplafond
16.633
22.028
A) Netto uitgaven onder uitgavenplafond
375.892
377.761
B) Correcties
‒ 65.641
‒ 65.865
w.v. Gemeentefonds, Provinciefonds en BTW-Compensatiefonds
‒ 45.740
‒ 44.540
w.v. overige Rijksbijdragen aan gemeenten en provincies
‒ 10.643
‒ 9.831
w.v. overboekingen met GF, PF en BCF
926
355
w.v. Niet-accresrelevante fondsen onder het plafond
‒ 2.689
‒ 5.094
w.v. financieringsverschuivingen
‒ 800
‒ 800
w.v. correcties corona en Oekraine-noodmaatregelen op uitgavenplafond
‒ 3.093
‒ 5.440
w.v. correcties energie-pakket
‒ 3.338
w.v. overige correcties
‒ 263
‒ 515
C) Accresrelevante uitgaven (aru) = A+B
310.251
311.896
D) Ontwikkeling aru (%) = (Ct - Ct-1)/Ct-1
8,15%
9,01%
Provinciefonds
H) Grondslag (t-1)
2.843
2.847
I) Accres (= H * D)
232
257
Ten opzichte van de ontwerpbegroting bij de Miljoenennota 2023 is het accres voor het Provinciefonds gedaald met 25 miljoen euro. Dit komt door een daling van de accresrelevante uitgaven. De componenten van deze berekening worden hieronder toegelicht. Ten opzichte van de laatste bijstelling bij de Miljoenennota 2024 is het accres gedaald met 2 miljoen euro. In de Voorjaarsnota 2024 is de bbp-systematiek vervroegd vanaf 2024, daarbij is met het IPO afgesproken dat de definitieve afrekening van 2023 niet meer wordt verrekend in 2024.
Presentatie en berekening van de accresontwikkeling
Bij de bepaling van de omvang van accresrelevante uitgaven (aru) vormen de netto uitgaven van het Rijk onder het uitgavenplafond het startpunt. Netto wil zeggen dat de rijksuitgaven worden gesaldeerd met de niet-belastingontvangsten. Op de netto uitgaven onder het uitgavenplafond (A) worden correcties (B) doorgevoerd voor verschillende posten zoals het Provinciefonds zelf. Het saldo (C) geeft de accresrelevante uitgaven (aru) en vormt de basis voor de accresberekening. Het accres (J) is vervolgens het product van de grondslag (H en I) en de aru in procenten (D).
Bepaling accresrelevante uitgaven (aru)
Om de aru te berekenen wordt uitgegaan van de netto rijksuitgaven onder het uitgavenplafond inclusief vier typen standaardcorrecties en een bijzondere correctie voor corona- en Oekraïne-noodmaatregelen:
1. Rijksuitgaven aan gemeenten en provincies
Uitgaven onder het uitgavenplafond die het Rijk overmaakt naar gemeenten en provincies worden uit de aru gecorrigeerd. Deze overdrachten zijn immers bestemd voor de financiering van uitgaven door gemeenten en provincies zelf en maken derhalve geen onderdeel uit van de rijksuitgaven waarop de trap-op-trap-af systematiek van toepassing is. Het corrigeren van de overdrachten is ook nodig om een onbedoelde doorwerking van accres op accres in hetzelfde jaar te voorkomen. Rijksuitgaven die op deze wijze gecorrigeerd worden zijn, onder andere, de algemene, decentralisatie- en integratie-uitkeringen van het Gemeentefonds en Provinciefonds, de uitgaven van het Btw-compensatiefonds, de bijstand en de integratie-uitkering sociaal domein.
2. Niet-accresrelevante rijksuitgaven onder het plafond
In het coalitieakkoord van kabinet Rutte IV is gekozen om de uitvoeringskosten van medeoverheden voor investeringspakketten (klimaat, ontsluiten nieuwbouwwoningen en stikstof) specifiek te verstrekken. In samenhang hiermee is besloten om de middelen voor het Transitiefonds, het Klimaatfonds, het budget voor ontsluiting van nieuwe woningen in het Mobiliteitsfonds en het Nationaal Groeifonds uit te zonderen van de berekening van de accresrelevante rijksuitgaven.
3. Uitgavenmutaties in de WW als gevolg van conjunctuur
In de begrotingsregels van het kabinet Rutte IV is afgesproken dat gedurende de regeerperiode het uitgavenplafond gecorrigeerd wordt voor mutaties in de WW-uitgaven als gevolg van de conjunctuur. Het Rijk hoeft zodoende mee- en tegenvallers in de WW-uitgaven als gevolg van conjunctuur niet op te vangen binnen het uitgavenplafond en deze uitgavenmutaties zijn om deze reden ook niet accresrelevant.
4. Financieringsverschuivingen gedurende de kabinetsperiode
Financieringsverschuivingen zijn verschuivingen van geldstromen binnen het Rijk die niet tot meer of minder bestedingsruimte van het Rijk leiden, maar zonder correctie wel effect zouden hebben op het accres. Dit zijn dus schuiven tussen accresrelevante uitgaven en niet-accresrelevante uitgaven. Bij een schuif is per saldo geen sprake van meer of minder uitgaven op rijksniveau, maar is alleen sprake van een andere financieringsbron. Denk bijvoorbeeld aan overhevelingen van departementale begrotingen naar het Gemeentefonds en Provinciefonds en financieringsverschuivingen tussen de inkomsten- en de uitgavenkant.
5. Corona-noodmaatregelen en Oekraïne-noodmaatregelen
Gegeven de uitzonderlijke situatie als gevolg van zowel het coronavirus als de oorlog in Oekraïne heeft het kabinet besloten de uitgaven hiervoor buiten het reguliere uitgavenplafond te behandelen. Dit betekent dat de extra uitgaven niet ten koste gaan van andere uitgaven, maar dat ze zorgen voor een verslechtering van het EMU-saldo en een verhoging van de EMU-schuld. Om boekhoudkundige redenen wordt een aantal van deze uitgaven met plafondcorrecties onder het uitgavenplafond geboekt. Ook hiervoor geldt dat ze niet ten koste gaan van andere uitgaven. Omdat de reguliere systematiek niet geldt voor deze uitgaven leiden ze ook niet tot een effect op het accres.
6. Maatregelen uit het energie-pakket
In september 2022 heeft het kabinet vanwege de gestegen energieprijzen besloten tot een pakket aanvullende maatregelen om de koopkracht van burgers te ondersteunen. Hierbij is aangegeven dat deze maatregelen vanwege hun uitzonderlijke karakter niet meelopen in de normeringssystematiek.
Grondslag
De normeringsystematiek is van toepassing op alle middelen die worden verantwoord onder het Provinciefonds exclusief corona- en Oekraïne-noodmaatregelen.
Voor de berekening van het accres in jaar t wordt de grondslag van het voorgaande jaar (t-1) genomen. Het accrespercentage in jaar t betreft immers ook de groei van de aru ten opzichte van het voorgaande jaar (t-1). Als de aru met x% stijgen in jaar t, groeit het Provinciefonds via het accres in jaar t ook met x%. Hiermee wordt het principe van trap-op-trap-af gewaarborgd. Dit heeft tot gevolg dat mutaties in de grondslag altijd met een jaar vertraging doorwerken in de normeringsystematiek. Via taakmutaties kunnen departementen geld toevoegen of onttrekken aan een van beide fondsen; dit werkt door als grondslagmutatie. Uitgangspunt is dat bij taakmutaties geen jaren ontstaan zonder indexatie van deze overgehevelde budgetten. Dat betekent dat bij overheveling van of naar het Provinciefonds het verantwoordelijke departement een reeks overhevelt met indexatie over het lopende jaar.
10 COALITIEAKKOORDMIDDELEN OP DE AANVULLENDE POST
Na de Najaarsnota 2023 hebben in 2023 geen budgettaire wijzigingen meer plaatsgevonden op de coalitieakkoordmiddelen op de Aanvullende Post. In 2023 resteren geen coalitieakkoordmiddelen meer op de Aanvullende Post. De resterende middelen vanaf 2024 zijn gelijk aan stand Miljoenennota 2024. Dit betekent dat wijzigingen naar aanleiding van aangenomen Nota's van Wijziging, amendementen en moties die zijn ingediend bij de behandeling van de Miljoenennota 2024 en de bijbehorende ontwerpbegrotingen niet zijn verwerkt in dit overzicht. Een meerjarige actualisatie is opgenomen in de bijlagen van de Voorjaarsnota 2024.
Tabel 10.1 Resterende coalitieakkoordmiddelen op de Aanvullende Post
in miljoenen euro
2023
2024
2025
2026
2027
2028
Totaal nog resterend
‒
1.874
4.108
8.341
8.384
8.723
Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
0
129
163
100
0
0
Regiodeals
0
129
130
0
0
0
Volkshuisvestingsfonds
0
0
0
0
0
0
Woningbouwimpuls
0
0
33
100
0
0
Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
0
52
61
20
0
0
Invoering studiebeurs
0
52
61
20
0
0
Financiën
0
32
38
26
29
33
Uitvoeringskosten Belastingdienst
0
19
24
11
14
18
Voorziening laagdrempelige fiscale rechtshulp
0
13
14
15
15
15
Infrastructuur en Waterstaat
0
151
199
593
591
591
Infra onderhoud Mobiliteitsfonds
0
0
0
326
326
326
Lelylijn
0
53
107
267
265
265
Waterveiligheid
0
97
92
0
0
0
Economische Zaken en Klimaat
0
345
2.488
3.727
3.781
3.914
Energieprestatie-eisen nieuwbouw industriële gebouwen
0
3
3
5
5
5
Handhaving energiebesparingsplicht
0
0
0
0
15
15
Klimaatfonds
0
337
2.476
3.663
3.706
3.839
Uitvoeringskosten klimaat
0
3
6
32
27
27
Vergroening reisvervoer en personengedrag
0
1
2
25
28
28
Verplicht percentage recyclaat in bouwmaterialen
0
1
1
1
0
0
Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
0
702
636
2.976
3.184
3.352
Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA)
0
0
0
1
1
1
Transitiefonds
0
702
636
2.975
3.183
3.351
Sociale Zaken en Werkgelegenheid
0
36
211
247
253
249
Bescherming arbeidsmigranten (ci. Roemer)
0
5
0
0
0
0
Envelop arbeidsmarkt, armoede en schulden
0
17
105
163
162
152
Kinderopvang werkenden (uitvoeringskosten)
0
11
64
36
33
28
Loondoorbetaling bij ziekte
0
3
42
47
58
69
Volksgezondheid, Welzijn en Sport
0
305
186
224
184
214
Eigen bijdrage huishoudelijke hulp
0
0
6
8
9
9
Envelop pandemische paraatheid
0
5
6
2
2
2
Juiste zorg op de juiste plek
0
0
0
0
0
0
Passende zorg als norm in ZVW
0
0
0
53
6
6
Standaardisatie gegevensuitwisseling
0
298
170
160
168
196
Valpreventie bij 65-plussers (WMO)
0
0
0
0
0
0
Valpreventie bij 65-plussers (Zvw)
0
0
0
0
0
0
Volksziektes
0
1
4
0
0
0
Medeoverheden
0
82
86
380
311
311
Jeugd conform advies CVW met aanvullende maatregelen
0
0
0
380
311
311
Overige dossiers medeoverheden
0
73
81
0
0
0
Schrappen oploop opschalingskorting
0
9
5
0
0
0
Diversen
0
41
42
48
52
61
Werk aan Uitvoering (WaU)
0
41
42
48
52
61
11 VERTICALE TOELICHTING
De verticale toelichting toont voor ieder begrotinghoofdstuk de budgettaire veranderingen die zich hebben voorgedaan sinds de Miljoenennota 2023. De mutaties van de Miljoenennota 2023 tot en met de Najaarsnota 2023 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2023, bij de Miljoenennota 2024 en bij de Najaarsnota 2023.
De verticale toelichting bestaat per begroting uit twee tabellen: uitgaven en ontvangsten. De tabellen kunnen de volgende posten bevatten:
1. Besluitvorming
2. Mee- en tegenvallers
3. Kasschuiven
4. Overboekingen met andere begrotingen
5. Desalderingen
6. Technisch
7. Niet-plafondrelevant
'Besluitvorming' bevat alle mutaties die het gevolg zijn van besluitvorming en de overheveling van reserveringen van de Aanvullende post naar begrotingen. «Mee-en tegenvallers» bevat alle mee- en tegenvallers. «Kasschuiven» zijn alle kasschuiven op de plafonds Rijksbegroting, Sociale Zekerheid en Zorg en de kasschuiven op het investeringsplafond. «Overboekingen met andere begrotingen» bevat alle beleidsmatige overboekingen tussen departementen. «Desalderingen» zijn mutaties waarbij de uitgaven en ontvangsten tegelijkertijd verhoogd of verlaagd worden. Per saldo is deze post nul. «Technisch» bevat alle mutaties die niet in bovenstaande posten vallen en plaatsvinden op de reguliere plafonds (Rijksbegroting, Sociale Zekerheid, Zorg en Investeringen). «Niet-plafondrelevant» bevat alle mutaties die niet plaats vinden op de reguliere plafonds.
De bedragen in de tabellen zijn in miljoenen euro. Door afrondingen kan het totaal afwijken van de som der onderdelen. In de ontwerpbegroting wordt een meer gedetailleerde toelichting op de mutaties gegeven. De begrotingen zijn inclusief de uitgaven voor HGIS (Homogene Groep Internationale Samenwerking).
Algemene Zaken en De Koning
De Koning
I De Koning: Uitgaven
In miljoenen euro
2023
Stand Miljoenennota 2023 (incl HGIS)
50
Mutaties t/m Najaarsnota 2023
5
Stand Najaarsnota
56
Mee- en tegenvallers
1
Mee- en tegenvallers
1
Stand Financieel Jaarverslag Rijk (nota)
56
I De Koning: Ontvangsten
In miljoenen euro
2023
Stand Miljoenennota 2023 (incl HGIS)
2
Mutaties t/m Najaarsnota 2023
0
Stand Najaarsnota
2
Mee- en tegenvallers
0
Mee- en tegenvallers
0
Stand Financieel Jaarverslag Rijk (nota)
2
Uitgaven
Mutaties t/m Najaarsnota 2023
De mutaties tot en met de Najaarsnota 2023 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2023 , bij de Miljoenennota 2024 en bij de Najaarsnota 2023.
Mee- en tegenvallers
Deze post bestaat uit twee mutaties. Ten eerste is conform de Wet financieel statuut Koninklijk Huis (WFSKH) op basis van de CPI-ontwikkeling het materiele gedeelte van de B-component hoger vastgesteld over de uitkering van de leden van het Koninklijk Huis. Ten tweede valt de realisatie van de doorbelaste uitgaven van het Kabinet van de Koning iets lager uit dan de raming in de ontwerpbegroting. Daarentegen valt de realisatie van de Rijksvoorlichtingsdienst iets hoger uit dan geraamd.
Ontvangsten
Mutaties t/m Najaarsnota 2023
De mutaties tot en met de Najaarsnota 2023 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2023 , bij de Miljoenennota 2024 en bij de Najaarsnota 2023.
Mee- en tegenvallers
Deze post betreft de terugstorting van de grondwettelijke uitkering van de vermoedelijke troonopvolger (de Prinses van Oranje) die hoger uitvalt door de in de wet WFSKH vastgelegde indexatie. De bedragen zijn niet zichtbaar, omdat deze door het afronden op miljoenen naar 0 worden afgerond.
Algemene zaken
III Algemene Zaken: Uitgaven
In miljoenen euro
2023
Stand Miljoenennota 2023 (incl HGIS)
90
Mutaties t/m Najaarsnota 2023
4
Stand Najaarsnota
93
Mee- en tegenvallers
‒ 1
Tegenvaller: Overschrijding apparaatsuitgaven
1
Meevaller:Coördinatie van het algemeen communicatie en regeringsbeleid
0
Meevaller: CTIVD
‒ 1
Overige mee- en tegenvallers
0
Technisch
0
Technisch
0
Stand Financieel Jaarverslag Rijk (nota)
93
III Algemene Zaken: Ontvangsten
In miljoenen euro
2023
Stand Miljoenennota 2023 (incl HGIS)
8
Mutaties t/m Najaarsnota 2023
1
Stand Najaarsnota
9
Mee- en tegenvallers
0
Mee- en tegenvallers
0
Technisch
0
Technisch
0
Stand Financieel Jaarverslag Rijk (nota)
9
Uitgaven
Mutaties t/m Najaarsnota 2023
De mutaties tot en met de Najaarsnota 2023 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2023 , bij de Miljoenennota 2024 en bij de Najaarsnota 2023.
Mee- en tegenvallers
Tegenvaller: Overschrijding apparaatsuitgaven
De overschrijding wordt vooral verklaard door hogere uitgaven aan reguliere IT.
Meevaller: Coördinatie van het algemeen communicatie en regeringsbeleid
Er is met name sprake van vertraging in uitgaven bij de Rijksvoorlichtingsdienst voor communicatieprojecten bij het VoRa-meerjarenprogramma. Dit komt deels door het aanscherpen en aanpassen van uitvoeringsplannen, maar ook door personele tekorten.
Meevaller: CTIVD
De meevaller bij de Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (CTIVD) komt doordat de totstandkoming van de Tijdelijke wet onderzoeken AIVD en MIVD naar landen met een offensief cyberprogramma langer duurde. Daarnaast is een factor de tijd die het werven van extra personeel voor de CTIVD om aan de bijbehorende nieuwe wettelijke taken te kunnen voldoen in beslag neemt.
Overige mee- en tegenvallers
Deze post bestaat uit enkele mutaties waaronder vertraagde betalingen bij de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) en de Toetsingscommissie Inzet Bevoegdheden (TIB).
Technisch
Deze post bevat diverse technische correctiemutaties. De bedragen zijn niet zichtbaar, omdat deze door het afronden op miljoenen naar 0 worden afgerond.
Ontvangsten
Mutaties t/m Najaarsnota 2023
De mutaties tot en met de Najaarsnota 2023 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2023 , bij de Miljoenennota 2024 en bij de Najaarsnota 2023.
Mee- en tegenvallers
Deze post bestaat uit enkele mutaties waaronder hogere ontvangsten door een hogere overheadvergoeding van de Toetsingscommissie Inzet Bevoegdheden aan de Directie Bedrijfsvoering.
Technisch
Deze post bestaat uit twee mutaties. Deze ontvangsten houden verband met doorbelastingen van de uitgaven van de Rijksvoorlichtingsdienst (RVD) aan Hoofdstuk I De Koning voor wat betreft de uitgaven voor het Koninklijk Huis en het Kabinet van de Koning (KvdK).
Buitenlandse Zaken (inclusief BHOS)
Buitenlandse Zaken
Uitgaven
V Buitenlandse zaken: Uitgaven
In miljoenen euro
2023
Stand Miljoenennota 2023 (incl HGIS)
13.009
Mutaties t/m Najaarsnota 2023
‒ 973
Stand Najaarsnota
12.036
Mee- en tegenvallers
‒ 39
Mee- en tegenvallers
‒ 39
Technisch
152
Technisch
152
Niet-plafondrelevant
‒ 3
Invoerrechten
‒ 3
Stand Financieel Jaarverslag Rijk (nota)
12.146
V Buitenlandse zaken: Ontvangsten
In miljoenen euro
2023
Stand Miljoenennota 2023 (incl HGIS)
2.785
Mutaties t/m Najaarsnota 2023
‒ 1.451
Stand Najaarsnota
1.334
Mee- en tegenvallers
21
Mee- en tegenvallers
21
Technisch
‒ 15
Technisch
‒ 15
Stand Financieel Jaarverslag Rijk (nota)
1.340
Mutaties t/m Najaarsnota 2023
De mutaties tot en met de Najaarsnota 2023 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2023 , bij de Miljoenennota 2024 en bij de Najaarsnota 2023.
Mee- en tegenvallers
Dit is een som van verschillende mee- en tegenvallers. Er is onderuitputting op het apparaat van in totaal 41,5 miljoen euro. Hiervan is 35,5 miljoen euro te verklaren door vertragingen in een ICT-project en het niet vullen van vacatures in verband met de krappe arbeidsmarkt, en 6 miljoen euro is onderuitputting op het huisvestingsbudget. Ook is er 5,2 miljoen euro aan lagere VN-contributie voor crisisbeheersingsoperaties. Daarnaast is er een overschrijding van 2,7 miljoen euro een hogere bijdragen aan de OESO en het Internationaal Strafhof en is er een overschrijding van 3,9 miljoen euro doordat de kosten voor verschillende IT-projecten hoger uitvallen door inflatie en vertraging van een project.
Technisch
De bni-afdracht is in totaal 154 miljoen euro hoger uitgevallen dan waarmee rekening werd gehouden bij de 2e suppletoire begroting. Bij de 2e suppletoire begroting is de Nederlandse afdracht bijgesteld op basis van de geraamde onderuitputting van de EU-begroting. Deze onderuitputting is met name het gevolg van vertraging in de cohesiefondsen. Dit heeft de Europese commissie gemeld in de vierde aanvullende begroting van de Europese Unie (DAB4). DAB4 was ten tijde van de Najaarsnota de meest realistische inschatting van de uitputting van de EU-begroting voor 2023. De Europese Commissie heeft deze begroting pas verwerkt in januari 2024, waardoor de realisatie van de Nederlandse bni-afdracht voor 2023 hoger uitvalt. Het verschil van 2 miljoen euro komt door de Oekraïne middelen voor accountability die in 2023 niet meer tot besteding zijn gekomen.
Invoerrechten
De realisatie op de invoerrechten valt 3 miljoen euro lager uit dan ten tijde van de Najaarsnota was geraamd.
Ontvangsten
Mutaties t/m Najaarsnota 2023
De mutaties tot en met de Najaarsnota 2023 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2023 , bij de Miljoenennota 2024 en bij de Najaarsnota 2023.
Mee- en tegenvallers
Doordat er meer paspoorten zijn uitgegeven dan verwacht zijn de inkomsten hieruit gestegen. Ook zijn de reisbewegingen sneller dan verwacht gestegen naar pre-corona niveau. Hierdoor zijn de visa inkomsten gestegen (11,5 miljoen euro). Daarnaast is er een positief resultaat op de ontvangsten door koersverschillen.
Technisch
Vanwege de lagere invoerrechten valt de realisatie van de perceptiekostenvergoeding en overige ontvangsten valt 14,4 miljoen euro lager uit dan bij de tweede suppletoire begroting geraamd.
Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
XVII Buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking: Uitgaven
In miljoenen euro
2023
Stand Miljoenennota 2023
3.862
Mutaties t/m Najaarsnota 2023
‒ 57
Stand Basisstand (Najaarsnota)
3.805
Mee- en tegenvallers
101
Realisatie BHOS
101
Technisch
‒ 2
Kasschuif t.b.v. tweede steunpakket Oekraïne
‒ 2
Stand Financieel Jaarverslag Rijk (nota)
3.904
XVII Buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking: Ontvangsten
In miljoenen euro
2023
Stand Miljoenennota 2023
50
Mutaties t/m Najaarsnota 2023
‒ 46
Stand Najaarsnota
96
Mee- en tegenvallers
43
Mee- en tegenvallers
43
Niet-plafondrelevant
‒ 3
Niet-plafondrelevant
‒ 3
Stand Financieel Jaarverslag Rijk (nota)
135
Mutaties t/m Najaarsnota 2023
De mutaties tot en met de Najaarsnota 2023 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2023 , bij de Miljoenennota 2024 en bij de Najaarsnota 2023.
Realisatie BHOS
Er is een overschrijding op de begroting voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (BHOS). Door bijvoorbeeld (geo)politieke ontwikkelingen en uitvoeringsmogelijkheden in landen waarin programma’s worden uitgevoerd kunnen er gedurende het jaar vertragingen optreden. Anticiperend op deze mogelijke vertragingen, voorziet BHOS daarom dat meer programma’s of bijdragen worden gepland dan waarvoor budget beschikbaar is ("overprogrammering"). Afgelopen jaar zijn er minder vertragingen opgetreden, waardoor meer programma’s tot uitvoering zijn gekomen. Daarnaast waren er op enkele individuele programma’s hogere uitgaven dan eerder geraamd. Zo zijn er onder andere hogere uitvoeringskosten voor de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) en hogere uitgaven aan bijvoorbeeld het Dutch Trade and Investment Fund (DTIF) en het Power of Voices beleidskader.
Kasschuif t.b.v. tweede steunpakket Oekraïne
Door vertragingen en uitgestelde facturaties zal een deel van de uitgaven uit het tweede steunpakket aan Oekraïne in 2024 in plaats van in 2023 plaatsvinden. De opboeking van dit bedrag is middels een Nota van Wijziging op de BHOS-begroting verwerkt in 2024.
Mutaties t/m Najaarsnota 2023
De mutaties tot en met de Najaarsnota 2023 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2023 , bij de Miljoenennota 2024 en bij de Najaarsnota 2023.
Realisatie BHOS
Dit betreft het saldo van alle ontvangstenrealisaties. Er is een meevaller door onder andere de wisselkoers. De begroting voor BHOS werkt met een vooraf vastgestelde wisselkoers ten opzichte van buitenlandse valuta. Omdat bij betalingen in buitenlandse valuta gedurende het jaar een verschil ontstaat als gevolg van de werkelijk geldende koers, ontstaat er een saldo. Voor de koersontwikkeling is ten opzichte van de Tweede Suppletoire Begroting een meevaller ontstaan.
Niet-plafondrelevant
Dit betreft de realisatie van de ontvangsten aan leningen uit de portefeuille van de Nederlandse Investeringsbank voor Ontwikkelingslanden (NIO).
Justitie en Veiligheid
VI Justitie en Veiligheid: Uitgaven
In miljoenen euro
2023
Stand Miljoenennota 2023 (incl. HGIS)
19.607
Mutaties t/m Najaarsnota 2023
3.188
Stand Najaarsnota
22.795
Mee- en tegenvallers
‒ 182
Meevaller: Verkeershandhaving
‒ 5
Meevaller: Uitbesteding SSO
‒ 7
Meevaller: Verrekening Duurzaam Digitaal Stelsel
‒ 8
Meevaller: Vangnetregeling veilig en gezond werken
‒ 10
Meevaller: Overschot op HGIS-uitgavenbudget
‒ 11
Meevaller: Samenwerkingsverbanden asielketen
‒ 11
Meevaller: Intra- en extramurale sancties
‒ 12
Meevaller: COA
‒ 16
Meevaller: MH17
‒ 17
Meevaller: Apparaatsartikel
‒ 19
Meevaller: Versterking vreemdelingenketen
‒ 31
Overige mee- en tegenvallers
‒ 33
Overboekingen met andere begrotingen
‒ 3
Overboekingen met andere begrotingen
‒ 3
Technisch
0
Technisch
0
Niet-plafondrelevant
356
Tegenvaller Opvang Oekraïense ontheemden
360
Overig niet-plafondrelevant
‒ 4
Stand Financieel Jaarverslag Rijk (nota)
22.967
VI Justitie en Veiligheid: Ontvangsten
In miljoenen euro
2023
Stand Miljoenennota 2023 (incl. HGIS)
1.605
Mutaties t/m Najaarsnota 2023
‒ 42
Stand Najaarsnota
1.563
Mee- en tegenvallers
‒ 4
Tegenvaller: Boeteontvangsten
‒ 16
Overige mee- en tegenvallers
12
Technisch
36
Vrijval bijdrage aan gemeenten t.b.v. coronatoegangsbewijs
36
Niet-plafondrelevant
19
Terugontvangen voorschot gemeenten opvang Oekraïners
18
Overig niet-plafondrelevant
1
Stand Financieel Jaarverslag Rijk (nota)
1.615
Uitgaven
Mutaties t/m Najaarsnota 2023
De mutaties tot en met de Najaarsnota 2023 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2023 , bij de Miljoenennota 2024 en bij de Najaarsnota 2023.
Mee- en tegenvallers
Meevaller: Verkeershandhaving
Er is een meevaller ontstaan bij het vervangingstraject van onder andere flitsers. Dit komt omdat er bij de leveranciers vertragingen opgetreden zijn.
Meevaller: Uitbesteding SSO
Er is een meevaller ontstaan bij de in- en uitbesteding bij de shared service organisaties (SSO). Dit heeft deels een technische oorzaak, omdat de kosten van de Rijksschoonmaakorganisatie (RSO) niet langer onder de SSO worden verantwoord, maar onder de overige materiele uitgaven.
Meevaller: Verrekening Duurzaam Digitaal Stelsel
Doordat niet de gehele verrekening met ketenpartners voor het organiseren en bekostigen van het Duurzaam Digitaal Stelsel nodig was, is er sprake van een meevaller. Het stelsel richt zich op het verbeteren van de informatie-uitwisseling tussen de ketenpartners van de strafrechtketen.
Meevaller: Vangnetregeling veilig en gezond werken
De verwachting was dat in 2023 overgangsbeleid zou worden vastgesteld om daarmee openstaande dossiers onder de Vangnetregeling veilig en gezond werken af te handelen. Dit overgangsbeleid is nog niet definitief waarmee de afhandeling van dossiers nog niet is uitgevoerd. Hierdoor is een meevaller van circa 10 miljoen euro ontstaan.
Meevaller: Overschot op HGIS-uitgavenbudget
Een deel van de facturering van 2023 heeft vertraging opgelopen. Hierdoor is een meevaller van circa 11 miljoen euro ontstaan in 2023.
Meevaller: Samenwerkingsverbanden asielketen
Het duurde langer dan verwacht om afspraken te maken voor het openen van opvanglocaties voor asielzoekers. Hierdoor is een meevaller ontstaan van circa 11 miljoen euro.
Meevaller: COA
Doordat er minder kosten zijn gemaakt voor opvanglocaties dan bij de Najaarsnota verwacht, is er sprake van een meevaller van circa 16 miljoen euro.
Meevaller: Intra- en extramurale sancties
Er is een meevaller ontstaan van circa 12 miljoen euro op de uitvoering van intra- en extramurale sancties. Dit wordt onder andere veroorzaakt doordat het niet mogelijk was om alle beschikbare middelen voor projecten in de forensische zorg in 2023 tot besteding te laten komen.
Meevaller: MH17
Het Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB) heeft via de bestaande voorschotregeling de opgelegde schadevergoedingen voor de nabestaanden van de MH17-ramp voorgeschoten. Het gereserveerde budget van circa 17 miljoen euro valt hierdoor vrij.
Meevaller: Apparaatsartikel
Op het apparaatsartikel zijn diverse mee- en tegenvallers ontstaan. De belangrijkste oorzaak van de per saldo meevaller van circa 19 miljoen euro is de krapte op de arbeidsmarkt.
Meevaller: Versterking vreemdelingenketen
Dit betreft een meevaller bij de versterking vreemdelingenketen van circa 31 miljoen euro door het niet volledig inzetten van middelen voor onder ander procesbeschikbaarheidslocaties (PBL), de aanpak van overlast en een meevaller vanuit EU-subsidies.
Overige mee- en tegenvallers
Deze post bestaat uit diverse mee-en tegenvallers van onder de 5 miljoen euro, waaronder een tegenvaller bij Domeinen Roerende Zaken door kostprijsstijgingen van circa 3 miljo.en euro. Daarnaast zijn er onder andere meevallers op het programma Nationale Openbare Orde en Veiligheidsarchitectuur (NOOVA) van circa 4 miljoen euro, bij het Openbaar Ministerie van circa 3 miljoen euro en bij de aanpak van ondermijning van circa 4 miljoen. Deze meevallers zijn vooral ontstaan door arbeidsmarktkrapte.
Overboekingen met andere begrotingen
Deze post is een saldo van overboekingen, waarvan de grootste een overboeking naar het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties ten behoeve van de kostenverdeling voor de Rijksbrede ICT-voorzieningen van circa 2,9 miljoen euro.
Technisch
Deze post bestaat uit enkele kleine technische mutaties en betreft veelal correcties en herschikkingen van budgetten binnen de JenV-begroting.
Niet-plafondrelevant
Tegenvaller Opvang Oekraïense ontheemden
Gebleken is dat de gemeenten meer voorschotten aanvragen dan bij de Najaarsnota 2023 werd verwacht. Om aan de afspraak te voldoen dat alle gemeenten die op tijd een aanvraag hebben ingediend ook in 2023 het voorschot krijgen uitbetaald, is een tegenvaller van circa 360 miljoen euro ontstaan.
Overig niet-plafondrelevant
Deze post bestaat uit diverse mee- en tegenvallers, waaronder een meevaller op de zorgkosten voor Oekraïense ontheemden van circa 3 miljoen euro en de personeelskosten bij de Nationale Opvang Organisatie (NOO) van circa 1 miljoen euro.
Ontvangsten
Mutaties t/m Najaarsnota 2023
De mutaties tot en met de Najaarsnota 2023 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2023 , bij de Miljoenennota 2024 en bij de Najaarsnota 2023.
Mee- en tegenvallers
Tegenvaller: Boeteontvangsten
Ten opzichte van de meevaller die is verwerkt bij de Najaarsnota 2023 zijn uiteindelijk toch minder boeteontvangsten ontvangen dan geraamd. Hierdoor is een tegenvaller van circa 16 miljoen euro ontstaan.
Overige mee- en tegenvallers
Deze post bestaat uit diverse mee- en tegenvallers, waaronder een meevaller van circa 3 miljoen euro op de afpakopbrengsten ten opzichte van de Najaarsnota 2023. Ook is er een meevaller van circa 3 miljoen euro ontstaan, omdat enkele subsidies in 2023 lager zijn vastgesteld dan verwacht. Daarnaast is er sprake van tegenvallers, onder andere door de vertraagde betaling van facturen.
Technisch
Vrijval bijdrage aan gemeenten t.b.v. coronatoegangsbewijs
Dit betreft een afrekening van de bijdrage aan gemeenten voor het coronatoegangsbewijs. Ondernemers hebben hiervoor minder gedeclareerd bij gemeenten dan verwacht, waardoor de bijdrage als ontvangst terugvloeit naar het generale beeld.
Niet-plafondrelevant
Terugontvangen voorschot gemeenten opvang Oekraïners
Bij sommige gemeenten bleek het eerder betaalde voorschot hoger dan het bedrag waar zij op basis van de verantwoording over het jaar 2022 recht op hebben. Daarom hebben gemeenten een terugbetaling gedaan. In totaal gaat het om circa 18 miljoen euro.
Overig niet-plafondrelevant
Deze post bestaat uit diverse mee- en tegenvallers waaronder een terugstorting van de subsidie aan Refugee Home NL voor de particuliere opvang van Oekraïense ontheemden voor het jaar 2022. Deze is lager vastgesteld dan oorspronkelijk geraamd, waardoor er een bedrag van circa 1 miljoen euro is teruggestort.
Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (inclusief Staten-Generaal, Hoge Colleges van Staat, Koninkrijksrelaties en BES-fonds)
Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
VII Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties: Uitgaven
In miljoenen euro
2023
Stand Miljoenennota 2023 (incl. HGIS)
9.255
Mutaties t/m Najaarsnota 2023
977
Stand Najaarsnota
10.232
Besluitvorming
0
Besluitvorming
0
Mee- en tegenvallers
‒ 529
Doelmatige Rijkshuisvesting
‒ 10
Hoogwaardige dienstverlening één overheid
‒ 10
Bestuur en regio
‒ 13
Overheidsdienstverlening, informatiebeleid en informatiesamenleving
‒ 16
Werkgevers- en bedrijfsvoeringsbeleid
‒ 18
Generieke Digitale Infrastructuur
‒ 20
Energietransitie en duurzaamheid
‒ 24
Apparaat
‒ 25
Flexwoningen
‒ 44
Huurtoeslag
‒ 320
Overige mee- en tegenvallers
‒ 29
Overboekingen met andere begrotingen
‒ 95
Diverse afdrachten BTW-compensatiefonds
‒ 97
Overige overboekingen met andere begrotingen
2
Desalderingen
0
Desalderingen
0
Technisch
0
Technisch
0
Niet-plafondrelevant
‒ 1
Niet-plafondrelevant
‒ 1
Stand Financieel Jaarverslag Rijk (nota)
9.604
VII Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties: Ontvangsten
In miljoenen euro
2023
Stand Miljoenennota 2023 (incl. HGIS)
680
Mutaties t/m Najaarsnota 2023
392
Stand Najaarsnota
1.072
Mee- en tegenvallers
‒ 16
Huurtoeslag
56
Financiële herplaatsingsgarantie
‒10
Flexwoningen
‒ 64
Overige mee- en tegenvallers
‒ 2
Desalderingen
0
Desalderingen
0
Niet-plafondrelevant
4
Niet-plafondrelevant
4
Stand Financieel Jaarverslag Rijk (nota)
1.060
Uitgaven
Mutaties t/m Najaarsnota 2023
De mutaties tot en met de Najaarsnota 2023 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2023 , bij de Miljoenennota 2024 en bij de Najaarsnota 2023.
Mee- en tegenvallers
De onderstaande meevallers geven substantiële onderuitputting (10 miljoen euro of meer) op de verschillende artikelonderdelen weer. Daarnaast zijn de huurtoeslag en flexwoningen afzonderlijk weergegeven. De tabel is exclusief onderuitputting die al bij de Najaarsnota is afgeboekt.
Doelmatige Rijkshuisvesting
Het Rijksvastgoedbedrijf heeft in 2023 onderuitputting op de bijdragen voor de huisvesting van verschillende organisaties. Dit geldt voor de huisvesting van Algemene Zaken (circa 5 miljoen euro), de Hoge Colleges van Staat (3 miljoen euro) en het Koninklijk Huis (2,5 miljoen euro).
Bestuur en regio
Dit betreffen onder meer POK-middelen en uitgaven van het Rijk die ten goede komen aan gemeenten. Deze middelen kennen een substantiële onderuitputting.
Hoogwaardige dienstverlening één overheid
Op het artikelonderdeel hoogwaardige dienstverlening één overheid is 10 miljoen euro onderuitputting, voornamelijk op het algemene opdrachtenbudget. Dit budget gaat naar verschillende opdrachten die als doel hebben de dienstverlening van de gehele overheid te verbeteren.
Overheidsdienstverlening, informatiebeleid en informatiesamenleving
Ook op dit artikelonderdeel heeft BZK verschillende budgetten, die naar een grote variatie aan opdrachten en projecten (voornamelijk op digitaal terrein) gaan. Ook deze budgetten kennen een relatief grote onderuitputting.
Generieke Digitale Infrastructuur
Met het budget generieke digitale infrastructuur werkt BZK onder meer aan de doorontwikkeling en innovatie van de digitale overheid. Op dit ontwikkelbudget was ruim 10 miljoen euro aan onderuitputting in 2023.
Energietransitie en duurzaamheid
BZK heeft verschillende, niet volledige uitgeputte, budgetten op het gebied van de energietransitie en duurzaamheid. De Subsidie Aardgasvrije Huurwoningen (SAH) en de Subsidie verduurzaming en Onderhoud Huurwoningen (SVOH) hadden bijvoorbeeld substantiële onderuitputting. Dit geldt ook voor de Klimaatfondsmiddelen energiebesparing koopsector.
Apparaat
Op het centrale apparaat is circa 25 miljoen euro aan gerealiseerde onderuitputting, voornamelijk bij externe inhuur. Bij eerdere nota's heeft het departement programmamiddelen naar het apparaat gealloceerd (vooral naar externe inhuur), wat deze onderuitputting verklaart.
Flexwoningen
Door een latere matching van flexwoningen met afnemers, deed BZK minder uitgaven dan begroot. Aangezien de ontvangsten ook lager zijn dan begroot is er per saldo geen onderuitputting.
Huurtoeslag
De onderuitputting op de huurtoeslag (320 miljoen euro) was veruit de grootste meevaller op de BZK begroting. De in het voorjaar 2023 vastgestelde raming blijkt te hoog, onder meer vanwege een lager aantal toeslagaanvragen dan eerder verwacht.
Overboekingen met andere begrotingen
Diverse afdrachten BTW-compensatiefonds
Aan het einde van 2023 heeft BZK verschillende afdrachten aan het BTW-compensatiefonds gedaan. De grootste afdrachten zijn voor grootschalige woningbouw (52 miljoen euro) en voor het Volkshuisvestingsfonds (17 miljoen euro).
Ontvangsten
Mutaties t/m Najaarsnota 2023
De mutaties tot en met de Najaarsnota 2023 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2023 , bij de Miljoenennota 2024 en bij de Najaarsnota 2023.
Huurtoeslag
De ontvangsten op de huurtoeslag zijn hoger dan verwacht, voornamelijk door een positief macro-economisch beeld.
Financiële herplaatsingsgarantie
Investeerders moeten een eigen bijdragen leveren wanneer aan hen een herplaatsingsgarantie wordt verleend. In 2023 waren nog geen eigen bijdragen van investeerders ontvangen aangezien nog niet alle aanvragen waren beoordeeld.
Flexwoningen
Door een later dan verwachte matching van flexwoningen met afnemers, had BZK lagere ontvangsten.
Staten-Generaal
IIA Staten-Generaal: Uitgaven
In miljoenen euro
2023
Stand Miljoennenota 2023
211
Mutaties t/m Najaarsnota
29
Stand Najaarsnota
240
Mee- en tegenvallers
‒ 2
Fractiekosten
1
Schadeloosstelling
1
Apparaat Tweede Kamer
‒ 1
Parlementaire enquêtes
‒ 1
Apparaat Eerste Kamer
‒ 2
Overige mee- en tegenvallers
0
Stand Financieel Jaarverslag Rijk (nota)
238
IIA Staten-Generaal: Ontvangsten
In miljoenen euro
2023
Stand Miljoennenota 2023
4
Mutaties t/m Najaarsnota
5
Stand Najaarsnota
9
Mee- en tegenvallers
1
Controle en wetgeving Tweede Kamer
1
Stand Financieel Jaarverslag Rijk (nota)
10
Uitgaven
Mutaties t/m Najaarsnota 2023
De mutaties tot en met de Najaarsnota 2023 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2023 , bij de Miljoenennota 2024 en bij de Najaarsnota 2023.
Mee- en tegenvallers
Fractiekosten
Door de verkiezingen in november is er een overuitputting van 1,2 miljoen euro op het budget voor de fractiekosten.
Schadeloosstelling
De overschrijding op kas- en verplichtingenbudget van 1,5 miljoen euro is veroorzaakt door de betaalde eindheffing voor de werkkostenregeling over 2022. Het beroep op de regeling was hoger dan begroot.
Apparaat Tweede Kamer
Het apparaat van de Tweede Kamer kent een onderuitputting van 1,4 miljoen euro.
Parlementaire enquêtes
De onderuitputting op kas- en verplichtingenbudget komt met name door de parlementaire enquête Fraudebeleid en dienstverlening, die in 2024 wordt voortgezet.
Apparaat Eerste Kamer
Het apparaat van de Tweede Kamer kent een onderuitputting van 1,9 miljoen euro.
Ontvangsten
Controle en wetgeving Tweede Kamer
De meerontvangsten zijn het gevolg van de hogere doorbelastingen van dienstverlening aan andere Hoge Colleges van Staat en ontvangsten van het UWV.
Mutaties t/m Najaarsnota 2023
De mutaties tot en met de Najaarsnota 2023 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2023 , bij de Miljoenennota 2024 en bij de Najaarsnota 2023.
De ontvangsten van de Staten-Generaal zijn ruim 1 miljoen euro hoger dan begroot. Dit heeft te maken met de hogere doorbelastingen van dienstverlening aan andere Hoge Colleges van Staat.
Overige Hoge Colleges van Staat
IIB Overige Hoge Colleges van Staat: Uitgaven
In miljoenen euro
2023
Stand Miljoennenota 2023
169
Mutaties t/m Najaarsnota
15
Stand Najaarsnota
184
Mee- en tegenvallers
‒ 8
Algemene Rekenkamer
0
De Nationale ombudsman
‒ 2
Kiesraad
‒ 3
Overige mee- en tegenvallers
‒ 3
Stand Financieel Jaarverslag Rijk (nota)
176
IIB Overige Hoge Colleges van Staat: Ontvangsten
In miljoenen euro
2023
Stand Miljoennenota 2023
6
Mutaties t/m Najaarsnota
1
Stand Najaarsnota
7
Mee- en tegenvallers
1
Algemene Rekenkamer
1
Overige mee- en tegenvallers
0
Stand Financieel Jaarverslag Rijk (nota)
8
Uitgaven
Mutaties t/m Najaarsnota 2023
De mutaties tot en met de Najaarsnota 2023 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2023 , bij de Miljoenennota 2024 en bij de Najaarsnota 2023.
Mee- en tegenvallers
Algemene Rekenkamer
De onderschrijding op het kasbudget van 0,4 miljoen euro is veroorzaakt doordat dit eerder in het jaar is opgehoogd met 2 miljoen euro om grote meerjarenprojecten te bekostigen. Niet alle contracten zijn nog aangegaan.
De Nationale ombudsman
De onderuitputting bij de Nationale ombudsman zit bij het onderdeel 'taakoefening medeoverheden'. Verschillende vacatures waren (nog) niet vervuld.
Kiesraad
De onderuitputting op het kas- en verplichtingenbudget van circa 3,4 miljoen euro is voor een groot deel te verklaren door het tussentijds beëindigen van het contract met de leverancier van het Digitaal Hulpmiddel Verkiezingen.
Ontvangsten
Mutaties t/m Najaarsnota 2023
De mutaties tot en met de Najaarsnota 2023 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2023 , bij de Miljoenennota 2024 en bij de Najaarsnota 2023.
Algemene Rekenkamer
De Algemene Rekenkamer had meer ontvangsten dan geraamd.
Koninkrijksrelaties
IV Koninkrijksrelaties: Uitgaven
In miljoenen euro
2023
Stand Miljoenennota 2023 (incl. HGIS)
196
Mutaties t/m Najaarsnota 2023
‒ 26
Stand Najaarsnota
170
Mee- en tegenvallers
‒ 10
Eigen personeel
‒ 2
Externe inhuur
‒ 2
Materiële uitgaven
‒ 2
Detentie
‒ 1
Tijdelijke Werkorganisatie (TWO)
‒ 1
Wederopbouw luchthaven Sint Maarten
‒ 1
Overige mee- en tegenvallers
‒ 1
Generaal dossier
‒ 4
Wisselkoers realisatie
‒ 4
Stand Financieel Jaarverslag Rijk (nota)
156
IV Koninkrijksrelaties: Ontvangsten
In miljoenen euro
2023
Stand Miljoenennota 2023 (incl. HGIS)
1.090
Mutaties t/m Najaarsnota 2023
‒ 1.031
Stand Najaarsnota
59
Mee- en tegenvallers
13
Versnelde terugbetaling lening
13
Niet-plafondrelevant
17
Aflossing leningen
17
Stand Financieel Jaarverslag Rijk (nota)
89
Mutaties t/m Najaarsnota 2023
De mutaties tot en met de Najaarsnota 2023 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2023 , bij de Miljoenennota 2024 en bij de Najaarsnota 2023.
Uitgaven
Mee- en tegenvallers
Wisselkoers realisatie
Sinds begrotingsjaar 2023 worden alle koersresultaten van dit hoofdstuk separaat geadministreerd in artikel 6. Over begrotingsjaar 2023 zijn er voor 3,3 miljoen euro aan voordelige koersresultaten behaald. Daarom vallen de uitgaven en verplichtingen lager uit dan initieel begroot.
Eigen personeel
De realisatie op eigen personeel is lager dan begroot door de openstaande vacatures bij SSO-CN.
Externe inhuur
De onderuitputting op externe inhuur wordt voornamelijk veroorzaakt door SSO-CN. Onderliggend is hierbij de krapte op de arbeidsmarkt op Caribisch Nederland.
Materiële uitgaven
De onderuitputting op materiële uitgaven wordt voor een groot deel veroorzaakt doordat bepaalde ICT projecten bij SSO-CN niet konden worden uitgevoerd of vertraging hebben opgelopen.
Detentie
Dit is de realisatie op detentie middelen, doordat onder andere middelen voor detentie op Sint Maarten voor het National Recovery Program Board niet zijn gerealiseerd.
Tijdelijke Werkorganisatie (TWO)
De budgetten van de Tijdelijke Werkorganisatie kennen per saldo onderuitputting, mede doordat plannen voor de landspakketten niet door de Landen zijn ingediend en/of akkoord zijn bevonden voor het jaareinde.
Wederopbouw Sint Maarten
De realisatie van de wederopbouw middelen kent onderuitputting. Dit wordt grotendeels veroorzaakt doordat middelen niet zijn besteed aan de wederopbouw van de luchthaven, doordat geplande facturen nog niet zijn ontvangen.
Overige mee- en tegenvallers
Deze post is opgebouwd uit verschillende realisaties op de begroting van Koninkrijksrelaties.
Ontvangsten
Mutaties t/m Najaarsnota 2023
De mutaties tot en met de Najaarsnota 2023 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2023 , bij de Miljoenennota 2024 en bij de Najaarsnota 2023.
Mee- en tegenvallers
Versnelde terugbetaling lening Curaçao
Curaçao heeft een deel van de lening Girobank versneld afgelost in 2023, wat heeft geleidt tot een meevaller.
Niet-plafondrelevant
Aflossing leningen
Dit zijn meerontvangsten door vervroegde aflossingen op een lening.
BES-fonds
BES-fonds: Uitgaven
In miljoenen euro
2023
Stand Miljoenennota 2023 (incl. HGIS)
53
Mutaties t/m Najaarsnota 2023
41
Stand Najaarsnota
94
Generaal dossier
‒ 6
Wisselkoers realisatie
‒ 6
Stand Financieel Jaarverslag Rijk (nota)
88
Mutaties t/m Najaarsnota 2023
De mutaties tot en met de Najaarsnota 2023 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2023 , bij de Miljoenennota 2024 en bij de Najaarsnota 2023.
Uitgaven
Mee- en tegenvallers
Wisselkoerseffecten
Dit betreft de wisselkoerseffecten op het BES-fonds in 2023. Door voordelige koersverschillen vallen de uitgaven en verplichtingen lager uit dan initieel begroot.
Ontvangsten
Voor het BES-fonds zijn er geen ontvangsten.
Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
VIII Onderwijs, Cultuur en Wetenschap: Uitgaven
In miljoenen euro
2023
Stand Miljoenennota 2023 (incl. HGIS)
53.248
Mutaties t/m Najaarsnota 2023
2.819
Stand Najaarsnota
56.067
Mee- en tegenvallers
‒ 155
Meevaller Maatschappelijke diensttijd
‒ 24
Meevaller Schoolmaaltijden
‒ 37
Per saldo meevaller studiefinanciering
‒ 39
Overige mee- en tegenvallers
‒ 55
Overboekingen met andere begrotingen
‒ 1
Overboeking Btw-compensatiefonds
‒ 1
Desalderingen
36
Desaldering STER inkomsten
35
Overige desalderingen
0
Technisch
‒ 245
COVID-19 Nationaal Programma Onderwijs
‒ 21
Oekraïne
‒ 25
NGF Openstaande Verplichtingen
‒ 89
KOT Openstaande verplichtingen
‒ 104
Overig technisch
‒ 6
Niet-plafondrelevant
‒ 579
Meevaller uitgaven studiefinanciering NR
‒ 579
Overig niet-plafondrelevant
0
Stand Financieel Jaarverslag Rijk (nota)
55.123
VIII Onderwijs, Cultuur en Wetenschap: Ontvangsten
In miljoenen euro
2023
Stand Miljoenennota 2023 (incl. HGIS)
1.665
Mutaties t/m Najaarsnota 2023
212
Stand Najaarsnota
1.877
Mee- en tegenvallers
13
Meevaller Nationaal Archief
8
Overige mee- en tegenvallers
5
Desalderingen
36
Desaldering STER-inkomsten
35
Overige desalderingen
0
Technisch
0
Technisch
0
Niet-plafondrelevant
98
Meevaller ontvangsten studiefinanciering NR
98
Stand Financieel Jaarverslag Rijk (nota)
2.024
Uitgaven
Mutaties t/m Najaarsnota 2023
De mutaties tot en met de Najaarsnota 2023 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2023 , bij de Miljoenennota 2024 en bij de Najaarsnota 2023.
Mee- en tegenvallers
Meevaller Maatschappelijke diensttijdEr is sprake van een extra meevaller van 20,4 miljoen euro op de hoofdsubsidieregeling in 2023 doordat niet alle aanvragen zijn goedgekeurd die zijn ingediend. De resterende 3,4 miljoen betreft een meevaller op de verschillende MDT-subsidies doordat er minder middelen zijn uitgegeven dan waren begroot.
Meevaller Schoolmaaltijden
Er is een meevaller op het programma Schoolmaaltijden. Het programma is in de loop van 2023 gestart, waardoor het bereik gedurende het jaar is gegroeid. Hierdoor hebben niet alle scholen vanaf de start van het programma maaltijden ontvangen en is er onderuitputting ontstaan. Met betrekking tot Schoolmaaltijden geeft een deel van de scholen aan te weinig capaciteit te hebben om mee te doen.
Overboekingen met andere begrotingen
Overboeking Btw-compensatiefondsEr is een overboeking gedaan naar het BCF voor Erfgoedpark Batavialand.
Desalderingen
Desaldering STER-inkomstenEr wordt een desaldering gedaan met de Algemene Mediareserve. Door hogere Sterinkomsten zijn de ontvangsten hoger dan geraamd. Dit leidt tot een storting in de Algemene Mediareserve.
Overige desalderingen
Deze post bestaat uit diverse desalderingen.
Technisch
COVID-19 Nationaal Programma OnderwijsEr is een meevaller op de middelen bestemd voor het Nationaal Programma Onderwijs om studenten met vertraging door corona tegemoet te komen. Deze middelen vloeien terug naar de Rijksbegroting, zoals gebruikelijk bij onbestede coronamiddelen.
Oekraïne
Er is een openstaande verplichting op de nieuwkomersbekostiging voor 23,8 miljoen euro die niet meer in het jaar 2023 wordt uitgegeven, maar wordt besteed in 2024. Daarnaast valt 1 miljoen euro vrij doordat het voor uitvoerders niet haalbaar is gebleken om middelen voor Oekraïense makers van kunst tijdig en rechtmatig te verlenen.
NGF Openstaande Verplichtingen
Op het Nationaal Groeifonds (NGF) zijn op verschillende plannen de middelen niet uitgeput. Deze middelen worden als onderuitputting afgeboekt en conform de begrotingsregels meegenomen naar 2024 in de 100% Eindejaarsmarge van het investeringsplafond, om dan voor hetzelfde doel te worden ingezet. Dit laatste is onder andere het geval voor de plannen Leven lang leren (LLO) Katalysator en Digitale impuls Nederland.
KOT Openstaande verplichtingen
Om het ritme in de begroting aan te laten sluiten bij het verwachte moment van kwijtschelding van DUO-schulden van gedupeerden in de kinderopvangtoeslagaffaire, schuift een deel budget naar achteren.
Overig technisch
Deze post bestaat uit diverse technische mutaties.
Niet-plafondrelevant
Meevaller studiefinanciering NR
Er is een meevaller op de niet-relevante (NR) uitgaven van studiefinanciering. Dit komt grotendeels doordat studenten minder hebben geleend dan verwacht. Dit geldt zowel voor de rentedragende lening (369,0 miljoen euro), het collegegeldkrediet (56,0 miljoen euro) en het leven lang leren krediet (4,8 miljoen euro). Daarnaast is het aandeel uitwonende studenten in het hoger onderwijs lager is dan verwacht. Hierdoor zijn de niet-relevante uitgaven basisbeurs naar beneden bijgesteld (76,2 miljoen euro). Ook is er minder gebruik gemaakt van de aanvullende prestatiebeurs (48,9 miljoen euro) en de reisvoorziening prestatiebeurs (14,1 miljoen euro) dan verwacht.
Ontvangsten
Mutaties t/m Najaarsnota 2023
De mutaties tot en met de Najaarsnota 2023 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2023 , bij de Miljoenennota 2024 en bij de Najaarsnota 2023.
Mee- en tegenvallers
Meevaller Nationaal ArchiefEr is een meevaller op de ontvangsten voor cultuur hoofdzakelijk vanwege een terugstorting van een deel van de reserve van het Nationaal Archief.
Desalderingen
Desaldering STER-inkomstenEr wordt een desaldering gedaan met de Algemene Mediareserve. Door hogere Sterinkomsten zijn de ontvangsten hoger dan geraamd. Dit leidt tot een storting in de Algemene Mediareserve.
Overige desalderingen
Deze post bestaat uit diverse desalderingen.
Niet-plafondrelevant
Meevaller ontvangsten studiefinanciering NRDe niet-relevante (NR) ontvangsten op de post studiefinanciering is naar boven bijgesteld. In de laatste maanden van 2023 is er extra afgelost op de leningen. Hierdoor zijn er meer renteontvangsten dan verwacht.
Financiën (incl. Nationale Schuld)
Financiën
IXB Financiën: Uitgaven
In miljoenen euro
2023
Stand Miljoenennota 2023 (incl. HGIS)
14.155
Mutaties t/m Najaarsnota 2023
1.041
Stand Najaarsnota
15.196
Mee- en tegenvallers
‒ 320
Tegenvaller opdrachten Belastingdienst
29
Wereldbank - IFC
19
Meevaller Belastingdienst
‒ 11
Meevaller apparaat
‒ 14
EIB pan-Europees garantiefonds (EGF)
‒ 66
Onderuitputting Toeslagen Herstel
‒ 256
Overige mee- en tegenvallers
‒ 20
Overboekingen met andere begrotingen
110
Storting in het Btw-compensatiefonds (BCF)
110
Overige overboekingen met andere begrotingen
1
Technisch
‒ 399
Afdrachten Staatsloterij
18
Correctie definitieve sluiting langlopende schadezaken EKV
‒ 168
Btw-compensatiefonds
‒ 248
Overig technisch
‒ 2
Niet-plafondrelevant
‒ 28
Schade-uitkering ekv - Niet afgesloten dossiers
‒ 13
Schadeloosstelling SRH
‒ 15
Overig niet-plafondrelevant
0
Stand Financieel Jaarverslag Rijk (nota)
14.559
IXB Financiën: Ontvangsten
In miljoenen euro
2023
Stand Miljoenennota 2023 (incl. HGIS)
2.215
Mutaties t/m Najaarsnota 2023
2.550
Stand Najaarsnota
4.765
Mee- en tegenvallers
178
Dividenden staatsdeelnemingen
99
Meevaller niet-belastingontvangsten Belastingdienst
96
Terugbetaling van SBN
‒ 22
Overige mee- en tegenvallers
5
Technisch
‒ 151
Afdrachten Staatsloterij
18
Correctie onttrekking begrotingsreserve
‒ 168
Overig technisch
‒ 2
Niet-plafondrelevant
88
Meevaller aan-/verkoop vermogenstitels
84
Toename munten in circulatie
11
Dividenden staatsdeelnemingen
9
Schaderestituties EKV
‒ 19
Overig niet-plafondrelevant
4
Stand Financieel Jaarverslag Rijk (nota)
4.880
Uitgaven
Mutaties t/m Najaarsnota 2023
De mutaties tot en met de Najaarsnota 2023 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2023 , bij de Miljoenennota 2024 en bij de Najaarsnota 2023.
Mee- en tegenvallers
Tegenvaller opdrachten Belastingdienst
De uitgaven aan (ICT)opdrachten vallen per saldo 29 miljoen euro hoger uit. Dit betreft een meevaller van circa 10 miljoen euro op de overige opdrachten en een overschrijding op de ICT-opdrachten van circa 39 miljoen euro. De belangrijkste reden is dat conform de bestendige gedragslijn en gemaakte afspraken met leveranciers contracten deels voorafgaand aan het nieuwe jaar worden betaald (mits voldaan wordt aan de inkoopregels). Daarnaast zijn er meer contracten nog in 2023 afgesloten dan eerder verwacht, waardoor er nu sprake is van een overschrijding.
Wereldbank – IFC
De betaling aan International Finance Corporation (IFC) van circa 19 miljoen euro is de eerste keer niet gelukt, doordat de middelen op een tussenrekening zijn blijven hangen. Hierdoor is de betaling voor een tweede keer gestart. De teruggave van het bedrag is net over de jaargrens gegaan. Dit wordt in de 1e suppletoire begroting 2024 weer opgevoerd.
Meevaller Belastingdienst
Per saldo meevaller van 11 miljoen euro. Dit wordt veroorzaakt door hogere materiële uitgaven (12 miljoen euro), lagere personele uitgaven (16 miljoen euro), lagere uitgaven aan de belasting- en invorderingsrente (14 miljoen euro) en hogere uitgaven overige bijdrage zbo's, rwt's en agentschappen (7 miljoen euro).
Meevaller apparaat
Meerdere kleine meevallers op artikel 8 (apparaat) waaronder onderbesteding op een aantal projecten en onderbesteding op onderzoeken.
EIB pan-Europees garantiefonds (EGF)
De Europese Investeringsbank (EIB) heeft in 2020 een pan-Europees garantiefonds (EGF) opgericht om de negatieve economische gevolgen van de coronacrisis op te vangen. Het fonds is een onderdeel van het pakket aan maatregelen dat op 9 april 2020 door de Eurogroep werd afgesproken. De investeringen onder het EGF hebben een hoog risicoprofiel waardoor het waarschijnlijk is dat de garantie ingeroepen zal worden. De verwachte nettoverliezen van het EGF worden ingeschat op 20%. De daadwerkelijke uitgaven bedroegen 9,2 miljoen euro in 2023 en zijn daarmee lager dan geraamd.
Onderuitputting Toeslagen Herstel
De onderuitputting wordt veroorzaakt doordat het kasritme in 2023 niet in lijn is met het aantal afgehandelde Integrale Beoordelingen (IB) en dossiers door de Commissie Werkelijke Schade (CWS). Daarnaast is er sprake van een langere doorlooptijd dan verwacht voor het kwijtschelden van private schulden in verband met (nog) niet ingediende of in behandeling genomen schuldenlijsten. Ook vallen de uitgaven voor het herstelprogramma voor kinderen lager uit doordat UHT een gedeelte van de betalingen niet kan uitvoeren omdat UHT nog gegevens nodig heeft vanuit de ouder, bewindvoerder of kind. De verwachting is dat deze middelen in latere jaren tot besteding zullen komen.
Overige mee- en tegenvallers
Dit komt met name door onderbestedingen op materiele uitgaven en meevallende apparaatsuitgaven door onder andere onderbezetting bij de Douane.
Overboekingen met andere begrotingen
Storting in het Btw-compensatiefonds (BCF)
Verschillende overboekingen van andere begrotingen naar het Btw-compensatiefonds.
Overige overboekingen met andere begrotingen
Dit betreft een overboeking vanuit EZK voor de advieskosten participatie in Stedin.
Technisch
Afdrachten Staatsloterij
Om te voldoen aan de Wet op de kansspelen wordt in de begroting en verantwoording een technische post opgenomen bij zowel de uitgaven als ontvangsten ter hoogte van de afdrachten van de Staatsloterij. De post is bijgesteld met 18,2 miljoen euro.
Correctie definitieve sluiting langlopende schadezaken EKV
Bij de tweede suppletoire begroting is een verwacht bedrag van 165 miljoen euro aan openstaande vorderingen definitief oninbaar verklaard. Deze mutatie brengt geen kasstroom met zich mee. Dit is per abuis wel zo verwerkt bij de tweede suppletoire begroting en wordt nu gecorrigeerd.
Btw-compensatiefonds
De bijdrage aan provincies en gemeenten is lager uitgevallen, omdat er minder btw is gedeclareerd dan geraamd. Het is op voorhand niet exact vast te stellen hoe veel btw provincies en gemeenten declareren. Overschotten op dit artikel worden bij de Voorjaarsnota verrekend met het Gemeente- en Provinciefonds.
Overig technisch
Dit komt voornamelijk door hogere uitvoeringskosten herverzekering leverancierskredieten dan begroot.
Niet-plafondrelevant
Schadeloosstelling SRH
In het arrest van 21 april 2023 heeft de Hoge Raad uitspraak gedaan over de vaststelling van de omvang van de schadeloosstelling, voortvloeiend uit de onteigening van obligatiehouders van SNS REAAL op 1 februari 2013. Met deze uitspraak is de uitspraak van de Ondernemingskamer van 11 februari 2021 definitief geworden en is het proces van uitbetaling van de vastgestelde schadeloosstelling gestart. De realisatie valt lager uit dan begroot. Dit hangt deels samen met het feit dat een grove inschatting is gemaakt van de impact van de uitspraak.
Schade-uitkering ekv - Niet afgesloten dossiers
De realisatie van de schade op de nieuwe en/of lopende ekv-gedekte transacties is 13 miljoen euro lager dan geraamd.
Overig niet-plafondrelevant
Dit betreft de hogere uitvoeringskosten voor het omwisselen van de Oekraïense hryvnia (de munteenheid van Oekraïne).
Ontvangsten
Mutaties t/m Najaarsnota 2023
De mutaties tot en met de Najaarsnota 2023 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2023 , bij de Miljoenennota 2024 en bij de Najaarsnota 2023.
Mee- en tegenvallers
Dividenden staatsdeelnemingen
De dividendontvangsten vallen hoger uit dan oorspronkelijk geraamd. Dit is het effect van diverse actualisaties op basis van op dat moment recente informatie over het dividend als gevolg van de marktomstandigheden.
Meevaller niet-belastingontvangsten
Meerdere meevallers bij de niet-belastingontvangsten op artikel 1 Belastingen. De ontvangsten aan belasting- en invorderingsrente zijn 32 miljoen euro hoger uitgevallen dan begroot. Voor een deel is dit toe te schrijven aan hogere ontvangsten aan belastingrente in het laatste kwartaal van 2023, vooral in de vpb. Verder zijn de ontvangsten aan invorderingsrente over coronaschulden hoger uitgevallen dan begroot (circa 10 miljoen euro). De ontvangsten als gevolg van het doorbelasten van vervolgingskosten (zijnde bijvoorbeeld aanmaningen en dwangbevelen) zijn 24 miljoen euro hoger uitgevallen. Dit is met name toe te schrijven aan hogere ontvangsten in relatie tot de omzet-, loon- en inkomstenbelasting dan verwacht in het laatste kwartaal van 2023. De boeteontvangsten zijn 22 miljoen euro hoger uitgevallen. Dit is onder andere toe te schrijven aan hogere boeteontvangsten in relatie tot de omzet- en loonbelasting in december. De apparaatsontvangsten zijn 18 miljoen euro hoger uitgevallen. Er zijn 11 miljoen euro hogere ontvangsten vanuit het UWV welke zijn gerelateerd aan de Ziektewet en ontvangen transitievergoedingen. Daarnaast zijn er 3 miljoen euro extra ontvangsten vanuit het leveren van extra facilitaire diensten aan verschillende afnemers. 2 miljoen euro extra ontvangsten zijn ontstaan vanuit detachering van personeel.
Terugbetaling van SBN
De ontvangsten zijn 22 miljoen euro lager dan begroot omdat de terugbetaling van SBN niet is geboekt als een ontvangst, maar als een negatieve uitgave op de post compensatie private schulden. Er is voor gekozen om dit bedrag negatieve uitgaven te boeken, omdat het in principe geen ontvangst, maar een terugbetaling van eerder gemaakte kosten. Het boeken van de terugbetaling als negatieve uitgave is een van de redenen waarom er onderbesteding is bij de compensatie private schulden.
Overige mee- en tegenvallers
Dit betreft het saldo van een aantal meevallers waaronder op de schaderestituties van de EKV polissen en op de apparaatsontvangsten.
Technisch
Afdrachten Staatsloterij
Om te voldoen aan de Wet op de kansspelen wordt in de begroting en verantwoording een technische post opgenomen bij zowel de uitgaven als ontvangsten ter hoogte van de afdrachten van de Staatsloterij. De post is bijgesteld met 18,2 miljoen euro.
Correctie onttrekking begrotingsreserve
Bij de tweede suppletoire begroting is een verwacht bedrag van 165 miljoen euro aan openstaande vorderingen definitief oninbaar verklaard. Deze mutatie brengt geen kasstroom met zich mee. Dit is per abuis wel zo verwerkt bij de tweede suppletoire begroting en wordt nu gecorrigeerd.
Overig technisch
Lagere ontvangsten bij de premies en schaderesituties herverzekering leverancierskredieten.
Niet-plafondrelevant
Meevaller aan-/verkoop vermogenstitels
De per saldo meevaller vanwege de aan- en verkoop van vermogenstitels, betreffende de verkoop van aandelen ABN AMRO.
Toename munten in circulatie
In 2023 zijn er via DNB meer munten in omloop gebracht dan dat er uit omloop zijn teruggekomen. Als gevolg daarvan heeft DNB het afgelopen jaar per saldo een bedrag van 11 miljoen euro aan nominale waarde van in de markt uitgezette munten aan de schatkist toegevoegd.
Dividenden staatsdeelnemingen
De dividendontvangsten vallen hoger uit dan oorspronkelijk geraamd. Dit is het effect van diverse actualisaties op basis van op dat moment recente informatie over het dividend als gevolg van de marktomstandigheden.
Schaderestituties EKV
De verwachte schaderestituties EKV zijn 19 miljoen euro lager dan oorspronkelijk begroot. Vanwege het vraag gestuurde karakter zijn er verschillen tussen de ramingen en realisaties.
Overig niet-plafondrelevant
Dit betreft voornamelijk de hogere renteontvangsten op de lening aan Griekenland vanwege rentewijzigingen.
Nationale Schuld
IXA Nationale schuld: Uitgaven
In miljoenen euro
2023
Stand Miljoenennota 2023 (incl. HGIS)
38.885
Mutaties t/m Najaarsnota 2023
9.285
Stand Najaarsnota
48.170
Technisch
146
Rente vlottende schuld
120
Rentelasten kasbeheer
19
Overig technisch
6
Niet-plafondrelevant
9.450
Mutatie vlottende schuld
10.640
Aflossing vaste schuld
45
Rente derivaten
11
Mutaties in rekening-courant en deposito
‒ 200
Verstrekte leningen
‒ 372
Rente kasbeheer
‒ 674
Overig niet-plafondrelevant
0
Stand Financieel Jaarverslag Rijk (nota)
57.766
IXA Nationale schuld: Ontvangsten
In miljoenen euro
2023
Stand Miljoenennota 2023 (incl. HGIS)
69.375
Mutaties t/m Najaarsnota 2023
2.956
Stand Najaarsnota
72.331
Technisch
177
Rente vlottende schuld
177
Overig technisch
0
Niet-plafondrelevant
‒ 1.527
Uitgifte vaste schuld
317
Aflossingen op leningen
43
Mutaties in rekening-courant en deposito
‒ 1.887
Overig niet-plafondrelevant
1
Stand Financieel Jaarverslag Rijk (nota)
70.982
Uitgaven
Mutaties t/m Najaarsnota 2023
De mutaties tot en met de Najaarsnota 2023 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2023 , bij de Miljoenennota 2024 en bij de Najaarsnota 2023.
Technisch
Rente vlottende schuld
De rentelasten op de vlottende schuld zijn circa 120 miljoen euro hoger uitgevallen doordat, onder andere, de uitgifte van Dutch Treasury Certificates (DTC's) in de laatste maanden van het jaar tegen een hogere rente heeft plaatsgevonden dan waarmee in de tweede suppletoire begroting rekening is gehouden. Daarnaast hebben transacties op de geldmarkt ten behoeve van kortetermijnfinanciering geleid tot extra rentelasten.
Rentelasten kasbeheer
De rentelasten op het kasbeheer zijn 19 miljoen euro hoger uitgevallen, met name doordat er meer middelen door de deelnemers van schatkistbankieren worden aangehouden op de rekeningen-courant en deposito’s dan waarmee rekening is gehouden in de tweede suppletoire begroting.
Overig technisch
Deze post bestaat uit diverse technische mutaties die onder de ondergrens vallen.
Niet-plafondrelevant
Mutatie vlottende schuld
De eindstand van de uitstaande schuld op de geldmarkt is het gevolg van meerdere ontwikkelingen gedurende het jaar. De belangrijkste ontwikkelingen zijn de ontwikkeling van het kassaldo, de keuze voor de omvang van de financiering op de kapitaalmarkt, het onderpand in contanten dat is ontvangen voor de derivaten en de vervroegde aflossingen. Doordat het kastekort lager is uitgevallen dan werd geraamd bij de tweede suppletoire begroting, is 10,6 miljard euro van de vlottende schuld additioneel afgelost.
Aflossing vaste schuld
Eind 2023 heeft een vervroegde aflossing van een staatsobligatie plaatsgevonden. Hierdoor vielen de aflossingen van de vaste schuld per saldo 45 miljoen euro hoger uit dan begroot bij de tweede suppletoire begroting.
Rente derivaten
De rentelasten derivaten zijn 11 miljoen euro hoger uitgevallen als gevolg van de hoger dan verwachte rentepercentages die op de variabele delen van de rentederivaten zijn gerealiseerd.
Mutaties in rekening-courant en deposito
Het saldo van de rekeningen-courant van de decentrale overheden is toegenomen terwijl er een lichte daling (circa 200 miljoen euro) werd verwacht bij de tweede suppletoire begroting.
Verstrekte leningen
Het bedrag aan verstrekte leningen is in totaal 372 miljoen euro lager dan bij de tweede suppletoire begroting werd geraamd. Dit komt doordat het aantal leningen verstrekt aan agentschappen en RWT's lager is uitgevallen dan begroot.
Rente kasbeheer
De rentelasten op het kasbeheer zijn circa 674 miljoen euro lager uitgevallen, met name doordat er minder middelen door de sociale fondsen worden aangehouden op de rekeningen-courant dan waarmee rekening is gehouden in de tweede suppletoire begroting.
Overig niet-plafondrelevant
Deze post bestaat uit diverse niet-plafondrelevante mutaties die onder de ondergrens vallen.
Ontvangsten
Mutaties t/m Najaarsnota 2023
De mutaties tot en met de Najaarsnota 2023 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2023 , bij de Miljoenennota 2024 en bij de Najaarsnota 2023.
Technisch
Rente vlottende schuld
De rentebaten op de vlottende schuld vallen circa 177 miljoen euro hoger uit als gevolg van de hoger dan verwachte rente die de staat heeft ontvangen over het schatkistsaldo en de op de geldmarkt uitgezette middelen.
Overig technisch
Deze post bestaat uit diverse technische mutaties die onder de ondergrens vallen.
Niet-plafondrelevant
Uitgifte vaste schuld
Bij de uitgifte van Nederlandse staatsleningen is in het najaar circa 317 miljoen euro meer opgehaald dan waar in de tweede suppletoire begroting rekening mee is gehouden. In de begroting werd uitgegaan van een kapitaalmarktberoep van afgerond 46 miljard euro.
Aflossingen op leningen
In 2023 is circa 43 miljoen euro meer aan leningen afgelost dan bij de tweede suppletoire begroting werd geraamd. Deelnemers van schatkistbankieren hebben de mogelijkheid om hun leningen (deels) vervroegd af te lossen, bijvoorbeeld bij verkoop van de activa waarvoor was geleend.
Mutaties in rekening-courant en deposito
Per saldo is door de sociale fondsen, RWT’s, agentschappen en decentrale overheden gezamenlijk minder geld op de rekeningen-courant aangehouden dan bij de tweede suppletoire begroting werd geraamd. Het saldo van de rekeningen-courant van de sociale fondsen is circa 4,2 miljard euro minder toegenomen dan begroot. Het saldo van de rekeningen-courant van de RWT’s, agentschappen en decentrale overheden is circa 2,3 miljard euro meer toegenomen dan begroot.
Overig niet-plafondrelevant
Deze post bestaat uit diverse niet-plafondrelevante mutaties die onder de ondergrens vallen.
Defensie (inclusief Defensiematerieelbegrotingsfonds)
Defensie
X Defensie: Uitgaven
In miljoenen euro
2023
Stand Miljoenennota 2023 (incl. HGIS)
15.039
Mutaties t/m Najaarsnota 2023
23
Stand Najaarsnota 2023
15.062
Mee- en tegenvallers
‒ 62
Onderuitputting 2023
‒ 62
Technisch
21
Mutaties met Defensiematerieelbegrotingsfonds
‒ 2
Overig technisch
23
Niet-plafondrelevant
101
Oekraïne
101
Stand Financieel Jaarverslag Rijk 2023 (nota)
15.122
X Defensie: Ontvangsten
In miljoenen euro
2023
Stand Miljoenennota 2023 (incl. HGIS)
142
Mutaties t/m Najaarsnota 2023
151
Stand Najaarsnota 2023
293
Mee- en tegenvallers
‒ 5
Onderuitputting 2023
‒ 5
Technisch
8
Technisch
8
Niet-plafondrelevant
‒ 73
Oekraïne
‒ 73
Stand Financieel Jaarverslag Rijk 2023 (nota)
223
Uitgaven
Mutaties t/m Najaarsnota 2023
De mutaties tot en met de Najaarsnota 2023 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2023 , bij de Miljoenennota 2024 en bij de Najaarsnota 2023.
Onderuitputting 2023
Dit betreft het saldo van meerdere uitgavenmutaties die zich na de NJN hebben voorgedaan. Een gedeelte hiervan heeft betrekking op het Nationaal Fonds Ereschuld (16,4 miljoen euro), omdat het aantal afgehandelde RVS zaken is afgenomen in het tweede gedeelte van het jaar. Daarnaast betreft het een lagere benutting (14,6 miljoen euro) van het Budget Internationale Veiligheid (BIV), dat een voorziening is binnen HGIS.
Mutaties met Defensiematerieelbegrotingsfonds
De onderliggende mutaties worden toegelicht op de uitgavenzijde van het Defensiematerieelbegrotingsfonds.
Overig technisch
Het gaat om de opwaartse budgetbijstellingen die zijn opgenomen in de Veegbrief. Dit omvat onder andere hogere uitgaven aan eigen personeel van 5 miljoen euro en 5 miljoen euro voor dienstreizen en het HR ecosysteem, een netwerk voor personele diensten. De Veegbrief is eind december 2023 aan de Tweede Kamer aangeboden.
Oekraïne
Bij de Najaarsnota is het budget voor Oekraïne naar beneden bijgesteld met 181 miljoen euro. Aan het eind van het jaar zijn er echter hogere uitgaven gedaan. Deze uitgaven zijn gedaan voor een onvoorziene btw-afdracht voor aanschaf van munitie vanwege onduidlijkheid rondom de toepassing van btw-regels (26 miljoen euro), brandstofvoorziening (17 miljoen euro), het sneller leveren van kleding en uitrusting, en voor overige uitgaven door commerciële verwerving en directe aanschaf van materieel dat is bestemd voor Oekraïne.
Ontvangsten
Mutaties t/m Najaarsnota 2023
De mutaties tot en met de Najaarsnota 2023 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2023 , bij de Miljoenennota 2024 en bij de Najaarsnota 2023.
Onderuitputting 2023
Dit betreft lagere ontvangsten bij Commando Materieel en IT. De raming is te hoog gebleken tijdens uitvoering van de begroting.
Technisch
Dit betreft onder meer een ontvangen betaling van Eindhoven Airport voor medegebruik, verkregen subsidie voor European Civil Protection and Humanitatrian Air Operations, en hogere teruggave uit het Foreign Military Sales (FMS) Holding Accounts (aanschaf van militair materieel via de Amerikaanse overheid) als gevolg van Case Closures.
Oekraïne
De lagere ontvangsten zijn het gevolg van de samenwerkingsverbanden voor militaire steun aan Oekraïne. Deze steun wordt soms samen met andere landen georganiseerd, waarbij zij bijdragen aan de gezamenlijke aanschaf van materieel. Niet alle verwachte ontvangsten van de samenwerkende landen zijn genoten in 2023, waardoor deze ontvangsten naar 2024 verschuiven.
Defensiematerieelbegrotingsfonds
Defensiematerieelbegrotingsfonds: Uitgaven
In miljoenen euro
2023
Stand Miljoenennota 2023 (incl. HGIS)
6.679
Mutaties t/m Najaarsnota 2023
‒ 1.051
Stand Najaarsnota 2023
5.628
Mee- en tegenvallers
‒ 214
Onderuitputting 2023
‒ 174
Vrijval valutaresultaten
‒ 37
Teruggave compensatie valutaschommelingen
‒ 2
Technisch
200
Versnelling verwerving Patriots
163
Overige technisch
37
Stand Financieel Jaarverslag Rijk 2023 (nota)
5.614
Defensiematerieelbegrotingsfonds: Ontvangsten
In miljoenen euro
2023
Stand Miljoenennota 2023 (incl. HGIS)
6.679
Mutaties t/m Najaarsnota 2023
‒ 386
Stand Najaarsnota 2023
6.293
Mee- en tegenvallers
14
Onderuitputting 2023
14
Desalderingen
‒ 2
Mutaties met Defensiebegroting
‒ 2
Technisch
5
Technisch
5
Stand Financieel Jaarverslag Rijk 2023 (nota)
6.309
Uitgaven
Mutaties t/m Najaarsnota 2023
De mutaties tot en met de Najaarsnota 2023 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2023 , bij de Miljoenennota 2024 en bij de Najaarsnota 2023.
Onderuitputting 2023
De onderliggende mutaties tonen een vertraging in de realisatie van de investerings- en instandhoudingsprojecten veroorzaakt door een tekort aan personeel op de arbeidsmarkt, logistieke problemen bij de industrie, langere doorlooptijden bij het afsluiten van contracten en de toegenomen vraag naar materieel voor levering aan Oekraïne.
Vrijval valutaresultaten
Ontwikkelingen in de wisselkoersen van US dollars en Zweedse kronen leiden tot een vrijval van middelen, doordat termijncontracten op een gunstigere koers waren afgesloten.
Teruggave compensatie valutaschommelingen
Ontwikkelingen in de wisselkoersen van US dollars en Zweedse kronen leiden tot een teruggave van de compensatie die Defensie heeft ontvangen voor valutaschommelingen.
Versnelling verwerving Patriots
Via het NATO Support and Procurement Agency (NSPA) en in samenwerking met Europese partners is een gezamenlijke bestelling geplaatst om Patriots aan te schaffen.
Overige technisch
Dit betreft onder meer het budget voor de verbouwingskosten voor huisvesting met hoog risico beveiliging (20 miljoen euro).
Ontvangsten
Mutaties t/m Najaarsnota 2023
De mutaties tot en met de Najaarsnota 2023 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2023 , bij de Miljoenennota 2024 en bij de Najaarsnota 2023.
Onderuitputting 2023
De hogere ontvangsten ten opzichte van de 2e suppletoire begroting zijn het gevolg van hoger dan voorziene verkopen door de Rijksdomeinen. Bij de tweede suppletoire begroting heeft een neerwaartse bijstelling van de ontvangsten plaats gevonden, welke bij de Slotwet weer is teruggedraaid.
Mutaties met Defensiebegroting
Deze mutaties zijn technisch nodig om het fonds in evenwicht te houden. De inhoudelijke mutaties zijn toegelicht bij de uitgaven.
Technisch
Dit betreft onder andere meer btw-terugontvangsten bij de Koninklijke Marine. Daarnaast is er meer gefactureerd voor diensten aan derden.
Infrastructuur en Waterstaat (inclusief Mobiliteitsfonds en Deltafonds)
Infrastructuur en Waterstaat
XII Infrastructuur en Waterstaat: Uitgaven
In miljoenen euro
2023
Stand Miljoenennota 2023 (incl. HGIS)
12.981
Mutaties t/m Najaarsnota 2023
‒ 549
Stand Najaarsnota
12.432
Mee- en tegenvallers
‒ 78
Meevaller Dutch Metropolitan Innovations
‒ 7
Meevaller bijdrage medeoverheden
‒ 9
Meevaller TVOV
‒ 9
Meevaller Luchtvaart in Transitie
‒ 20
Overige mee- en tegenvallers
‒ 34
Overboekingen met andere begrotingen
‒ 4
Overboekingen met andere begrotingen
‒ 4
Technisch
‒ 17
Mutaties met Deltafonds
‒ 3
Mutaties met Mobiliteitsfonds
‒ 3
Overig technisch
‒ 11
Stand Financieel Jaarverslag Rijk (nota)
12.333
XII Infrastructuur en Waterstaat: Ontvangsten
In miljoenen euro
2023
Stand Miljoenennota 2023 (incl. HGIS)
43
Mutaties t/m Najaarsnota 2023
31
Stand Najaarsnota
73
Mee- en tegenvallers
‒ 8
Mee- en tegenvallers
‒ 8
Technisch
‒ 19
Generale meevaller BVOV
‒ 19
Stand Financieel Jaarverslag Rijk (nota)
47
Uitgaven
Mutaties t/m Najaarsnota 2023
De mutaties tot en met de Najaarsnota 2023 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2023 , bij de Miljoenennota 2024 en bij de Najaarsnota 2023.
Mee- en tegenvallersMeevaller Dutch Metropolitan Innovations Dit betreft een meevaller op het Nationaal Groeifonds (NGF) project Dutch Metropolitan Innovations. De middelen komen in 2023 niet meer tot besteding en worden doorgeschoven naar 2024. Alle middelen voor het NGF vallen onder het investeringsplafond waar een 100% eindejaarsmarge geldt. Dat betekent dat alle middelen in 2024 weer worden toegevoegd aan de begroting.
Meevaller bijdrage medeoverheden Er is een lagere bijdrage aan de medeoverheden. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door twee SPUK’s die laat in 2023 zijn gepubliceerd waardoor de aanvragen te laat zijn binnengekomen. Dit zijn de SPUK Regionale Aanpak Laadinfrastructuur en zero-emissie bussen.
Meevaller TVOV (transitievergoeding Openbaar Vervoer)Het overschot op de transitievergoeding Openbaar Vervoer wordt afgeboekt, omdat enkele betalingen pas in 2024 plaatsvinden. Conform de afspraak tussen de ministeries van IenW en Financiën mag dit eenmalig worden meegenomen naar 2024.
Meevaller Luchtvaart in Transitie Dit betreft een overschot op het subsidiebudget van het NGF-project Luchtvaart in Transitie als gevolg van minder aanvragen dan begroot. Deze middelen worden doorgeschoven naar 2024, omdat ze onder het investeringsplafond vallen.
Overige mee-en tegenvallers Dit zijn kleinere meevallers. Het gaat onder andere om enkele projecten uit het NGF en Klimaatfonds die vertraging oplopen (onder andere zero-emissie binnenvaart en laadinfra). Ook zijn er meevallers op apparaatskosten.
Overboekingen met andere begrotingen Dit betreft met name overboekingen naar het Mobiliteitsfonds en het Deltafonds. Het gaat onder andere om een overheveling voor vrachtwagenheffing en topsector logistiek.
Technisch Mutaties met Deltafonds Deze mutaties worden toegelicht op het Deltafonds.
Mutaties met Mobiliteitsfonds Deze mutaties worden toegelicht op het Mobiliteitsfonds.
Overig technisch Dit wordt voornamelijk veroorzaakt doordat middelen van het investeringsplafond worden overgeheveld naar plafond Rijksbegroting. Daarnaast worden middelen voor testen voor reizigers en steun aan Oekraïne die niet tot besteding zijn gekomen weer teruggeboekt naar het generale beeld.
Ontvangsten
Mutaties t/m Najaarsnota 2023
De mutaties tot en met de Najaarsnota 2023 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2023, bij de Miljoenennota 2024 en bij de Najaarsnota 2023.
Mee- en tegenvallers Dit betreft kleinere tegenvallers. Het gaat onder andere om ontvangsten voor de Provincie Zuid-Holland en de gemeente Krimpen aan de IJssel die niet meer zijn ontvangen (circa 3,5 miljoen euro) als gevolg van vertraging van het project Exploitatie Maatschappij Krimpen (EMK). Ook zijn er minder ontvangsten binnengekomen op het artikel openbaar vervoer en spoor en het artikel wegen en verkeersveiligheid.
Technisch Generale meevaller BVOV (beschikbaarheidsvergoeding openbaar vervoer) Middelen voor de BVOV die niet zijn gebruikt vallen vrij ten gunste van het generale beeld.
Mobiliteitsfonds
Mobiliteitsfonds: Uitgaven
In miljoenen euro
2023
Stand Miljoenennota 2023 (incl. HGIS)
8.696
Mutaties t/m Najaarsnota 2023
73
Stand Najaarsnota
8.769
Mee- en tegenvallers
‒ 408
Voordelig saldo hoofdwegennet vernieuwing
‒ 20
Voordelig saldo hoofdwegennet aanleg
‒ 27
Voordelig saldo woningbouwmiddelen
‒ 33
Voordelig saldo hoofdwegennet planuitwerking en verkenningen
‒ 59
Voordelig saldo reserveringen
‒ 69
Voordelig saldo gebruiksvergoeding ProRail
‒ 81
Overige mee- en tegenvallers
‒ 118
Overboekingen met andere begrotingen
‒ 3
Overboekingen met andere begrotingen
‒ 3
Desalderingen
9
Desalderingen
9
Stand Financieel Jaarverslag Rijk (nota)
8.367
Mobiliteitsfonds: Ontvangsten
In miljoenen euro
2023
Stand Miljoenennota 2023 (incl. HGIS)
8.696
Mutaties t/m Najaarsnota 2023
129
Stand Najaarsnota
8.825
Mee- en tegenvallers
‒ 37
Mee- en tegenvallers
‒ 37
Desalderingen
6
Mutaties met Infrastructuur en Waterstaat
‒ 3
Overige desalderingen
9
Stand Financieel Jaarverslag Rijk (nota)
8.795
Uitgaven
Mutaties t/m Najaarsnota 2023
De mutaties tot en met de Najaarsnota 2023 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2023 , bij de Miljoenennota 2024 en bij de Najaarsnota 2023.
Mee- en tegenvallersVoordelig saldo ProRail Dit betreft een voordelig saldo (vertraagde uitgaven) dat wordt veroorzaakt door een lagere gebruiksvergoeding en daardoor minder uitbetaalde btw aan ProRail. Alle middelen op het Mobiliteitsfonds vallen onder het investeringsplafond waar een 100% eindejaarsmarge geldt. Dat betekent dat alle middelen in 2024 weer worden toegevoegd aan de begroting.
Voordelig saldo Reserveringen Dit gaat om een voordelig saldo op de reserveringen van het Mobiliteitsfonds. Het wordt voornamelijk veroorzaakt door de verkenning OV en Wonen Utrecht van 69,5 miljoen euro die in 2023 niet meer tot besteding komt. De middelen schuiven door naar 2024.
Voordelig saldo Hoofdwegennet planuitwerking en verkenningen Dit betreft een voordelig saldo op de planuitwerking en verkenningen van het hoofdwegennet. Het wordt voornamelijk veroorzaakt door vertragingen bij Stedelijk Bereikbaarheid Almere (circa 31,4 miljoen euro) en ITS en Smart Mobility (circa 7,4 miljoen euro). De vertragingen worden veroorzaakt door latere publicatie van regelingen en de daarmee behorende inwerkingtreding.
Voordelig saldo Woningbouw Dit betreft woningbouwmiddelen die in 2023 niet meer tot besteding zijn gekomen. Dit wordt onder andere veroorzaakt doordat enkele gemeenten hun aanvragen na garantiedatum niet volledig hadden ingediend of doordat niet alle subsidieaanvragen meer in 2023 verwerkt konden worden.
Voordelig saldo Hoofdwegennet realisatie Op het hoofdwegennet zijn er overschotten op de realisatie van enkele aanlegprojecten. Het gaat onder andere om Schiphol/Amsterdam-Almere doordat de risicoreservering niet nodig was en kosten voor de bouw lager zijn uitgevallen. Ook bij A28 Knooppunt Hoevelaken is 3,2 miljoen euro minder benodigd en bij de N35 Wijthmen – Nijverdal 3,8 miljoen euro. Ook door vertragingen bij bronmaatregelen en gevelisolatie van meerdere projecten is er een overschot van circa 12,7 miljoen euro.
Voordelig saldo Hoofdwegennet vernieuwingIn 2023 is op het hoofdproduct Hoofdwegennet Vernieuwing Euro 20,2 miljoen euro minder gerealiseerd dan verwacht. Bij Vervanging en Renovatie is circa 10 miljoen euro niet uitgegeven. Dit speelt hoofdzakelijk bij de projecten van Brienenoordbrug (circa 8 miljoen euro) waar enkele verwachte inkopen en betalingen zijn uitgesteld naar 2024 in verband met de fase waarin het project zich op dit moment bevindt en bij het project Heinenoordtunnel (circa 3 miljoen euro), waar verschillende onderdelen in de termijnstaat van de hoofdcontracten voor oplevering zijn doorgeschoven naar 2024 en daarmee ook de betaling. Daarnaast is bij het programma Intelligente Wegkantstations circa 10,5 miljoen euro niet gerealiseerd. Dit wordt veroorzaakt doordat bij de projecten Barneveld-Nijkerk, Waterberg-Apeldoorn en Muiderberg en Watergraafsmeer meer voorbereidingstijd nodig was. De start van deze projecten is hierdoor verschoven naar 2024.
Overige mee- en tegenvallers Dit betreft veel verschillende kleinere meevallers. Het gaat onder andere om 17 miljoen euro voor veilig slim en duurzaam hoofdwegennet dat niet meer nodig is in 2023, circa 16 miljoen euro voor ERTMS, 15,7 miljoen euro minder realisatie op het hoofdvaarwegennet en circa 13 miljoen euro voor verkenning en planuitwerking personenvervoer.
Overboekingen met andere begrotingen Dit zijn overboekingen met de beleidsbegroting van Infrastructuur en Waterstaat. Het gaat voornamelijk om een overheveling van middelen voor de vrachtwagenheffing en topsector logistiek.
DesalderingenDit wordt bijna volledig verklaard doordat het project A7 Zuidelijke Ringweg Groningen een hogere ontvangst heeft dan geraamd. De overschrijding is 8,1 miljoen euro en betreft een ontvangst van de NAM voor aardbeving bestendig bouwen. Daarnaast zijn er enkele kleinere desalderingen.
Ontvangsten
Mutaties t/m Najaarsnota 2023
De mutaties tot en met de Najaarsnota 2023 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2023 , bij de Miljoenennota 2024 en bij de Najaarsnota 2023.
Mee- en tegenvallers Dit wordt onder andere veroorzaakt door een aantal kleinere tegenvallers. Op het hoofdwegennet is circa 25 miljoen minder ontvangen van gemeentes dan verwacht. Ook zijn de geplande EU ontvangsten voor megaprojecten verkeer en vervoer van circa 12,4 miljoen nog niet ontvangen. Daarnaast zijn er ook minder ontvangsten (circa 6,2 miljoen) op de aanleg van enkele spoorprojecten.
Desalderingen Mutaties met Infrastructuur en WaterstaatDeze mutaties zijn technisch nodig om het fonds in evenwicht te houden. De inhoudelijke mutaties zijn toegelicht bij de uitgaven (zie overboekingen met andere begrotingen).
Overige desalderingen Dit wordt bijna volledig verklaard doordat het project A7 Zuidelijke Ringweg Groningen een hogere ontvangst heeft dan geraamd. De overschrijding is 8,1 miljoen en betreft een ontvangst van de NAM voor aardbeving bestendig bouwen. Daarnaast zijn er enkele kleinere desalderingen.
Deltafonds
Deltafonds: Uitgaven
In miljoenen euro
2023
Stand Miljoenennota 2023 (incl. HGIS)
1.908
Mutaties t/m Najaarsnota 2023
‒ 86
Stand Najaarsnota
1.823
Mee- en tegenvallers
‒ 85
Voordelig saldo impulsregeling klimaatadaptatie
‒ 10
Voordelig saldo investeren in waterveiligheid
‒ 28
Overige mee- en tegenvallers
‒ 48
Overboekingen met andere begrotingen
‒ 3
Overboekingen met andere begrotingen
‒ 3
Stand Financieel Jaarverslag Rijk (nota)
1.734
Deltafonds: Ontvangsten
In miljoenen euro
2023
Stand Miljoenennota 2023 (incl. HGIS)
1.908
Mutaties t/m Najaarsnota 2023
18
Stand Najaarsnota
1.926
Mee- en tegenvallers
19
Mee- en tegenvallers
19
Desalderingen
‒ 3
Mutaties met Infrastructuur en Waterstaat
‒ 3
Stand Financieel Jaarverslag Rijk (nota)
1.942
Uitgaven
Mutaties t/m Najaarsnota 2023
De mutaties tot en met Najaarsnota 2023 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2023 , bij de Miljoenennota 2024 en bij de Najaarsnota 2023.
Mee- en tegenvallersVoordelig saldo Investeren in waterveiligheidDit betreft vertraagde uitgaven van circa 27,8 miljoen euro op artikel investeren in waterveiligheid. Het wordt grotendeels veroorzaakt door waterschapsprojecten binnen het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP) (onder andere Gouderak en Sterke Lekdijk) en HWBP 2 waarvoor betreffende declaraties nog niet zijn ontvangen en het doorschuiven van budget voor afwikkelen van restpunten van Ruimte voor de Rivier. Alle middelen op het Deltafonds vallen onder het investeringsplafond waar een 100% eindejaarsmarge geldt. Dat betekent dat alle middelen in 2024 weer worden toegevoegd aan de begroting.
Voordelig saldo Impulsregeling klimaatadaptatieEr is een voordelig saldo van circa 9,6 miljoen euro voor impulsregeling klimaatadaptatie. Dit wordt grotendeels verklaard doordat aanvragen relatief laat binnenkwamen en niet allemaal meer beoordeeld konden worden.
Overige mee- en tegenvallers In 2023 wordt op het artikel Investeren in Waterkwaliteit circa 7,8 miljoen minder uitgegeven dan bij de Najaarsnota 2023 werd verwacht. Dit wordt veroorzaakt binnen het Programma Kaderrichtlijn water. Het samenwerkingsproject Salmsteke heeft nog enkele problemen die moeten worden opgelost, waardoor de eindafrekening niet afgerond kan worden en doorschuift naar 2024. De maatregel in het gebied Zwarte Water heeft vertraging opgelopen en schuift ook door naar 2024. Daarnaast is er vertraging in de reguliere werkzaamheden.
Overboekingen met andere begrotingen Dit betreft een overboeking naar het btw-compensatiefonds voor de tijdelijke impulsregeling voor het treffen van maatregelen op het gebied van klimaatadaptatie door provincies.
Ontvangsten
Mutaties t/m Najaarsnota 2023
De mutaties tot en met de Najaarsnota 2023 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2023 , bij de Miljoenennota 2024 en bij de Najaarsnota 2023.
Mee- en tegenvallersDit wordt bijna volledig veroorzaakt door hogere ontvangsten op het artikel Investeren in Waterveiligheid van circa 19 miljoen. Deze hogere ontvangst is grotendeels het gevolg van meer ontvangsten in het kader van het Bestuursakkoord Water en een hogere ontvangst bij de Maaswerken als gevolg van vergoeding voor gemaakte kosten in begeleiden van onder andere vastgoed.
Desalderingen Mutaties met Infrastructuur en WaterstaatDeze mutaties zijn technisch nodig om het fonds in evenwicht te houden. De inhoudelijke mutaties zijn toegelicht bij de uitgaven (zie overboekingen met andere begrotingen).
Economische Zaken en Klimaat (inclusief Nationaal Groeifonds)
Economische Zaken en Klimaat
Economische Zaken en Klimaat: Uitgaven
In miljoenen euro
2023
Stand Miljoenennota 2023 (incl. HGIS)
15.955
Mutaties t/m Najaarsnota 2023
‒ 715
Stand Najaarsnota
15.240
Mee- en tegenvallers
‒ 1.463
Storting in begrotingsreserve duurzame energie en klimaat
824
Storting reserve Garantie Ondernemersfinanciering
21
Compensatie gemeenten en provincie (bestuurlijke afspraken)
20
Bijdrage RVO
18
Risicokapitaal SEED
‒ 11
Tegemoetkoming blokaansluitingen
‒ 16
Overige materiële uitgaven
‒ 17
Fund to Fund
‒ 18
Lening Informal Investors
‒ 19
Compensatie aanbestedende diensten SEFE-contracten
‒ 20
Duurzaam herstel Groningen
‒ 21
Clustering en gebiedsfonds (bestuurlijke afspraken)
‒ 24
Innovatiekrediet
‒ 24
Garantie BMKB
‒ 27
PPS toeslag
‒ 27
ISDE-regeling (niet Klimaatfonds)
‒ 36
Tegemoetkoming vaste lasten
‒ 44
Vergoeding waardedaling Groningen
‒ 47
Economisch Veiligheid Fonds
‒ 50
Onderuitputting NGF projecten
‒ 89
Vergoeding fysieke schade
‒ 129
Tijdelijk prijsplafond energie kleinverbruikers 2023
‒ 130
Onderuitputting Klimaatfonds
‒ 158
Versterkingsoperatie Groningen
‒ 171
Tegemoetkoming Energiekosten
‒ 174
Diversen
‒ 365
Onderuitputting SDE++
‒ 730
Overboekingen met andere begrotingen
3
Diversen
3
Technisch
‒ 14
Diversen
‒ 4
Overig technisch
‒ 10
Niet-plafondrelevant
‒ 113
Diversen
‒ 4
Deep Tech Fund
‒ 15
Fonds Alternatieve Financiering
‒ 16
ETCI
‒ 78
Stand Financieel Jaarverslag Rijk (nota)
13.652
Economische Zaken en Klimaat: Ontvangsten
In miljoenen euro
2023
Stand Miljoenennota 2023 (incl. HGIS)
17.065
Mutaties t/m Najaarsnota 2023
‒ 7.521
Stand Najaarsnota
9.544
Mee- en tegenvallers
‒ 1.666
Diversen
64
Innovatiekredieten
33
Nationaal Programma Groningen (bijdrage NAM)
‒ 25
Tegemoetkoming vaste lasten
‒ 26
Apparaat NCG
‒ 36
Fund to Fund
‒ 66
Ontvangsten NAM versterkingsoperatie
‒ 91
Dividenduitkering EBN
‒ 222
Ontvangsten NAM schadeafhandeling
‒ 564
Ontvangsten Mijnbouwwet
‒ 734
Niet-plafondrelevant
42
Diversen
30
ROM's
30
ETS-ontvangsten
‒ 19
Stand Financieel Jaarverslag Rijk (nota)
7.920
Uitgaven
Mutaties t/m Najaarsnota 2023
De mutaties tot en met de Najaarsnota 2023 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2023 , bij de Miljoenennota 2024 en bij de Najaarsnota 2023.
Mee- en tegenvallers
Storting in begrotingsreserve duurzame energie en klimaat
De storting in de reserve duurzame energie is hoger dan geraamd bij de Najaarsnota. Dit wordt onder andere veroorzaakt door reguliere onderbesteding binnen het SDE++ (Stimulering Duurzame Energieproductie) domein, onderuitputting bij de ISDE (Investeringssubsidie duurzame energie en energiebesparing), het flankerend beleid, en de HER (Hernieuwbare Energietransitie). Daarnaast worden ook de extra ontvangsten aan terugontvangen subsidievoorschotten op de regelingen binnen het SDE-domein in de reserve gestort.
Storting reserve Garantie Ondernemersfinanciering
Er zijn begrotingsreserves garantieregelingen zoals de Garantie Ondernemersfinanciering (GO). De garantieregelingen zijn in principe intertemporeel kostendekkend; de te realiseren premieontvangsten zijn naar verwachting toereikend voor het afdekken van eventuele verliesdeclaraties. Aan het eind van het begrotingsjaar wordt op basis van het gebruik van deze faciliteiten en de daarbij behorende gerealiseerde ontvangsten en uitgaven vastgesteld of er een aanvullende onttrekking of storting van de reserve dient plaats te vinden. In 2023 kon 21 miljoen euro in de reserve worden gestort.
Compensatie gemeenten en provincie (bestuurlijke afspraken)
Voor de uitvoering van de bestuurlijke afspraken met de medeoverheden (compensatie gemeenten en provincie) is meer gerealiseerd (20 miljoen euro) dan geraamd. Dekking hiervoor komt vanuit het budget voor ‘Clustering en gebiedsfonds’ (14 miljoen euro) en de middelen die in de kabinetsreactie op PEGA (Parlementaire Enquêtecommissie Aardgaswinning Groningen) zijn toegezegd.
Bijdrage RVO
Bij meerdere projecten is vertraging opgelopen, waardoor minder uitvoeringskosten zijn bevoorschot. Hieronder valt de onderuitputting van 10 miljoen euro op de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO)-uitgaven op het Toekomstfonds. Er is ook een tegenvaller van 29 miljoen euro. Dit komt doordat de RVO-opdracht voor de werkzaamheden van het Instituut Mijnbouwschade Groningen (IMG) in 2023 is verrekend met een positief saldo op de RVO-opdracht ten behoeve van het IMG in 2022. Netto komt deze post daardoor uit op een tegenvaller van afgerond 18 miljoen euro.
Risicokapitaal SEED
Doordat in eerdere jaren vertraging is opgelopen, wordt er minder besteed dan origineel geraamd voor de SEED-regeling (System for Exchange of Excise Data). Eerder in het jaar is het budget al naar beneden bijgesteld en bij de Slotwet wordt nog eens 11 miljoen euro afgeboekt.
Tegemoetkoming blokaansluitingen
Er is in 2023 16,4 miljoen euro minder uitgegeven dan dat er budget was. De reden hiervoor is dat de behandeling van een deel van de aanvragen voor de Tegemoetkoming blokaansluitingen (TTB) is vertraagd naar 2024. Dit komt door het feit dat de aanvraagtermijn afliep op 31 oktober 2023.
Overige materiële uitgaven
Bij het apparaat is de realisatie van overige materiële uitgaven lager uitgevallen dan geraamd bij de Najaarsnota. Dit wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door een aanpassing van de administratieve structuur.
Fund to Fund
Onder het Fund to Fund worden het Dutch Venture Initiative en Dutch Venture Initiative II uitgevoerd door de Regionale Ontwikkelingsmaatschappij (ROM) Oost NL. Omdat de ontvangsten op de fondsen door Oost NL opnieuw worden ingezet, zijn er dit jaar minder middelen aan de ROM Oost NL uitbetaald.
Lening Informal Investors
De regeling Vroegefasefinanciering biedt financiering in de vorm van een lening voor innovatieve bedrijven in een vroege ontwikkelingsfase. De omvang en het moment van uitbetalingen is afhankelijk van de aanvragen van de provincies als uitvoerder van het regionale luik, innovatieve bedrijven en starters. Het aantal aanvragen van bedrijven viel lager uit dan verwacht. De provincies mogen eenmaal per drie jaar een aanvraag doen.
Compensatie aanbestedende diensten SEFE-contracten
De regeling werd op 1 november in plaats van de geplande 1 september opengesteld. Er zijn daarna in 2023 geen aanvragen binnengekomen. Om die reden is het geraamde bedrag niet uitgegeven.
Duurzaam herstel Groningen
Om te voorkomen dat het budget een vertragende factor zou vormen voor de uitvoering van de regeling voor Duurzaam Herstel is voor 2023 een ruime raming aangehouden. In 2024 worden echter pas de eerste uitkeringen verwacht voor deze regeling, waardoor het budget van uit de tweede suppletoire begroting niet tot besteding is gekomen.
Clustering en gebiedsfonds (bestuurlijke afspraken)
Er is minder gerealiseerd dan geraamd, omdat er door de medeoverheden in 2023 minder aanvragen zijn gedaan dan verwacht. Het ritme van deze uitgaven hangt samen met het ritme van de versterkingsoperatie dat daarop vooruit loopt.
Innovatiekrediet
De technische Innovatiekredietprojecten hebben lage kasuitgaven gehad in 2023. Dit komt door vertragingen in de projectuitvoering. Ook is er minder verleend en kwamen de toekenningen later op gang dan aan het begin van het jaar de verwachting was.
Garantie BMKB
Voor de Borgstelling MKB-kredieten (BMKB) hebben bedrijven minder aanvragen bij financiers gedaan dan het garantieplafond toelaat. Dit is een herkenbare trend uit de afgelopen jaren. Doordat minder aanvragen zijn gedaan en doordat er minder bedrijven failliet zijn gegaan, zijn er minder schadeclaims uitbetaald.
PPS toeslag
Door het karakter van de open einde regeling Publiek-private samenwerking (PPS) is het lastig om bij te sturen op prognoses. De Topconsortia Kennis en Innovatie (TKI's) hebben in de laatste maanden van 2023 minder bevoorschotting gevraagd dan eerder geprognotiseerd was. Dit komt mogelijk door de herzieningen in de regeling en het overgangsjaar waarbij het een en ander wijzigt bij de verschillende TKI’s.
ISDE-regeling
Er heeft 36 miljoen euro onderuitputting plaatsgevonden op de Investeringssubsidie duurzame energie en energiebesparing (ISDE). Dit wordt vooral veroorzaakt doordat de zekerheidsmarge niet volledig is gebruikt. Deze onderuitputting wordt gestort in de begrotingsreserve duurzame energie en klimaat.
Tegemoetkoming vaste lasten
De verlaging van het budget van Tegemoetkoming vaste lasten (TVL) betreft een bijstelling van het budget op basis van actuele ramingen van de RVO. De planning en uitkomsten van bezwaar- en beroepsprocedures zijn lastig te ramen. De realisatie valt 44 miljoen euro lager uit.
Vergoeding waardedaling Groningen
Mede vanwege de actualisatie van de regeling waarbij bewoners zijn gemotiveerd voor 1 januari 2023 hun aanvraag te doen, neemt het aantal aanvragen voor deze regeling af. Daarnaast heeft het grootste gedeelte van de bewoners die in aanmerking komen nu een aanvraag gedaan.
Economisch Veiligheid Fonds
In de zomer van 2023 is besloten 100 miljoen euro te reserveren voor de Economische Veiligheidsfaciliteit. Deze is nader verdeeld in 50 miljoen euro voor 2023 en in 2024. De uitwerking van de faciliteit was in 2023 nog niet afgerond, waardoor de eerste tranche van 50 miljoen euro nog niet overgemaakt is naar InvestNL. Dit zal in 2024 alsnog gebeuren.
Onderuitputting NGF projecten
Op verschillende NGF-projecten (Nationaal Groeifonds) op de EZK-begroting heeft onderuitputting plaatsgevonden. Dit komt in de meeste gevallen door vertraging in de uitvoering, zoals bij het project Groenvermogen (34 miljoen euro) en Circulaire Plastics (15 miljoen euro). Diverse subsidieregelingen - waaronder de ondersteuning van grootschalige demonstraties en ketenprojecten via een zogenaamde `opschalingsregeling’ - zijn of worden later gepubliceerd dan voorzien.
Vergoeding fysieke schade
In afwachting van de uitwerking van de PEGA-maatregelen die zien op de schadeafhandeling hebben bewoners de mogelijkheid gekregen hun schademelding te pauzeren. Het budget voor de regeling fysieke schade in 2023 is daarom niet volledig tot besteding gekomen.
Tijdelijk prijsplafond energie kleinverbruikers 2023
Er is 129 miljoen euro minder uitgegeven aan het tijdelijk prijsplafond voor kleinverbruikers in 2023 dan eerder geraamd. De reden hiervoor is dat een deel van de eindafrekeningen plaats zal vinden in 2024.
Versterkingsoperatie Groningen
De Nationaal Coördinator Groningen (NCG) is relatief hogere versterkingsverplichtingen aangegaan ten opzichte van de aanname in de Najaarsnota. Aangezien de kasuitgaven grotendeels volgen op de verplichtingen over de tijdsperiode tussen Mijlpaal 10 en Mijlpaal 11 volgen de kasuitgaven verspreid over gemiddeld één jaar. Hierdoor zijn de hogere aangegane verplichtingen niet volledig gerealiseerd in 2023 en zullen deels gaan plaatsvinden in 2024.
Onderuitputting Klimaatfonds
Ten opzichte van de Najaarsnota heeft nog 158 miljoen euro onderuitputting op het Klimaatfonds plaatsgevonden. Dit wordt met name veroorzaakt door onderuitputting op de ISDE-regeling (53 miljoen euro), onderuitputting voor middelen onderzoek nieuwbouw kerncentrales (24 miljoen euro) onderuitputting op het programma Opwek Energie op Rijksvastgoed (14 miljoen euro) en onderuitputting op de IPCEI waterstofmiddelen ten behoeve van golf 2 (12 miljoen euro).
Tegemoetkoming Energiekosten
Op basis van het gebruik van de Tegemoetkoming Energiekosten (TEK) in het afgelopen jaar is de raming neerwaarts bijgesteld. Het aantal aanvragen en de hoogte van de aanvragen bleken lager dan de aangepaste raming. Op dit moment lopen er nog afrondingen van aanvragen en bezwaren op vaststellingen bij de RVO die in 2024 en verder moeten worden uitbetaald.
Diversen
Onder deze post vallen diverse mee- en tegenvallers. Er zijn bijvoorbeeld minder kasuitgaven geweest dan geraamd op het instrument knelpunten (bestuurlijke afspraken) voor Groningen. Daarnaast waren er minder aanvragen op de garantie Ondernemersfinanciering Corona.
Onderuitputting SDE++
Binnen het SDE++ domein heeft 730 miljoen euro onderuitputting plaatsgevonden. Deze middelen worden gestort in de begrotingsreserve duurzame energie en klimaattransitie.
Overboekingen met andere begrotingen
Diversen
Hieronder valt bijvoorbeeld een overboeking van de VWS-begroting naar de EZK-begroting van 6 miljoen euro voor het programma "Coalitie leefstijl in de zorg", dat door de Nederlandse organisatie voor Toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek (TNO) zal worden uitgevoerd met betrekking tot de tweede helft van 2023. Daarnaast heeft het ministerie van Financiën alle advieskosten voor de participatie in Stedin betaald. Conform afspraak wordt de helft van het totaalbedrag tot een maximum van 0,6 miljoen euro bij EZK in rekening gebracht. In 2023 is er voor ruim 1,7 miljoen door bovengenoemde partijen aan Financiën gefactureerd.
Technisch
Diversen
Hieronder vallen verschillende technische mutaties. Binnen artikel 5 wordt er bijvoorbeeld 14 miljoen euro overgeboekt tussen twee instrumenten: van Clusterwoningen Bestuurlijke afspraken (BA blok B) naar Personeelskosten gemeente en provincie (BA), omdat de gemeenten in het aardbevingsgebied een incidentele uitkering ontvangen in het kader van een soepel verloop van de versterkingsoperatie. Daarnaast valt hieronder de in-kind leveringen aan Oekraïne van goederen die bijdragen aan het herstel van de energie-infrastructuur in Oekraïne.
Overig technisch
Voor de subsidieroute van het NGF was 10,3 miljoen euro aan kasruimte aangehouden voor twee projecten. Uiteindelijk zijn er geen uitgaven gedaan in 2023. Om deze reden wordt dit bedrag nu afgeboekt en doorgeschoven naar 2024.
Niet-plafondrelevant
Diversen
Hieronder valt bijvoorbeeld het Dutch Future Fund. Dit was onderdeel van het steun- en herstelpakket van augustus 2020. Na enkele jaren vertraging zijn dit jaar begonnen de eerste capital calls aan InvestNL uitbetaald. Zoals ook benoemd bij de tweede suppletoire begroting is niet het gehele budget benut in 2023.
Deep Tech Fund
Het Deep Tech Fund is als onderdeel van het steun- en herstelpakket van augustus 2020 dit jaar, na enkele jaren vertraging, begonnen met de eerste capital calls via InvestNL. Zowel bij de tweede suppletoire begroting als bij de Slotwet zijn middelen die niet benut worden afgeboekt.
Fonds Alternatieve Financiering
Het Fonds Alternatieve Financiering is onderdeel van het steun- en herstelpakket van augustus 2020. De uitfinanciering van het fonds vindt plaats op basis van de kredietbehoefte van de uitvrager. Er zijn in 2023 lagere capital calls geweest dan begroot. Dit is deels het gevolg van de middelen uit 2022 die in 2023 via eindejaarsmarge weer zijn opgevraagd.
ETCI
Het European Tech Champions Initiative (ETCI) is een nieuw Europees fonds dat belegd is bij EIF. Nederland neemt sinds 2023 deel aan ETCI met een totale bijdrage van 100 miljoen euro. Uitbetalingen vinden plaats op basis van capital calls. In 2023 heeft de eerste capital call plaatsgevonden.
Ontvangsten
Mutaties t/m Najaarsnota 2023
De mutaties tot en met de Najaarsnota 2023 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2023 , bij de Miljoenennota 2024 en bij de Najaarsnota 2023.
Mee- en tegenvallers
Diversen
Bij diverse regelingen is sprake van minder ontvangsten dan verwacht. Het gaat om ontvangsten bij de regeling Groeifaciliteit (6 miljoen euro), Borgstelling MKB-kredieten (BMKB) (8 miljoen euro) en de Garantie Ondernemingsfinanciering (8 miljoen euro). Dit heeft te maken dat de provisie ontvangsten afhankelijk zijn van het aantal verstrekte garanties. Zowel bij de BMKB, de GO (Garantie Ondernemersfinanciering) en de groeifaciliteit zijn minder garanties verstrekt dan het garantieplafond toelaat.
Innovatiekredieten
Op de regeling Innovatiekredieten zijn meer ontvangsten gerealiseerd dan begroot. In 2023 heeft er een Innovatiekrediet project in één keer de lening afgelost. Dit bedroeg 35 miljoen euro. Deze aflossing is hoofdverantwoordelijk voor de hoge ontvangsten op dit instrument. Normaal gesproken lossen projecten hun lening verspreid over meerdere jaren af.
Nationaal Programma Groningen (bijdrage NAM)
De bijdrage van de NAM (Nederlandse Aardolie Maatschappij) aan het NPG (Nationaal Programma Groningen) is niet ontvangen, omdat hiervoor geen factuur is gestuurd in 2023. De ontvangsten worden verwacht in 2024. Dit staat los van de ontvangsten voor schade en versterken.
Tegemoetkoming vaste lasten
Er is minder TVL-subsidie (Tegemoetkoming vaste lasten) terugbetaald dan is geraamd. Dit komt mede door de lopende beroeps- en bezwaarprocedures. Het is steeds lastiger voor bedrijven om aan de betalingsregelingen te voldoen.
Apparaat NCG
Bij de Nationaal Coördinator Groningen (NCG) is de realisatie van de ontvangsten 35,7 miljoen euro lager dan geraamd. Dit komt doordat niet alle kosten over 2023 in rekening zijn gebracht.
Fund to Fund
Zowel bij de Slotwet als eerder bij de Najaarsnota zijn de ontvangsten van de Dutch Future Initiatives lager dan was geraamd.
Ontvangsten NAM versterkingsoperatie
Er is 91 miljoen euro minder ontvangen van de NAM dan geraamd voor de versterkingsoperatie doordat NAM slechts 60% van de factuur betaalt. De geraamde ontvangsten schuiven door naar 2024.
Dividenduitkering EBN
De realisatie van de dividenduitkering EBN (Energie Beheer Nederland) is lager dan bij de Najaarsnota geraamd, enerzijds vanwege een lagere verwachte winst in 2023 en een bijgesteld balanstotaal. Daarnaast wordt dividendbelasting ingehouden die pas in 2024 door EZK van de Belastingdienst terugontvangen kan worden.
Ontvangsten NAM schadeafhandeling
De heffing voor de in 2022 gemaakte kosten door het IMG van de schadeafhandeling wordt later dan gepland verstuurd, waardoor er in 2023 564 miljoen euro minder wordt ontvangen dan geraamd. De ontvangsten vanuit de NAM zullen naar verwachting pas in 2024 ontvangen worden.
Ontvangsten Mijnbouwwet
Op de ontvangsten van de Mijnbouwwet is in 2023 een bedrag van 733,5 miljoen euro minder ontvangen dan geraamd doordat de rapportage die voor de raming gebruikt wordt niet bleek aan te sluiten op de realiteit.
Niet-plafondrelevant
Diversen
Hieronder vallen de ontvangsten op de Opslag Duurzame Energie (ODE). Door een herziening van de verdeelsleutel tussen de Energiebelasting en de ODE vallen de ontvangsten voor de ODE hoger uit met 35 miljoen euro.
ROM's
Via de Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen (ROM's) zijn er meer ontvangsten binnen gekomen dan geraamd, specifiek heeft dit betrekking op de ontvangsten op de Corona Overbruggingsleningen. Hiervoor zijn in 2023 meer leningen afgelost dan gepland.
ETS-ontvangsten
De ETS-ontvangsten (European Union Emissions Trading System) zijn afhankelijk van de marktprijs van ETS-emissierechten op de veiling. Voor de raming wordt gebruik gemaakt van een schatting van deze prijs. De prijs is in werkelijkheid variabel; dat verklaart de lager dan geraamde ETS-ontvangsten.
Nationaal Groeifonds
Nationaal Groeifonds: Uitgaven
In miljoenen euro
2023
Stand Miljoenennota 2023 (incl. HGIS)
1.573
Mutaties t/m Najaarsnota 2023
1.562
Stand Najaarsnota
10
Technisch
‒ 10
Technisch
‒ 10
Stand Financieel Jaarverslag Rijk (nota)
0
Nationaal Groeifonds: Ontvangsten
In miljoenen euro
2023
Stand Miljoenennota 2023 (incl. HGIS)
1.573
Mutaties t/m Najaarsnota 2023
1.562
Stand Najaarsnota
10
Desalderingen
‒ 10
Desalderingen
‒ 10
Stand Financieel Jaarverslag Rijk (nota)
0
Uitgaven
Mutaties t/m Najaarsnota 2023
De mutaties tot en met de Najaarsnota 2023 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2023 , bij de Miljoenennota 2024 en bij de Najaarsnota 2023.
Technisch
Voor de subsidieroute van het Nationaal Groeifonds (NGF) was 10,3 miljoen euro aan kasruimte aangehouden voor twee projecten. Uiteindelijk zijn er geen uitgaven gedaan in 2023. Om deze reden wordt dit bedrag nu afgeboekt en doorgeschoven naar 2024.
Ontvangsten
Mutaties t/m Najaarsnota 2023
De mutaties tot en met de Najaarsnota 2023 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2023 , bij de Miljoenennota 2024 en bij de Najaarsnota 2023.
Desalderingen
Deze mutaties zijn technisch nodig om het fonds in evenwicht te houden. De inhoudelijke mutaties zijn toegelicht bij de uitgaven.
Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (inclusief Diergezondheidsfonds)
Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
XIV Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit: Uitgaven
In miljoenen euro
2023
Stand Miljoenennota 2023 (incl. HGIS)
2.776
Mutaties t/m Najaarsnota 2023
‒ 48
Stand Najaarsnota
2.728
Mee- en tegenvallers
‒ 454
Onderuitputting Brexit Adjustment Reserve
‒ 66
Onderuitputting bronmaatregelen
‒ 154
Onderuitputting Transitiefonds
‒ 167
Overige mee- en tegenvallers
‒ 66
Overboekingen met andere begrotingen
2
Technische correctie doorbelasting shares
2
BTW Compensatiefonds SPUK natuurmonitoring
0
Desalderingen
6
Desaldering Apurement reserve
4
Meerontvangsten CO2-heffing glastuinbouw
2
Technisch
‒ 5
Technisch
‒ 5
Stand Financieel Jaarverslag Rijk (nota)
2.277
Mutaties t/m Najaarsnota 2023
De mutaties tot en met de Najaarsnota 2023 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2023 , bij de Miljoenennota 2024 en bij de Najaarsnota 2023.
Mee- en tegenvallers
Onderuitputting Brexit Adjustement Reserve
Op een aantal maatregelen voor de visserij die gefinancierd worden uit de Brexit Adjustment Reserve is onderuitputting opgetreden. Dit betreft de saneringsregeling (58 miljoen euro) en de liquiditeitsregeling (12 miljoen euro). Daartegenover staat een kleine overuitputting op de stilligregeling (4 miljoen euro). Dit wordt grotendeels verklaard door de onduidelijkheid over het definitieve aantal aanmelders voor de saneringsregeling.
Onderuitputting Transitiefonds
Een aantal maatregelen die gefinancierd worden uit het Transitiefonds is vertraagd, waardoor minder budget is uitgegeven. Dit betreft voornamelijk versnellingsmaatregelen (75 miljoen euro) en uitbetaling van de Lbv-plus (28 miljoen euro).
Onderuitputting bronmaatregelen
Een deel van het budget voor bronmaatregelen is niet tot besteding gekomen. Dit betreft 80 miljoen euro die gereserveerd was voor een aantal specifieke (bovenwettelijke) nader te bepalen stikstofmaatregelen op het gebied van industrie, bouw en mobiliteit, 35 miljoen euro voor waterbassins mest, 10 miljoen euro voor de legalisatie van PAS-melders en nog een aantal kleinere posten.
Desalderingen
Desaldering Apurement reserve
In 2020 heeft de Europese Commissie een audit uitgevoerd op de areaal-gebonden regelingen en de graasdierpremie. Naar aanleiding van deze audit is een conformiteitsprocedure doorlopen. Dit heeft geresulteerd in een financiële korting van 3,9 miljoen euro. Dit betreft een onttrekking uit de Apurement reserve om deze korting op te vangen.
Meerontvangsten CO2-heffing glastuinbouw
Er zijn meer ontvangsten gerealiseerd uit de CO2-heffing glastuinbouw. Deze middelen zijn aan de begrotingsreserve landbouw toegevoegd.
XIV Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit: Ontvangsten
In miljoenen euro
2023
Stand Miljoenennota 2023 (incl. HGIS)
79
Mutaties t/m Najaarsnota 2023
87
Stand Najaarsnota
166
Mee- en tegenvallers
0
Mee- en tegenvallers
0
Desalderingen
6
Desaldering Apurement reserve
4
Meerontvangsten CO2-heffing glastuinbouw
2
Technisch
‒ 1
Technisch
‒ 1
Stand Financieel Jaarverslag Rijk (nota)
171
Mutaties t/m Najaarsnota 2023
De mutaties tot en met de Najaarsnota 2023 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2023 , bij de Miljoenennota 2024 en bij de Najaarsnota 2023.
Desalderingen
Desaldering Apurement reserve
Dit beteft een onttrekking uit de Apurement reserve om een boete die de Europese Commissie heeft opgelegd te kunnen betalen.
Meerontvangsten CO2-heffing glastuinbouw
Er zijn meer ontvangsten gerealiseerd uit de CO2-heffing glastuinbouw. Deze middelen zijn aan de begrotingsreserve landbouw toegevoegd.
Diergezondheidsfonds
Diergezondheidsfonds: Uitgaven
In miljoenen euro
2023
Stand Miljoenennota 2023 (incl. HGIS)
33
Mutaties t/m Najaarsnota 2023
11
Stand Najaarsnota
44
Niet-plafondrelevant
0
Niet-plafondrelevant
0
Stand Financieel Jaarverslag Rijk (nota)
44
Mutaties t/m Najaarsnota 2023
De mutaties tot en met de Najaarsnota 2023 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2023 , bij de Miljoenennota 2024 en bij de Najaarsnota 2023.
Diergezondheidsfonds: Ontvangsten
In miljoenen euro
2023
Stand Miljoenennota 2023 (incl. HGIS)
40
Mutaties t/m Najaarsnota 2023
32
Stand Najaarsnota
72
Niet-plafondrelevant
0
Niet-plafondrelevant
0
Stand Financieel Jaarverslag Rijk (nota)
72
Mutaties t/m Najaarsnota 2023
De mutaties tot en met de Najaarsnota 2023 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2023 , bij de Miljoenennota 2024 en bij de Najaarsnota 2023.
Sociale Zekerheid
Sociale Zaken en Werkgelegenheid
XV Sociale Zaken en Werkgelegenheid: Uitgaven
In miljoenen euro
2023
Stand Basisstand (Miljoenennota)
50.351
Mutaties t/m Najaarsnota 2023
‒ 1.903
Stand Najaarsnota
48.448
Mee- en tegenvallers
‒ 124
Kindgebonden budget
48
Arbeidsmarktdienstverlening
‒ 20
Onderuitputting opdrachtenbudget armoedebeleid
‒ 25
Onderuitputting opdrachtenbudget arbeidsmarkt
‒ 27
Onderuitputting MDIEU
‒ 31
Onderuitputting overig
‒ 50
Overige mee- en tegenvallers
‒ 18
Overboekingen met andere begrotingen
0
Technisch
0
Niet-plafondrelevant
‒ 1
Stand Financieel Jaarverslag Rijk (nota)
48.323
Mutaties t/m Najaarsnota 2023
De mutaties tot en met de Najaarsnota 2023 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2023 , bij de Miljoenennota 2024 en bij de Najaarsnota 2023.
Mee- en tegenvallers
Kindgebonden budget
De uitgaven aan het kindgebonden budget vallen voornamelijk hoger uit doordat er bij de raming geen rekening is gehouden met de indexering over het WKB-voorschot van januari 2024. Dit voorschot wordt conform de voorschotsystematiek reeds in december 2023 uitgekeerd in het prijspeil 2024. Dit wordt in het vervolg in de raming meegenomen.
Arbeidsmarktdienstverlening
De uitgaven aan arbeidsmarktdienstverlening (RMT’s) vallen lager uit dan verwacht. Dit komt door lager uitgevallen uitvoeringskosten en minder ingekochte arbeidsmarkttrajecten. Ten slotte is een deel van de uitgaven vertraagd. Dit levert een neerwaartse bijstelling van 20 miljoen euro op.
Onderuitputting opdrachtenbudget armoede en schuldenbeleid
Op artikel 2 opdrachten heeft er onderuitputting plaats gevonden van 25 miljoen euro. Dit komt doordat het niet mogelijk is gebleken om alle voorgenomen activiteiten in 2023 te realiseren. Reden daarvoor is dat, onder meer vanwege het opstarten van de aanpak Geldzorgen, Armoede en Schulden (GAS), sommige subsidies later konden worden toegekend. Deze vertraging heeft geen tot weinig impact gehad op het bereiken van de doelstellingen van de aanpak GAS. In het jaar 2024 wordt binnen SZW-focus gelegd op de verdere inrichting van de financiële administratie van de Aanpak.
Onderuitputting opdrachtenbudget arbeidsmarkt
De budgetten voor de Stimuleringregeling LLO in MKB (SLIM) en Nederland leert Door (NLLD) laten onderuitputting zien. Door een te hoge inschatting van het aantal vaststellingen in 2023 is er 13 miljoen euro minder benodigd voor SLIM. Ook is er minder gebruik gemaakt van NLLD dan verwacht. Aansluiting bij de realisaties levert een neerwaartse bijstelling op van 13 miljoen euro in 2023.
Onderuitputting MDIEU
Het betreft onderuitputting op de subsidieregeling Maatwerk Duurzame Inzetbaarheid & Eerder Uittreden (MDIEU). Er zijn in 2023 aangevraagde subsidies niet volledig toegekend en is er minder aangevraagd dan het beschikbare budget.
Onderuitputting overig
Onder deze post valt de verwerkte onderuitputting op verschillende budgetten. De grootste onderuitputting, van in totaal 11 miljoen euro, treedt op bij DUO leningen, doordat er in de laatste maanden minder leningen zijn verstrekt. Daarnaast is er op het apparaatsartikel sprake van een onderuitputting van 11 miljoen euro. Dit komt onder andere door een vertraging in ontwikkelprojecten voor automatisering en het niet kunnen invullen van alle vacatures. Op artikel 1 Arbeidsmarkt is er ten slotte onder Opdrachten een onderuitputting van 8 miljoen euro. Dit komt door vertraging in projecten en het vervallen van een aantal andere projecten.
Overige mee- en tegenvallers
Onder deze post vallen verschillende mee- en tegenvallers. De grootste wijziging ontstaat door lagere uitgaven op de Kinderopvangtoeslag van 9 miljoen euro. Dit komt doordat de bevoorschotting lager is uitgevallen. Daarnaast is er een meevaller op het re-integratiebudget van het UWV van 6 miljoen euro. De grootste tegenvaller betreft de kinderbijslag van circa 6 miljoen euro.
Overboekingen met andere begrotingen
Deze post bestaat uit één overboeking met het ministerie van Justitie en Veiligheid van 89 duizend euro.
Technisch
Deze post bestaat uit een afrekening van de subsidieregeling praktijkleren waarmee de uitgaven met duizend euro naar beneden worden bijgesteld.
Niet-plafondrelevant
Bij de Rijksbijdragen aan de sociale fondsen zijn de bijdragen voor de AO-tegemoetkomingen en ZEZ-uitkering (Zelfstandige en zwanger) met respectievelijk 0,6 miljoen euro en 0,1 miljoen euro naar beneden bijgesteld, omdat de uitgaven van het UWV hieraan lager uitvielen.
XV Sociale Zaken en Werkgelegenheid: Ontvangsten
In miljoenen euro
2023
Stand Basisstand (Miljoenennota)
2.301
Mutaties t/m Najaarsnota 2023
1.085
Stand Najaarsnota
3.386
Mee- en tegenvallers
‒ 42
Onderuitputting
9
Kindgebonden budget
‒ 57
Overige mee- en tegenvallers
5
Technisch
1
Niet-plafondrelevant
0
Stand Financieel Jaarverslag Rijk (nota)
3.344
Mutaties t/m Najaarsnota 2023
De mutaties tot en met de Najaarsnota 2023 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2023 , bij de Miljoenennota 2024 en bij de Najaarsnota 2023.
Mee- en tegenvallers
Onderuitputting
Deze post bestaat uit gerealiseerde onderuitputting op diverse ontvangsten. De grootste wijziging komt voort uit hogere gerealiseerde ontvangsten door meer terugbetalingen van leningen die verstrekt zijn door DUO aan inburgeraars. Daarnaast zijn er terugontvangsten geweest bij de subsidieregeling NL leert door.
Kindgebonden budget
De ontvangsten bij het kindgebonden budget vallen in 2023 substantieel lager uit dan eerder verwacht. Een verklaring hiervoor is onder meer dat het aandeel oninbare vorderingen naar boven is bijgesteld op basis van realisatiecijfers van Dienst Toeslagen.
Overige mee- en tegenvallers
Onder deze post vallen diverse mee- en tegenvallers van per saldo 2 miljoen euro. De grootste mutaties betreffen de terugontvangsten op de kinderopvangtoeslag en de werkgeversbijdrage kinderopvangtoeslag.
Technisch
Onder deze post valt een bijstelling van de corona-terugontvangsten op de kinderopvangtoeslag. Deze vallen 1,3 miljoen euro hoger uit.
Niet-plafondrelevant
Onder deze post vallen de niet plafondrelevante ontvangstenrealisaties. Per saldo vallen de terugontvangsten 38 duizend euro lager uit.
Sociale Verzekeringen
Sociale Verzekeringen: Uitgaven
In miljoenen euro
2023
Stand Basisstand (Miljoenennota)
72.410
Mutaties t/m Najaarsnota 2023
‒ 1.127
Stand Najaarsnota
71.283
Mee- en tegenvallers
63
Uitvoeringskosten Sociale Verzekeringsbank
37
Ziektewet
34
Compensatieregeling transitievergoeding
32
Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering
‒ 23
Overige mee- en tegenvallers
‒ 17
Technisch
57
Werkloosheidswet
73
Ziektewet
‒ 16
Stand Financieel Jaarverslag Rijk (nota)
71.403
Mutaties t/m Najaarsnota 2023
De mutaties tot en met de Najaarsnota 2023 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2023 , bij de Miljoenennota 2024 en bij de Najaarsnota 2023.
Mee- en tegenvallers
Uitvoeringskosten Sociale Verzekeringsbank
De premiegefinancierde uitvoeringskosten van de SVB vielen in 2023 met 37 miljoen euro hoger uit dan eerder geraamd.
Ziektewet
De uitgaven aan de Ziektewet is met 34 miljoen euro hoger uitgevallen dan eerder geraamd bij de Najaarsnota, vanwege een hogere gemiddelde uitkering voor met name uitzendkrachten en in mindere mate bij zieke werklozen en zieke zwangeren. Tevens is het aantal zieke zwangeren hoger uitgevallen dan verwacht.
Compensatieregeling transitievergoeding
De uitgaven aan de compensatieregeling transitievergoeding is 34 miljoen euro hoger uitgevallen dan eerder geraamd bij de Najaarsnota vanwege een hoger aantal aanvragen dan eerder verwacht.
Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering
De WAO kent een meevaller van 23 miljoen euro, die voornamelijk veroorzaakt wordt door een lagere gemiddelde uitkeringshoogte dan eerder werd verwacht. Daarnaast is het aantal mensen in de uitkering licht gedaald.
Overige mee- en tegenvallers
Onder deze post staan verschillende mee- en tegenvallers. De grootste wijzigingen vinden plaats op de IVA en de WGA (WIA). De IVA laat een meevaller zien van 19 miljoen euro en de WGA een tegenvaller van 31 miljoen euro, wat resulteert in een per saldo tegenvaller van 11 miljoen euro op de WIA. De meevaller in de IVA en de tegenvaller in de WGA worden grotendeels verklaard door een lager respectievelijk hoger aantal uitkeringsjaren.
Technisch
Werkloosheidswet
Op basis van realisatiecijfers van het UWV zijn de WW-uitgaven bijgesteld. De WW-instroom bleek iets hoger dan verwacht, terwijl de uitstroom een fractie lager is uitgevallen. Tegelijkertijd is de gemiddelde prijs licht gestegen. Dit leidt per saldo tot een opwaartse bijstelling van de WW-uitgaven voor 2023 van 67 miljoen euro.
Ziektewet
De ZW-uitkeringslasten zijn circa 10 miljoen euro lager uitgevallen dan ten tijde van de tweede suppletoire begroting werd verwacht. Dit komt doordat er in juli 2023 meer werkgevers eigenrisicodrager zijn geworden en er daardoor minder werknemers publiek verzekerd zijn voor de ZW. De ZW-uitkeringslasten nemen hierdoor af. Voor effecten in de ZW als gevolg van de wissel tussen publieke en private verzekeringen wordt het uitgavenplafond Sociale Zekerheid gecorrigeerd. Daarnaast blijkt dat werknemers van werkgevers die recent naar eigenrisicodrager zijn overgestapt sneller dan verwacht de ZW uitstromen, waardoor de uitkeringslasten voor deze groep eerder afneemt.
Sociale verzekeringen: Ontvangsten
In miljoenen euro
2023
Stand Basisstand (Miljoenennota)
234
Mutaties t/m Najaarsnota 2023
‒ 58
Stand Najaarsnota
176
Technisch
‒ 2
Werkloosheidswet
‒ 2
Stand Financieel Jaarverslag Rijk (nota)
174
Mutaties t/m Najaarsnota 2023
De mutaties tot en met de Najaarsnota 2023 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2023 , bij de Miljoenennota 2024 en bij de Najaarsnota 2023.
Technisch
Werkloosheidswet
De Ufo-ontvangsten hebben betrekking op het verhaal van WW-lasten bij overheidswerkgevers die eigenrisicodrager. Deze ontvangsten zijn iets lager uitgevallen dan bij de Najaarsnota voorzien.
Koppeling Uitkeringen
Koppeling Uitkeringen: Uitgaven
In miljoenen euro
2023
Stand Basisstand (Miljoenennota)
2.022
Mutaties t/m Najaarsnota 2023
‒ 2.022
Stand Najaarsnota
0
Stand Financieel Jaarverslag Rijk (nota)
0
Mutaties t/m Najaarsnota 2023
De mutaties t/m Najaarsnota 2023 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2023 , bij de Miljoenennota 2024 en bij de Najaarsnota 2023.
Stand Najaarsnota
Er zijn geen wijzigingen geweest op het hoofdstuk Koppeling Uitkeringen na de Najaarsnota.
Zorg
Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Volksgezondheid, Welzijn en Sport: Uitgaven
In miljoenen euro
2023
Stand Miljoenennota 2023 (incl. HGIS)
35.461
Mutaties t/m Najaarsnota 2023
12.965
Stand Najaarsnota
48.426
Mee- en tegenvallers
‒ 187
Onderuitputting SPUK's voor IZA, huiselijk geweld, kindermishandeling
‒ 6
Onderuitputting arbeidsmarkt en opleidingen
‒ 40
Onderuitputting apparaat
‒ 47
Overige mee- en tegenvallers
‒ 93
Overboekingen met andere begrotingen
‒ 6
Coalitie leefstijl in de zorg
‒ 6
Technisch
‒ 56
Oekraïne
‒ 6
Corona
‒ 50
Niet-plafondrelevant
‒ 591
Realisaties zorgtoeslag
‒ 551
Overig niet-plafondrelevant
‒ 40
Stand Financieel Jaarverslag Rijk (nota)
47.586
Volksgezondheid, Welzijn en Sport: Ontvangsten
In miljoenen euro
2023
Stand Miljoenennota 2023 (incl. HGIS)
168
Mutaties t/m Najaarsnota 2023
972
Stand Najaarsnota
1.140
Mee- en tegenvallers
19
Stichting Nationaal Programma Grieppreventie
10
CAK
5
Overige mee- en tegenvallers
3
Technisch
145
Corona
145
Niet-plafondrelevant
46
Realisatie zorgtoeslag
46
Stand Financieel Jaarverslag Rijk (nota)
1.350
Uitgaven
Mutaties t/m Najaarsnota 2023
De mutaties tot en met de Najaarsnota 2023 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2023 , bij de Miljoenennota 2024 en bij de Najaarsnota 2023.
Mee- en tegenvallers
Onderuitputting SPUK's voor IZA, huiselijk geweld, kindermishandeling
Het beleid voor de SPUK’s Integraal Zorgakkoord (IZA), huiselijk geweld, kindermishandeling en cliëntenondersteuning wordt door de gemeente voortgezet. Voor de brede SPUK zijn er in 2023 middelen (voor onder andere valpreventie, een tegen eenzaamheid en wijkaanpak sociale basis) overgeboekt van artikel 3 naar artikel 1. De loon- en prijsbijstelling die op artikel 3 beschikbaar was, is uiteindelijk niet uitgekeerd.
RIVM pandemische paraatheid
De bijdragen aan agentschappen zoals het RIVM voor pandemische paraatheid zijn 20 miljoen euro lager uitgevallen dan geraamd.
Onderuitputting apparaat
Op het apparaatsartikel is er bij de Slotwet nog 47 miljoen euro aan onderuitputting opgetreden. 25 miljoen euro van de totale onderuitputting op het apparaat heeft betrekking op coronagerelateerde (apparaats)kosten, welke door het beëindigen van de maatregelen niet meer noodzakelijk waren. Het gaat hier onder meer om de kosten met betrekking tot de Corona-app bij RDO en de afbouw van het apparaat van de met COVID samenhangende directies, zoals Dienst Testen en de diverse COVID-projectdirecties. De onderuitputting op het apparaat gerelateerd aan coalitieakkoordmiddelen betreft 9 miljoen euro, en wordt grotendeels veroorzaakt door een vertraging van uitvoering van beleid. 15 miljoen euro van de onderuitputting komt doordat facturen uit 2023 pas verwerkt worden in 2024.
Onderuitputting arbeidsmarktregelingen
Niet alle aanvragen voor Sectorplanplus zijn daadwerkelijk gerealiseerd, bijvoorbeeld omdat opleidingen niet doorgaan of een kortere doorlooptijd kennen dan bij de aanvraag opgegeven. Hierdoor valt 23 miljoen euro vrij. Ook op de Opleidingsmodule Basis Acute Zorg (de BAZ-regeling) was er onderuitputting op de Subsidieregeling opleiding tot Advanced nurse practitioner van 23 miljoen euro) en op de opleiding tot physician assistant (PA/VS-regeling) van 5,7 miljoen euro.
Overige mee- en tegenvallers
Op veel andere budgetten vond er onderuitputting plaats, waaronder verschillende budgetten op het artikel Sport en bewegen, ontregelprojecten voor zorgaanbieders en het opdrachtenbudget voor inclusieve samenleving door onder andere minder verleende opdrachten voor onbeperkt meedoen Wonen en Zorg. Daarnaast zijn er per abuis COVID-19 middelen op specifieke budgetten terecht gekomen. Deze zijn gecorrigeerd, waardoor de realisaties ten laste komen van het generale beeld. Dit resulteert in een onderuitputting op het specifieke beeld van 18 miljoen euro.
Overboekingen met andere begrotingen
Coalitie leefstijl in de zorg
Dit betreft de overheveling van het budget van het programma Coalitie leefstijl in de zorg dat door TNO wordt uitgevoerd. De kasmiddelen voor de eerste helft van 2023 zijn reeds ontvangen en de tweede helft is overgeboekt naar de begroting van Economische Zaken en Klimaat. Deze mutatie is in de Veegbrief gemeld.
Technisch
Oekraïne
De Subsidieregeling medisch noodzakelijke zorg aan onverzekerden en de regeling medische evacuées vallen 6 miljoen euro lager uit dan begroot.
Corona
Bij de Slotwet is er nog 89 miljoen euro aan coronamiddelen vrijgevallen aan de uitgavenkant. Er is door de afloop van de coronapandemie 36,7 miljoen euro minder uitgegeven aan de uitvoering van COVID-taken door GGD’en en 11,5 miljoen euro aan de GGD GHOR voor de landelijke coördinerende COVID-taken. Daarnaast zijn de uitgaven aan de reeds afgesloten subsidieregelingen coronabanen in de zorg (COZO) en de Zorgbonus lager uitgevallen (circa 8,5 miljoen euro) evenals de uitgaven voor de afbouw van noodvoorraden zelftesten, persoonlijke beschermingsmiddelen en medische hulpmiddelen (circa 20,5 miljoen euro). Verder is er bij het opdrachtenbudget een onderuitputting van circa 7 miljoen euro. De resterende onderuitputting (circa 5 miljoen euro) wordt veroorzaakt door meerdere kleinere mutaties.
Niet-plafondrelevant
Realisaties zorgtoeslag
De uitgaven aan zorgtoeslag vallen 554 miljoen euro lager uit. Dit komt omdat er in 2023 minder mensen zorgtoeslag hebben ontvangen dan verwacht. Vanwege de eenmalige verhoging van de zorgtoeslag over 2023 werden circa 375.000 extra gerechtigden verwacht ten opzichte van 2022. In de realisatie is echter sprake van circa 200.000 extra gebruikers. Het aantal valt mee, omdat de inkomensontwikkeling in 2023 gunstiger is gebleken dan verwacht.
Overig niet-plafondrelevant
Naast de zorgtoeslag vallen de rijksbijdragen op de VWS-begroting (Rijksbijdrage Wlz) in totaal 50 miljoen euro lager uit dan geraamd. De tegemoetkoming specifieke kosten valt 9,5 miljoen euro hoger uit dan geraamd. De Rijksbijdrage Wlz dient er toe om te voorkomen dat er in het Fonds langdurige zorg een tekort ontstaat. Door een meevaller in de premieontvangsten volstond een lagere Rijksbijdrage Wlz (€ 750 miljoen).
Ontvangsten
Mutaties t/m Najaarsnota 2023
De mutaties tot en met de Najaarsnota 2023 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2023 , bij de Miljoenennota 2024 en bij de Najaarsnota 2023.
Mee- en tegenvallers
Stichting Nationaal Programma Grieppreventie
Voor vaccinaties in de periode 2022-2023 heeft een terugvordering plaatsgevonden bij de Stichting Nationaal Programma Grieppreventie. Daardoor vallen de ontvangsten 9,9 miljoen euro hoger uit dan geraamd.
CAK
De ontvangsten van het CAK zijn 5,3 miljoen euro hoger uitgevallen dan geraamd, voornamelijk doordat het aantal wanbetalers in 2023 uiteindelijk hoger was dan verwacht.
Overige mee- en tegenvallers
De overige ontvangsten vielen voornamelijk hoger uit vanwege niet-uitgeputte subsidies, bijvoorbeeld op het gebied van volksgezondheid en jeugd.
Technisch
Corona
Bij de Slotwet zijn er aan de ontvangstenkant nog 123,2 miljoen euro aan realisaties gemeld. Op de subsidieregeling Coronabanen in de zorg (COZO) kwam er nog 37,9 miljoen euro aan ontvangsten bij, bovenop de 271 miljoen euro die bij de Najaarsnota was gemeld en toegelicht. Er was een hogere vordering op Stichting Open Nederland in relatie tot vaccins (20 miljoen euro). Daarnaast hebben er verrekeningen plaatsgevonden voor 12,8 miljoen euro van de meerkostenregeling GGD'en en waterschappen 2021. Het verschil tussen verleende voorschotten en afrekening leidt tot ontvangsten. 4,4 miljoen euro wordt verklaard door de verrekeningen die hebben plaatsgevonden van de meerkostenregeling GGD’en 2022. 6,5 miljoen euro wordt verklaard door de financiële afrekening van het Landelijk Consortium Hulpmiddelen (LCH) over het jaar 2022, omdat er meer is bevoorschot dan is uitgegeven met betrekking tot de opdracht Beheer Noodvoorraad. Verder was er 12,1 miljoen euro aan extra ontvangsten als gevolg van de verkoop van mondkapjes en overige medische hulpmiddelen door Bureau LCH. Daarnaast was er een hogere realisatie dan geraamd vanwege vaststellingen op subsidies en SPUK's, en de daaruit voortkomende terugvorderingen (18,5 miljoen euro). Ook was de opbrengst van STRIP apparatuur hoger dan geraamd (7,5 miljoen euro).
Niet-plafondrelevant
Realisatie zorgtoeslag
De ontvangsten gerelateerd aan de zorgtoeslag vallen 46 miljoen euro hoger uit dan geraamd.
Zorg
Zorg: Uitgaven
In miljoenen euro
2023
Stand Miljoenennota 2023 (incl. HGIS)
92.466
mutaties t/m Najaarsnota 2023
‒ 1.373
Stand Najaarsnota
91.093
Mee- en tegenvallers
109
Actualisatie Q4 Zvw
158
Actualisatie Wlz-uitgaven
1
Actualisatie Q4 Wlz
‒ 20
Diversen
‒ 30
Stand Financieel Jaarverslag Rijk (nota)
91.202
Zorg: Ontvangsten
In miljoenen euro
2023
Stand Miljoenennota 2023
5.494
Mutaties t/m Najaarsnota 2023
5.539
Stand Najaarsnota
5.539
Mee- en tegenvallers
32
Actualisatie Q4 Wlz
32
Stand Financieel Jaarverslag Rijk (nota)
5.571
Uitgaven
Mutaties t/m Najaarsnota 2023
De mutaties tot en met de Najaarsnota 2023 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2023 , bij de Miljoenennota 2024 en bij de Najaarsnota 2023.
Mee- en tegenvallers
Actualisatie Q4 Zvw
Op basis van de realisatiecijfers over het vierde kwartaal van 2023 van zorgverzekeraars over de verwachte Zvw-uitgaven is een tegenvaller verwerkt van 158 miljoen euro.
Actualisatie Q4 Wlz
Op basis van realisatiecijfers over het vierde kwartaal van 2023 van het Zorginstituut over de verwachte Wlz-uitgaven buiten de contracteerruimte is een meevaller verwerkt van 20 miljoen euro.
Actualisatie Wlz uitgaven
Op basis van het februari-advies van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) over de benutting van het Wlz-kader is een tegenvaller van 1 miljoen euro verwerkt.
Diversen
Dit betreft de vrijval van middelen die nog op nominaal en onverdeeld Zvw gereserveerd stonden. Het betreft het saldo van diverse in omvang geringe bedragen.
Ontvangsten
Actualisatie Q4 Wlz
Dit betreft de actualisering van de opbrengst eigen bijdragen in de Wlz op basis van cijfers van het Zorginstituut.
Gemeentefonds en Provinciefonds (inclusief accres)
Gemeentefonds
Gemeentefonds: Uitgaven
In miljoenen euro
2023
Stand Miljoenennota 2023 (incl. HGIS)
40.478
Mutaties t/m Najaarsnota 2023
1.590
Stand Najaarsnota
42.068
Mee- en tegenvallers
136
Realisatie
136
Stand Financieel Jaarverslag Rijk (nota)
42.205
Uitgaven
Mutaties t/m Najaarsnota 2023
De mutaties tot en met de Najaarsnota 2023 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2023 , bij de Miljoenennota 2024 en bij de Najaarsnota 2023.
Mee en tegenvallers
Realisatie
In 2023 is er in het gemeentefonds sprake van een intertemporele overschrijding van 136 miljoen euro op het uitgavenbudget. Dit wordt in januari gecorrigeerd. Aangezien het om een kasrealisatie gaat, is er geen sprake van een overschrijding van het budget. Een klein deel hiervan bestaat uit niet ingezette onderzoeksgelden die bestemd zijn voor onderzoek naar en onderhoud van de verdeelsystematiek van het Gemeentefonds. Hiervan valt 0,7 miljoen euro vrij.
Accres Gemeentefonds
Accress Gemeentefonds: Uitgaven
In miljoenen euro
2023
Stand Miljoenennota 2023 (incl. HGIS)
570
Mutaties t/m Najaarsnota 2023
‒ 570
Stand Najaarsnota
0
Stand Financieel Jaarverslag Rijk (nota)
0
Uitgaven
Mutaties t/m Najaarsnota 2023
De mutaties tot en met de Najaarsnota 2023 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2023 , bij de Miljoenennota 2024 en bij de Najaarsnota 2023.
Provinciefonds
Provinciefonds: Uitgaven
In miljoenen euro
2023
Stand Miljoenennota 2023 (incl. HGIS)
2.996
Mutaties t/m Najaarsnota 2023
134
Stand Najaarsnota
3.130
Mee- en tegenvallers
0
Mee- en tegenvallers
0
Stand Financieel Jaarverslag Rijk (nota)
3.130
Uitgaven
Mutaties t/m Najaarsnota 2023
De mutaties tot en met de Najaarsnota 2023 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2023 , bij de Miljoenennota 2024 en bij de Najaarsnota 2023.
Mee- en tegenvallers
In 2023 was de realisatie op de uitgaven lager dan geraamd. Het verschil komt afgerond uit op 0.
Accres Provinciefonds
ACCRES PROVINCIEFONDS: UITGAVEN
In miljoenen euro
2023
Stand Miljoenennota 2023 (incl. HGIS)
96
Mutaties t/m Najaarsnota 2023
‒ 96
Stand Najaarsnota
0
Stand Financieel Jaarverslag Rijk (nota)
0
Uitgaven
Mutaties t/m Najaarsnota 2023
De mutaties tot en met de Najaarsnota 2023 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2023 , bij de Miljoenennota 2024 en bij de Najaarsnota 2023.
Prijsbijstelling
Prijsbijstelling: uitgaven
In miljoenen euro
2023
Stand Miljoenennota 2023 (incl. HGIS)
2.945
Mutaties t/m Najaarsnota 2023
‒ 2.945
Stand Najaarsnota
0
Stand Financieel Jaarverslag Rijk (nota)
0
Mutaties t/m Najaarsnota 2023
De mutaties tot en met de Najaarsnota 2023 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2023 , bij de Miljoenennota 2024 en bij de Najaarsnota 2023.
Arbeidsvoorwaarden
Arbeidsvoorwaarden: Uitgaven
In miljoenen euro
2023
Stand Miljoenennota 2023 (incl HGIS)
3.400
Mutaties t/m Najaarsnota 2023
‒ 3.400
Stand Najaarsnota
0
Stand Financieel Jaarverslag Rijk (nota)
0
Mutaties t/m Najaarsnota 2023
De mutaties tot en met de Najaarsnota 2023 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2023 , bij de Miljoenennota 2024 en bij de Najaarsnota 2023.
Aanvullende Post
Aanvullende Post
In miljoenen euro
2023
Stand Miljoenennota 2023 (incl. HGIS)
1.608
Mutaties t/m Najaarsnota 2023
‒ 2.149
Stand Najaarsnota
‒ 541
Technisch
541
Invulling in=uittaakstelling
547
Onderuitputting
‒ 6
Stand Financieel Jaarverslag Rijk
0
Uitgaven
Mutaties t/m Najaarsnota 2023
De mutaties tot en met de Najaarsnota 2023 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2023 , bij de Miljoenennota 2024 en bij de Najaarsnota 2023.
Technisch
Invulling in=uittaakstelling
De in=uittaakstelling is de tegenhanger van de eindejaarsmarge. De eindejaarsmarge is bedoeld om ondoelmatige besteding van middelen aan het einde van het jaar te voorkomen door de onbestede middelen naar het volgende jaar door te schuiven. Hiervoor geldt een maximum van 1,0% van de totale begroting. Voor de begrotingsfondsen geldt dat het volledige saldo ten gunste of ten lasten komt van het volgende jaar. Dit betekent de facto dat sprake is van een 100% eindejaarsmarge.
Om te voorkomen dat het uitgavenplafond wordt overschreden als gevolg van de eindejaarsmarge, wordt tegelijkertijd een even grote taakstelling ingeboekt; de zogenaamde in=uit-taakstelling. De in=uit taakstelling kent geen concrete invulling, maar wordt gaandeweg ingevuld. De invulling kan bestaan uit onderuitputting of andere meevallers.
Bij de Voorjaarsnota 2023 is in totaal 4,3 miljard euro aan eindejaarsmarge (en dus ook in=uittaakstelling) aan de begrotingen toegevoegd. Daarnaast is bij de Miljoenennota 2023 aanvullende onderuitputting ingeboekt van 2,1 miljard euro voor 2023. Deze is bij de Miljoenennota 2024 met 255 miljoen euro ingevuld. Per saldo was sprake van 6,2 miljard euro aan in te vullen in=uittaakstelling en aanvullende onderuitputting. Hiervan is bij de Najaarsnota 5,6 miljard euro ingevuld. De resterende openstaande in=uittaakstelling van 0,5 miljard euro is nu ingevuld vanuit de onderuitputting.
Onderuitputting
Voor het compensatiepakket Zeeland resteerde nog 5,7 miljoen euro in 2023. Deze middelen zijn niet meer opgevraagd en worden daarom als onderuitputting afgeboekt.
Consolidatie
Consolidatie: uitgaven
In miljoenen euro
2023
Stand Miljoenennota 2023 (incl. HGIS)
‒ 18.255
Mutaties t/m Najaarsnota 2023
3.431
Stand Najaarsnota
‒ 14.824
Technisch
‒ 6
Consolidatie FJR
‒ 6
Stand Financieel Jaarverslag Rijk (nota)
‒ 14.829
Consolidatie: ontvangsten
In miljoenen euro
2023
Stand Miljoenennota 2023 (incl. HGIS)
‒ 18.255
Mutaties t/m Najaarsnota 2023
3.431
Stand Najaarsnota
‒ 14.824
Technisch
‒ 6
Consolidatie FJR
‒ 6
Stand Financieel Jaarverslag Rijk (nota)
‒ 14.829
De post Consolidatie wordt gebruikt voor het corrigeren van de Rijksbegroting voor dubbeltellingen die ontstaan door het bruto-boeken van bijdragen. Het bruto-boeken houdt in dat zowel het departement dat bijdraagt, als het departement dat ontvangt de uitgaven op zijn begroting opneemt. Het ontvangende departement raamt daarnaast de te ontvangen bijdragen ook aan de ontvangstenkant van de begroting. Hierdoor wordt het rekenkundig niveau van de totale rijksuitgaven en de rijksontvangsten hoger dan het feitelijk niveau. Op de post Consolidatie wordt hiervoor gecorrigeerd.
12 UITGAVENOVERZICHT OEKRAÏNE
Tabel 12.1 Uitgavenoverzicht Oekraïne
in miljoenen euro
2023
Totaal
5.432
Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
52
Realisatie van extra woningen
44
Taskforce versnelling tijdelijke huisvesting
8
Buitenlandse Zaken incl. BHOS
396
Bijdrage NAVO Ukraine Comprehensive Assistance Package Trust Fund
75
Council of Europe Development Bank (CEB)
22
Derde steunpakket BZ/BHOS 2023
32
Eerste steunpakket BZ/BHOS 2023
193
Specifieke steun BZ/BHOS
41
Tweede steunpakket BZ/BHOS 2023
33
Justitie en Veiligheid
3.518
Basisregistratie Personen (BRP)
Directoraat Generaal Oekraïne en Nationale Opvangorganisatie (NOO)
43
Gemeentelijke en particuliere opvang
3.235
Regeling Medische zorg Ontheemden (RMO)
135
Subsidies NGO's
13
Tolken
2
Uitvoeringskosten IND
8
Uitvoeringskosten NIDOS
5
Veiligheidsregio's en GGD'en
78
Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
226
Leerlingenvervoer
21
Nieuwkomersonderwijs
167
Ondersteuning en uitvoering LOWAN
Ondersteuning van het cultuurbeleid in Oekraine
3
Tijdelijke onderwijshuisvesting
24
Voorschoolse educatie
10
Financiën
137
Convertibiliteit Oekraïense hryvnia
Derde steunpakket 2023
60
EBRD Crisis Response Special Fund
25
LNG invoercapaciteit in de Eemshaven
4
Premieontvangsten garantie Gasunie
‒ 4
Tweede steunpakket Oekraïne
52
Defensie
965
Militaire goederen
965
Infrastructuur en Waterstaat
2
Tweede steunpakket Oekraïne
2
Economische Zaken en Klimaat
75
Energiehulp
7
Gasopslag Bergermeer
‒ 1.148
Tweede steunpakket BZ/BHOS 2023
1.217
Sociale Zaken en Werkgelegenheid
25
Kindregelingen
10
Taallessen
15
Volksgezondheid, Welzijn en Sport
36
Meerkostenregeling gemeentelijke zorg
20
Transport medische evacuees
1
Zorg aan onverzekerden (SOV)
15
13 UITVOERING TOESLAGEN HERSTEL
Het overzicht de gerealiseerde uitgaven laat een totaal overzicht zien van alle uitgaven in 2023 aan de Hersteloperatie Toeslagen. De laatste stand van het budget is toegelicht in bijlage 6 van de Voorjaarsnota 2024. Er is minder uitgegeven dan dat er budget was, doordat het ritme van de uitbetaling van de programmamiddelen verschilde van de raming. De verwachting is dat deze middelen in latere jaren tot besteding zullen komen. Daarnaast is er nog een correctie geweest in het overzicht, omdat om technische redenen een mutatie negatief verwerkt is in de realisatie in plaats van het budget (voor de uitvoering heeft dit geen consequenties). Een tweede correctie is gedaan, omdat een mutatie (ritmeaanpassing) nog niet in het overzicht was verwerkt.
Tabel 13.1 Realisatie Toeslagen Herstel 2023
In miljoenen euro
Budget
Correctie
Realisatie
Verschil
Programma
1.571
‒ 126
1.182
‒ 262
w.v. 30k, IB, aanvullende compensatie (incl. uitvoering VSO-route) en overig
342
0
275
‒ 67
w.v. Kindregeling
535
0
494
‒ 42
w.v. Kwijtschelden publieke schulden (incl. uitvoering; rijksbreed)
349
‒ 104
224
‒ 21
w.v. Kwijtschelden private schulden (incl. uitvoering)
175
‒ 22
104
‒ 49
w.v. Andere toeslagen
2
0
0
‒ 2
w.v. Ex-partners
11
0
2
‒ 9
w.v. Ondersteuning door gemeenten
105
0
47
‒ 58
w.v. Reservering ondersteuning rechtsbijstand
3
0
3
0
w.v. Dwangsommen
37
0
23
‒ 14
w.v. Ouders in het buitenland (incl. uitvoering)
9
0
11
1
w.v. Uithuisplaatsingen kinderen (incl. uitvoering; J&V)
3
0
1
‒ 3
Apparaat Financiën
341
0
337
‒ 4
Totaal
1.911
‒ 126
1.519
‒ 266
14 OVERZICHT INCIDENTELE BEGROTINGEN EN BEROEP OP CW 2.27
De onderstaande tabel geeft een overzicht van de ingediende begrotingsaanpassingen middels nota's van wijziging en/of incidentele suppletoire begrotingen (ISB's) met betrekking tot het begrotingsjaar 2023. Ook is aangegeven of bij het moment van indienen een beroep is gedaan op artikel 2.27 van de Comptabiliteitswet 2016. Reguliere suppletoire begrotingen (1e suppletoire begroting, suppletoire begroting Prinsjesdag en de 2e suppletoire begroting) zijn niet opgenomen in het overzicht, tenzij er een beroep is gedaan op 2.27. Ook begrotingen waarbij een beroep is gedaan op lid 1 van CW 2.27 zijn niet opgenomen in dit overzicht.
Tabel 14.1 Overzicht incidentele suppletoire begrotingen en nota van wijzigingen met betrekking tot het begrotingsjaar 2023
Departement
Begrotingsstuk
Onderwerp
Beroep op art. 2.27, tweede lid, CW
Uitgaven voor autorisatie
Indieningsdatum
Aangenomen door EK
50. GF
NvW OB 2023
Wijziging algemene uitkeringen en aanvullende uitkeringen
Nee
Nee
23-9-2022
20-12-2022
8. OCW
NvW OB 2023
Inzake herprioritering doorstroom beroepskolom en zelfdenkende moleculaire systemen
Nee
Nee
24-10-2022
20-12-2022
9. FIN
NvW OB 2023
Aanvullende steunmaatregelen Oekraïne
Nee
Nee
8-11-2022
20-12-2022
15. SZW
1e NvW OB 2023
Verhoging uitgaven lage-inkomensvoordeel (LIV)
Nee
Nee
16-11-2022
20-12-2022
13. EZK
NvW OB 2023
Onder andere prijsplafond voor kleinverbruikers, Tegemoetkoming Energiekosten voor energieintensieve mkb-bedrijven (TEK), BMKB-Groen, voedingsbudget en toekenningen NGF, Subsidieregeling Coöperatieve Energieopwekking (SCE) en uitvoeringskosten medeoverheden.
Nee
Nee
17-11-2022
20-12-2022
70. NGF
NvW OB 2023
Middelen toekennen zodat 5 NGF projecten snel van van kunnen gaan
Nee
Nee
17-11-2022
20-12-2022
55. Mobiliteitsfonds
NvW OB 2023
Verplichtingenbudget schuiven naar 2023
Nee
Nee
25-11-2022
20-12-2022
15. SZW
2e NvW OB 2023
Verhoging uitgaven Tijdelijke Noodfonds Energie (TNE)
Nee
Nee
28-11-2022
20-12-2022
14. LNV
NvW OB 2023
Verwerken van budgettaire ontwikkelingen die hebben plaatsgevonden na het indienen van het oorspronkelijke voorstel.
Nee
Nee
1-12-2022
20-12-2022
7. BZK
NvW OB 2023
Inzake NGF, werklandschappen van de Toekomst en personele inzet crisisopvang
Nee
Nee
5-12-2022
20-12-2022
16. VWS
NvW OB 2023
Aanvullende maatregelen ter compensatie van gestegen energieprijzen in het (semi-)publieke domein en voor de zorg.
Nee
Nee
7-12-2022
31-1-2023
13. EZK
1e ISB
Gasopslag Bergermeer en garantieregeling Porthos
Ja
Nee
12-12-2022
28-3-2023
5. BZ
1e ISB
Ophoging Nederlandse bijdrage Europese Vredesfaciliteit
Nee
Nee
13-2-2023
4-7-2023
13. EZK
2e ISB
Lening Invest-NL in verband met SIF
Ja
Nee*
13-2-2023
6-6-2023
10. DEF
1e ISB
Militaire steun aan Oekraïne
Nee
Nee*
17-2-2023
6-6-2023
13. EZK
3e ISB
Verder vullen gasopslag Bergermeer
Ja
Nee*
27-2-2023
30-5-2023
17. BHOS
1e ISB
Steun voor Oekraïne
Nee
Nee
3-4-2023
11-7-2023
5. BZ
2e ISB
Steun Oekraïne en tweede ophoging Nederlandse bijdrage Europese Vredesfaciliteit
Nee
Nee
3-4-2023
4-7-2023
15. SZW
NvW O1 2023
Verhoging uitgaven onderstand, Algemene weduwen- en wezenuitkering (AWW) en energietoeslag studenten.
Nee
Nee
8-6-2023
11-7-2023
16. VWS
NvW O1 2023
Correctie op verplichtingen en uitgaven voor een vaccinatiecampagne en een correctie van een verplichtingenschuif voor passende zorg
Nee
Nee
23-6-2023
11-7-2023
9. FIN
NvW O1 2023
Uitwerking van pakket met aanvullende en vernieuwende maatregelen en denkrichtingen inzake herstel toeslagen.
Nee
Nee
23-6-2023
11-7-2023
4. KR
NvW O1 2023
Toevoeging van middelen ter verstrekking van een annuïtaire lening aan Sint Maarten voor investeringen op Sint Maarten
Nee
Nee
29-6-2023
26-9-2023
65. Deltafonds
NvW O1 2023
Correctie woordelijke fouten
Nee
Nee
5-7-2023
26-9-2023
4. KR
1e ISB
Herfinanciering covidleningen
Nee
Nee
29-8-2023
10-10-2023
4. KR
NvW ISB 2023
Corrigeren van verkeerd opgenomen standen bij verplichtingen, uitgaven en ontvangsten
Nee
Nee
22-9-2023
10-10-2023
7. BZK
1e suppletoire begroting
Beroep 2.27 omdat uitvoering niet langer kon wachten
Ja
Nee
11-5-2023, beroep op 2.27 is ingediend bij de Eerste Kamer op 27-10-2023
28-11-2023
* Bij de 2e en 3e ISB van EZK en de ISB van DEF zijn geen uitgaven gedaan voor autorisatie. Echter zijn er wel verplichtingen aangegaan voor autorisatie.
15 OPVOLGING INTERDEPARTEMENTALE BELEIDSONDERZOEKEN (IBO'S)
Doorgaans vindt elk jaar een aantal Interdepartementale Beleidsonderzoeken (IBO's) plaats naar belangrijke beleidsonderwerpen. De taakopdrachten van IBO's worden gepubliceerd als bijlage bij de Miljoenennota.
Hieronder wordt ingegaan op de doorwerking van de IBO's van de rondes 2021/2022 en 2022/2023 op basis van, onder andere, de kabinetsreacties op de onderzoeken. Voor een volledig en actueel overzicht van alle gepubliceerde IBO’s, zie het overzicht Ingepland en uitgevoerd onderzoek op rijksfinancien.nl.
Ronde 2022/2023
In de ronde 2022/2023 vonden IBO’s plaats naar Klimaat, Biodiversiteit en de Toekomstbestendigheid van het middelbaar beroepsonderwijs (mbo).
Klimaat
Het IBO-rapport «Scherpe doelen, scherpe keuzes» is op 13 maart 2023 direct na afronding, zonder kabinetsreactie aan de Tweede Kamer aangeboden.1 Dit voorjaar heeft het kabinet een besluit genomen over een integraal pakket aanvullende klimaatmaatregelen, waarbij zowel is gekeken naar normering, beprijzing als subsidiëring (via het Klimaatfonds). Daarin zijn de resultaten van dit IBO meegenomen.2
Biodiversiteit
Op 5 september 2023 is het IBO-rapport «Snel aan de slag!» aan de Tweede Kamer aangeboden.3 Vanwege de demissionaire status van het kabinet is er geen kabinetsreactie meegestuurd.
Toekomstbestendigheid van het mbo
Op 13 november 2023 is het IBO-rapport «Samen gericht opleiden voor wendbare vakmensen» aan de Tweede Kamer aangeboden.4 Vanwege de demissionaire status van het kabinet is er geen kabinetsreactie meegestuurd.
Ronde 2021/2022
In de ronde 2021/2022 vonden IBO’s plaats naar Vermogensverdeling, Publieke investeringen, Jeugdcriminaliteit, Sturing op kwaliteit van onderwijs, Ouderenzorg en Vereenvoudiging sociale zekerheid.
Vermogensverdeling
Het IBO-rapport «Licht uit, spot aan: de vermogensverdeling» is direct na het gereedkomen op 8 juli 2022 aan de Tweede Kamer aangeboden.5 De kabinetsreactie volgde bij Prinsjesdag 2022 (20 september 2022), zoals aangegeven bij de aanbieding van het rapport aan de Tweede Kamer.6 In de Voorjaarsnota 2022 kondigde het demissionaire kabinet aan op basis van dit IBO en de evaluatie van de bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) te kijken naar de wijze waarop de verhouding tussen lasten op vermogen en arbeid meer in balans kan worden gebracht.7 Hierbij is een gefaseerde aanpak gehanteerd. Met het pakket aan maatregelen in het Belastingplan 2023 heeft het kabinet een belangrijke stap gezet in het evenwichtiger belasten van inkomen uit arbeid en inkomen uit vermogen en in het herstel van het globale evenwicht in de belasting van verschillende werkenden.8 Daarnaast heeft het demissionaire kabinet zichzelf bij de Miljoenennota 2023 een taakopdracht gegeven om met de aanpak van belastingconstructies en negatief geëvalueerde fiscale regelingen structureel 550 miljoen euro extra belastingontvangsten te realiseren. Daarbij is aangegeven dat het tarief eerste schijf van de inkomstenbelasting (TES) geldt als placeholder voor de taakstellende opdracht. In het Belastingplan 2023 is een eerste concrete stap gezet in het aanpakken van belastingconstructies door voor periodieke giften een plafond in te voeren van 250 duizend euro.9 Het kabinet heeft de taakstellende opdracht bij Belastingplan 2024 grotendeels op structurele basis kunnen invullen. Van de taakstellende 550 miljoen euro resteert een bedrag van 71 miljoen euro dat wordt gedekt door een stapsgewijze verhoging van het TES.10 In de brief «Aanpak belastingconstructies en fiscale regelingen» die op 19 september jl. aan de Tweede Kamer is gestuurd is uitgebreid ingegaan op zowel de invulling van de taakopdracht als de uitkomsten van de inventarisatie naar belastingconstructies. Daarnaast is een lijst van belastingconstructies als bijlage bij de Voorjaarsnota 2023 gevoegd. Ook werkt het kabinet aan continue verbetering van benodigde data voor monitoring en evaluaties. Tot slot acht het demissionair kabinet het van belang om voortdurend kritisch te blijven kijken naar het belastingstelsel. Daartoe heeft het kabinet op Prinsjesdag 2023 de taakopdracht «Bouwstenen voor een beter en eenvoudiger belastingstelsel» naar de Kamer gestuurd. Een interdepartementale werkgroep onder leiding van een onafhankelijke voorzitter heeft begin 2023 het rapport «Belastingen in maatschappelijk perspectief - Bouwstenen voor een beter belastingstelsel» opgeleverd.11 Het rapport gaat ook in op de mogelijkheden om inkomen uit werk en inkomen uit verschillende vermogensvormen neutraler te behandelen. Tot slot heeft het demissionair kabinet verdere stappen gezet in het vormgeven van een box 3 stelsel op basis van werkelijk rendement en daartoe in het najaar van 2023 een wetsvoorstel in consultatie gebracht.12 Op basis van deze consultatie heeft het kabinet het wetsvoorstel op een aantal punten aangepast.13 Het belasten van het werkelijk rendement op vermogen in box 3 volgt uit het coalitieakkoord van kabinet Rutte IV en wordt omarmd door het IBO en past bij een evenwichtiger belastingstelsel.
Publieke investeringen
Het IBO-rapport «Waar voor ons geld» is op 18 juli 2022 met kabinetsreactie aan de Tweede Kamer aangeboden.14 Hierin kondigde de minister van Financiën aan dat de werkwijze en de instrumenten overprogrammering en het investeringsplafond worden geëvalueerd om te borgen dat het doel van het beleid centraal staat. Daarnaast meldde het kabinet voornemens te zijn in de departementale begrotingen, jaarverslagen, de Miljoenennota en het Financieel Jaarverslag van het Rijk te rapporteren over investeringen uit het Coalitieakkoord die onder het investeringsplafond vallen. In de Miljoenennota 2023 is dit voornemen tot uitvoering gebracht in Bijlage 1. Tot slot zei het kabinet toe bij de wetvoorstellen en de bijbehorende memorie van toelichting voor het Klimaatfonds en het Transitiefonds heldere keuzes maken over de vormgeving van de fondsen. In antwoord op schriftelijke vragen van de Tweede Kamer is nog verder ingegaan op de aanbevelingen van het IBO en de toezeggingen in de kabinetsreactie.15
Jeugdcriminaliteit
Het IBO-rapport «Werken aan effectievere detentie van jeugdigen» is op 24 februari 2023 met kabinetsreactie aan de Tweede Kamer aangeboden.16 In de kabinetsreactie wordt door de minister voor Rechtsbescherming onder andere aangekondigd dat wordt ingezet op het naar binnen halen van zorgpartners die voorafgaand aan de vrijheidsbeneming betrokken zijn. In 2023 is hier invulling aan gegeven doordat DJI een beleidskader heeft opgesteld voor de zogeheten basisafdeling in Justitiële jeugdinrichtingen (JJI) waarbij de focus ligt op het mogelijk maken van passende zorg en begeleiding bij uitstroom. Daarnaast zijn er verschillende aanvullende verkenningen uitgevoerd. Dit heeft onder andere geleid tot de handreiking «Zo krijg je samen zicht op jongeren» van het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid (CCV), welke gericht is op vroegsignalering van jongeren die dreigen af te glijden naar het criminele milieu. Ook wordt samengewerkt met OCW, bijvoorbeeld voor het aanstellen van een tijdelijke landelijke coördinator die de samenwerking tussen JJI’s en mbo-instellingen faciliteert. Op 7 juli 2023 is de kamerbrief brede preventieaanpak jeugdcriminaliteit verstuurd.17 Hierin wordt o.a. extra geïntensiveerd in de domeinoverstijgende en gebiedsgerichte preventieve aanpak jeugdcriminaliteit. Dit sluit ook aan bij de aanbevelingen uit het IBO om de inzet van preventie te stroomlijnen en vroegsignalering te verbeteren.
Sturing op kwaliteit van onderwijs
Op 18 april 2022 is het IBO-rapport «Koersen op kwaliteit en kansengelijkheid» met kabinetsreactie aan de Tweede Kamer aangeboden. In de kabinetsreactie geeft de minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs zijn visie op de sturing op onderwijskwaliteit en kansengelijkheid in het funderend onderwijs. Daarbij kijkt hij ook naar de grote samenhangende sturingsvraagstukken op het gebied van bekostiging, zeggenschap en arbeidsvoorwaardenvorming.18 In 2024 komt de minister met een brief met daarin de uitwerking van deze visie.
Ouderenzorg
Op 3 juli 2022 is het IBO-rapport «Niets doen is geen optie» met kabinetsreactie aan de Tweede Kamer aangeboden. In dit IBO is een aantal keuzes in beeld gebracht om de beheersbaarheid van de ouderenzorg te vergroten, zowel op financieel, personeel als maatschappelijk vlak. Het rapport brengt bestaande inzichten in kaart en vult deze aan met analyses, beleidsopties en aanbevelingen. In de kabinetsreactie wordt het advies om nader onderzoek te doen ter harte genomen. Er wordt onder andere onderzocht of ouderenzorg onder kan worden gebracht in een ander domein en welke interventies effectief zijn.19
Vereenvoudiging sociale zekerheid
Op 9 juni 2023 is het IBO-rapport «Moeilijk makkelijker maken» met kabinetsreactie aan de Tweede Kamer aangeboden. In de kabinetsreactie wordt de noodzaak om het sociaal vangnet eenvoudiger te maken onderschreven. In deze reactie wordt een nieuw interdepartementaal programma Vereenvoudiging Inkomensondersteuning voor mensen (VIM) aangekondigd. Dit programma heeft als doel om, samen met uitvoerders en gemeenten, tot scenario’s te komen voor een eenvoudigere inkomensondersteuning op de lange termijn. Ook pakt het programma knelpunten op die ontstaan als mensen te maken hebben met een samenloop van regelingen. Daarnaast werkte het kabinet aan de renovatie van bestaande regelingen en de dienstverlening. Verkend wordt hoe het arbeidsongeschiktheidsstelsel, de kindregelingen, de Participatiewet en de Werkloosheidswet in de toekomst vereenvoudigd kunnen worden. Ook wordt de handhaving herijkt.20
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.P.R.A. van Weyenberg, minister van Financiën
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.