Verslag (initiatief)wetsvoorstel (nader) : Verslag
36 386 Voorstel van het Presidium tot vaststelling van de Regeling financiële ondersteuning fracties en groepen Tweede Kamer 2023
Nr. 4
VERSLAG
Vastgesteld op 11 april 2024.
De commissie voor de Werkwijze, belast met het voorbereidend onderzoek van voorliggend
voorstel van het Presidium tot vaststelling van de Regeling financiële ondersteuning fracties en groepen Tweede
Kamer 2023 d.d. 29 juni 2023 (Kamerstuk 36 386, nr. 2) en de nota van wijziging d.d. 27 maart 2024 (Kamerstuk 36 386, nr. 3), heeft de eer als volgt verslag uit te brengen van haar bevindingen.
Onder het voorbehoud dat het Presidium op de gestelde vragen en de gemaakte opmerkingen
afdoende zal hebben geantwoord, acht de commissie de openbare behandeling van dit
voorstel voldoende voorbereid.
Inbreng van de leden van de fractie van de VVD
De leden van de VVD-fractie hebben met interesse kennisgenomen van het voorstel van
het Presidium tot vaststelling van de Regeling financiële ondersteuning fracties en
groepen en danken het Presidium hiervoor. De leden van de VVD-fractie steunen de aanpassing
van de Regeling. Zij vinden dat de actualisatie en modernisering van de Regeling de
transparantie hiervan ten goede komt. Zij hebben nog enkele opmerkingen dan wel vragen
hierover.
Het voorstel van het Presidium is om in de Regeling vast te leggen dat het zetelbedrag
niet lager uit kan vallen dan in voorgaande jaren. Dit jaar is dat wel het geval «als
gevolg van de systematiek van de Handleiding Overheidstarieven die de fractiekostenregeling
volgt». De leden van de VVD-fractie vragen hierop een uitgebreide, nadere toelichting.
Kunnen er andere redenen zijn waardoor het zetelbedrag lager kan uitvallen dan in
voorgaande jaren? Zo ja, welke redenen zijn daarvoor denkbaar dan wel voorstelbaar?
De leden van de VVD-fractie zien dat de Regeling de mogelijkheid van een egalisatiereserve
expliciteert en dat deze hiervoor een maximum in van € 5 miljoen stelt. De leden vragen
wat de ontwikkeling van de egalisatiereserve in de afgelopen tien jaar is. Is door
het Presidium overwogen om de egalisatiereserve mee te laten stijgen met de stijging
van de loonkosten? Is voorts overwogen om de jaarlijkse loon- en prijsbijstelling
zoals gehanteerd door het Rijk van toepassing te verklaren op de egalisatiereserve?
Zo nee, waarom niet?
De leden van de VVD-fractie constateren dat met deze nota van wijziging Kamerleden
die van hun fractie afsplitsen meer financiële ondersteuning krijgen. Het budget hiervoor
komt van de fractie waar het afgesplitste Kamerlid afscheid van heeft genomen. Met
respect voor de Kieswet hechten de leden van de VVD-fractie zeer aan een krachtig
parlement die haar taak in volle omvang, op een goede wijze, uit kan voeren. Wat deze
leden betreft is het is de opdracht aan eenieder, en daarmee ook aan de verschillende
fracties, om tijdens de zittingsperiode de opdracht van de kiezer naar eer en geweten
uit te voeren. De leden van de VVD-fractie vragen hoe het voorstel binnen de daartoe
ingestelde werkgroep Bisschop tot stand gekomen is. Wat waren de overwegingen van
de werkgroep? Is het de verwachting dat de vraag naar (extra) ondersteuning na deze
verhoging weg is? De financiering van de extra ondersteuning aan afsplitsers is budgetneutraal,
zo lezen de leden van de VVD-fractie. Is budgetneutraliteit als uitgangspunt meegegeven
aan de werkgroep? Wat waren de overwegingen van de werkgroep voor de voorgestelde
wijze van financiering, te weten uit het budget van de fractie waar de afsplitser
ten tijde van de verkiezingen op de kandidatenlijst stond. Zijn er andere bronnen
onderzocht waaruit de gevraagde bijdrage had kunnen worden gefinancierd?
Inbreng van de leden van de fractie van NSC
De leden van de NSC-fractie hebben met belangstelling en instemming kennisgenomen
van de vaststelling Regeling financiële ondersteuning fracties en groepen Tweede Kamer
2023 en de nota van wijziging. De leden van de NSC-fractie zijn positief over het
voorstel. Deze leden steunen het voorstel dat bijdraagt aan meer financiële ruimte
voor Kamerleden die zich afsplitsen. De NSC-fractieleden zien om die reden geen aanleiding
tot het stellen van verdere vragen of het maken van opmerkingen.
Inbreng van de leden van de fractie van D66
De leden van de fractie van D66 hebben met interesse kennisgenomen van het voorstel.
Zij hebben reeds bij de inbreng over de raming 2025 een aantal vragen gesteld over
de Regeling financiële ondersteuning fracties en groepen Tweede Kamer 2023. Zij zien
uit naar de beantwoording daarvan.
Inbreng leden van de ChristenUnie-fractie
De leden van de fractie van de ChristenUnie hebben met interesse kennisgenomen van
het voorstel van het Presidium tot vaststelling van de Regeling financiële ondersteuning
fracties en groepen Tweede Kamer 2023 en de nota van wijziging die beoogt dit voorstel
op enkele punten te wijzigen.
De leden van de fractie van de ChristenUnie hebben op een enkel punt nog behoefte
aan een toelichting. Deze leden constateren dat het zetelbedrag voor een stichting
behorende bij een fractie wordt gesteld op eenmaal loonschaal 10 (CAO Rijk) en anderhalf
loonschaal 13 (CAO Rijk) exclusief overheadkosten overeenkomstig de tarieven opgenomen
in de Handleiding Overheidstarieven. Doordat bij het berekenen van het zetelbedrag,
conform de Handleiding Overheidstarieven wordt uitgegaan van de gemiddelde uurtarieven
per salarisschaal, kan het zetelbedrag fluctueren. De leden van de fractie van de
ChristenUnie vinden dat niet wenselijk vanwege de onvoorspelbaarheid van de vergoeding
die dat tot gevolg heeft. Deze leden hebben dan ook met instemming kennisgenomen van
de nota van wijziging die regelt dat het zetelbedrag niet kan verlagen ten opzichte
van voorafgaande jaren. Dit vergroot de voorspelbaarheid van de financiering en geeft
een solide basis om meerjarig op te begroten. Is ook overwogen om niet het gemiddelde
van de schaal te nemen, maar een vaste trede in de loonschaal te kiezen, bijvoorbeeld
de eindtrede of de trede middenin de schaal, zo vragen deze leden. Waarom is voor
de voorgestelde oplossing gekozen?
De voorzitter van de commissie, Bosma
De griffier van de commissie, Israel
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M. (Martin) Bosma, voorzitter van de commissie voor de Werkwijze -
Mede ondertekenaar
M.Y. Israel, griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.