Memorie van toelichting : Memorie van toelichting
Tweede Kamer der Staten-Generaal
36 550 VIII Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2024 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota)
Nr. 2 MEMORIE VAN TOELICHTING
Vergaderjaar 2023‒2024
A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL
Wetsartikelen 1 tot en met 3
De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2024 wijzigingen aan te brengen in:
1. de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap;
2. de begrotingsstaat inzake het agentschap DUO van dit ministerie.
De in de begrotingsstaat opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).
De Minister van Onderwijs, Cultuur en WetenschapR.H.Dijkgraaf
De Minister voor Primair en Voortgezet OnderwijsM.L.J.Paul
B. BEGROTINGSTOELICHTING
1 Leeswijzer
In deze Eerste Suppletoire Begroting van OCW zijn de effecten van besluiten van het kabinet over de Voorjaarsnota verwerkt. Deze suppletoire wet moet dan ook in samenhang worden bezien met de Voorjaarsnota. Allereerst is de begrotingsstaat voor de verplichtingen, uitgaven en ontvangsten voor de begroting van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap opgenomen. Hierin wordt inzicht gegeven in de financiële wijzigingen die op (beleids)artikelniveau worden voorgesteld in de begroting voor het jaar 2024.
De Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs is verantwoordelijk voor artikel 1 (Primair onderwijs), artikel 3 (Voortgezet onderwijs) en artikel 9 (Arbeidsmarkt- en personeelsbeleid). De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap is verantwoordelijk voor de overige artikelen. De verdeling van de beleidsterreinen tussen de Ministers en de Staatssecretaris is vastgelegd in de portefeuilleverdeling van Kabinet Rutte IV.
Dit onderdeel van de memorie van toelichting bestaat uit een algemeen deel en een artikelsgewijs deel. Het algemeen deel bevat de belangrijkste suppletoire mutaties op de OCW-begroting (paragraaf 2.1). Vervolgens wordt per beleidsartikel een overzicht van de wijzigingen gegeven, inclusief toelichting (paragraaf 3). Daarbij worden mutaties groter of gelijk aan onderstaande staffel toegelicht:
Omvang begrotingsartikel
Beleidsmatige mutaties
Technische mutaties
(stand ontwerpbegroting in € miljoen)
(ondergrens in € miljoen)
(ondergrens in € miljoen)
< 50
1
2
=> 50 en < 200
2
4
=> 200 < 1000
5
10
=> 1000
10
20
De toelichtingen op de uitgaven gelden ook voor de verplichtingen. Alleen indien er sprake is van een groot verschil van de verplichtingenmutaties ten opzichte van de uitgavenmutaties, wordt dit verschil apart toegelicht. Deze verschillen ontstaan bijvoorbeeld doordat er verplichtingen zijn aangegaan die niet tot een uitgavenmutatie leiden (zoals het aangaan van garantieverplichtingen in het kader van schatkistbankieren) of door regelingen waarvoor de verplichtingen dit jaar worden aangegaan terwijl de uitgaven pas volgend jaar (of in de jaren daarna) plaatsvinden.
Dit jaar wordt ook het jaar T+5 getoond in de tabel budgettaire gevolgen van beleid. Jaar T+5 staat voor het begrotingsjaar 2029. Dit is nieuw omdat normaliter alleen naar de begrotingshorizon tot en met T+4 werd gekeken. Het gevolg hiervan is dat de bedragen in de kolom van 2029 een stuk hoger zijn. Hierin zitten namelijk ook de beginstanden van dat jaar verwerkt (ook wel de extrapolatiestanden genoemd). In eerdere jaren werden deze standen pas opgenomen in de Ontwerpbegroting die in september wordt aangeboden aan de Tweede Kamer.
2 Het beleid
2.1 Overzicht belangrijkste uitgaven- en ontvangstenmutaties
In onderstaande tabel worden de belangrijkste suppletoire mutaties ten opzichte van de vastgestelde stand begroting 2024 voor het jaar 2024 weergegeven.
Deze mutaties worden hieronder nader toegelicht.
Tabel 1 Belangrijkste suppletoire uitgavenmutaties 2024 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
Artikelnr.
Uitgaven 2024
Uitgaven 2025
Uitgaven 2026
Uitgaven 2027
Uitgaven 2028
Vastgestelde begroting 2024
55.299.160
57.531.978
55.927.279
55.701.865
55.536.856
Belangrijkste suppletoire mutaties
1
Ontvangen relevante loon- en prijsbijstelling
Diverse
2.644.964
2.719.484
2.656.470
2.642.208
2.630.970
2
Referentieraming inclusief studiefinanciering
Diverse
12.777
‒ 650.895
‒ 764.518
‒ 771.674
‒ 758.345
3
Saldo mee- en tegenvallers
Diverse
‒ 5.211
67.763
118.788
108.847
155.893
4
Saldo in- en extensiveringen
Diverse
‒ 27.637
‒ 7.247
12.433
6.408
‒ 122.042
5
Ingezette eindejaarsmarge
Diverse
236.030
0
0
0
0
6
Kasschuiven
Diverse
801.267
‒ 868.371
‒ 159.221
204.172
44.065
7
Nationaal Groeifonds
Diverse
101.790
95.981
148.066
136.721
13.521
8
Niet-plafondrelevante mutaties
11
‒ 926.471
‒ 884.806
‒ 928.498
‒ 1.039.804
‒ 1.074.754
9
Desalderingen
3, 14, 15
62.948
46.810
41.810
41.810
41.810
10
Overig
Diverse
6.428
28.197
49.546
46.627
27.603
Stand 1e suppletoire begroting 2024
Totaal
58.206.045
58.078.894
57.102.155
57.077.180
56.495.577
Toelichting belangrijkste uitgavenmutaties
1. Ontvangen relevante loon- en prijsbijstelling
Het kabinet besluit dit jaar alle loon- en prijsontwikkeling (lpo) uit te keren over de departementale begrotingen, ter compensatie van stijgende lonen en prijzen. In tabel 2 is de verdeling van de lpo over de artikelen te zien. De relevante lpo-tranche 2024 die OCW ontvangt bedraagt in 2024 € 2.645,0 miljoen.
Tabel 2 Uitgekeerde relevante loon- en prijsontwikkeling tranche 2024 (bedragen x € 1.000)
Art.
Omschrijving
2024
2025
2026
2027
2028
2029
1
Primair onderwijs
873.152
867.231
869.380
867.707
865.374
867.248
3
Voortgezet onderwijs
633.215
636.148
631.966
628.919
622.892
620.028
4
Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie
300.115
300.616
300.659
300.205
297.769
296.736
6
Hoger beroepsonderwijs
237.581
231.366
225.619
219.778
221.200
217.184
7
Wetenschappelijk onderwijs
360.003
360.556
363.707
362.368
364.264
363.178
8
Internationaal beleid
897
884
883
883
883
883
9
Arbeidsmarkt- en personeelsbeleid
14.938
22.216
22.311
22.827
22.737
22.651
11
Studiefinanciering
30.927
104.896
48.507
47.255
42.485
41.996
12
Tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten
2.357
2.328
2.359
2.382
2.401
2.394
13
Lesgelden
857
848
901
897
901
900
14
Cultuur
56.089
59.435
57.432
57.343
57.191
56.996
15
Media
32.576
32.309
32.331
32.412
32.557
32.988
16
Onderzoek en wetenschapsbeleid
80.110
78.738
78.935
78.121
78.656
77.773
25
Emancipatie
1.087
1.130
1.032
1.085
971
971
91
Nog onverdeeld
0
0
0
0
574
574
95
Apparaat Kerndepartement
21.060
20.783
20.448
20.026
20.115
20.162
Totaal
2.644.964
2.719.484
2.656.470
2.642.208
2.630.970
2.622.662
2. Referentieraming inclusief studiefinanciering
Er vindt op de referentieraming en de raming van de studiefinanciering (hierna sf-raming) een per saldo tegenvaller van € 12,8 miljoen plaats in 2024 op de uitgaven. Deze tegenvaller wordt grotendeels veroorzaakt door een tegenvaller op de referentieraming van € 24,4 miljoen. Hier zitten verschillende bewegingen onder, allen ten opzichte van de Referentieraming van vorig jaar. Er worden onder andere meer leerlingen in de basisschoolleeftijd geraamd. Vanaf 2025 leidt de referentieraming tot meevallers vanwege een aanzienlijke bijstelling naar beneden van het aantal geraamde geboorten in de CBS bevolkingsprognose en tevens een kleine bijstelling naar beneden van het aantal in te stromen vo-leerlingen uit het buitenland. Daarnaast is het aantal studenten in het ho aanzienlijk lager, omdat de doorstroom vanuit het voortgezet onderwijs en het mbo naar het ho lager is dan voorheen verwacht en omdat de instroom van internationale studenten lager is dan eerder geraamd. Per saldo leiden deze effecten structureel tot een meevaller van € 499,8 miljoen op de referentieraming.
Daarnaast doen er zich meevallers voor op de relevante sf-raming van € 11,6 miljoen in 2024. Dit wordt veroorzaakt door het lagere aantal studenten dat doorwerkt in deze raming en daarnaast is er een lagere verwachting te zien in de omzettingen van prestatiebeurzen naar giften (op het moment van afstuderen). Structureel leidt de sf-raming tot een meevaller van € 297,2 miljoen.
Tabel 3 Leerlingen- en studentenontwikkeling en studiefinanciering (bedragen x € 1.000)
Art.
Omschrijving
2024
2025
2026
2027
2028
2029
1
Primair onderwijs
62.839
‒ 57.380
‒ 74.170
‒ 48.435
16.853
‒ 23.271
3
Voortgezet onderwijs
‒ 38.154
‒ 98.211
‒ 117.553
‒ 93.806
‒ 73.214
‒ 64.050
4
Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie
‒ 300
‒ 23.400
‒ 18.300
‒ 26.300
‒ 27.400
‒ 18.900
6
Hoger beroepsonderwijs
0
‒ 131.716
‒ 186.294
‒ 222.047
‒ 239.222
‒ 237.531
7
Wetenschappelijk onderwijs
0
‒ 97.836
‒ 134.919
‒ 152.570
‒ 158.432
‒ 156.081
11, 12, 13
Studiefinanciering (relevant)
‒ 11.608
‒ 242.352
‒ 233.282
‒ 228.516
‒ 276.930
‒ 297.202
Totaal
12.777
‒ 650.895
‒ 764.518
‒ 771.674
‒ 758.345
‒ 797.035
3. Saldo overige mee- en tegenvallers
Naast de referentieraming en sf-raming vindt er per saldo een meevaller van € 5,2 miljoen plaats op de OCW-begroting in 2024. Deze meevaller wordt onder andere veroorzaakt door een meevaller op de subsidieregeling school en omgeving van € 44,5 miljoen. Een deel van deze regeling is in 2023 al uitgekeerd en komt niet tot betaling in 2024 en 2025. Daarnaast vindt er een tegenvaller van € 46,6 miljoen plaats op de bekostiging van de nieuwkomers in het po. Dit wordt veroorzaakt door een blijvend hoge instroom van nieuwkomers en een verbeterde ramingsmethodiek waarbij wordt gerekend met de beleidsmatig vastgestelde bedragen voor nieuwkomers in het primair onderwijs en een nauwkeurigere inschatting van de werkelijke instroom.
4. Saldo in- en extensiveringen
Binnen de OCW-begroting worden een aantal extensiveringen gedaan om een deel van de intensiveringen te dekken. Hieronder worden enkele grotere in- en extensiveringen nader toegelicht:
– lerarenbeurs ophogen: De Lerarenbeurs stimuleert de verhoging van het opleidings- en kwalificatieniveau van leraren. Gezien de overvraging van de beurs in het afgelopen jaar, wordt het budget voor de komende jaren opgehoogd met cumulatief € 9,3 miljoen in de periode 2024 tot en met 2026;
– ophoging budget zij-instroom: De Regeling zij-instroom is een instrument in het bestrijden van het lerarentekort, waarbij momenteel het aantal aanvragen het budget overstijgt. De regeling wordt opgehoogd met cumulatief € 14,8 miljoen in 2024 en 2025 om aan het stijgend aantal aanvragen te kunnen voldoen;
– digitaal examineren: OCW zal met deze middelen een programma opzetten waarmee onderzocht wordt op welke manier het verder digitaliseren van het examineren kan worden vormgegeven, enerzijds om het examen nauwer aan te kunnen laten sluiten op belangrijke vaardigheden van leerlingen en anderzijds om processen rondom het examineren efficiënter in te richten. Het betreft incidentele middelen voor het voorbereiden en uitvoeren van een experimenteer- en leerfase van cumulatief € 26,0 miljoen tot en met 2029;
– masterplan Campussen Groningen: Naar aanleiding van de parlementaire enquête aardgaswinning Groningen is door het kabinet een meerjarig investeringspakket toegezegd ten behoeve van brede sociaal-economische ontwikkeling in Groningen. Onderdeel van dit pakket is het versterken van het kennis- en innovatie ecosysteem, door middel van campusontwikkeling. Het investeringspakket bedraagt cumulatief € 50,0 miljoen en wordt gedekt via extensiveringen binnen de OCW-begroting op de artikel 4 (Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie), artikel 6 (Hoger onderwijs), artikel 7 (Wetenschappelijk onderwijs) en artikel 16 (Onderzoek en wetenschapsbeleid);
– energie 2024: In 2023 is structureel een extra tranche loon- en prijsbijstelling (lpo) toegekend aan de OCW-begroting in verband met gestegen energielasten. Deze lpo-middelen voor 2024 voor het funderend onderwijs (€ 30,6 miljoen) worden geëxtensiveerd;
– G5: Door de overgang van een betaling per schooljaar naar een betaling per kalenderjaar voor de convenanten G5 valt er in 2025 eenmalig € 18,4 miljoen vrij.
5. Eindejaarsmarge
De totale onderuitputting in 2023 bedroeg € 494,0 miljoen. Conform begrotingsregels wordt maximaal 1% van het gecorrigeerde begrotingstotaal als eindejaarsmarge toegevoegd aan de begroting voor 2024. De totaal beschikbare eindejaarsmarge in 2024 komt daarmee voor OCW uit op € 470,9 miljoen. In tabel 4 is de inzet van de eindejaarsmarge uitgesplitst. Van de eindejaarsmarge wordt € 103,5 miljoen ingezet voor openstaande verplichtingen voor het kwijtschelden van DUO schulden bij gedupeerden en ex-partners als gevolg van de kinderopvangtoeslagenaffaire (KOT). Dit budget is niet volledig tot besteding gekomen in 2023 en is nodig voor uitbetalingen in 2024 en verder. Daarnaast wordt € 84,1 miljoen ingezet voor diverse andere openstaande verplichtingen vanuit 2023. Dit zijn verplichtingen die in 2023 zijn aangegaan, niet tot besteding zijn gekomen, en in 2024 alsnog moeten worden voldaan. Deze openstaande verplichtingen zijn reeds bij de Tweede Suppletoire begroting of in de brief ‘Beleidsmatige mutaties na Najaarsnota’ gemeld aan de Tweede en Eerste Kamer. De hoogste openstaande verplichting betreft die op het budget bekostiging aan Oekraïense nieuwkomers ter hoogte van € 23,8 miljoen. Daarnaast wordt € 48,4 miljoen ingezet voor diverse problematiek op de OCW-begroting. Er wordt in totaal € 236,0 miljoen van de eindejaarsmarge op de OCW-begroting ingezet. De resterende € 234,9 miljoen wordt niet overgeheveld naar de OCW-begroting en ingezet ter verbetering van het Rijksbrede beeld.
Tabel 4 Eindejaarsmarge (bedragen x € 1.000)
Art.
Omschrijving
2024
Maximale EJM 1%
470.942
11
Maatregelen kabinetsreactie POK
103.543
Diverse
Openstaande verplichtingen
84.109
Diverse
Overige inzet
48.378
Saldo na inzet EJM op OCW-begroting
234.912
Niet overgeheveld naar OCW-begroting en ingezet voor het Rijksbrede beeld
‒ 234.912
Saldo eindejaarsmarge
0
6. Kasschuiven
Op de begroting worden diverse meerjarige kasschuiven doorgevoerd, om de budgetten in overeenstemming te brengen met het verwachte bestedingsritme. De grootste kasschuif betreft een schuif van € 1,0 miljard op het budget van de reisvoorziening van de vervoersbedrijven. Hiermee wordt de betaling aan de vervoersbedrijven (gedeeltelijk) al aan het eind van het voorafgaande jaar in plaats van aan het begin van het betreffende jaar gedaan (in dit geval in 2024 in plaats van in 2025), zonder af te wijken van de afspraken met de vervoerbedrijven. Met deze kasschuif wordt op verzoek van het kabinet een bijdrage geleverd aan de optimalisering van het kasritme van de Staat over de jaren heen.
7. Nationaal Groeifonds
In tabel 5 staan de middelen voor het Nationaal Groeifonds uiteengezet. Hierin zijn de volgende zaken verwerkt:
– in de derde ronde van het NGF zijn de middelen voor een aantal OCW-projecten (deels) toegekend. Deze middelen worden bij Voorjaarsnota overgeheveld naar de OCW-begroting. Het gaat om de NGF-projecten Innovatie huisvesting (cumulatief € 124,2 miljoen), Techkwadraat (cumulatief € 145,8 miljoen), Creative Industries Immersive Impact Coalition (CIIIC) (cumulatief € 102,3 miljoen) en Impuls open leermiddelen (cumulatief € 20,5 miljoen);
– de openstaande verplichtingen op lopende projecten waarvoor in 2023 verplichtingen zijn aangegaan, maar niet tot besteding zijn gekomen, maar wel tot betaling komen in 2024. Deze openstaande verplichtingen zijn reeds bij de Tweede Suppletoire begroting of in de brief ‘Beleidsmatige mutaties na Najaarsnota’ gemeld aan de Tweede en Eerste Kamer;
– twee kasschuiven waarbij middelen naar achteren worden geschoven op twee NGF-projecten. Het gaat om de Biotech booster waarbij er € 25,1 miljoen vanuit 2024 wordt geschoven naar latere jaren en het NGF Collectief Laaggeletterdheid waarbij er € 1,0 miljoen van 2024 naar 2025 wordt geschoven.
Tabel 5 Nationaal Groeifonds (bedragen x € 1.000)
Art.
Omschrijving
2024
2025
2026
2027
2028
2029
1, 3, 95
Open leermateriaal
1.035
11.594
7.932
0
0
0
1, 3, 95
Ontwikkelkracht
13.029
0
0
0
0
0
3, 95
Digitaal onderwijs goed geregeld
1.544
0
0
0
0
0
4
Collectief laagopgeleiden en laaggeletterden reeks en kasschuif
5.903
1.037
0
0
0
0
6
Nationale LLO Katalysator
31.223
0
0
0
0
0
6
Digitaliseringsimpuls onderwijs NL
38.678
0
0
0
0
0
16
Biotech booster reeks en kasschuif
‒ 22.372
18.034
6.335
704
0
0
16
Einsteintelescope
6.500
0
0
0
0
0
16
Big chemistry
1.700
0
0
0
0
0
3, 95
Huisvesting
16.558
5.513
45.443
43.167
13.521
0
3, 95
Techkwadraat
6.400
45.103
46.456
47.850
0
0
14
CIIIC
700
14.700
41.900
45.000
0
0
95
NGF apparaatskosten
892
0
0
0
0
0
Totaal
101.790
95.981
148.066
136.721
13.521
0
8. Niet-plafondrelevante mutaties
De niet-plafondrelevante (NR) mutaties hebben betrekking op de studiefinanciering. Het betreft hier de tranche 2024 van de niet-plafondrelevante prijsbijstelling van € 198,2 miljoen.
Daarnaast is er een meevaller op de niet relevante sf-raming van € 1,1 miljard. Dit wordt verklaard door het lagere aantal studenten in de referentieraming en doordat op alle niveaus het percentage studenten dat leent daalt.
9. Desalderingen
Dit betreft desalderingen van uitgaven en ontvangsten. De grootste desaldering binnen dit bedrag betreft de dotatie aan de Algemene Mediareserve van € 45,3 miljoen. Hiermee wordt aansluiting gevonden op de geactualiseerde Ster-raming.
10. Overig
Dit saldo bestaat uit verschillende technische mutaties:
– een meevaller op Covid-19 budgetten als gevolg van het aflopen van het Nationaal Programma Onderwijs. Door het aflopen van het programma vallen de resterende middelen vrij. Daarnaast worden hier enkele openstaande verplichtingen verwerkt voor het Nationaal Programma Onderwijs met betrekking tot monitoring en evaluatie en de maatwerkregeling ventilatie wegens vertraging in de afhandeling van bezwaarschriften;
– een toevoeging van de middelen die OCW in 2023 heeft ontvangen voor de financiering van kennisopbouw en samenwerking bij programma’s voor cultuur in Oekraïne wordt toegevoegd aan 2024;
– overboekingen met andere departementen;
– technische mutaties en interne overboekingen.
Tabel 6 Belangrijkste suppletoire ontvangstenmutaties 2024 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
Artikelnr.
Ontvangsten 2024
Ontvangsten 2025
Ontvangsten 2026
Ontvangsten 2027
Ontvangsten 2028
Vastgestelde begroting 2024
2.038.040
2.220.961
2.292.730
2.369.227
2.445.758
Belangrijkste suppletoire mutaties
1
Referentieraming inclusief studiefinanciering
Diverse
‒ 60.489
‒ 61.427
‒ 28.606
8.125
48.837
2
Saldo in- en extensiveringen
11
‒ 1.067
‒ 1.600
‒ 1.600
0
0
3
Kasschuif
12
8.500
‒ 1.500
‒ 3.500
‒ 3.500
0
4
Niet-plafondrelevante mutaties
11
87.372
70.796
53.349
34.958
15.548
5
Desalderingen
3, 14, 15
62.948
46.810
41.810
41.810
41.810
6
Overig
Diverse
15.564
0
0
0
0
Stand 1e suppletoire begroting 2024
Totaal
2.150.868
2.274.040
2.354.183
2.450.620
2.551.953
Toelichting belangrijkste ontvangstenmutaties
1. Referentieraming inclusief studiefinanciering
Op de ontvangsten vindt een tegenvaller plaats van € 60,5 miljoen in 2024. Dit wordt veroorzaakt doordat de relevante renteontvangsten in 2024 omlaag zijn bijgesteld met € 43,3 miljoen. De relevante renteontvangsten vallen in de eerste jaren tegen doordat er bij de vorige raming geen rekening was gehouden met het deel van de studenten voor wie er wel rente wordt gerekend maar nog niet hoeft af te lossen. Daarnaast vindt er een structurele tegenvaller plaats van € 22,2 miljoen op de ontvangstenraming van de studiefinancieringsraming. Deze wordt met name veroorzaakt door een tegenvaller op de lesgeldontvangsten. Dit wordt veroorzaakt doordat meer studenten kiezen om het lesgeld in termijnen te betalen, waardoor de ontvangsten structureel naar achter schuiven.
2. Saldo in- en extensiveringen
De wettelijke rente die DUO rekent aan studenten die een betalingsregeling willen treffen bij DUO wordt op 0 procent gezet in de jaren 2024, 2025 en 2026. Hiermee wordt voorkomen dat het voor studenten financieel gunstiger is om geen betalingsregeling af te sluiten met DUO, maar direct met het CJIB, omdat het CJIB geen rente rekent. Dit leidt tot cumulatief € 4,3 miljoen lagere ontvangsten.
3. Kasschuif
Dit betreft middelen voor het op 0 procent zetten van de rente op de gepauzeerde schulden van de gedupeerden en ex-partners als gevolg van de KOT. Middels een kasschuif worden deze middelen in het juiste kasritme gezet.
4. Niet-plafondrelevante mutaties
De niet-plafondrelevante ontvangsten zijn op de ontvangsten van de studiefinancieringsraming in de eerste jaren hoger dan geraamd door extra ontvangsten op de rentedragende studielening. Dit wordt mogelijk verklaard door de positieve rente. Structureel worden geen hogere ontvangsten verwacht.
5. Desalderingen
Dit betreft desalderingen van uitgaven en ontvangsten. De grootste desaldering binnen dit bedrag betreft de dotatie aan de Algemene Mediareserve van € 45,3 miljoen. Hiermee wordt aansluiting gevonden op de geactualiseerde Ster-raming.
6. Overig
Dit saldo bestaat met name uit coronamiddelen die op de cultuurbegroting beschikbaar waren voor de Opengestelde Monumenten Lening waarvan € 25,6 miljoen niet is benut.
3 De beleidsartikelen
3.1 Beleidsartikel 1. Primair onderwijs
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 7 Budgettaire gevolgen van beleid art.1 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
Ontwerp-begroting 2024 (1)
Mutaties via NvW, moties, amende-menten en ISB (2)
Vastgestelde begroting 2024 (3) = (1) + (2)
Mutaties 1e suppletoire begroting (4)
Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)
Mutatie 2025
Mutatie 2026
Mutatie 2027
Mutatie 2028
Mutatie 2029
Verplichtingen
15.363.520
0
15.363.520
2.152.844
17.516.364
496.395
653.574
901.159
884.166
16.174.271
Uitgaven
15.428.036
0
15.428.036
1.026.547
16.454.583
787.502
664.837
903.619
883.186
16.163.158
Bekostiging
14.033.924
0
14.033.924
899.344
14.933.268
677.307
713.655
738.023
800.853
14.651.948
Bekostiging po-instellingen
13.765.148
0
13.765.148
922.394
14.687.542
799.573
783.707
808.075
870.905
14.427.089
Bekostiging Caribisch Nederland
30.142
0
30.142
324
30.466
327
327
327
327
30.725
Aanvullende bekostiging
207.029
0
207.029
‒ 25.284
181.745
‒ 106.103
‒ 72.289
‒ 72.289
‒ 72.289
160.619
Aanpak lerarentekort G5
31.605
0
31.605
1.910
33.515
‒ 16.490
1.910
1.910
1.910
33.515
Subsidies (regelingen)
703.480
0
703.480
105.966
809.446
76.911
‒ 84.994
133.262
49.974
755.639
Onderwijsvoorziening jonggehandicapten
27.878
0
27.878
6.256
34.134
7.326
7.326
7.326
7.326
35.204
Nederlands onderwijs buitenland
14.528
0
14.528
0
14.528
800
800
800
800
15.328
Humanistisch vormend en godsdienstonderwijs
18.051
0
18.051
998
19.049
998
998
998
998
19.049
School en omgeving
174.404
0
174.404
‒ 3.240
171.164
‒ 23.577
11.928
15.139
15.139
281.846
Basisvaardigheden
224.765
0
224.765
72.282
297.047
67.828
‒ 126.969
96.418
12.365
240.540
NGF Open Leermateriaal
3.790
0
3.790
443
4.233
11.594
7.932
0
0
0
NGF Digitaal Onderwijs
5.300
0
5.300
1.284
6.584
0
0
0
0
2.750
Schoolmaaltijden
101.260
0
101.260
2.485
103.745
0
0
0
0
0
Brugfunctionaris
40.285
0
40.285
1.624
41.909
1.909
1.909
2.309
2.309
42.594
Overige subsidies
93.219
0
93.219
23.834
117.053
10.033
11.082
10.272
11.037
118.328
Opdrachten
42.683
0
42.683
‒ 12.766
29.917
‒ 5.282
‒ 6.303
‒ 5.835
‒ 5.826
34.269
Opdrachten
42.683
0
42.683
‒ 12.766
29.917
‒ 5.282
‒ 6.303
‒ 5.835
‒ 5.826
34.269
Bijdrage aan agentschappen
39.813
0
39.813
4.211
44.024
4.465
4.214
4.186
4.217
46.329
Dienst Uitvoering Onderwijs
39.813
0
39.813
4.211
44.024
4.465
4.214
4.186
4.217
46.329
Bijdrage aan ZBO's/RWT's
11.189
0
11.189
456
11.645
181
181
181
166
8.179
Stichting Vervangingsfonds en Participatiefonds
8.393
0
8.393
319
8.712
44
44
44
29
5.246
UWV
2.796
0
2.796
137
2.933
137
137
137
137
2.933
Bijdrage aan medeoverheden
596.753
0
596.753
29.530
626.283
34.114
38.278
33.682
33.682
652.963
Gemeentelijk onderwijsachterstandenbeleid
572.386
0
572.386
34.040
606.426
33.955
36.184
36.184
36.184
645.432
Caribisch Nederland
19.878
0
19.878
‒ 3.321
16.557
163
2.098
‒ 3.081
‒ 3.081
2.463
Scholenprogramma Groningen
3.089
0
3.089
‒ 89
3.000
‒ 89
‒ 89
494
494
3.583
Ventilatie in scholen
0
0
0
300
300
0
0
0
0
0
Overig
1.400
0
1.400
‒ 1.400
0
85
85
85
85
1.485
Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken
194
0
194
‒ 194
0
‒ 194
‒ 194
120
120
13.831
Brede scholen
194
0
194
‒ 194
0
‒ 194
‒ 194
120
120
13.831
Ontvangsten
9.208
0
9.208
0
9.208
0
0
0
0
9.208
Tabel 8 Uitsplitsing verplichtingen
Ontwerp-begroting 2024 (1)
Mutaties via NvW, moties, amende-menten en ISB (2)
Vastgestelde begroting 2024 (3) = (1) + (2)
Mutaties 1e suppletoire begroting (4)
Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)
Mutatie 2025
Mutatie 2026
Mutatie 2027
Mutatie 2028
Mutatie 2029
Verplichtingen
15.363.520
0
15.363.520
2.152.844
17.516.364
496.395
653.574
901.159
884.166
16.174.271
waarvan garantieverplichtingen
0
0
0
1.384
1.384
0
0
0
0
0
waarvan overig
15.363.520
0
15.363.520
2.151.460
17.514.980
496.395
653.574
901.159
884.166
16.174.271
In de kolom "Mutaties 1e suppletoire begroting" worden de mutaties ten opzichte van de «Stand vastgestelde begroting 2024» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.
Toelichting
Verplichtingen
De verplichtingen worden met € 2,2 miljard verhoogd. Het verschil tussen de verplichtingen- en uitgavenmutaties wordt voornamelijk veroorzaakt doordat de loon- en prijsbijstelling tranche 2024 ten behoeve van het bekostigingsjaar 2025 in het najaar van 2024 al wordt verplicht. Zie het algemene deel voor een verdere toelichting op de loon- en prijsbijstelling.
Uitgaven
De uitgaven worden met € 1,0 miljard verhoogd.
Toelichting per instrument:
Bekostiging
Het budget voor het instrument bekostiging wordt per saldo met € 899,3 miljoen verhoogd. De verhoging wordt voornamelijk veroorzaakt door:
– de doorverdeling van de loon- en prijsbijstelling tranche 2024 van € 798,7 miljoen;
– een aanpassing naar aanleiding van de jaarlijkse raming van het aantal verwachte leerlingen in het primair onderwijs. Op het budget van 2024 resulteert dit in een opwaartse bijstelling van € 62,8 miljoen (zie ook het algemene deel);
– een verhoging van het budget voor de nieuwkomersbekostiging met € 46,6 miljoen als gevolg van de doorrekening van het verwachte aantal nieuwkomers;
– een verhoging van € 23,8 miljoen in het kader van de openstaande verplichting voor Oekraïense nieuwkomers in verband met een vertraagde betaling (zoals gemeld in de brief ‘Beleidsmatige mutaties na Najaarsnota’);
– een overboeking van € 24,5 miljoen vanaf artikel 3 (Voortgezet onderwijs) om het budget van de arbeidsmarkttoelage op juiste wijze te verdelen over de artikelen;
– een overboeking van € 24,4 miljoen naar artikel 14 (Cultuur) ten behoeve van de Bibliotheek op school;
– een verlaging van de beschikbaar gestelde middelen ter compensatie van de energielasten voor 2024 ad € 14,7 miljoen;
– een overboeking naar overige subsidies van de middelen (€ 12,4 miljoen) die vanuit het coalitieakkoord beschikbaar zijn gekomen voor Verzuim en Onderwijszorgarrangementen (OZA);
– een overboeking van € 12,0 miljoen naar het instrument overige subsidies bij artikel 3 (Voortgezet onderwijs). Dit betreft middelen die vanuit het coalitieakkoord beschikbaar zijn gekomen voor professionalisering van leerkrachten in het kader van het bijgestelde curriculum. Het budget wordt verschoven in de tijd en zal vanaf artikel 3 (Voortgezet onderwijs) tot uitgaven leiden in de jaren 2025, 2026 en 2027.
Zoals aangegeven in de begroting 2024 is voor het programma schoolmaaltijden (€ 166,0 miljoen in 2024) een deel van de dekking (tijdelijk) gevonden op de bekostiging po (€ 13,4 miljoen) en bekostiging vo (€ 8,6 miljoen). Aangezien er voldoende eindejaarsmarge beschikbaar is, wordt het terugdraaien van deze extensivering op de bekostiging in de voorjaarsnota 2024 verwerkt.
Subsidies
Het budget voor het instrument subsidies wordt per saldo met € 106,0 miljoen verhoogd. Dit wordt met name verklaard door:
– twee overboekingen van € 64,2 miljoen en € 33,1 miljoen vanaf artikel 3 (Voortgezet onderwijs) voor de subsidieregelingen Basisvaardigheden en School en Omgeving, zodat deze middelen juist over de artikelen verdeeld staan;
– een toevoeging aan het budget van € 36,5 miljoen voor de loon- en prijsbijstelling tranche 2024;
– een neerwaartse bijstelling van het budget van School en Omgeving met € 34,2 miljoen ter correctie van een voortijdige betaling in 2023;
– een overboeking vanaf het instrument bekostiging van de middelen (€ 12,4 miljoen) die vanuit het coalitieakkoord beschikbaar zijn gekomen voor Verzuim en OZA.
Amendement Ceder
In het kader van het amendement van het lid Ceder c.s. (36410-VIII-66) wordt het budget met € 0,5 miljoen verhoogd en verlaagd. Zie hiervoor de brief ‘Reactie moties- en amendementen funderend onderwijs’.
Bijdrage aan medeoverheden
Het budget wordt per saldo met € 29,5 miljoen verhoogd. De verhoging wordt voornamelijk veroorzaakt door:
– de doorverdeling van de loon- en prijsbijstelling tranche 2024 van € 34,7 miljoen;
– een verlaging van het budget voor onderwijshuisvesting in Caribisch Nederland in 2024 met € 7,5 miljoen. Deze verlaging is onderdeel van een kasschuif waarbij het budget in 2025 en 2026 wordt verhoogd. Hiermee wordt de verdeling van de middelen over de jaren aangepast op de actuele planning van de onderwijshuisvestingsconvenanten Caribisch Nederland;
– een verhoging van het budget met € 5,0 miljoen in het kader van de openstaande verplichting naar aanleiding van de vertraagde uitvoering van de onderwijshuisvestingsconvenanten Caribisch Nederland (zoals in 2023 in de 2e suppletoire begroting en de brief ‘Beleidsmatige mutaties na Najaarsnota’ gemeld).
Toelichting bijdrage OCW aan scholenprogramma Groningen
In 2016 is tussen OCW, Nationaal Coördinator Groningen (NCG) en de betrokken schoolbesturen en gemeenten afgesproken dat in het Groningse aardbevingsgebied 101 scholen aardbevingsbestendig en toekomstbestendig worden gemaakt. Aan het scholenprogramma dragen, naast de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) (€ 172,5 miljoen), de gemeenten en schoolbesturen (€ 44,5 miljoen), het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (€ 23,5 miljoen) en het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (€ 50,0 miljoen; waarvan € 3,0 miljoen per jaar tot en met 2034) bij.
Hieronder is een overzicht opgenomen waarin, conform artikel 17, tweede lid, van de Financiële-verhoudingswet, de maximaal te ontvangen bedragen per gemeente zijn opgenomen. Voor de bijdrage aan de gemeenten voor het kalenderjaar 2024 zal dit (net als voor kalenderjaar 2023) als wettelijke grondslag gelden op basis van artikel 4.23, derde lid, aanhef en onderdeel c, van de Algemene Wet Bestuursrecht.
Tabel 9 Maximaal te ontvangen bedragen per gemeente ten behoeve van scholenprogramma Groningen
Gemeente
Bedrag per jaar
Het Hogeland
417.520
Groningen
134.834
Midden-Groningen
896.924
Eemsdelta
1.550.722
Totaal
3.000.000
3.2 Beleidsartikel 3. Voortgezet onderwijs
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 10 Budgettaire gevolgen van beleid art. 3 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
Ontwerp-begroting 2024 (1)
Mutaties via NvW, moties, amende-menten en ISB (2)
Vastgestelde begroting 2024 (3) = (1) + (2)
Mutaties 1e suppletoire begroting (4)
Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)
Mutatie 2025
Mutatie 2026
Mutatie 2027
Mutatie 2028
Mutatie 2029
Verplichtingen
11.290.093
0
11.290.093
1.498.524
12.788.617
344.096
377.641
541.335
490.076
11.119.375
Uitgaven
11.459.272
0
11.459.272
492.179
11.951.451
587.557
470.649
636.632
506.712
11.680.809
Bekostiging
10.512.339
0
10.512.339
524.387
11.036.726
434.142
418.406
432.338
447.456
10.606.251
Bekostiging vo-instellingen
10.364.349
0
10.364.349
516.823
10.881.172
478.428
462.705
476.637
491.755
10.507.325
Resultaatafhankelijke bekostiging vsv aan vo-instellingen
0
0
0
100
100
0
0
0
0
0
Bekostiging Caribisch Nederland
23.804
0
23.804
232
24.036
232
232
232
232
24.033
Aanvullende regeling strategisch personeelsbeleid, begeleiding starters en thuiszitters
119.646
0
119.646
7.232
126.878
‒ 44.518
‒ 44.531
‒ 44.531
‒ 44.531
74.893
Aanvullende regelingen leerlingendaling
4.540
0
4.540
0
4.540
0
0
0
0
0
Subsidies (regelingen)
744.532
0
744.532
‒ 54.047
690.485
145.157
42.825
193.590
48.318
852.017
Stichting Kennisnet (basissubsidie) po, vo, mbo
25.076
0
25.076
1.210
26.286
1.028
1.028
1.028
1.028
18.968
Subsidieregeling structureel voorkomen onnodig zittenblijven
5.637
0
5.637
‒ 5.637
0
‒ 5.767
‒ 5.982
‒ 5.982
‒ 5.982
0
Praktijkgerichte programma's
10.501
0
10.501
569
11.070
5.819
569
‒ 4.681
2
0
Regeling Heterogene brugklassen
0
0
0
0
0
1.861
1.861
1.861
1.861
57.361
Basisvaardigheden
254.366
0
254.366
‒ 54.014
200.352
49.916
‒ 74.813
67.413
13.683
271.919
Maatschappelijke diensttijd
121.177
‒ 1.000
120.177
‒ 1.264
118.913
‒ 946
0
0
0
181.753
School en omgeving
111.510
0
111.510
‒ 44.767
66.743
‒ 3.750
7.430
9.468
9.468
178.345
NGF Ontwikkelkracht
19.972
0
19.972
8.931
28.903
0
0
0
0
0
Schoolmaaltijden
64.740
0
64.740
1.699
66.439
0
0
0
0
0
Brugfunctionaris VO
11.538
0
11.538
‒ 18
11.520
0
0
625
625
12.163
NGF Techkwadraat
0
0
0
5.775
5.775
44.459
45.793
47.167
0
0
NGF Huisvesting
0
0
0
16.108
16.108
5.054
44.975
42.690
13.034
0
Overige subsidies
120.015
1.000
121.015
17.361
138.376
47.483
21.964
34.001
14.599
131.508
Opdrachten
80.477
0
80.477
‒ 2.363
78.114
‒ 2.090
‒ 446
888
1.070
88.708
Opdrachten
63.925
0
63.925
‒ 2.363
61.562
‒ 2.090
‒ 446
888
1.070
68.336
MDT opdrachten
16.552
0
16.552
0
16.552
0
0
0
0
20.372
Bijdrage aan agentschappen
70.009
0
70.009
10.427
80.436
7.826
7.345
7.297
7.349
79.690
Dienst Uitvoering Onderwijs
70.009
0
70.009
10.427
80.436
7.826
7.345
7.297
7.349
79.690
Bijdrage aan ZBO's/RWT's
51.567
0
51.567
13.765
65.332
2.512
2.509
2.509
2.509
53.785
College voor Toetsen en Examens
4.957
0
4.957
8.071
13.028
‒ 14
‒ 17
‒ 17
‒ 17
4.649
SLOA: onderwijs ondersteunende instellingen
46.610
0
46.610
5.694
52.304
2.526
2.526
2.526
2.526
49.136
Bijdrage aan (inter)nationale organisaties
348
0
348
10
358
10
10
10
10
358
GRAZ (ECML) en PISA
348
0
348
10
358
10
10
10
10
358
Ontvangsten
7.391
0
7.391
7.000
14.391
0
0
0
0
7.391
Tabel 11 Uitsplitsing verplichtingen
Ontwerp-begroting 2024 (1)
Mutaties via NvW, moties, amende-menten en ISB (2)
Vastgestelde begroting 2024 (3) = (1) + (2)
Mutaties 1e suppletoire begroting (4)
Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)
Mutatie 2025
Mutatie 2026
Mutatie 2027
Mutatie 2028
Mutatie 2029
Verplichtingen
11.290.093
0
11.290.093
1.498.524
12.788.617
344.096
377.641
541.335
490.076
11.119.375
waarvan garantieverplichtingen
0
0
0
‒ 5.375
‒ 5.375
0
0
0
0
0
waarvan overig
11.290.093
0
11.290.093
1.503.899
12.793.992
344.096
377.641
541.335
490.076
11.119.375
In de kolom "Mutaties 1e suppletoire begroting 2024" worden de mutaties ten opzichte van de «Stand vastgestelde begroting 2024» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.
Toelichting
Verplichtingen
De verplichtingen worden met € 1,5 miljard verhoogd. Het verschil tussen de verplichtingen- en uitgavenmutaties wordt voornamelijk veroorzaakt doordat de loon- en prijsbijstelling tranche 2024 ten behoeve van het bekostigingsjaar 2025 in het najaar van 2024 al wordt verplicht. Zie het algemene deel voor een verdere toelichting op de loon- en prijsbijstelling.
Uitgaven
De uitgaven worden met € 492,2 miljoen verhoogd.
Toelichting per instrument:
Bekostiging
Het budget voor het instrument bekostiging wordt per saldo met € 524,4 miljoen verhoogd. De verhoging wordt voornamelijk veroorzaakt door:
– de doorverdeling van de loon- en prijsbijstelling tranche 2024 van € 586,8 miljoen;
– een aanpassing naar aanleiding van de jaarlijkse raming van het aantal verwachte leerlingen in het voortgezet onderwijs. Op het budget van 2024 resulteert dit in een neerwaartse bijstelling van € 38,2 miljoen (zie ook het algemene deel);
– een overboeking van € 24,5 miljoen naar artikel 1 (Primair onderwijs) om het budget van de arbeidsmarkttoelage op juiste wijze te verdelen over de artikelen;
– een verlaging van de beschikbaar gestelde middelen ter compensatie van de energielasten ad € 15,9 miljoen;
– een overboeking van € 10,6 miljoen vanaf het instrument subsidies ten behoeve van de schoolleidersbeurs voortgezet onderwijs.
Zoals aangegeven in de begroting 2024 is voor het programma schoolmaaltijden (€ 166,0 miljoen in 2024) een deel van de dekking (tijdelijk) gevonden op de bekostiging po (€ 13,4 miljoen) en bekostiging vo (€ 8,6 miljoen). Aangezien er voldoende eindejaarsmarge beschikbaar is, wordt het terugdraaien van deze extensivering op de bekostiging in de voorjaarsnota 2024 verwerkt.
Subsidies
Het budget voor het instrument subsidies wordt per saldo met € 54,0 miljoen verlaagd. Dit wordt met name verklaard door:
– twee overboekingen van € 64,2 miljoen en € 33,1 miljoen naar artikel 1 (Primair onderwijs) voor de subsidieregelingen Basisvaardigheden en School en Omgeving, zodat deze middelen juist verdeeld staan over de artikelen;
– een toevoeging aan het budget van € 36,9 miljoen voor de loon- en prijsbijstelling tranche 2024;
– de extra investeringen van € 21,9 miljoen in 2024 naar aanleiding van de goedgekeurde aanvragen voor het Nationaal Groeifonds (Innovatie Onderwijshuisvesting ad € 16,1 miljoen; Techkwadraat ad € 5,8 miljoen);
– neerwaartse bijstelling van het budget van School en Omgeving met € 10,3 miljoen ter correctie van een voortijdige betaling in 2023;
– een overboeking van € 5,6 miljoen naar het instrument bekostiging in navolging van de afspraak in het sectorakkoord VO 2014-2017 om de beschikbaar gestelde middelen voor het voorkomen van onnodig zittenblijven, doorontwikkeld tot de subsidieregeling Structureel voorkomen onnodig zittenblijven, na afloop van de regeling toe te voegen aan de lumpsum.
Amendement Westerveld
In het kader van het amendement van het lid Westerveld 36410-VIII-39 wordt het budget met € 1,0 miljoen verhoogd en verlaagd. Zie hiervoor de brief ‘Reactie moties- en amendementen funderend onderwijs.'
Bijdragen aan agentschappen
Het budget voor het instrument bijdragen aan agentschappen wordt per saldo met € 10,4 miljoen verhoogd. Dit wordt voornamelijk verklaard door:
– een toevoeging aan het budget van € 3,5 miljoen voor de loon- en prijsbijstelling tranche 2024;
– een overboeking van € 3,0 miljoen voor het uitvoeren van activiteiten binnen KOMEX (Kostprijsmodel examens);
– een toevoeging van € 2,5 miljoen ten behoeve van het professionaliseringsplan van DUO.
Bijdrage aan ZBO's/RWT's
Het budget voor het instrument bijdrage aan ZBO’s/RWT’s wordt per saldo met € 13,8 miljoen verhoogd. Dit wordt grotendeels verklaard door:
– een overboeking van € 7,5 miljoen vanuit artikel 4 (Beroepsonderwijs en volwasseneducatie) ten behoeve van het werkprogramma van het CvTE;
– een toevoeging van € 2,5 miljoen ter correctie van een eerdere aanvraag van Cito op de WaU-middelen;
– een toevoeging aan het budget van € 2,8 miljoen voor de loon- en prijsbijstelling tranche 2024.
Ontvangsten
De ontvangsten worden met € 7,0 miljoen verhoogd.
3.3 Beleidsartikel 4. Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 12 Budgettaire gevolgen van beleid art. 4 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
Ontwerp-begroting 2024 (1)
Mutaties via NvW, moties, amende-menten en ISB (2)
Vastgestelde begroting 2024 (3) = (1) + (2)
Mutaties 1e suppletoire begroting (4)
Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)
Mutatie 2025
Mutatie 2026
Mutatie 2027
Mutatie 2028
Mutatie 2029
Verplichtingen
6.498.888
500
6.499.388
484.037
6.983.425
534.165
320.763
332.376
266.663
5.847.359
Uitgaven
5.642.932
500
5.643.432
238.468
5.881.900
314.520
335.834
346.001
314.024
5.887.555
Bekostiging
4.976.105
0
4.976.105
246.430
5.222.535
280.728
287.421
308.011
279.952
5.209.871
Bekostiging mbo-instellingen
4.078.966
0
4.078.966
240.382
4.319.348
235.625
241.165
263.229
230.244
4.460.601
Bekostiging Caribisch Nederland
12.200
0
12.200
‒ 201
11.999
‒ 200
‒ 200
‒ 200
‒ 200
12.242
Bekostiging vavo
87.079
0
87.079
4.641
91.720
4.641
4.641
4.647
4.647
91.826
Loopbaanoriëntatie
0
0
0
32.000
32.000
32.000
32.000
32.000
32.000
32.000
Kwaliteitsafspraken investeringsbudget
704.330
0
704.330
0
704.330
0
0
0
0
540.033
Regionaal Investeringsfonds
47.819
0
47.819
‒ 25.731
22.088
3.662
4.815
3.335
8.261
32.958
Regionaal Programma
35.211
0
35.211
‒ 4.661
30.550
5.000
5.000
5.000
5.000
40.211
Begeleidingsgesprekken jeugdwerkloosheid
10.500
0
10.500
0
10.500
0
0
0
0
0
Subsidies (regelingen)
377.663
500
378.163
‒ 22.419
355.744
‒ 20.024
‒ 6.925
‒ 18.188
‒ 22.097
324.298
Praktijkleren
259.046
0
259.046
15.038
274.084
12.265
18.779
11.303
10.772
231.910
NGF Laaggeletterdheid
3.600
0
3.600
784
4.384
683
0
0
0
0
Actieplan Laaggeletterdheid/Tel mee met Taal
14.270
0
14.270
464
14.734
373
623
623
669
13.235
Loopbaanoriëntatie
34.082
0
34.082
‒ 32.000
2.082
‒ 32.000
‒ 32.000
‒ 32.000
‒ 32.000
0
Doorstroom beroepskolom
33.180
0
33.180
‒ 3.360
29.820
0
6.720
3.360
0
50.000
Vakwedstrijden mbo
4.928
0
4.928
262
5.190
262
262
262
262
5.190
Overige subsidies
28.557
500
29.057
‒ 3.607
25.450
‒ 1.607
‒ 1.309
‒ 1.736
‒ 1.800
23.963
Opdrachten
16.471
0
16.471
6.954
23.425
‒ 111
944
1.744
1.744
8.453
Opdrachten
16.471
0
16.471
6.954
23.425
‒ 111
944
1.744
1.744
8.453
Bijdrage aan agentschappen
24.514
0
24.514
4.505
29.019
3.237
2.991
3.473
3.488
28.734
Dienst Uitvoering Onderwijs
21.268
0
21.268
4.351
25.619
3.083
2.837
3.319
3.334
25.334
Rijksdienst voor Ondernemend Nederland
3.246
0
3.246
154
3.400
154
154
154
154
3.400
Bijdrage aan ZBO's/RWT's
99.894
0
99.894
‒ 7.398
92.496
4.630
4.897
4.854
4.830
95.306
College voor Toetsen en Examens
11.861
0
11.861
‒ 11.861
0
‒ 468
‒ 468
‒ 468
‒ 468
10.393
Wet SLOA
70
0
70
‒ 70
0
‒ 70
‒ 31
‒ 31
‒ 31
1.903
SBB
82.802
0
82.802
4.371
87.173
4.836
5.064
5.021
4.997
76.456
NWO Comenius
4.240
0
4.240
6
4.246
283
283
283
283
5.584
NCP NLQF
921
0
921
156
1.077
49
49
49
49
970
Bijdrage aan medeoverheden
148.285
0
148.285
10.396
158.681
46.060
46.506
46.107
46.107
220.893
RMC's
40.694
0
40.694
6.274
46.968
‒ 244
‒ 244
‒ 244
‒ 244
66.951
Educatie
85.462
0
85.462
6.551
92.013
5.004
4.950
4.551
4.551
90.013
Regionaal Programma
22.129
0
22.129
‒ 2.929
19.200
31.800
31.800
31.800
31.800
53.929
Masterplan Campus Groningen
0
0
0
500
500
9.500
10.000
10.000
10.000
10.000
Ontvangsten
4.700
0
4.700
0
4.700
0
0
0
0
4.700
Tabel 13 Uitsplitsing verplichtingen
Ontwerp-begroting 2024 (1)
Mutaties via NvW, moties, amende-menten en ISB (2)
Vastgestelde begroting 2024 (3) = (1) + (2)
Mutaties 1e suppletoire begroting (4)
Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)
Mutatie 2025
Mutatie 2026
Mutatie 2027
Mutatie 2028
Mutatie 2029
Verplichtingen
6.498.888
500
6.499.388
484.037
6.983.425
534.165
320.763
332.376
266.663
5.847.359
waarvan garantieverplichtingen
0
0
0
14.669
14.669
0
0
0
0
0
waarvan overige verplichtingen
6.498.888
500
6.499.388
469.368
6.968.756
534.165
320.763
332.376
266.663
5.847.359
In de kolom "Mutaties 1e suppletoire begroting 2024" worden de mutaties ten opzichte van de «Stand vastgestelde begroting 2024» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.
Toelichting
Verplichtingen
De verplichtingen worden in 2024 met € 484,1 miljoen verhoogd. Het verschil tussen de verplichtingen- en uitgavenmutaties (€ 245,6 miljoen) wordt grotendeels veroorzaakt door de loon- en prijsbijstelling tranche 2024 op het instrument bekostiging van circa € 271,0 miljoen. Deze loon- en prijsbijstelling voor het jaar 2025 wordt in het najaar van 2024 verplicht aan de mbo-instellingen.
Uitgaven
De uitgaven worden met € 238,5 miljoen verhoogd.
Toelichting per instrument:
Bekostiging
Het budget voor de bekostiging wordt in 2024 per saldo met € 246,4 miljoen verhoogd. Deze verhoging wordt grotendeels veroorzaakt door:
– de doorverdeling van de loon- en prijsbijstelling tranche 2024 (zie ook algemeen deel), waardoor de bekostiging structureel voor circa € 271,0 miljoen wordt opgehoogd;
– de middelen beschikbaar gesteld om de gevolgen van krimp in het mbo op te vangen van € 30,0 miljoen voor 2024 worden doorgeschoven naar 2027 doordat er wordt gewacht op besluitvorming over exacte besteding totdat het interdepartementale beleidsonderzoek MBO was afgerond;
– de middelen voor de regeling aanvullende bekostiging loopbaanoriëntatie van € 32,0 miljoen worden structureel overgeboekt van het instrument subsidie naar het instrument bekostiging;
– in 2024 wordt circa € 25,7 miljoen van de beschikbare middelen voor het instrument Regionaal Investeringsfonds (RIF) doorgeschoven naar latere jaren om de uitgaven weer in overeenstemming te brengen met het verwachte betalingsritme;
– de bekostiging voor mbo-instellingen wordt neerwaarts bijgesteld op basis van de meest actuele referentieraming. Dit heeft te maken met de verwachte krimp in het mbo in de komende jaren, en de trend dat steeds minder jongeren binnen het mbo doorstromen vanwege de aantrekkingskracht van de huidige krappe arbeidsmarkt;
– een eenmalige intensivering van in totaal € 50,0 miljoen voor het masterplan campus Groningen in de jaren 2024 tot en met 2029. Deze intensivering wordt gedekt via verschillende extensiveringen binnen de OCW-begroting. Voor artikel 4 betekent dit een tijdelijke verlaging van de bekostiging bij mbo-instellingen voor de jaren 2025 tot en met 2029 van circa € 3,0 miljoen per jaar;
– daarnaast wordt de bekostiging van mbo-instellingen vanaf 2031 structureel met € 5,0 miljoen verlaagd ter dekking van het investeringspakket voor het ondernemingsklimaat van de microchipsector (Kamerstukken II, 33009, nr. 141);
– voor de zomer van 2024 wordt het wetsvoorstel van school naar duurzaam werk naar de Tweede Kamer gestuurd. In voorbereiding hierop wordt vanaf 2025 structureel € 5,0 miljoen overgeboekt van de mbo-bekostiging naar het regionaal programma voor scholen.
Subsidies
Het budget voor subsidies wordt in 2024 per saldo met circa € 22,4 miljoen verlaagd. Deze verlaging wordt grotendeels veroorzaakt door:
– de doorverdeling van de loon- en prijsbijstelling tranche 2024 (zie ook algemene deel), waardoor subsidies met circa € 14,8 miljoen structureel wordt opgehoogd;
– een kasschuif op het instrument doorstroom beroepskolom van € 10,1 miljoen in 2024 naar de jaren 2026 en 2027 is noodzakelijk om de kasgevolgen van deze regeling in overeenstemming te brengen met het (verwachte) betalingsritme aan de onderwijsinstellingen;
– de structurele overboeking van € 32,0 miljoen voor de regeling loopbaanoriëntatie van het instrument subsidie naar het instrument bekostiging.
Amendement Soepboer
Met het amendement Soepboer wordt voor de looptijd van het Bestuursakkoord Friese Taal en Cultuur (vijf jaren) een jaarlijks bedrag van € 0,5 miljoen ter beschikking gesteld. De dekking hiervan wordt gevonden in artikel 16 Onderzoek en Wetenschapsbeleid, waarvan 2024 gedekt wordt op subsidies, en 2025 tot en met 2028 gedekt wordt op NWO praktijkgericht onderzoek.
Bijdrage aan medeoverheden
Het budget voor bijdrage aan medeoverheden wordt in 2024 per saldo met circa € 10,4 miljoen verhoogd. Deze verhoging wordt grotendeels veroorzaakt door:
– de doorverdeling van de loon- en prijsbijstelling tranche 2024 (zie ook algemeen deel), waardoor de bijdrage aan medeoverheden structureel circa € 7,9 miljoen wordt opgehoogd;
– een verhoging vanuit het coalitieakkoord van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) op het educatiebudget in het kader van taalonderwijs aan anderstalige volwassenen van in totaal circa € 2,9 miljoen, waarvan € 2,0 miljoen in 2024;
– een incidentele verhoging van in totaal € 50 miljoen op het budget masterplan campus Groningen, waarvan € 0,5 miljoen in 2024. Deze wordt gedekt via verschillende extensiveringen binnen de OCW-begroting op de artikel 4, artikel 6 (Hoger onderwijs), artikel 7 (Wetenschappelijk onderwijs) en artikel 16 (Onderzoek en wetenschapsbeleid);
– voor de zomer van 2024 wordt het wetsvoorstel van school naar duurzaam werk naar de Tweede Kamer gestuurd. In voorbereiding hierop wordt vanaf 2025 structureel € 31,8 miljoen aan middelen beschikbaar gesteld voor het regionaal programma aan gemeenten. Deze structurele ophoging komt door een overboeking vanuit SZW van € 5,1 miljoen, een overboeking vanuit het Gemeentefonds van de decentralisatie-uitkering Jeugd van € 21,7 miljoen en een overheveling vanuit het RMC van € 5,0 miljoen.
3.4 Beleidsartikel 6. Hoger onderwijs
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 14 Budgettaire gevolgen van beleid art. 6 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
Ontwerp-begroting 2024 (1)
Mutaties via NvW, moties, amende-menten en ISB (2)
Vastgestelde begroting 2024 (3) = (1) + (2)
Mutaties 1e suppletoire begroting (4)
Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)
Mutatie 2025
Mutatie 2026
Mutatie 2027
Mutatie 2028
Mutatie 2029
Verplichtingen
4.529.816
0
4.529.816
247.181
4.776.997
‒ 8.923
‒ 21.443
94.719
‒ 100.132
3.972.996
Uitgaven
4.530.410
0
4.530.410
299.872
4.830.282
108.006
73.878
9.284
‒ 88.709
3.990.315
Bekostiging
4.337.840
0
4.337.840
212.118
4.549.958
89.596
56.004
‒ 8.463
‒ 108.178
3.907.908
Bekostiging onderwijsdeel
3.737.469
0
3.737.469
179.892
3.917.361
79.537
45.950
‒ 18.517
‒ 118.232
3.709.481
Bekostiging ontwerp en ontwikkeling
151.379
0
151.379
8.148
159.527
8.066
8.061
8.061
8.061
159.441
Studievoorschot kwaliteitsafspraken
410.024
0
410.024
22.085
432.109
0
0
0
0
0
Bekostiging flexibel hoger onderwijs voor volwassenen
1.975
0
1.975
0
1.975
0
0
0
0
0
Fonds onderzoek en wetenschap
36.993
0
36.993
1.993
38.986
1.993
1.993
1.993
1.993
38.986
Subsidies (regelingen)
135.827
0
135.827
67.932
203.759
‒ 1.394
‒ 1.434
‒ 1.453
257
395
Tegemoetkoming 2e lerarenopleiding
2.638
0
2.638
0
2.638
0
0
0
0
0
NGF Aanpak professionalisering leraren
3.527
3.527
‒ 1.576
1.951
‒ 1.631
‒ 1.638
‒ 1.695
0
0
NGF Katalysator
78.476
0
78.476
31.329
109.805
0
0
0
0
0
NGF Digitale impuls
45.000
0
45.000
38.063
83.063
0
0
0
0
0
Overige subsidies
6.186
0
6.186
116
6.302
237
204
242
257
395
Bijdrage aan agentschappen
18.910
0
18.910
1.838
20.748
1.947
1.839
1.816
1.828
26.494
Dienst Uitvoering Onderwijs
18.910
0
18.910
1.838
20.748
1.947
1.839
1.816
1.828
26.494
Bijdrage aan ZBO's/RWT's
37.833
0
37.833
17.984
55.817
17.857
17.469
17.384
17.384
55.518
NWO: Promotiebeurs voor leraren
11.346
0
11.346
610
11.956
610
610
610
610
11.956
NWO: NRO-programma's Hoger Onderwijs
21.151
0
21.151
1.138
22.289
1.203
1.184
1.184
1.184
23.178
Nederland-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO)
5.336
0
5.336
1.634
6.970
1.442
1.073
988
988
5.782
Bijdrage RWT Nuffic
0
0
0
10.155
10.155
10.155
10.155
10.155
10.155
10.155
Bijdrage RWT. Centr. Stud
0
0
0
4.447
4.447
4.447
4.447
4.447
4.447
4.447
Ontvangsten
17
0
17
0
17
0
0
0
0
16
Tabel 15 Uitsplitsing verplichtingen
Ontwerp-begroting 2024 (1)
Mutaties via NvW, moties, amende-menten en ISB (2)
Vastgestelde begroting 2024 (3) = (1) + (2)
Mutaties 1e suppletoire begroting (4)
Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)
Mutatie 2025
Mutatie 2026
Mutatie 2027
Mutatie 2028
Mutatie 2029
Verplichtingen
4.529.816
0
4.529.816
247.181
4.776.997
‒ 8.923
‒ 21.443
94.719
‒ 100.132
3.972.996
waarvan garantieverplichtingen
0
0
0
‒ 7.987
‒ 7.987
0
0
0
0
0
waarvan overige verplichtingen
4.529.816
0
4.529.816
255.168
4.784.984
‒ 8.923
‒ 21.443
94.719
‒ 100.132
3.972.996
In de kolom "Mutaties 1e suppletoire begroting 2024" worden de mutaties ten opzichte van de «Stand vastgestelde begroting 2024» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.
Toelichting
Verplichtingen
De verplichtingen worden met € 247,2 miljoen verhoogd. Het verschil tussen de verplichtingen- en uitgavenmutaties (€ 299,9 miljoen) wordt met name veroorzaakt door:
– bijstelling van de verplichtingenraming omdat bij het instrument bekostiging de loon- en prijsbijstelling tranche 2024 voor zowel 2024 als 2025 in het jaar 2024 verplicht worden (€ 227,4 miljoen);
– garantieverplichtingen/rekening-courant kredieten aan hogescholen die in 2024 zijn aangegaan of vervallen en waar OCW garant voor staat (€ 8,0 miljoen).
– bijstelling van de verplichtingenraming omdat de aanpassing van de studentenaantallen uit de referentieraming 2024 voor 2025 in het jaar 2024 verplicht wordt (€ 131,7 miljoen);
– bijstelling van de verplichtingenraming om het verplichtingenbedrag 2024 helemaal aan te laten sluiten op de uitgaven, inclusief het overlopende deel van de NGF-projecten uit 2023 (€ 140,4 miljoen).
Uitgaven
De uitgaven worden met € 299,9 miljoen verhoogd.
Toelichting per instrument:
Bekostiging
Het budget voor de bekostiging wordt per saldo met € 212,1 miljoen verhoogd. De verhoging is het gevolg van de volgende mutaties:
– de doorverdeling (€ 233,5 miljoen) van de loon- en prijsbijstelling tranche 2024 (zie het algemeen deel);
– een kasschuif (€ 21,1 miljoen uit 2024 en € 2,7 miljoen uit 2025) naar 2026 om weer aan te sluiten op de tweede tranche van de uitgaven voor ‘vitalisering/krimp’;
– overige mutaties (met name overboekingen van en naar andere beleidsinstrumenten en -artikelen) die het budget per saldo in totaal verlagen met € 0,3 miljoen.
De resterende middelen voor halvering van het collegegeld (deze maatregel is stopgezet vanaf collegejaar 2024/2025) worden afgeboekt van de OCW-begroting (€ 133 miljoen in de periode 2028-2030, € 12 miljoen per jaar in de periode 2031-2064 en € 7 miljoen structureel vanaf 2065) ter dekking van het investeringspakket voor het ondernemingsklimaat van de microchipsector. Daarnaast wordt ter dekking de bekostiging van het HBO hiervoor vanaf 2031 structureel met € 3,2 miljoen verlaagd. Ook deze middelen worden afgeboekt (Kamerstukken II, 33009, nr 141).
Subsidies
Het budget voor subsidies wordt per saldo met € 67,9 miljoen verhoogd. Het betreft:
– de onderuitputting op de NGF-projecten LLO-katalysator (€ 31,2 miljoen) en Npuls (€ 38,7 miljoen) die conform de begrotingsregels worden meegenomen naar 2024 in de 100% Eindejaarsmarge van het investeringsplafond;
– overige mutaties (met name de doorverdeling van de loon- en prijsbijstelling tranche 2024 en overboekingen van en naar andere beleidsinstrumenten en -artikelen) die het budget per saldo in totaal verlagen met € 2,0 miljoen.
Bijdrage aan agentschappen en bijdrage aan ZBO’s/RWT's
Het budget voor de bijdrage aan agentschappen en de bijdrage aan ZBO’s/RWT’s wordt per saldo met € 19,9 miljoen verhoogd in 2024. Deze verhoging wordt veroorzaakt door:
– de overboeking van de uitgaven voor de wettelijke taak van Nuffic en het Landelijk Centrum Studiekeuze van subsidies op artikel 7 (Wetenschappelijk onderwijs) naar bijdrage aan RWT’s op artikel 6 (€ 13,9 miljoen);
– overige mutaties (met name de doorverdeling van de loon- en prijsbijstelling tranche 2024 en overboekingen van en naar andere beleidsinstrumenten en -artikelen) die het budget per saldo in totaal verhogen met € 6,0 miljoen.
3.5 Beleidsartikel 7. Wetenschappelijk onderwijs
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 16 Budgettaire gevolgen van beleid art. 7 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
Ontwerp-begroting 2024 (1)
Mutaties via NvW, moties, amende-menten en ISB (2)
Vastgestelde begroting 2024 (3) = (1) + (2)
Mutaties 1e suppletoire begroting (4)
Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)
Mutatie 2025
Mutatie 2026
Mutatie 2027
Mutatie 2028
Mutatie 2029
Verplichtingen
7.165.172
0
7.165.172
549.103
7.714.275
206.800
189.428
191.847
33.944
7.391.215
Uitgaven
7.076.407
0
7.076.407
346.096
7.422.503
245.671
212.135
193.550
145.313
7.316.340
Bekostiging
7.047.046
0
7.047.046
360.378
7.407.424
259.484
225.776
207.420
159.197
7.302.054
Bekostiging onderwijsdeel
2.997.688
0
2.997.688
152.974
3.150.662
66.717
33.042
14.651
‒ 33.606
3.307.184
Bekostiging onderzoeksdeel
2.843.411
0
2.843.411
146.607
2.990.018
144.800
144.731
144.733
144.733
2.983.026
Bekostiging ondersteuning geneeskunde onderwijs en onderzoek
804.295
0
804.295
40.077
844.372
40.114
40.150
40.183
40.217
851.761
Studievoorschot kwaliteitsafspraken
249.422
0
249.422
12.867
262.289
0
0
0
0
0
Fonds onderzoek en wetenschap
152.230
0
152.230
7.853
160.083
7.853
7.853
7.853
7.853
160.083
Subsidies (regelingen)
22.726
0
22.726
‒ 14.561
8.165
‒ 14.239
‒ 14.073
‒ 14.201
‒ 14.205
7.730
Nuffic
9.779
0
9.779
‒ 9.779
0
‒ 9.779
‒ 9.779
‒ 9.779
‒ 9.779
0
Studiekeuze123
4.264
0
4.264
‒ 4.264
0
‒ 4.264
‒ 4.264
‒ 4.264
‒ 4.264
0
Vluchteling Studenten UAF
2.751
0
2.751
‒ 823
1.928
‒ 181
126
126
126
2.570
Handicap & Studie
981
0
981
70
1.051
75
68
48
43
885
Interstedelijk Studentenoverleg (ISO)
394
0
394
70
464
62
69
60
69
343
Landelijke Studenten Vakbond (LSVb)
279
0
279
59
338
59
59
59
59
338
Open en online onderwijs
480
0
480
0
480
0
0
0
0
0
Overige subsidies
3.798
0
3.798
106
3.904
‒ 211
‒ 352
‒ 451
‒ 459
3.594
Opdrachten
3.468
0
3.468
116
3.584
263
269
168
158
3.226
Opdrachten
3.468
0
3.468
116
3.584
263
269
168
158
3.226
Bijdrage aan (inter)nationale organisaties
3.167
0
3.167
163
3.330
163
163
163
163
3.330
Europees Universitair Instituut Florence (EUI)
2.036
0
2.036
105
2.141
105
105
105
105
2.141
United Nations University (UNU)
1.131
0
1.131
58
1.189
58
58
58
58
1.189
Ontvangsten
16
0
16
0
16
0
0
0
0
16
Tabel 17 Uitsplitsing verplichtingen
Ontwerp-begroting 2024 (1)
Mutaties via NvW, moties, amende-menten en ISB (2)
Vastgestelde begroting 2024 (3) = (1) + (2)
Mutaties 1e suppletoire begroting (4)
Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)
Mutatie 2025
Mutatie 2026
Mutatie 2027
Mutatie 2028
Mutatie 2029
Verplichtingen
7.165.172
0
7.165.172
549.103
7.714.275
206.800
189.428
191.847
33.944
7.391.215
waarvan garantieverplichtingen
0
0
0
‒ 12.774
‒ 12.774
0
0
0
0
0
waarvan overige verplichtingen
7.165.172
0
7.165.172
561.877
7.727.049
206.800
189.428
191.847
33.944
7.391.215
In de kolom "Mutaties 1e suppletoire begroting 2024" worden de mutaties ten opzichte van de «Stand vastgestelde begroting 2024» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.
Toelichting
Verplichtingen
De verplichtingen worden met € 549,1 miljoen verhoogd. Het verschil tussen de verplichtingen- en uitgavenmutaties (€ 346,1 miljoen) wordt met name veroorzaakt door:
– bijstelling van de verplichtingenraming omhoog omdat bij het instrument bekostiging de loon- en prijsbijstelling tranche 2024 voor zowel 2024 als 2025 in het jaar 2024 verplicht worden (€ 362,7 miljoen);
– garantieverplichtingen/rekening-courant kredieten aan universiteiten die in 2024 zijn aangegaan of vervallen en waar OCW garant voor staat (€ 12,8 miljoen).
– bijstelling van de verplichtingenraming omlaag omdat de aanpassing van de studentenaantallen uit de referentieraming 2024 voor 2025 in het jaar 2024 verplicht wordt (€ 97,8 miljoen);
– bijstelling van de verplichtingenraming omlaag om het verplichtingenbedrag 2024 helemaal aan te laten sluiten op de uitgaven (€ 49,1 miljoen).
Uitgaven
De uitgaven worden met € 346,1 miljoen verhoogd.
Toelichting per instrument:
Bekostiging
Het budget voor de bekostiging wordt per saldo met € 360,4 miljoen verhoogd. De verhoging is het gevolg van de volgende mutaties:
– de doorverdeling (€ 362,1 miljoen) van de loon- en prijsbijstelling tranche 2024 (zie het algemeen deel);
– overige mutaties (met name overboekingen van en naar andere beleidsinstrumenten en -artikelen) die het budget per saldo in totaal verlagen met € 1,7 miljoen.
De resterende middelen voor halvering van het collegegeld (deze maatregel is stopgezet vanaf collegejaar 2024/2025) worden afgeboekt van de OCW-begroting (€ 70 miljoen in de periode 2028-2030, € 6 miljoen per jaar in de periode 2031-2064 en € 3 miljoen structureel vanaf 2065) ter dekking van het investeringspakket voor het ondernemingsklimaat van de microchipsector. Daarnaast wordt ter dekking de bekostiging van het WO hiervoor vanaf 2031 structureel met € 4,9 miljoen verlaagd. Ook deze middelen worden afgeboekt (Kamerstukken II, 33009, nr 141).
Amendement De Hoop
Conform het amendement van Kamerlid De Hoop (PvdA) worden structureel middelen beschikbaar gesteld voor een bachelor Fries (€ 0,3 miljoen). Op hoofdlijnen worden de afspraken vanaf 2025 hierover vastgelegd in de BFTK (bestuursafspraken Fries april 2024). In een convenant dat eind dit jaar wordt afgesloten zullen de meer precieze afspraken voor de komende jaren worden vastgelegd. De aanbevelingen van het KNAW-rapport worden hierbij meegenomen. Via het convenant wordt ook invulling gegeven aan de motie betreffende de wettelijke verankering van het academisch Fries.
Subsidies
Het budget voor subsidies wordt per saldo met € 14,6 miljoen verlaagd. Het betreft:
– de overboeking van de uitgaven voor de wettelijke taak van Nuffic en het Landelijk Centrum Studiekeuze van subsidies op artikel 7 naar bijdrage aan RWT’s op artikel 6 (Hoger onderwijs) van € 13,9 miljoen;
– overige mutaties (met name de doorverdeling van de loon- en prijsbijstelling tranche 2024 en overboekingen van en naar andere beleidsinstrumenten en -artikelen) die het budget per saldo in totaal verlagen met € 0,7 miljoen.
Opdrachten en bijdrage aan (inter)nationale organisaties
Het budget voor de opdrachten en de bijdrage aan (inter)nationale organisaties wordt per saldo met € 0,3 miljoen verhoogd in 2024. Deze verhoging wordt veroorzaakt door:
– overige mutaties (met name de doorverdeling van de loon- en prijsbijstelling tranche 2024 en overboekingen van en naar andere beleidsinstrumenten en -artikelen) die het budget per saldo in totaal verhogen met € 0,3 miljoen.
3.6 Beleidsartikel 8. Internationaal beleid
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 18 Budgettaire gevolgen van beleid art. 8 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
Ontwerp-begroting 2024 (1)
Mutaties via NvW, moties, amende-menten en ISB (2)
Vastgestelde begroting 2024 (3) = (1) + (2)
Mutaties 1e suppletoire begroting (4)
Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)
Mutatie 2025
Mutatie 2026
Mutatie 2027
Mutatie 2028
Mutatie 2029
Verplichtingen
21.211
0
21.211
6.091
27.302
6.059
5.008
5.028
4.708
25.608
Uitgaven
21.578
0
21.578
6.091
27.669
6.059
5.008
5.028
4.708
25.976
Subsidies (regelingen)
8.607
0
8.607
1.044
9.651
1.101
1.100
1.100
1.100
9.609
Stichting Ons Erfdeel
185
0
185
0
185
0
0
0
0
185
Stichting Nuffic
1.060
0
1.060
52
1.112
52
52
52
52
1.112
Nationaal Agentschap Erasmus+ Onderwijs & Training
4.339
0
4.339
323
4.662
216
216
216
216
4.555
Internationalisering onderwijs
1.136
0
1.136
‒ 103
1.033
33
33
33
33
1.169
Duitsland Instituut Amsterdam
896
0
896
44
940
44
44
44
44
940
Netherlands house for Education and Research (Neth-ER)
667
0
667
19
686
19
19
19
19
686
Incidentele subsidies voor het uitwisselen van cultuur
157
0
157
‒ 30
127
0
0
0
0
157
Overige incidentele subsidies
167
0
167
739
906
737
736
736
736
805
Opdrachten
3.205
0
3.205
2.890
6.095
2.679
1.629
1.629
1.629
4.696
Opdrachten
3.205
0
3.205
2.890
6.095
2.679
1.629
1.629
1.629
4.696
Bijdrage aan medeoverheden
0
0
0
1.650
1.650
1.650
1.650
1.650
1.650
1.650
Bijdragen aan medeoverheden
0
0
0
1.650
1.650
1.650
1.650
1.650
1.650
1.650
Bijdrage aan (inter)nationale organisaties
9.286
0
9.286
507
9.793
629
629
649
329
9.541
Nederlandse Taalunie
7.680
0
7.680
284
7.964
281
281
281
281
7.872
Europa College Brugge
34
0
34
1
35
1
1
1
1
35
Unesco
57
0
57
2
59
2
2
2
2
59
OESO CERI
98
0
98
3
101
3
3
3
3
101
Fulbright Center
410
0
410
12
422
12
12
12
12
422
EU-programma's en activiteiten
22
0
22
1
23
1
1
1
1
23
Overige bijdragen
985
0
985
204
1.189
329
329
349
29
1.029
Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken
480
0
480
0
480
0
0
0
0
480
Vlaams-Nederlandshuis DeBuren (Hoofdstuk 5 BuZa)
480
0
480
0
480
0
0
0
0
480
Ontvangsten
99
0
99
0
99
0
0
0
0
99
In de kolom "Mutaties 1e suppletoire begroting 2024" worden de mutaties ten opzichte van de «Stand vastgestelde begroting 2024» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.
Toelichting
Verplichtingen
De verplichtingen worden met € 6,1 miljoen verhoogd.
Uitgaven
De uitgaven worden met € 6,1 miljoen verhoogd.
Toelichting per instrument:
SubsidiesHet budget voor subsidies wordt per saldo met € 1,0 miljoen verhoogd. Het betreft onder andere:
– een verhoging van per saldo € 0,4 miljoen van de doorverdeling van de loon- en prijsbijstelling tranche 2024 (zie ook algemeen deel);
– een verhoging van het budget van per saldo € 0,6 miljoen voor de Subsidieregeling Koninkrijksbeurzenprogramma stcrt-2024-5652-n1.Deze regeling is bedoeld voor verstrekken van subsidie ter ondersteuning van onderwijsmobiliteit binnen het Koninkrijk der Nederlanden.
OpdrachtenHet budget wordt verhoogd met € 2,9 miljoen. Dit betreft onder andere:
– een verhoging van per saldo € 0,2 miljoen van de doorverdeling van de loon- en prijsbijstelling tranche 2024 (zie ook algemeen deel);
– een verhoging van € 1,1 miljoen voor het aandeel van de onderwijsdirecties in de gegunde aanbesteding om de internationalisering te bevorderen;
– een verhoging van € 1,5 miljoen door een herschikking van de budgetten voor de Caribische landen van het Koninkrijk der Nederlanden;
– diverse overige mutaties (met name overboekingen van en naar andere beleidsinstrumenten/-artikelen en andere departementen) die het budget in totaal verhogen met € 0,1 miljoen.
Bijdragen aan medeoverhedenHet budget wordt verhoogd met € 1,7 miljoen door een herschikking van de budgetten van de Caribische landen van het Koninkrijk der Nederlanden.
3.7 Beleidsartikel 9. Arbeidsmarkt- en personeelsbeleid
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 19 Budgettaire gevolgen van beleid art. 9 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
Ontwerp-begroting 2024 (1)
Mutaties via NvW, moties, amende-menten en ISB (2)
Vastgestelde begroting 2024 (3) = (1) + (2)
Mutaties 1e suppletoire begroting (4)
Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)
Mutatie 2025
Mutatie 2026
Mutatie 2027
Mutatie 2028
Mutatie 2029
Verplichtingen
242.989
0
242.989
7.799
250.788
163.778
150.889
149.403
149.314
405.237
Uitgaven
254.489
0
254.489
7.799
262.288
163.778
150.889
149.403
149.314
405.436
Bekostiging
95.951
0
95.951
‒ 12.701
83.250
139.194
139.357
140.222
140.222
255.925
Tekorten regios
95.951
0
95.951
‒ 12.701
83.250
139.194
139.357
140.222
140.222
255.925
Subsidies (regelingen)
152.048
0
152.048
18.205
170.253
23.516
10.282
7.933
7.842
140.619
Lerarenbeurs
64.837
0
64.837
5.859
70.696
9.284
6.534
3.534
3.534
62.928
Zij-instroom
82.831
0
82.831
12.847
95.678
13.961
4.483
5.134
5.043
73.995
Overige subsidies
4.380
0
4.380
‒ 501
3.879
271
‒ 735
‒ 735
‒ 735
3.696
Opdrachten
2.664
0
2.664
1.899
4.563
650
858
858
858
4.547
Opdrachten
2.664
0
2.664
1.899
4.563
650
858
858
858
4.547
Bijdrage aan agentschappen
3.826
0
3.826
396
4.222
418
392
390
392
4.345
Dienst Uitvoering Onderwijs
3.826
0
3.826
396
4.222
418
392
390
392
4.345
Ontvangsten
7.000
0
7.000
0
7.000
0
0
0
0
7.000
In de kolom "Mutaties 1e suppletoire begroting 2024" worden de mutaties ten opzichte van de «Stand vastgestelde begroting 2024» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.
Toelichting
Verplichtingen
De verplichtingen worden met € 7,8 miljoen verhoogd.
Uitgaven
De uitgaven worden met € 7,8 miljoen verhoogd.
Toelichting per instrument:
Bekostiging
Het budget wordt in 2024 per saldo met € 12,7 miljoen verlaagd. In de jaren daarna wordt het budget verhoogd met € 139,2 miljoen in 2025 tot € 140,2 miljoen in 2028. Deze verschuivingen worden voornamelijk veroorzaakt door:
– in 2024 is er onderuitputting op de regeling onderwijsregio’s. Dit veroorzaakte een meevaller van € 14,5 miljoen;
– vanaf 2025 worden middelen vanuit de regeling Professionalisering en begeleiding startende leraren en schoolleiders (PBSS) vanuit artikel 1 (Primair onderwijs) van de OCW begroting en de Regeling aanvullende bekostiging strategisch personeelsbeleid, begeleiding en verzuim vo (SHRM) vanuit artikel 3 (Voortgezet onderwijs) van de OCW begroting toegevoegd aan het budget voor de Onderwijsregio’s, in navolging van bestuurlijke afspraken. Dit gaat in totaal om € 125,6 miljoen;
– daarnaast wordt aan dit budget loonbijstelling toegevoegd van € 5,8 miljoen.
Subsidies
Het budget voor het instrument subsidies wordt per saldo met € 18,2 miljoen verhoogd in 2024. In de jaren hierna wordt het budget ook verhoogd. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door:
– een verhoging van het budget voor de Lerarenbeurs. Het budget voor de lerarenbeurs wordt in 2024 met € 2,0 miljoen verhoogd, in 2025 met € 5,8 miljoen en in 2026 met € 3,0 miljoen. Daarnaast wordt er loon- en prijsbijstelling toegevoegd van € 3,9 miljoen in 2024 en € 3,5 miljoen in daaropvolgende jaren;
– het hoofdbudget zij-instroom wordt verhoogd, ten behoeve van een verhoging van het budget voor de subsidieregeling zij-instroom. Het budget wordt verhoogd met € 6,4 miljoen in 2024 en € 8,4 miljoen in 2025. Deze intensivering worden gedekt vanuit middelen die vrijvallen bij de convenanten G5 op artikel 1 (Primair onderwijs) door een overgang van financiering per schooljaar naar per kalenderjaar;
– daarnaast wordt het hoofdbudget zij-instroom verhoogd vanwege onder andere loon- en prijsbijstelling, ter hoogte van € 4,7 miljoen in 2024 tot € 4,0 miljoen in 2029.
3.8 Beleidsartikel 11. Studiefinanciering
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 20 Budgettaire gevolgen van beleid art. 11 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
Ontwerp-begroting 2024 (1)
Mutaties via NvW, moties, amende-menten en ISB (2)
Vastgestelde begroting 2024 (3) = (1) + (2)
Mutaties 1e suppletoire begroting (4)
Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)
Mutatie 2025
Mutatie 2026
Mutatie 2027
Mutatie 2028
Mutatie 2029
Verplichtingen
6.283.902
‒ 167.500
6.116.402
177.453
6.293.855
‒ 1.982.903
‒ 1.065.557
‒ 1.180.980
‒ 1.211.907
5.951.544
Uitgaven
6.283.902
‒ 167.500
6.116.402
177.453
6.293.855
‒ 1.982.903
‒ 1.065.557
‒ 1.180.980
‒ 1.211.907
5.951.544
Inkomensoverdracht
1.365.838
‒ 167.500
1.198.338
1.079.634
2.277.972
‒ 1.118.922
‒ 159.004
‒ 164.924
‒ 229.685
3.543.228
Basisbeurs gift (R)
381.474
0
381.474
‒ 7.266
374.208
‒ 12.238
‒ 39.910
‒ 66.259
‒ 88.745
1.268.588
Aanvullende beurs gift (R)
790.816
0
790.816
21.695
812.511
17.273
24.876
46.565
57.807
1.078.817
Reisvoorziening gift (R)
16.735
‒ 167.500
‒ 150.765
989.254
838.489
‒ 1.217.629
‒ 191.863
‒ 187.421
‒ 228.945
994.823
Studievoorschotvouchers (R)
91
0
91
3
94
28.437
649
386
0
0
Caribisch Nederland gift (R)
3.101
0
3.101
‒ 924
2.177
‒ 924
‒ 924
‒ 924
‒ 924
2.177
Tegemoetkoming doelgroep leenstelsel (R)
0
0
0
0
0
33.163
3.839
2.447
1.435
22.161
Overige uitgaven (R)
173.621
0
173.621
76.872
250.493
32.996
44.329
40.282
29.687
176.662
Leningen
4.706.920
0
4.706.920
‒ 926.471
3.780.449
‒ 884.806
‒ 928.498
‒ 1.039.804
‒ 1.074.754
2.257.771
Basisbeurs prestatiebeurs (NR)
1.273.711
0
1.273.711
33.365
1.307.076
37.108
23.963
20.144
49.747
128.313
Aanvullende beurs prestatiebeurs (NR)
354.348
0
354.348
‒ 9.621
344.727
‒ 5.216
‒ 16.590
‒ 43.797
‒ 54.818
78.664
Reisvoorziening (NR)
274.413
0
274.413
‒ 157.334
117.079
‒ 134.425
‒ 104.774
‒ 123.382
‒ 98.160
84.407
Rentedragende lening (NR)
2.503.933
0
2.503.933
‒ 722.808
1.781.125
‒ 708.295
‒ 752.045
‒ 814.442
‒ 871.295
1.773.041
Collegegeldkrediet (NR)
298.972
0
298.972
‒ 87.144
211.828
‒ 90.807
‒ 93.388
‒ 95.191
‒ 96.322
200.759
Leven lang leren krediet (NR)
28.080
0
28.080
‒ 5.182
22.898
‒ 7.282
‒ 7.282
‒ 7.282
‒ 7.282
22.963
Overige uitgaven (NR)
‒ 26.537
0
‒ 26.537
22.253
‒ 4.284
24.111
21.618
24.146
3.376
‒ 30.376
Bijdrage aan agentschappen
211.144
0
211.144
24.290
235.434
20.825
21.945
23.748
92.532
150.545
Dienst Uitvoering Onderwijs
211.144
0
211.144
24.290
235.434
20.825
21.945
23.748
92.532
150.545
Ontvangsten
1.600.852
0
1.600.852
40.872
1.641.724
20.160
29.557
47.841
70.810
2.118.589
Ontvangen rente (R)
200.690
0
200.690
‒ 45.893
154.797
‒ 49.982
‒ 23.089
13.636
56.066
418.219
Ontvangsten Caribisch Nederland (R)
528
0
528
193
721
168
140
109
76
795
Overige ontvangsten (R)
20.842
0
20.842
‒ 800
20.042
‒ 822
‒ 843
‒ 862
‒ 880
18.848
Terugontvangen lening (NR)
1.378.792
0
1.378.792
87.341
1.466.133
70.765
53.318
34.927
15.517
1.680.696
Ontvangsten Caribisch Nederland (NR)
0
0
0
31
31
31
31
31
31
31
Toelichting: R = relevant, NR = niet-relevant
In de kolom "Mutaties 1e suppletoire begroting 2024" worden de mutaties ten opzichte van de «Stand vastgestelde begroting 2024» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.
Toelichting
Toelichting instrumenten (algemeen):
Zowel voor de uitgaven als de ontvangsten wordt een onderscheid gemaakt tussen relevant en niet-relevant. Relevant betekent: relevant voor het uitgavenplafond. Uitgangspunt in de begrotingsregels is dat uitgaven die relevant zijn voor het EMU-saldo ook relevant zijn voor het uitgavenplafond. Zoals opgenomen in Miljoenennota 2022 is de behandeling van prestatiebeurzen voor het EMU-saldo veranderd door gewijzigde inzichten van Eurostat en daarmee CBS.
In deze begroting van OCW worden de prestatiebeursuitgaven als niet-relevant behandeld (zolang die nog niet zijn omgezet in een gift); in de weergave van het EMU-saldo worden zij wel als relevant weergegeven, middels een correctie op het EMU-saldo. De relevante uitgaven in deze begroting worden daarom hoofdzakelijk gevormd door studiefinanciering die meteen als gift wordt toegekend en uitgekeerde prestatiebeurs die wordt omgezet in een gift. Overige niet-relevante uitgaven zijn de rentedragende leningen. Deze uitgaven zijn niet-relevant voor het uitgavenplafond, maar worden wel meegerekend in de EMU-schuld.
De relevante ontvangsten worden vooral gevormd door de ontvangen rente op leningen. De niet-relevante ontvangsten betreffen hoofdzakelijk aflossingen op de hoofdsom van de rentedragende leningen
Toelichting mutaties:
Verplichtingen
De totale verplichtingen op artikel 11 worden met € 177,5 miljoen naar boven bijgesteld.
Uitgaven
De totale uitgaven op artikel 11 worden met € 177,5 miljoen naar boven bijgesteld. Het betreft een bijstelling van de inkomensoverdrachten naar boven van € 1.079,6 miljoen, grotendeels als gevolg van een kasschuif vanuit 2025; een bijstelling omlaag van de leningen met € 926,5 miljoen, grotendeels omdat er minder geleend wordt; en een bijstelling omhoog van het budget voor de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) met € 24,3 miljoen. Hieronder wordt per instrument toegelicht hoe de bijstellingen tot stand zijn gekomen.
Toelichting per instrument:
Inkomensoverdrachten
De relevante uitgaven worden met € 1.079,6 miljoen verhoogd. Dit bestaat uit de volgende elementen:
– de uitgaven aan de basisbeurs worden per saldo met € 7,3 miljoen verlaagd;
• dit betreft een bijstelling omlaag van € 2,6 miljoen op de omzettingen. Het grootste deel van de omzettingen vindt in januari plaats, voor 2024 zijn deze uitgaven al bekend;
• daarnaast zijn de uitgaven aan basisbeurs die direct als gift uitgekeerd worden € 4,7 miljoen lager. Dit komt allereerst door een neerwaartse bijstelling van € 8,3 miljoen vanwege een lager aantal studenten dan geraamd. Daarnaast is in de bijstelling van de basisbeurs gift de prijsbijstelling van € 3,6 miljoen verwerkt;
– de relevante uitgaven aan de aanvullende beurs worden per saldo met € 21,7 miljoen verhoogd;
• de omzettingen zijn met € 12,5 miljoen omhoog bijgesteld;
• de uitgaven aan de aanvullende beurs die direct als gift worden uitgekeerd zijn omhoog bijgesteld met € 9,1 miljoen. Dit komt allereerst door een neerwaartse bijstelling van € 3,3 miljoen vanwege lagere aantallen studenten. Door de prijsbijstelling wordt het bedrag met € 12,4 miljoen verhoogd;
– de reisvoorziening wordt per saldo met € 989,3 miljoen verhoogd. Hier liggen de volgende verklaringen aan ten grondslag;
• het budget kosten OV-contract is met € 884,8 miljoen verhoogd. Dit komt vooral door een kasschuif van € 1,0 miljard op het budget van de reisvoorziening voor de openbaarvervoersbedrijven van 2025 naar 2024. Met deze kasschuif wordt op verzoek van het kabinet een bijdrage geleverd aan de optimalisering van het kasritme van de Staat over de jaren heen. Daarnaast is het budget met € 120,3 miljoen verlaagd vanwege lagere prijzen en lagere aantallen studenten vanaf 2024. De lagere prijzen zijn het gevolg van het periodieke herijkingsonderzoek van het studentenreisproduct op basis van het aantal gereisde kilometers door studenten. Dit onderzoek is afgerond in 2023. Uit het onderzoek is gebleken dat studenten minder reizen, waardoor de prijs van het studentenreisproduct ook omlaag gaat. Het kabinet heeft eerder besloten om in 2024 een extra herijkingsonderzoek uit te voeren. In afwachting van deze extra herijking wordt een reservering aangemaakt op de Aanvullende Post (AP), die beschikbaar is voor de OCW begroting wanneer er sprake is van een eventuele tegenvaller bij de aankomende herijking. Deze reservering heeft een oploop doordat het plafondrelevante deel van de verlaging van het OV-contract oploopt in de tijd. De reservering valt vrij aan het generale beeld wanneer deze bij de herijking niet nodig blijkt te zijn. In deze bijstelling zit ook € 1,1 miljoen verwerkt aan vergoeding voor de OV-bedrijven voor de kwijtschelding OV-boetes als gevolg van de kinderopvangtoeslagenaffaire. Door de prijsbijstelling wordt de reisvoorziening op deze post met € 4,0 miljoen omhoog bijgesteld;
– de reisvoorziening direct gift is met € 17,6 miljoen omlaag bijgesteld. Dit is het gevolg van het lagere normbedrag voor de reisvoorziening en lagere aantallen;
– de omzettingen van prestatiebeurs in gift zijn per saldo met € 18,1 miljoen omlaag bijgesteld op basis van realisatiegegevens;
– de bijdrage studerenden aan OV is met € 140,1 miljoen naar boven bijgesteld. Dit betreft een technische tegenboeking waarmee voorkomen wordt dat de waarde van de OV-kaart dubbel geboekt wordt (enerzijds door toekenning aan de student, anderzijds door de betaling aan de OV-bedrijven). Doordat het een tegenboeking betreft, betekent deze positieve mutatie dus eigenlijk een lager bedrag aan toekenningen. Dit wordt veroorzaakt door de lagere prijs van het studentenreisproduct en de lagere aantallen studenten;
– de bijstelling op de studievoorschotvouchers en de tegemoetkoming is het gevolg van prijsbijstelling;
– het budget voor Caribisch Nederland is met € 0,9 miljoen naar beneden bijgesteld. Vanaf 2024 worden de uitgaven aan Caribisch Nederland uitgesplitst naar relevante en naar niet-relevante uitgaven. Voorheen werden alle uitgaven aan Caribisch Nederland als relevante uitgaven geboekt;
– de relevante overige uitgaven worden per saldo met € 76,9 miljoen verhoogd. Het budget wordt met € 64,6 miljoen verhoogd voor middelen ten behoeve van de kwijtschelding van studieschulden van toeslagengedupeerden. De uitvoering van de hersteloperatie duurt langer dan gedacht, waardoor er uitgaven uit 2023 doorschuiven naar 2024 en verder. Als laatste worden de overige uitgaven met € 12,3 miljoen naar boven bijgesteld, als gevolg van de hogere realisatiegegevens.
Leningen
De niet-relevante uitgaven worden per saldo met € 926,5 miljoen verlaagd. Dit bestaat uit de volgende onderdelen:
– de niet-relevante uitgaven aan de basisbeurs worden met € 33,4 miljoen omhoog bijgesteld;
• dit betreft allereerst de toekenningen prestatiebeurs. Deze worden omhoog bijgesteld met € 39,5 miljoen. Dit komt enerzijds door een neerwaartse bijstelling van € 24,2 miljoen vanwege minder uitwonende beurzen en lagere aantallen studenten. Anderzijds is er voor € 63,7 miljoen aan prijsbijstelling verwerkt;
• de tegenboeking van de omzettingen van prestatiebeurs in gift zorgt voor een opwaartse bijstelling van € 2,6 miljoen;
• de tegenboeking voor de omzetting naar lening zorgt voor neerwaartse bijstelling van € 8,7 miljoen.
– de niet-relevante uitgaven aan de aanvullende beurs zijn met € 9,6 miljoen naar beneden bijgesteld;
• dit betreft een opwaartse bijstelling van € 11,0 miljoen op de toekenningen prestatiebeurs. Dit komt enerzijds door een neerwaartse bijstelling van € 22,5 miljoen voornamelijk als gevolg van lagere aantallen studenten. Anderzijds is er voor € 11,5 miljoen aan prijsbijstelling verwerkt;
• daarnaast zijn de omzettingen van prestatiebeurs naar gift, die hiertegen geboekt worden, met € 12,5 omlaag bijgesteld;
• de tegenboeking voor de omzettingen naar lening zorgt voor een neerwaartse bijstelling van € 8,1 miljoen;
– de niet-relevante uitgaven OV worden met € 157,3 miljoen naar beneden bijgesteld;
• dit betreft voornamelijk lagere toekenningen prestatiebeurs, met € 132,8 miljoen, als gevolg van de lagere prijs van het OV;
• de omzettingen naar gift zijn € 21,9 miljoen lager op deze post;
• als laatste zijn de omzettingen naar lening € 2,7 miljoen lager dan geraamd;
– de uitgaven op de post rentedragende lening (niet-relevant) zijn per saldo neerwaarts bijgesteld met € 722,8 miljoen;
• er is sprake van een dalende trend in het percentage leners die niet alleen verband houdt met de herinvoering van de basisbeurs in het hbo en het wo. Dit zorgt voor lagere uitgaven aan de rentedragende lening (neerwaartse bijstelling van € 796,6 miljoen). Daarnaast is er een bijstelling als gevolg van lagere aantallen studenten (neerwaartse bijstelling van € 36,0 miljoen). Tot slot is er voor € 90,3 miljoen aan prijsbijstelling voor 2024 toegekend;
• op deze post vindt daarnaast de tegenboeking op de omzettingen naar lening plaats. Dit is een bijstelling naar boven van € 19,5 miljoen;
– de uitgaven aan het collegegeldkrediet zijn verlaagd met € 87,1 miljoen. Deze bijstelling komt, evenals bij de rentedragende lening, door de dalende trend in het percentage studenten dat naar verwachting gebruik gaat maken van het krediet (neerwaartse bijstelling van € 90,3 miljoen). Door lagere aantallen zijn de uitgaven op deze post met € 5,6 miljoen naar beneden bijgesteld. Daarnaast is er voor € 8,8 miljoen aan prijscompensatie voor 2024 toegekend;
– het budget voor het levenlanglerenkrediet wordt met € 5,2 miljoen naar beneden bijgesteld op basis van realisatiegegevens. Er wordt minder gebruik gemaakt van het krediet dan verwacht (neerwaartse bijstelling van € 6,0 miljoen). Daarnaast is er voor € 0,8 miljoen aan prijscompensatie voor 2024 toegekend;
– er is een kleine bijstelling op de post Caribisch Nederland leningen (NR). Vanaf 2024 worden de uitgaven aan Caribisch Nederland uitgesplitst naar relevant en niet-relevante uitgaven;
– de niet-relevante overige uitgaven zijn met € 22,3 miljoen omlaag bijgesteld op basis van realisatiegegevens.
Bijdrage aan agentschappen
Het budget voor de Dienst Uitvoering Onderwijs wordt per saldo met € 24,3 miljoen verhoogd. Als gevolg van de lagere volumes uit de referentieraming wordt het budget met € 0,6 miljoen verlaagd. Door de doorverdeling van de prijsbijstelling tranche 2024 stijgt het budget met € 10,6 miljoen. Ook is het budget voor de uitvoering van de kwijtschelding van studieschulden van toeslagengedupeerden met € 1,7 miljoen verhoogd. De uitvoering van de hersteloperatie duurt langer dan gedacht, waardoor er uitgaven uit 2023 doorschuiven naar 2024 en verder. DUO loopt op het gebied van informatie- en systeembeveiliging risico, om te kunnen voldoen aan de meest actuele compliancy is het budget verhoogd met € 6,5 miljoen. Tevens is het budget verhoogd met € 0,9 miljoen voor dekking van de gestegen huisvestingslasten. En voor de vernieuwde IKB-regeling die effectief is per 1 januari 2023 is het budget verhoogd met € 2,6 miljoen. Daarnaast is het budget verhoogd met € 1,6 miljoen voor meerkosten op het vlak van ICT. Naar aanleiding van de brief over de controle van de uitwonendenbeurs, het debat met de Tweede Kamer hierover en de hieruit voortvloeiende activiteiten wordt het DUO budget verhoogd met € 1,0 miljoen.
Ontvangsten
De ontvangsten worden met € 40,9 miljoen verhoogd. Dit wordt veroorzaakt door een daling van de relevante ontvangsten van € 46,5 miljoen en een stijging van de niet-relevante ontvangsten met € 87,4 miljoen.
– de relevante ontvangsten worden omlaag bijgesteld met € 46,5 miljoen. Dit wordt veroorzaakt door:
• renteontvangsten: deze post is met € 45,9 miljoen verlaagd in 2024. Dit betreft vooral lagere renteontvangsten: in de raming was rekening gehouden met renteontvangsten van studenten die nog studeerden. Deze rente wordt wel geheven, maar de ontvangsten doen zich pas voor zodra deze studenten in de aflosfase zitten. De renteontvangsten groeien daardoor langzamer in dan gedacht;
• overige ontvangsten: deze post is met € 0,8 miljoen verlaagd op basis van realisatiegegevens;
• ontvangsten Caribisch Nederland: deze post is met 0,2 miljoen verhoogd op basis van realisatiegegevens;
– de niet-relevante ontvangsten worden grotendeels gevormd door de terugontvangen lening en worden omhoog bijgesteld met € 87,3 miljoen op basis van realisatiegegevens. Dit is het gevolg van hoger dan verwachte extra ontvangsten (ontvangsten boven op de reguliere termijnontvangsten);
– er is een kleine bijstelling op ontvangsten Caribisch Nederland (NR). Vanaf 2024 worden de ontvangsten op Caribisch Nederland uitgesplitst naar relevante en niet-relevante ontvangsten.
3.9 Beleidsartikel 12. Tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 21 Budgettaire gevolgen van beleid art. 12 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
Ontwerp-begroting 2024 (1)
Mutaties via NvW, moties, amende-menten en ISB (2)
Vastgestelde begroting 2024 (3) = (1) + (2)
Mutaties 1e suppletoire begroting (4)
Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)
Mutatie 2025
Mutatie 2026
Mutatie 2027
Mutatie 2028
Mutatie 2029
Verplichtingen
78.250
0
78.250
‒ 2.127
76.123
‒ 6.075
‒ 8.483
‒ 8.842
‒ 8.536
71.556
Uitgaven
78.250
0
78.250
‒ 2.127
76.123
‒ 6.075
‒ 8.483
‒ 8.842
‒ 8.536
71.556
Inkomensoverdracht
75.211
0
75.211
‒ 2.370
72.841
‒ 6.376
‒ 8.778
‒ 9.142
‒ 8.845
68.026
Tegemoetkoming lerarenopleiding (tlo) (R)
3.985
0
3.985
‒ 552
3.433
‒ 552
‒ 552
‒ 552
‒ 552
3.433
Deeltijd vo (R)
1.964
0
1.964
373
2.337
373
373
373
373
2.337
Volwassenenonderwijs (vavo) (R)
5.933
0
5.933
345
6.278
‒ 19
‒ 370
‒ 539
‒ 603
5.494
Meerderjarige scholieren vo (R)
59.725
0
59.725
‒ 2.421
57.304
‒ 5.840
‒ 7.841
‒ 8.020
‒ 7.693
53.266
Meerderjarige scholieren vso (R)
3.604
0
3.604
‒ 115
3.489
‒ 338
‒ 388
‒ 404
‒ 370
3.496
Leningen
14
0
14
0
14
0
0
0
0
14
STOEB/ALR (NR)
14
0
14
0
14
0
0
0
0
14
Bijdrage aan agentschappen
3.025
0
3.025
243
3.268
301
295
300
309
3.516
Dienst Uitvoering Onderwijs
3.025
0
3.025
243
3.268
301
295
300
309
3.516
Ontvangsten
2.184
0
2.184
‒ 56
2.128
‒ 170
‒ 240
‒ 249
‒ 240
1.995
Tegemoetkoming lerarenopleiding en deeltijd vo (R)
290
0
290
‒ 29
261
‒ 29
‒ 29
‒ 29
‒ 29
261
Meerderjarige scholieren v(s)o en vavo (R)
1.894
0
1.894
‒ 27
1.867
‒ 141
‒ 211
‒ 220
‒ 211
1.734
Toelichting: R = relevant, NR = niet-relevant
In de kolom "Mutaties 1e suppletoire begroting 2024" worden de mutaties ten opzichte van de «Stand vastgestelde begroting 2024» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.
Toelichting
Verplichtingen
De verplichtingen worden met € 2,1 miljoen verlaagd.
Uitgaven
De uitgaven aan de WTOS worden per saldo met € 2,1 miljoen verlaagd. Dit betreft een neerwaartse bijstelling van € 2,4 miljoen op de inkomensoverdrachten en een opwaartse bijstelling van € 0,2 miljoen op de bijdrage aan agentschappen. Hieronder zal per instrument worden toegelicht wat de oorzaken van de bijstellingen zijn.
Toelichting per instrument:
Inkomensoverdracht
De raming wordt per saldo met € 2,4 miljoen verlaagd. Dat komt enerzijds door een neerwaartse bijstelling van € 4,6 miljoen. Daarnaast is er een toekenning van de prijscompensatie van € 2,2 miljoen.
Bijdrage aan agentschappen
Het budget voor de Dienst Uitvoering Onderwijs wordt per saldo met € 0,2 miljoen verhoogd.
Ontvangsten
Het ontvangstenbudget wordt met € 0,1 miljoen verlaagd.
3.10 Beleidsartikel 13. Lesgeld
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 22 Budgettaire gevolgen van beleid art. 13 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
Ontwerp-begroting 2024 (1)
Mutaties via NvW, moties, amende-menten en ISB (2)
Vastgestelde begroting 2024 (3) = (1) + (2)
Mutaties 1e suppletoire begroting (4)
Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)
Mutatie 2025
Mutatie 2026
Mutatie 2027
Mutatie 2028
Mutatie 2029
Verplichtingen
17.086
0
17.086
1.825
18.911
1.892
1.764
1.745
1.763
19.716
Uitgaven
17.086
0
17.086
1.825
18.911
1.892
1.764
1.745
1.763
19.716
Bijdrage aan agentschappen
17.086
0
17.086
1.825
18.911
1.892
1.764
1.745
1.763
19.716
Dienst Uitvoering Onderwijs
17.086
0
17.086
1.825
18.911
1.892
1.764
1.745
1.763
19.716
Ontvangsten
266.696
0
266.696
‒ 16.500
250.196
‒ 13.721
‒ 9.674
‒ 8.009
‒ 6.185
330.957
In de kolom "Mutaties 1e suppletoire begroting 2024" worden de mutaties ten opzichte van de «Stand vastgestelde begroting 2024» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.
Toelichting
Verplichtingen
De verplichtingen worden met € 1,8 miljoen verhoogd.
Uitgaven
Het uitgavenbudget voor de Dienst Uitvoering Onderwijs wordt per saldo met € 1,8 miljoen verhoogd. Dit wordt met name verklaard door de lpo tranche 2024.
Ontvangsten
Het ontvangstenbudget wordt met € 16,5 miljoen verlaagd. De tegenvaller wordt grotendeels veroorzaakt door betalingen van lesgeld in termijnen, waardoor de ontvangsten structureel naar achteren worden geschoven.
3.11 Beleidsartikel 14. Cultuur
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 23 Budgettaire gevolgen van beleid art. 14 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
Ontwerp-begroting 2024 (1)
Mutaties via NvW, moties, amende-menten en ISB (2)
Vastgestelde begroting 2024 (3) = (1) + (2)
Mutaties 1e suppletoire begroting (4)
Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)
Mutatie 2025
Mutatie 2026
Mutatie 2027
Mutatie 2028
Mutatie 2029
Verplichtingen
3.053.806
0
3.053.806
412.957
3.466.763
53.079
48.413
35.941
31.492
786.119
Uitgaven
1.304.479
0
1.304.479
108.893
1.413.372
104.630
126.744
117.314
67.839
1.377.039
Bekostiging
1.046.522
0
1.046.522
47.740
1.094.262
55.238
58.878
58.831
58.055
1.216.540
Culturele basisinfrastructuur vierjaarlijkse instellingen
245.493
0
245.493
7.005
252.498
14.431
15.307
15.255
16.229
291.960
Culturele basisinfrastructuur vierjaarlijkse fondsen
275.033
0
275.033
15.606
290.639
13.938
13.759
13.849
13.846
289.277
Museale instellingen met een wettelijke taak
260.738
0
260.738
24.498
285.236
10.090
9.829
9.967
9.967
272.048
Stelseltaken openbare bibliotheekvoorzieningen
43.307
0
43.307
‒ 1.103
42.204
1.657
2.758
2.777
2.794
96.851
Digitale openbare bibliotheek
18.599
0
18.599
648
19.247
752
752
752
752
19.458
Bibliotheekvoorziening leesgehandicapten
13.903
0
13.903
559
14.462
559
559
559
559
14.462
Monumentenzorg
155.787
0
155.787
‒ 4.003
151.784
252
2.552
2.713
3.296
167.413
Archieven incl. Regionale Historische Centra
33.645
0
33.645
4.529
38.174
11.901
11.704
11.301
8.954
35.978
Cultuureducatie met Kwaliteit
17
0
17
1
18
1.658
1.658
1.658
1.658
29.093
Subsidies (regelingen)
96.368
0
96.368
38.701
135.069
41.699
60.970
51.052
3.068
66.203
Verbreden inzet cultuur
22.005
0
22.005
‒ 1.793
20.212
633
469
993
993
22.588
Internationaal cultuurbeleid (incl. HGIS)
9.626
0
9.626
569
10.195
‒ 123
2
2
2
9.048
Programma leesbevordering
12.791
0
12.791
33.953
46.744
25.020
17.513
3.574
528
12.258
Creatieve Industrie
2.457
0
2.457
‒ 148
2.309
130
117
117
112
2.615
Specifiek cultuurbeleid
46.642
0
46.642
2.582
49.224
796
626
1.064
1.384
18.556
Subsidies Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed
2.847
0
2.847
2.838
5.685
543
343
302
49
1.138
NGF CIIIC
0
0
0
700
700
14.700
41.900
45.000
0
0
Opdrachten
33.385
0
33.385
‒ 4.921
28.464
552
2.217
2.715
2.034
29.967
Beleidsonderzoek, evaluaties en kennisbasis
2.141
0
2.141
‒ 3
2.138
110
110
110
110
2.251
Opdrachten Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed
17.882
0
17.882
‒ 1.448
16.434
3.614
1.725
673
422
14.358
Overige opdrachten
13.362
0
13.362
‒ 3.470
9.892
‒ 3.172
382
1.932
1.502
13.358
Bijdrage aan agentschappen
56.562
0
56.562
4.310
60.872
2.610
2.977
2.973
2.939
58.207
Nationaal Archief
56.562
0
56.562
4.310
60.872
2.610
2.977
2.973
2.939
58.207
Bijdragen aan medeoverheden
69.653
0
69.653
22.952
92.605
4.442
1.613
1.654
1.654
4.044
Bijdrage aan (inter)nationale organisaties
1.989
0
1.989
111
2.100
89
89
89
89
2.078
Ontvangsten
3.549
0
3.549
36.172
39.721
0
0
0
0
494
Tabel 24 Uitsplitsing verplichtingen
Ontwerp-begroting 2024 (1)
Mutaties via NvW, moties, amende-menten en ISB (2)
Vastgestelde begroting 2024 (3) = (1) + (2)
Mutaties 1e suppletoire begroting (4)
Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)
Mutatie 2025
Mutatie 2026
Mutatie 2027
Mutatie 2028
Mutatie 2029
Verplichtingen
3.053.806
0
3.053.806
412.957
3.466.763
53.079
48.413
35.941
31.492
786.119
waarvan garantieverplichtingen
0
0
0
56.288
56.288
0
0
0
0
0
waarvan overige verplichtingen
3.053.806
0
3.053.806
356.669
3.410.475
53.079
48.413
35.941
31.492
786.119
In de kolom "Mutaties 1e suppletoire begroting 2024" worden de mutaties ten opzichte van de «Stand vastgestelde begroting 2024» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht. De bedragen «Stand vastgestelde begroting 2024» bij ‘Opdrachten Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed’ en ‘Overige opdrachten’ wijken af van de stand gepubliceerd in de ontwerpbegroting 2024. Deze bedragen waren in de gepubliceerde versie verwisseld en zijn nu gecorrigeerd.
Toelichting
Verplichtingen
De verplichtingen worden met € 413,0 miljoen verhoogd. Het verschil van € 304,1 miljoen tussen de verplichtingen- en uitgavenmutaties wordt veroorzaakt door:
– per saldo een verhoging/verlaging van de garantieverplichtingen met € 56,3 miljoen;
– een verhoging van € 146,2 miljoen voor de loon- en prijsbijstelling tranche 2024. Dit is nodig omdat in 2024 de verplichtingen van de culturele basisinfrastructuur 2025-2028 en de subsidie voor publieksactiviteiten museale instellingen met een wettelijke taak worden aangegaan, op loon- en prijsniveau 2024;
– een verhoging van € 102,3 miljoen voor projecten in het kader van Creative Industries Immersive Impact Coalition (CIIIC) beschikbaar gesteld uit het budget van het Nationaal Groeifonds. De uitgaven vinden plaats in de periode 2024-2028.
Uitgaven
De uitgaven worden met € 108,9 miljoen verhoogd.
Toelichting per instrument:
Bekostiging
Het budget voor de bekostiging wordt per saldo met € 47,7 miljoen verhoogd. Dit saldo bestaat uit diverse mutaties, waarvan de grootste hier worden toegelicht. Voor loon- en prijsbijstelling is € 44,8 miljoen geraamd. Voor de zomer wordt de loon- en prijsbijstelling verstrekt aan instellingen en fondsen in de culturele basisinfrastructuur en de musea die via de Erfgoedwet worden bekostigd. Daarnaast is via desaldering de raming van het Nationaal Restauratiefonds verhoogd met € 9,6 miljoen voor de verduurzaming van museale instellingen bij het Nationaal Restauratiefonds. Ook is een kasschuif gedaan van € 4,9 miljoen van 2024 naar de jaren 2025-2028 voor het programma ‘Oorlog voor de rechter’. Deze kasschuif is bedoeld om het budget in de pas te laten lopen met de verwachte budgettaire behoefte van het Nationaal Archief die het programma uitvoert.
Voor de implementatie van de Nieuwe Archiefwet is er in de periode 2024-2029 budget beschikbaar van in totaal € 33,2 miljoen. Deze middelen zijn onder andere bestemd voor opleidingen, ter dekking van kosten bij de inspectie, en ter dekking van de implementatie lagere overheden. Daarnaast wordt er budget gebruikt voor de selectiedatabase. In het huidige regeerakkoord is benoemd dat de nieuwe archiefwet consistent geïmplementeerd wordt.
Ten slotte ontvangt het Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis een tegemoetkoming van € 5,0 miljoen vanwege een noodgedwongen verhuizing het Prins Willem-Alexanderhof (Den Haag) naar een pand in eigendom. De tegemoetkoming is bestemd voor de eenmalige verhuiskosten en kosten voor de (museale) inrichting.
Subsidies
Het budget voor subsidies wordt per saldo met € 38,7 miljoen verhoogd. Naast aanvullend budget voor loon- en prijsbijstelling (€ 4,0 miljoen) en diverse andere kleinere mutaties, is € 24,4 miljoen overgeboekt van artikel 3 (Voortgezet onderwijs) voor de gezamenlijke beleidsinzet van SCM en MPVO voor Leesbevordering via de Bibliotheek op school als onderdeel van het Masterplan Basisvaardigheden. Voor hetzelfde doel is uit de eindejaarsmarge € 14,9 miljoen beschikbaar gekomen te verdelen over de jaren 2024 en 2025. Daarnaast is uit de eindejaarsmarge € 2,4 miljoen voor leesbevordering beschikbaar gesteld.
Deels uit de eindejaarsmarge is een totaalbudget van € 11,5 miljoen beschikbaar om de noodgedwongen verhuizing van het Literatuurmuseum van het Prins Willem-Alexanderhof (Den Haag) naar Utrecht mede mogelijk te maken. De tegemoetkoming is bestemd voor de eenmalige verhuiskosten en kosten voor de (museale) inrichting. De bijdrage wordt verdeeld over meerdere jaren beschikbaar gesteld.
Ten slotte was een verschuiving van € 4,9 miljoen van het instrument subsidies naar het instrument bijdragen aan medeoverheden nodig om de middelen voor impuls jongerencultuur en talentontwikkeling aan de 19 cultuurregio’s beschikbaar te stellen.
Bijdragen aan medeoverheden
Het budget voor bijdragen aan medeoverheden wordt per saldo met bijna € 23,0 miljoen verhoogd. Naast aanvullend budget voor loon- en prijsbijstelling (€ 3,1 miljoen), is per saldo € 8,5 miljoen overgeboekt naar dit instrument vanuit de financiële instrumenten Bekostiging en Subsidies, waaronder middelen voor de uitvoeringsagenda Faro. Uit de eindejaarsmarge is € 11,3 miljoen toegevoegd aan het subsidieplafond van de Regeling eenmalige specifieke uitkeringen lokale bibliotheekvoorzieningen voor versterking van het bibliotheeknetwerk in gemeenten.
Uitvoeringsagenda Faro
Op 10 januari 2024 heeft het Koninkrijk der Nederlanden het ‘Kaderverdrag van de Raad van Europa inzake de waarde van cultureel erfgoed voor de samenleving (Verdrag van Faro)’ ondertekend. De gemeente Zaanstad, de gemeente Leiden en het Openbaar Lichaam voor Saba hebben los van elkaar een eigen, onderscheidenlijk project ingediend waarvoor zij een financiële bijdrage krijgen. Omdat het om specifieke projecten gaat, die beoordeeld zijn op hun inhoudelijke bijdrage aan het realiseren van de Uitvoeringsagenda Faro, waarover derhalve afspraken zijn gemaakt over de besteding van gelden tussen de rijksoverheid en de betreffende decentrale overheden, en waaruit geen recht op financiering voor andere decentrale overheden voor vergelijkbare projecten ontstaat, zal deze financiële ondersteuning worden verstrekt in de vorm van een specifieke, dan wel bijzondere uitkering via de OCW-begroting. In de eerste tabel hieronder is een overzicht opgenomen waarin, conform artikel 17, tweede lid, van de Financiële-verhoudingswet, maximaal te ontvangen bedragen in euro’s per decentrale overheid zijn opgenomen. In de tweede tabel hieronder is een overzicht opgenomen waarin, conform artikel 91, eerste lid, van de Wet financiën openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba maximaal te ontvangen bedragen in US Dollars per decentrale overheid zijn opgenomen. Voor de bijdrage aan de betreffende decentrale overheden voor het kalenderjaar 2024 zal de begroting als wettelijke grondslag gelden op basis van artikel 4:23, derde lid, aanhef en onderdeel c, van de Algemene wet bestuursrecht.
Tabel 25 Tabel Specifieke uitkering Faro Uitvoeringsagenda
Decentrale overheid
Bedrag 2024
Gemeente Zaanstad
€ 41.125
Gemeente Leiden
€ 62.300
Totaal
€ 103.425
Tabel 26 Tabel Specifieke uitkering Faro Uitvoeringsagenda
Decentrale overheid
Bedrag 2024
Public Entity of Saba
$ 62.900
Totaal
$ 62.900
Ontvangsten
De ontvangstenraming wordt verhoogd met € 36,2 miljoen. Het grootste deel (€ 25,6 miljoen) betreft de invordering van restanten van budget dat als gevolg van Covid-19 beschikbaar was gesteld voor de Opengestelde Monumentenlening. Van de museale instellingen met een wettelijke taak wordt € 9,6 miljoen ingevorderd door lagere vaststelling van huisvestingssubsidies (als gevolg van het vervallen van btw-plichtigheid voor het onderhoud en het beheer van de Rijkscollectie). Via desaldering blijven deze middelen beschikbaar voor een verduurzamingsfonds voor de museale instellingen.
3.12 Beleidsartikel 15. Media
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 27 Budgettaire gevolgen van beleid art. 15 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
Ontwerp-begroting 2024 (1)
Mutaties via NvW, moties, amende-menten en ISB (2)
Vastgestelde begroting 2024 (3) = (1) + (2)
Mutaties 1e suppletoire begroting (4)
Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)
Mutatie 2025
Mutatie 2026
Mutatie 2027
Mutatie 2028
Mutatie 2029
Verplichtingen
1.223.663
0
1.223.663
109.162
1.332.825
79.261
75.097
74.367
74.798
1.294.889
Uitgaven
1.213.908
0
1.213.908
78.650
1.292.558
79.116
74.141
74.222
74.367
1.294.889
Bekostiging
1.172.494
0
1.172.494
75.095
1.247.589
74.350
52.267
70.092
70.237
1.268.733
Landelijke publieke omroep
917.872
0
917.872
41.278
959.150
47.038
47.172
47.264
47.384
968.725
Regionale omroep
182.083
0
182.083
5.563
187.646
6.335
‒ 8.156
11.597
12.478
211.499
Stichting Omroep Muziek
22.384
0
22.384
656
23.040
603
575
575
575
20.175
Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid (NIBG)
30.585
0
30.585
965
31.550
926
927
859
859
29.392
Stimuleringsfonds voor de Journalistiek
3.005
0
3.005
204
3.209
97
99
98
93
2.967
Co-productiefonds Binnenlandse Omroep (CoBO)
5.522
0
5.522
162
5.684
162
162
162
162
5.684
Mediawijsheid Expertisecentrum (Bewust mediagebruik)
1.830
0
1.830
54
1.884
54
54
54
54
1.884
Stichting Nederlandse Lokale Publieke Omroepen (NLPO)
1.890
0
1.890
55
1.945
55
55
55
55
1.945
Dotatie/onttrekking Algemene Mediareserve
6.497
0
6.497
26.222
32.719
19.458
11.757
9.806
8.955
26.104
Overige bekostiging media
826
0
826
‒ 64
762
‒ 378
‒ 378
‒ 378
‒ 378
358
Subsidies (regelingen)
33.624
0
33.624
1.722
35.346
1.756
18.621
758
758
15.576
Subsidies
1.862
‒ 300
1.562
93
1.655
44
44
44
44
946
Onderzoeksjournalistiek
12.181
300
12.481
625
13.106
799
717
714
714
14.630
Lokale journalistiek
19.581
0
19.581
1.004
20.585
913
17.860
0
0
0
Opdrachten
730
0
730
31
761
34
37
37
37
754
Opdrachten
730
0
730
31
761
34
37
37
37
754
Bijdrage aan ZBO's/RWT's
6.981
0
6.981
1.797
8.778
2.971
3.211
3.330
3.330
9.742
Commissariaat voor de Media
6.981
0
6.981
1.797
8.778
2.971
3.211
3.330
3.330
9.742
Bijdrage aan (inter)nationale organisaties
79
0
79
5
84
5
5
5
5
84
European Audiovisual Observatory
79
0
79
5
84
5
5
5
5
84
Ontvangsten
135.660
0
135.660
45.340
181.000
46.810
41.810
41.810
41.810
165.500
Reclame ontvangsten
135.660
0
135.660
45.340
181.000
46.810
41.810
41.810
41.810
165.500
In de kolom "Mutaties 1e suppletoire begroting 2024" worden de mutaties ten opzichte van de «Stand vastgestelde begroting 2024» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.
Toelichting
Verplichtingen
De verplichtingen worden met € 109,2 miljoen verhoogd. Deze verhoging wordt veroorzaakt door de hieronder toegelichte uitgavenmutaties (€ 78,7 miljoen). Daarnaast wordt de verplichtingenstand aangesloten op de voorgenomen uitgaven uit de mediabegrotingsbrief.
Uitgaven
De uitgaven worden met € 78,7 miljoen verhoogd.
Toelichting per instrument:
Bekostiging
Het budget voor bekostiging wordt per saldo met € 75,1 miljoen verhoogd. De verhoging wordt veroorzaakt door:
– toevoeging van de loon- en prijsbijstelling tranche 2024 (€ 30,6 miljoen);
– een overboeking van € 1,1 miljoen van de post dotatie/onttrekking AMr en € 0,4 miljoen van de post overige bekostiging naar het instrument bijdragen aan ZBO’s / RWT’s in verband met de financiering van de uitbreiding van de (wettelijke) taken van het Commissariaat (€ 1,5 miljoen);
– een verhoging van de dotatie aan de AMr als gevolg van de geactualiseerde raming van de reclameopbrengsten voor 2024 in de mediabegrotingsbrief 2024 (€ 45,3 miljoen);
– daarnaast is er een overboeking binnen het instrument bekostiging van de post dotatie/ onttrekking AMr naar de Landelijke Publieke Omroep (€ 18,0 miljoen) voor de dekking van de meerkosten bij de aankoop van rechten voor uitzending van de zogenaamde superevenementen (het EK en WK voetbal (vrouwen en mannen) en de Olympische Spelen (inclusief Paralympische Spelen)).
Subsidies
Het budget voor subsidies wordt per saldo met € 1,7 miljoen verhoogd als gevolg van de loon- en prijsbijstelling tranche 2024.
Amendement Sneller en Paternotte
Als gevolg van het amendement Sneller en Paternotte (Tweede Kamer, vergaderjaar 2023-2024, 36 410 VIII, nr. 38) is voor 2024 € 0,3 miljoen beschikbaar om extra te investeren in persvrijheid en persveiligheid. De middelen worden in overleg met PersVeilig ingezet voor de in het amendement genoemde doelen.
Bijdragen aan ZBO's / RWT's
Het budget voor bijdragen aan ZBO's / RWT's wordt per saldo met € 1,8 miljoen verhoogd. De verhoging wordt veroorzaakt door:
– toevoeging van de loon- en prijsbijstelling tranche 2024 (€ 0,2 miljoen);
– een overboeking van € 1,1 miljoen van de post dotatie/onttrekking AMr en € 0,4 miljoen van de post overige bekostiging naar het instrument bijdragen aan ZBO’s / RWT’s in verband met de financiering van de uitbreiding van de (wettelijke) taken van het Commissariaat (€ 1,5 miljoen).
Ontvangsten
Het ontvangstenbudget wordt met € 45,3 miljoen verhoogd. Hiermee wordt de raming aangepast aan de raming van de reclameopbrengsten in de mediabegrotingsbrief 2024.
Dotatie Algemene Mediareserve
Aan de AMr wordt op basis van de huidige ramingen eind 2024 € 32,7 miljoen toegevoegd.
Tabel 28 Raming ontwikkeling liquiditeit AMr (bedragen x € 1.000)
Saldo AMr per 01-01-2024
189.053
Directe mutaties AMr
-
Mutaties AMr via begroting
32.719
Verwacht saldo AMr per 31-12-2024
221.772
3.13 Beleidsartikel 16. Onderzoek en wetenschapsbeleid
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 29 Budgettaire gevolgen van beleid art. 16 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
Ontwerp-begroting 2024 (1)
Mutaties via NvW, moties, amende-menten en ISB (2)
Vastgestelde begroting 2024 (3) = (1) + (2)
Mutaties 1e suppletoire begroting (4)
Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)
Mutatie 2025
Mutatie 2026
Mutatie 2027
Mutatie 2028
Mutatie 2029
Verplichtingen
1.683.746
‒ 500
1.683.246
138.127
1.821.373
107.598
100.011
94.825
96.545
1.720.202
Uitgaven
1.739.520
‒ 500
1.739.020
81.570
1.820.590
107.598
100.011
94.825
96.545
1.720.202
Bekostiging
1.389.267
0
1.389.267
93.769
1.483.036
78.702
77.909
76.828
76.458
1.444.111
NWO
563.764
0
563.764
71.932
635.696
70.280
69.932
69.494
69.571
628.051
KNAW
105.320
0
105.320
7.160
112.480
6.044
5.791
5.790
5.774
110.365
KB
64.780
0
64.780
3.353
68.133
3.658
6.440
7.417
8.818
67.069
NWO Talentenontwikkeling
175.486
0
175.486
‒ 9.601
165.885
‒ 9.601
‒ 9.601
‒ 9.601
‒ 9.601
165.885
NWO TTW
8.463
0
8.463
4.537
13.000
‒ 463
‒ 463
‒ 463
‒ 463
8.000
NWO Grootschalige researchinfrastructuur
58.586
0
58.586
‒ 3.206
55.380
‒ 3.206
‒ 3.206
‒ 3.206
‒ 3.206
55.380
NWO Praktijkgericht Onderzoek
60.380
0
60.380
4.975
65.355
2.916
2.916
2.916
2.916
61.110
Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek
21.755
0
21.755
7.293
29.048
3.333
2.136
341
347
16.082
Poolonderzoek
3.234
0
3.234
‒ 87
3.147
‒ 87
‒ 87
‒ 87
‒ 87
1.500
Caribisch Nederland
2.644
0
2.644
‒ 144
2.500
‒ 144
‒ 144
‒ 144
‒ 144
2.500
NWO NWA
140.160
0
140.160
‒ 4.076
136.084
‒ 5.377
‒ 7.154
‒ 6.978
‒ 6.524
130.000
NWO Fonds onderzoek en wetenschap
168.827
0
168.827
10.838
179.665
10.554
10.554
10.554
8.262
181.506
NWO Praktijk onderzoek en wetenschap
15.868
0
15.868
795
16.663
795
795
795
795
16.663
Subsidies (regelingen)
138.958
‒ 500
138.458
66.728
205.186
103.636
92.086
86.217
86.089
132.027
VSC
191
0
191
298
489
298
298
298
298
489
Naturalis Biodiversity Center
8.502
0
8.502
408
8.910
1.708
1.708
1.708
1.708
10.207
BPRC
11.989
0
11.989
576
12.565
576
576
576
576
12.565
NCWT/NEMO
3.991
0
3.991
‒ 98
3.893
‒ 98
‒ 98
‒ 98
‒ 98
3.892
STT
254
0
254
13
267
13
13
13
13
267
Stichting AAP
1.192
0
1.192
58
1.250
58
58
58
58
1.250
Nationale coördinatie
5.268
‒ 500
4.768
443
5.211
2.813
3.326
3.101
‒ 1.203
3.319
Subsidie Fonds onderzoek en wetenschap
5.229
0
5.229
79.478
84.707
79.346
79.346
79.333
84.213
86.664
Nationaal Groeifonds
75.400
0
75.400
‒ 14.172
61.228
18.034
6.335
704
0
10.850
Delta Climate Center
26.942
0
26.942
‒ 800
26.142
364
0
0
0
2.000
Neth.Acad.of Enginer
0
0
0
524
524
524
524
524
524
524
Opdrachten
12.591
0
12.591
‒ 3.829
8.762
‒ 1.056
2.081
2.056
2.374
10.956
Opdrachten
2.156
0
2.156
1.692
3.848
‒ 383
‒ 279
‒ 1.350
‒ 1.350
1.556
Opdrachten Fonds onderzoek en wetenschap
10.435
0
10.435
‒ 5.521
4.914
‒ 673
2.360
3.406
3.724
9.400
Bijdrage aan agentschappen
82.798
0
82.798
‒ 79.268
3.530
‒ 78.538
‒ 76.903
‒ 75.415
‒ 73.515
10.693
Rijksdienst voor Ondernemend Nederland
963
0
963
542
1.505
1.294
2.929
4.417
6.317
8.575
RVO Fonds onderzoek en wetenschap
81.835
0
81.835
‒ 79.810
2.025
‒ 79.832
‒ 79.832
‒ 79.832
‒ 79.832
2.118
Bijdrage aan (inter)nationale organisaties
115.906
0
115.906
4.170
120.076
4.854
4.838
5.139
5.139
122.415
EMBC
1.317
0
1.317
0
1.317
0
0
38
38
1.355
EMBL
7.716
0
7.716
0
7.716
0
0
260
260
9.176
ESA
35.338
0
35.338
1.030
36.368
1.030
1.030
1.030
1.030
36.368
CERN
60.620
0
60.620
3.140
63.760
3.509
3.493
3.493
3.493
64.287
ESO
10.804
0
10.804
111
10.915
422
422
425
425
11.229
NTU/INL
111
0
111
‒ 111
0
‒ 107
‒ 107
‒ 107
‒ 107
0
Ontvangsten
101
0
101
0
101
0
0
0
0
101
Tabel 30 Uitsplitsing verplichtingen
Verplichtingen
1.683.746
‒ 500
1.683.246
138.127
1.821.373
107.598
100.011
94.825
96.545
1.720.202
waarvan garantieverplichtingen
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
waarvan overige verplichtingen
1.683.746
‒ 500
1.683.246
138.127
1.821.373
107.598
100.011
94.825
96.545
1.720.202
In de kolom "Mutaties 1e suppletoire begroting 2024" worden de mutaties ten opzichte van de «Stand vastgestelde begroting 2024» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.
Toelichting
Verplichtingen
Het verplichtingenbudget wordt met € 138,1 miljoen verhoogd. Het verschil in ophoging van het verplichtingenbudget en uitgavenbudget bedraagt € 56,6 miljoen. Het extra verplichtingenbudget dient voor de nog te verplichten instellingssubsidie van BPRC voor 2024, het verplichten van de extra middelen ten behoeve van de instandhouding van de huisvesting van de Koninklijke Bibliotheek en tot slot de in 2024 verwachte verplichtingen voor projecten uit het Nationaal Groeifonds.
Uitgaven
Het uitgavenbudget wordt met € 81,6 miljoen verhoogd. Deze verhoging heeft te maken met onderstaande mutaties.
Toelichting per instrument:
Bekostiging
Het budget voor bekostiging wordt per saldo met € 93,8 miljoen verhoogd. Deze verhoging is een gevolg van onder meer de volgende mutaties:
– de doorverdeling van de loon- en prijsbijstelling tranche 2024 (zie ook algemeen deel), waardoor de bekostiging voor € 70,4 miljoen in 2024 en € 68,5 miljoen structureel wordt opgehoogd;
– diverse overboekingen vanuit andere artikelen en departementen ten behoeve van onderzoekscalls en -projecten vanuit de NWA, het NRO, de STT en NWO Praktijkgericht onderzoek (SIA) (€ 18,6 miljoen);
– bijdragen van andere directies en departementen (€ 1,9 miljoen) in de hoofdbekostiging van NWO, KNAW en KB ten behoeve van diverse projecten en de implementatie van de Europese NIS2-richtlijn;
– de bekostiging van de KB wordt vanaf 2025 jaarlijks oplopend tot € 8,0 miljoen structureel verhoogd om de tegenvallers uit stijgende huisvestingskosten te dekken;
– uitgaven (€ 2,9 miljoen) waarvan de besteding bij nadere uitwerking via het bekostiginginstrument vormgegeven worden, zoals bijvoorbeeld de uitvoeringskosten van de sectorplannen (via NWO) of de subsidie «Hestia-beurzen» (via het NWO-onderdeel Fonds Onderzoek en Wetenschap);
– de bekostiging van NWO wordt voor 2025 tot en met 2029 met € 0,9 miljoen jaarlijks verlaagd ter dekking van de campussen Groningen. Zie voor nadere toelichting artikel 4 (Beroepsonderwijs en volwasseneducatie);
– de bekostiging van NWO wordt vanaf 2031 structureel met € 3,7 miljoen verlaagd ter dekking van het investeringspakket voor het ondernemingsklimaat van de microchipsector (Kamerstukken II, 33009, nr 141).
Amendement Soepboer
In het kader van het amendement Soepboer vindt een overboeking plaats van € 0,5 miljoen van 2025 tot 2028 van het instrument NWO praktijkgericht onderzoek naar artikel 4 MBO ten behoeve van de dekking voor de inrichting en uitvoering van een practoraat «Friese taal en Geletterdheid in de meertalige context» (Amendement van het lid Soepboer c.s., Kamerstukken II, 36410-VIII, nr. 54).
Subsidies
Het budget voor subsidies wordt per saldo met € 66,7 miljoen verhoogd. Deze verandering is voornamelijk het resultaat van:
– het binnen het Fonds Onderzoek en Wetenschap overhevelen van de subsidieregeling Horizon Europe van het instrument Bijdragen aan agentschappen naar Subsidies (€ 79,1 miljoen). Dit betreft een boekhoudkundige wijziging, er zijn geen inhoudelijke gevolgen;
– het met een kasschuif in lijn brengen van de budgetten voor het NGF-project Biotech Booster op met het verwachte kasritme in de komende jaren en de diverse openstaande verplichtingen op de NGF-projecten (per saldo € 14,1 miljoen in 2024);
– de doorverdeling van de loon- en prijsbijstelling tranche 2024 (zie ook algemeen deel), waardoor de subsidies voor € 6,9 miljoen in 2024 en € 5,5 miljoen structureel worden opgehoogd;
– uitgaven (per saldo € 4,7 miljoen) waarvan de besteding bij nadere uitwerking via andere instrumenten loopt dan dit subsidie-instrument, zoals de «Hestia-beurzen» (via het NWO-onderdeel Fonds Onderzoek en Wetenschap).
Daarnaast vindt er vanaf 2025 binnen subsidies een extensivering plaats van structureel € 1,3 miljoen op nationale coördinatie. Dit wordt ingezet als intensivering voor Naturalis Biodiversity Center. Onderzoek van EY concludeert dat de subsidie aan Naturalis onvoldoende toereikend is. Naar aanleiding van dit onderzoek, worden er hiermee extra middelen beschikbaar gesteld voor Naturalis.
Amendement Soepboer
In het kader van het amendement Soepboer vindt een overboeking plaats van € 0,5 miljoen in 2024 naar artikel 4 MBO ten behoeve van de dekking voor de inrichting en uitvoering van een practoraat «Friese taal en Geletterdheid in de meertalige context» (Amendement van het lid Soepboer c.s., Kamerstukken II, 36410-VIII, nr. 54).
Opdrachten
Het budget voor opdrachten wordt met € 3,8 miljoen verlaagd.
Bijdrage aan agentschappen
Het budget voor agentschappen wordt per saldo met € 79,3 miljoen verlaagd. Deze verlaging hangt samen met het overhevelen van de regeling Horizon Europe naar het instrument Subsidies. Tegelijkertijd stijgt het budget de komende jaren als gevolg van de uitvoeringskosten van de screeningswet die in voorbereiding is. De totale kosten voor de uitvoering van de screeningswet worden begroot op € 11,3 miljoen structureel, waarvan nu € 7,9 miljoen aanvullend wordt gedekt vanuit de meevaller op de referentieraming en studiefinancieringsraming.
Bijdrage aan (inter)nationale organisaties
Het budget voor (inter)nationale organisaties wordt per saldo met € 4,2 miljoen verhoogd. Dit komt door de doorverdeling van de loon- en prijsbijstelling tranche 2024 en extra uitgaven door een wisselkoerstegenvaller binnen de contributies aan (inter)nationale organisaties.
Ontvangsten
Het ontvangstenbudget blijft ongewijzigd ten opzichte van de begroting.
3.14 Beleidsartikel 25. Emancipatie
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 31 Budgettaire gevolgen van beleid, beleid art. 25 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
Ontwerp-begroting 2024 (1)
Mutaties via NvW, moties, amende-menten en ISB (2)
Vastgestelde begroting 2024 (3) = (1) + (2)
Mutaties 1e suppletoire begroting (4)
Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)
Mutatie 2025
Mutatie 2026
Mutatie 2027
Mutatie 2028
Mutatie 2029
Verplichtingen
7.835
0
7.835
4.724
12.559
‒ 161
995
636
991
20.158
Uitgaven
20.965
0
20.965
2.826
23.791
852
1.852
1.485
1.371
20.158
Bekostiging
13.263
0
13.263
704
13.967
701
698
698
584
11.584
Kennisinfrastructuur: Gender- en lhbti- gelijkheid
13.263
0
13.263
704
13.967
701
698
698
584
11.584
Subsidies (regelingen)
4.874
0
4.874
723
5.597
787
261
204
204
4.461
Gender- en lhbti- gelijkheid 2022-2027
4.874
0
4.874
723
5.597
787
261
204
204
4.461
Opdrachten
1.947
0
1.947
2.115
4.062
80
1.609
490
490
2.200
Bijdrage aan medeoverheden
881
0
881
‒ 716
165
‒ 716
‒ 716
93
93
1.913
Gemeentefonds gender- en lhbti- gelijkheid
881
0
881
‒ 716
165
‒ 716
‒ 716
93
93
1.913
Ontvangsten
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
In de kolom «Mutaties 1e suppletoire begroting 2024» worden de mutaties ten opzichte van de «Stand vastgestelde begroting 2024» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.
Toelichting
Verplichtingen
De verplichtingen zijn met € 4,7 miljoen verhoogd. Het verschil tussen de verplichtingen- en uitgavenmutaties wordt voornamelijk veroorzaakt doordat de loon- en prijsbijstelling tranche 2024 voor de jaren 2024-2027 in het jaar 2024 verplicht worden. Zie het algemene deel voor een verdere toelichting op de loon- en prijsbijstelling.
Uitgaven
De uitgaven zijn met € 2,8 miljoen verhoogd.
Toelichting per instrument:
Bekostiging
Het budget voor de bekostiging wordt per saldo met € 0,7 miljoen verhoogd. Dit betreft de lpo tranche 2024.
Subsidies
De uitgaven zijn per saldo met € 0,7 miljoen verhoogd. Dit betreft de lpo tranche 2024 € 0,2 miljoen, een openstaande verplichting € 0,3 miljoen en een bijdrage vanuit artikel 6 (Hoger onderwijs) aan het nationaal actieprogramma seksueel grensoverschrijdend gedrag van € 0,3 miljoen (2025; € 0,3 miljoen).
Opdrachten
De uitgaven zijn per saldo met € 2,1 miljoen verhoogd. Dit betreft onder andere de lpo tranche 2024 (€ 0,1 miljoen) en extra middelen in het kader van het Nationaal actieprogramma seksueel grensoverschrijdend gedrag € 0,5 miljoen in 2024 (2025; € 0,2 miljoen, 2026; € 0,03 miljoen). Tevens is voor de verlenging van het Nationaal actieprogramma SGGSG tot eind 2026 een bedrag van € 1,1 miljoen toegevoegd aan de begroting in het jaar 2026. Daarnaast heeft een verschuiving plaatsgevonden tussen de instrumenten (€ 0,5 miljoen). In het kader van de herpositionering en duurzame borging van de archief- en bibliotheekfunctie op het gebied van gendergelijkheid en de daarmee verwachte kosten is een bedrag van € 1,0 miljoen toegevoegd aan de begroting.
Bijdrage aan medeoverheden
De uitgaven zijn met € 0,7 miljoen verlaagd. Dit betreft € 0,8 miljoen aan overboekingen naar het gemeentefonds in het kader van de programma's Regenboogsteden en Veilige steden. Voor de jaren 2024-2026 is € 0,1 miljoen per jaar toegevoegd aan de begroting ten behoeve van het Programma Veilig steden.
4 De niet-beleidsartikelen
4.1 Niet beleidsartikel 91. Nog onverdeeld
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 32 Budgettaire gevolgen van beleid, niet-beleidsartikel 91 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
Ontwerp-begroting 2024 (1)
Mutaties via NvW, moties, amende-menten en ISB (2)
Vastgestelde begroting 2024 (3) = (1) + (2)
Mutaties 1e suppletoire begroting (4)
Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)
Mutatie 2025
Mutatie 2026
Mutatie 2027
Mutatie 2028
Mutatie 2029
Verplichtingen
0
0
0
0
0
0
0
0
574
11.166
Uitgaven
0
0
0
0
0
0
0
0
574
11.166
Loonbijstelling
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
waarvan programma
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
waarvan apparaat
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Prijsbijstelling
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
waarvan programma
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
waarvan apparaat
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Onvoorzien
0
0
0
0
0
0
0
0
574
11.166
Ontvangsten
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
In de kolom "Mutaties 1e suppletoire begroting 2024" worden de mutaties ten opzichte van de «Stand vastgestelde begroting 2024» weergegeven.
4.2 Niet-beleidsartikel 95. Apparaat Kerndepartement
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 33 Budgettaire gevolgen van beleid, niet-beleidsartikel 95 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
Ontwerp-begroting 2024 (1)
Mutaties via NvW, moties, amende-menten en ISB (2)
Vastgestelde begroting 2024 (3) = (1) + (2)
Mutaties 1e suppletoire begroting (4)
Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)
Mutatie 2025
Mutatie 2026
Mutatie 2027
Mutatie 2028
Mutatie 2029
Verplichtingen
395.426
0
395.426
40.743
436.169
28.713
31.174
32.029
22.157
407.694
Uitgaven
395.426
0
395.426
40.743
436.169
28.713
31.174
32.029
22.157
407.694
Personele uitgaven
329.287
0
329.287
40.558
369.845
27.750
30.211
31.066
21.444
330.340
waarvan eigen personeel
316.914
0
316.914
33.967
350.881
25.070
28.136
27.521
21.444
318.283
waarvan externe inhuur
7.710
0
7.710
6.591
14.301
2.680
2.075
3.545
0
7.489
waarvan overige personele uitgaven
4.663
0
4.663
0
4.663
0
0
0
0
4.568
Materiële uitgaven
66.139
0
66.139
185
66.324
963
963
963
713
77.354
waarvan ICT
7.275
0
7.275
491
7.766
0
0
0
0
8.109
waarvan bijdrage aan SSO's
24.490
0
24.490
62
24.552
293
293
293
293
24.773
waarvan overige materiële uitgaven
34.374
0
34.374
‒ 368
34.006
670
670
670
420
44.472
Begrotingsreserve schatkistbankieren
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Ontvangsten
567
0
567
0
567
0
0
0
0
567
In de kolom "Mutaties 1e suppletoire begroting 2024" worden de mutaties ten opzichte van de «Stand vastgestelde begroting 2024» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.
Toelichting
Verplichtingen
De verplichtingen worden met € 40,7 miljoen verhoogd.
Uitgaven
De uitgaven worden met € 40,7 miljoen verhoogd.
Toelichting per instrument:
Personele uitgaven
Het budget wordt per saldo met € 40,6 miljoen verhoogd. De verhoging wordt grotendeels veroorzaakt door:
– doorverdeling van de loonbijstelling tranche 2024: € 21,1 miljoen (zie het algemeen deel);
– diverse kasschuiven (per saldo € 2,9 miljoen in 2024) om budget door te schuiven naar de jaren waarin de uitgaven plaatsvinden;
– diverse interdepartementale overboekingen: € 6,7 miljoen. Hiervan komt het grootste deel van BZK, € 5,0 miljoen voor het op orde brengen van de informatiehuishouding (naar aanleiding van de kabinetsreactie op de Parlementaire Ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag);
– diverse interne overboekingen (per saldo € 12,6 miljoen): Het betreft hier voornamelijk uitvoeringskosten voor de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) waarvoor het budget nog niet aan het apparaatsbudget was toegevoegd (€ 7,3 miljoen);
– overige mutaties: toevoeging middelen eindejaarsmarge, middelen Nationaal Groeifonds en extensiveringen op artikel 95 (per saldo € 3,0 miljoen).
Materiële uitgaven
Het budget wordt per saldo met € 0,2 miljoen verhoogd.
5 Agentschappen
5.1 Agentschap Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO)
De Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) is de uitvoeringsorganisatie van de Rijksoverheid voor het onderwijs. DUO levert producten en diensten op het terrein van bekostiging van instellingen, financiering van studenten, examens, informatievoorziening, alsmede diensten gericht op de verbetering van de verbinding tussen beleid en uitvoering, waarbij de burger en instellingen centraal worden gesteld. Daarnaast verricht DUO werkzaamheden voor overige departementen en derden. Onderdeel van DUO is de Shared Service Organisatie Noord waarbinnen het Inkoop Uitvoeringscentrum en het Overheidsdatacenter zijn ondergebracht, welke dienstverlening verricht onder meer voor het concern OCW en haar diensten en andere overheidsorganen.
Tabel 34 Exploitatieoverzicht DUO (Eerste suppletoire begroting 2024) (bedragen x € 1.000)
(1) Vastgestelde begroting
(2) Mutaties 1e suppletoire begroting
(3) = (1) + (2) Totaal geraamd
Baten
- Omzet
445.212
42.872
488.084
waarvan omzet moederdepartement
354.673
42.872
397.545
waarvan omzet overige departementen
84.128
‒
84.128
waarvan omzet derden
6.411
‒
6.411
Rentebaten
‒
‒
‒
Vrijval voorzieningen
‒
‒
‒
Bijzondere baten
‒
‒
‒
Totaal baten
445.212
42.872
488.084
Lasten
Apparaatskosten
406.812
42.872
449.684
- Personele kosten
295.950
28.935
324.885
waarvan eigen personeel
248.475
24.443
272.918
waarvan inhuur externen
39.537
3.853
43.390
waarvan overige personele kosten
7.938
639
8.577
- Materiële kosten
110.862
13.937
124.799
waarvan apparaat ICT
30.261
3.614
33.875
waarvan bijdrage aan SSO's
27.219
3.451
30.670
waarvan overige materiële kosten
53.382
6.872
60.254
Rentelasten
1.100
0
1.100
Afschrijvingskosten
35.700
0
35.700
- Materieel
13.000
0
13.000
waarvan apparaat ICT
12.500
0
12.500
waarvan overige materiële afschrijvingskosten
500
0
500
- Immaterieel
22.700
0
22.700
Overige lasten
1.500
0
1.500
waarvan dotaties voorzieningen
1500
0
1500
waarvan bijzondere lasten
0
0
0
Totaal lasten
445.112
42.872
487.984
Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening
100
0
100
Agentschapsdeel Vpb-lasten
100
0
100
Saldo van baten en lasten
0
0
0
Toelichting
De baten in de 1e suppletoire begroting stijgen met € 42,9 miljoen ten opzichte van de oorspronkelijk vastgestelde begroting 2024 (€ 445,2 miljoen). De lasten stijgen eveneens met € 42,9 miljoen ten opzichte van de oorspronkelijk vastgestelde begroting 2024 (€ 445,2 miljoen).
Baten
Omzet moederdepartement
De omzet moederdepartement in de 1e suppletoire begroting is € 42,9 miljoen hoger ten opzichte van de oorspronkelijk vastgestelde begroting 2024. De stijging heeft betrekking op de toegekende loon- en prijsbijstelling 2024 (€ 16,7 miljoen), additionele werkzaamheden op het gebied van informatie- en systeembeveiliging teneinde aan de meest actuele compliancy vereisten te voldoen (€ 12,6 miljoen) en toegekende middelen ter dekking van gestegen huisvestingslasten (€ 1,7 miljoen) respectievelijk de vernieuwde IKB-regeling die effectief is per 1 januari 2023 (€ 5,0 miljoen). Daarnaast is sprake van meerkosten op het vlak van ICT (€ 1,9 miljoen), additionele dienstverlening op het gebied van examens (€ 4,1 miljoen) en het naar voren halen van de werkzaamheden van de subsidieregeling STAP-budget (€ 0,9 miljoen).
Lasten
Apparaatskosten
De apparaatskosten in de 1e suppletoire begroting zijn € 42,9 miljoen hoger ten opzichte van de oorspronkelijk vastgestelde begroting 2024. De personele kosten stijgen met € 28,9 miljoen en de materiële kosten stijgen met € 14,0 miljoen. In de stijging zijn de toekenning van de eerder genoemde loon- en prijsbijstelling (€ 16,7 miljoen), werkzaamheden op het gebied van informatie- en systeembeveiliging (€ 12,6 miljoen) en de gestegen kosten voor huisvesting (€ 1,7 miljoen) respectievelijk IKB (€ 5,0 miljoen) opgenomen. Daarnaast komt de stijging voort uit meerkosten op het vlak van ICT (€ 1,9 miljoen), additionele dienstverlening op het gebied van examens (€ 4,1 miljoen) en het naar voren halen van de werkzaamheden van de subsidieregeling STAP-budget (€ 0,9 miljoen).
Kasstroomoverzicht
Tabel 35 Kasstroomoverzicht DUO (Eerste suppletoire begroting 2024)(bedragen x € 1.000)
(1) Vastgestelde begroting
(2) Mutaties 1e suppletoire begroting
(3) = (1) + (2) Totaal geraamd
1.
Rekening courant RHB 1 januari + depositorekeningen
20.231
0
20.231
Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+)
445.212
42.872
488.084
Totaal uitgaven operationele kasstroom (-/-)
‒ 409.512
‒ 42.872
‒ 452.384
2.
Totaal operationele kasstroom
35.700
0
35.700
Totaal investeringen (-/-)
‒ 73.600
‒ 20.700
‒ 94.300
Totaal boekwaarde desinvesteringen (+)
0
0
0
3.
Totaal investeringskasstroom
‒ 73.600
‒ 20.700
‒ 94.300
Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-)
0
0
0
Eenmalige storting door moederdepartement (+)
0
0
0
Aflossingen op leningen (-/-)
‒ 35.700
10.061
‒ 25.639
Beroep op leenfaciliteit (+)
73.600
20.700
94.300
4.
Totaal financieringskasstroom
37.900
30.761
68.661
5.
Rekening courant RHB 31 december (=1+2+3+4)
20.231
10.061
30.292
Toelichting
Het kasstroomoverzicht is aangepast ten opzichte van de oorspronkelijk vastgestelde begroting 2024 met de eerder genoemde loon- en prijsbijstelling en overige bijstellingen. Daarnaast is de aangevraagde leenfaciliteit verwerkt evenals de daarbij behorende investeringen en zijn de verwachte aflossingen op reeds afgesloten leningen aangepast.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R.H. Dijkgraaf, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap -
Mede ondertekenaar
M.L.J. Paul, minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs
Stemmingsuitslagen
Aangenomen met handopsteken
Fracties | Zetels | Voor/Tegen |
---|---|---|
PVV | 37 | Voor |
GroenLinks-PvdA | 25 | Voor |
VVD | 24 | Voor |
NSC | 20 | Voor |
D66 | 9 | Voor |
BBB | 7 | Voor |
CDA | 5 | Voor |
SP | 5 | Tegen |
ChristenUnie | 3 | Voor |
DENK | 3 | Voor |
FVD | 3 | Tegen |
PvdD | 3 | Voor |
SGP | 3 | Voor |
Volt | 2 | Voor |
JA21 | 1 | Voor |
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.