Amendement (gewijzigd/nader/vervangend) : Nader gewijzigd amendement van het lid Erkens c.s. ter vervanging van nr. 13 over het regelen dat het Rijk bij algemene maatregel van bestuur instructieregels moet stellen ten aanzien van de betaalbaarheid voor de gebouweigenaren en -gebruikers in de wijk
36 387 Wijziging van de Omgevingswet, de Gaswet en de Warmtewet in verband met gemeentelijke instrumenten voor de warmtetransitie in de gebouwde omgeving (Wet gemeentelijke instrumenten warmtetransitie
Nr. 20 NADER GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN DE HET LID ERKENS C.S. TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT
ONDER NR. 13
Ontvangen 27 maart 2024
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
Na artikel II, onderdeel A, wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:
Aa
Aan artikel 2.28 wordt onder vervanging van de punt aan het slot door een komma, een
onderdeel toegevoegd, luidende:
k. verduurzaming van de warmtevoorziening van gebouwen, met betrekking tot het waarborgen
van de betaalbaarheid van de maatregelen voor de eigenaren en gebruikers van gebouwen,
in het bijzonder kwetsbare afnemers als bedoeld in artikel 28 van richtlijn 2019/944,
in een gebied waar het gebruik van gas als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder b,
van de Gaswet als warmtevoorziening van gebouwen wordt uitgesloten.
Toelichting
Het collectief verduurzamen van een wijk kan grote (financiële) gevolgen hebben voor
de bewoners van de betrokken wijk. De indieners van dit amendement vinden het daarom
belangrijk dat er wordt gewaarborgd dat de overstap van aardgas naar een duurzaam
alternatief betaalbaar is voor de bewoners. Het kan niet zo zijn dat veel inwoners
van de betreffende wijk er fors op achteruitgaan. Daarom wordt er met dit amendement
geregeld dat het Rijk op AMvB-niveau vergaande instructieregels moet stellen ten aanzien
van de technische haalbaarheid en betaalbaarheid voor de gebouweigenaren en -gebruikers
in de wijk. Deze instructieregels dienen uitvoerbaar, transparant, rechtvaardig en
uitlegbaar te zijn. Dit geeft bewoners ook de mogelijkheid om zich bij de rechter
op die regels te beroepen, als deze niet worden nageleefd. De betrokken AMvB zal worden
voorgehangen op grond van artikel 23.5, eerste lid, van de Omgevingswet bij de Kamers.
De waarborg van betaalbaarheid dient met de instructieregels te worden vastgelegd
en deze dienen in samenspraak met het maatschappelijk middenveld te worden uitgewerkt
(onder andere de woonbond, VeH, VNG en Nibud). De investering in maatregelen die bewoners
moeten doen, dient naar verwachting voor een overgroot deel van de inwoners terug
te worden terugverdient. Dat houdt in dat de verwachte kosten gedurende de levensduur
van de voorgenomen verduurzamingsmaatregelen in verhouding staan tot de verwachte
ontwikkeling van kosten van doorgaan met aardgaslevering en/of andere duurzame alternatieven
die in aanmerking komen. Voor gebruikers – waaronder huurders – gaat het onder andere
om de verwachte maandelijkse lasten over verloop van tijd. Daarbij moeten ook de 5%
meest kwetsbare huishoudens (kwetsbare afnemers van energie als bedoeld in onder meer
artikel 28 van richtlijn 2019/944) perspectief houden. De investeringen moet niet
alleen redelijkerwijs terugverdiend kunnen worden, maar ook op het moment van de investering
financieel haalbaar zijn. Deze financiële haalbaarheid kan ook vormgegeven worden
door een overheid die deze inwoners ondersteunt om de investering mogelijk te maken.
Naar aanleiding van dit amendement moet voordat een wijk kan worden aangewezen, worden
nagegaan of het op wijkniveau voor gebouweigenaren en -gebruikers betaalbaar is en
of het dus voldoet aan de instructie-regels die op AMvB-niveau hierover zijn gesteld.
Daarbij kunnen bestaande instrumenten ter ondersteuning (bijvoorbeeld subsidiëring
of een vorm van gebouw gebonden financiering) meegenomen worden in de definitie van
betaalbaarheid. Daarbij is het ook van belang dat gebouweigenaren tijdig op de hoogte
worden gesteld van de alternatieve warmtevoorziening die hun situatie passend kan
zijn, welke stappen hiervoor nodig zijn en welke financiële regelingen beschikbaar
zijn.
Erkens
Beckerman
Postma
Flach
Kröger
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
Silvio Erkens, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
Wytske Postma, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
Sandra Beckerman, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
André Flach, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
Suzanne Kröger, Tweede Kamerlid
Stemmingsuitslagen
Aangenomen met handopsteken
Fracties | Zetels | Voor/Tegen |
---|---|---|
PVV | 37 | Voor |
GroenLinks-PvdA | 25 | Voor |
VVD | 24 | Voor |
NSC | 20 | Voor |
D66 | 9 | Voor |
BBB | 7 | Voor |
CDA | 5 | Voor |
SP | 5 | Voor |
ChristenUnie | 3 | Voor |
DENK | 3 | Voor |
FVD | 3 | Tegen |
PvdD | 3 | Voor |
SGP | 3 | Voor |
Volt | 2 | Voor |
JA21 | 1 | Voor |