Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag van een schriftelijk overleg inzake TEK (Regeling tegemoetkoming energiekosten) vorderingen (Kamerstuk 32637-612)
2024D12315 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
De vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat heeft een aantal vragen en opmerkingen
aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat voorgelegd over de brief inzake TEK
(Regeling tegemoetkoming energiekosten) vorderingen (Kamerstuk 32 637, nr. 612).
De fungerend voorzitter van de commissie,
Stoffer
Adjunct-griffier van de commissie,
Van Tilburg
Inhoudsopgave
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de
Kamerbrief over de TEK vorderingen. Deze leden hebben hierover nog enkele vragen.
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie lezen dat er aanzienlijk minder aanvragen
voor de TEK zijn gedaan dan verwacht. De Minister schatte in dat er circa 57.000 aanvragen
gedaan zouden worden, dit zijn er uiteindelijk 10.864 geworden. Kan de Minister toelichten
waarom er zoveel minder aanvragen zijn gedaan dan verwacht? Kan de Minister een overzicht
geven van hoeveel van de aanvragen zijn gedaan door het kleinbedrijf en hoeveel door
het middenbedrijf? Heeft het lage aantal aanvragen enkel met de dalende energieprijs
te maken, of spelen ook andere factoren zoals toegankelijkheid van de regeling een
rol?
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie vragen in het verlengde van bovenstaande vragen
in hoeverre de TEK doelmatig en doeltreffend is geweest. Hebben de ondernemers met
de hoogste energierekeningen en grootste financiële zorgen de meeste steun gehad?
En andersom: hebben bedrijven die minder steun nodig hadden ook minder gekregen? Hoe
evalueert de Minister deze regeling? Hoe neemt de Minister eventuele verbeterpunten
mee in toekomstige regelingen?
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie vragen wat er gebeurt met de middelen die
nu niet voor de TEK worden uitgegeven. Worden deze middelen alsnog ter beschikking
gesteld voor het drukken van de energierekening van ondernemers? Door de middelen
te gebruiken voor het versneld elektrificeren en op andere manieren verduurzamen van
het bedrijfsleven kan de kans worden verkleind dat ondernemers in de toekomst weer
worden geconfronteerd met hoge gasprijzen. Worden de resterende middelen ingezet om
ondernemers sneller te laten verduurzamen? Zo nee, waarom niet?
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie vinden het goed om te lezen dat ondernemers
worden ondersteund in het terugbetalen van te hoge voorschotten. Kan de Minister,
zodra de vaststellingsverzoeken zijn behandeld (bijvoorbeeld voor de zomer), met de
Kamer delen hoe het gaat met de vorderingen en in welke mate ondernemers al dan niet
in de problemen komen met het terugbetalen?
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie danken de Minister voor het toesturen van de brief over
de TEK (Regeling tegemoetkoming energiekosten). Om toekomstige regelingen voor mkb-ondernemers
te kunnen verbeteren, hebben deze leden over deze brief de volgende vragen en opmerkingen.
De leden van de VVD-fractie merken op dat één van de eerste parameters was dat bij
mkb-ondernemingen de energiekosten minimaal zeven procent van de omzet moesten bedragen.
Deze leden lezen in de brief van de Minister hier niks over terug. Zij vragen dan
ook of bekend is hoeveel bedrijven een aanvraag hebben gedaan die vervolgens zijn
afgewezen omdat zij niet aan de zeven procent voldeden. Hoe kijkt de Minister ernaar
dat mkb-ondernemingen die wel energie-intensief zijn, maar veel hebben geïnvesteerd
in verduurzaming ten opzichte van collega’s die dit nog niet hebben gedaan, eigenlijk
gestraft worden omdat zij nu net buiten de eerste parameter van zeven procent vallen?
De hoogste piek qua energiekosten voor energie-intensieve mkb-ers lag vanaf september
tot en met december 2022. De TEK ging echter in op 1 november. Hoe kijkt de Minister
daarop terug?
De leden van de VVD-fractie merken op dat voor veel energie-intensieve mkb-ers de
energielasten in 2023 nog altijd vijf tot zes keer hoger werden vergeleken met 2022.
De Minister schrijft echter dat achteraf de subsidie onnodig is geweest. De vraag
die hier rijst is of subsidie achteraf onnodig was of dat de paramaters vooraf niet
goed zijn ingesteld. Hoe ziet de Minister dit? Vooraf werden er 57.000 aanvragen verwacht
en uiteindelijk werden dit er 10.864. Dit zal mede komen door alle waarschuwingen
die werden gegeven onder andere door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO)
en de Minister. Daarnaast moet van deze 10.864 bedrijven ongeveer 95 procent van de
bedrijven deels of geheel de subsidie terugbetalen. Crisissen komen altijd onverwacht
en zijn onvoorspelbaar. Is er met de wetenschap van nu hier een les uit te leren voor
de toekomst? Is de Minister van mening dat zij voldoende actie heeft ondernomen als
het gaat om voorlichting rondom het mogelijke terugbetaalrisico? In hoeverre is er
contact geweest met bijvoorbeeld brancheorganisaties om dit risico te benadrukken?
Is de verwachting van de Minister dat ondernemers in de problemen gaan komen door
het terugbetalen van de TEK?
De leden van de VVD-fractie lezen dat ondernemers die moeten terugbetalen een regeling
kunnen aanvragen van twee tot drie jaar. Is de verwachting van de Minister dat deze
periode lang genoeg is? Zo ja, waar baseert de Minister dat op? Tevens lezen deze
leden dat de Minister het belangrijk vindt dat in overleg met de RVO ook naar goede
maatwerkoplossingen wordt gezocht. Hoe ziet de Minister deze maatwerkoplossingen voor
zich? Is de Minister bereid om ondernemers die moeten terugbetalen actief in te lichten
over de mogelijkheid van een maatwerktraject?
Vragen en opmerkingen van de leden van de BBB-fractie
De leden van de BBB-fractie hebben kennisgenomen van de brief aangaande de TEK. Deze
leden lezen in deze brief onder andere dat er terugvorderingen gemaakt moeten worden.
Dit omdat de energieprijzen lager dan verwacht uitvielen, daardoor moeten ondernemers
geld terugbetalen. Dit risico was bekend en gecommuniceerd. Deze leden vragen hoeveel
ondernemingen terugbetalingen moeten doen, en of er signalen binnenkomen van ondernemingen
die dit niet kunnen vanwege liquiditeitsproblemen. Deze leden vragen wat er gaat gebeuren
indien dit het geval is en bepaalde ondernemers niet (meteen) kunnen terugbetalen.
Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie
De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van de resultaten van de TEK-regeling.
Deze leden stellen voorop dat het goed is dat de Minister in crisistijd snel deze
regeling heeft opgezet en dat het in principe goed nieuws is dat uiteindelijk minder
ondernemers geholpen hoefden te worden. Wel hebben deze leden nog enkele vragen en
zorgen.
De leden van de CDA-fractie vragen of de Minister nader kan toelichten wat de oorzaken
zijn van het veel lagere aantal aanvragen dat is ingediend. Deze leden vragen of dit
alleen komt doordat de energieprijzen mee zijn gevallen, of dat er ook andere redenen
zijn zoals onbekendheid met de regeling of de gestelde parameters om in aanmerking
voor subsidie te komen.
De leden van de CDA-fractie maken zich zorgen over het grote aantal terugvorderingen.
Van de circa 160 miljoen aan voorschotten moet circa 100 miljoen worden teruggevorderd.
Deze leden maken zich zorgen over het risico dat hierdoor een groep ondernemers door
het ijs zakt die het al moeilijk had. Deze leden vragen of er signalen zijn dat bedrijven
deze terugvordering niet kunnen dragen en zo ja, hoeveel. Deze leden vragen of de
RVO verwacht dat alle terugvorderingen geïnd kunnen worden of dat er rekening wordt
gehouden met een percentage dat oninbaar is. Zo ja, dan vragen deze leden om hoeveel
ondernemers het gaat en het bedrag aan terugvorderingen dat naar verwachting oninbaar
is.
De leden van de CDA-fractie vragen of de Minister kan aangeven welk deel van deze
ondernemers al te maken had met andere schulden zoals coronaschulden. Deze leden vragen
of de Minister hiervan een zo precies mogelijk overzicht wil maken, ook uitgesplitst
naar sectoren. Deze leden vragen of hierover informatie wordt uitgewisseld tussen
de RVO en de Belastingdienst, zodat een compleet beeld bestaat over de situatie van
ondernemers en hoe zij zo goed mogelijk geholpen kunnen worden. Deze leden vragen
hoe de RVO en de Belastingdienst (en eventueel andere uitvoeringsorganisaties) hierin
samenwerken.
De leden van de CDA-fractie vragen of de Minister alles op alles wil zetten, in gezamenlijkheid
met alle betrokken uitvoeringsorganisaties, om de menselijke maat toe te passen en
ondernemers zo goed mogelijk te informeren en te helpen als ondernemers door de terugvordering
in moeilijkheden komen.
Vragen en opmerkingen van de leden van de ChristenUnie-fractie
De leden van de ChristenUnie-fractie hebben kennisgenomen van de brief van de Minister
over Regeling tegemoetkoming energiekosten (TEK). Daarover hebben deze leden nog enkele
vragen.
De leden van de ChristenUnie-fractie lezen dat de TEK uiteindelijk onnodig is geweest
voor het grootste gedeelte van energie-intensieve ondernemingen doordat de energieprijzen
lager uitvielen. Als gevolg hiervan hebben ondernemers nu wel te maken met terugbetalingen.
Deze leden menen dat dit in principe altijd een risico is dat gepaard gaat met het
opstellen van een dergelijke vangnetregeling, aangezien snelheid bij het opstellen
van de regeling vereist was. Deze leden vragen de Minister of ze lessen trekt uit
de wijze van totstandkoming en vormgeving van de TEK. Mocht er onverhoopt in de toekomst
weer een energiecrisis uitbreken waarbij het energie-intensieve mkb dreigt om te vallen,
zou ze de regeling dan op dezelfde manier vormgeven? Zijn er onderdelen die ze zou
wijzigen? Zo ja, waarom?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C. Stoffer, voorzitter van de vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat -
Mede ondertekenaar
I. van Tilburg, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.