Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag schriftelijk overleg over voortgang internationaal cultuurbeleid (ICB) (Kamerstuk 31482-120)
2024D03380 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Binnen de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken hebben de onderstaande fracties
de behoefte vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Minister van Buitenlandse
Zaken over de brieven Voortgang internationaal cultuurbeleid (ICB) (Kamerstuk 31 482, nr. 120) en Beleidskader Internationaal Cultuurbeleid 2025–2028.
De fungerend voorzitter van de commissie,
De Roon
Adjunct-griffier van de commissie,
Blom
Inhoudsopgave
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de SGP-fractie
II Antwoord / Reactie van de Minister
III Volledige agenda
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Algemeen
Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie hebben kennisgenomen van de voortgangsrapportage
internationaal cultuurbeleid (ICB) 2022 en van het Beleidskader Internationaal Cultuurbeleid
2025–2028.
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie merken op dat het kabinet in de inleiding
van het Beleidskader voor 2025–2028 haar zorgen uit over de waarde van cultuur als
«belangrijk instrument van «soft power», zeker waar het bijdraagt aan het vergroten
en versterken van democratisch burgerschap en weerbaarheid, de zogenaamde «civic space»».
Het kabinet schrijft vervolgens over het feit dat democratie en maatschappelijke vrijheden
wereldwijd onder druk staan en dat ook de ruimte voor het maatschappelijk middenveld
afneemt. Deze leden zijn blij dat het kabinet voornemens is om middels kunst en cultuur
deze ruimte te versterken. Zij zien echter dat in de beschrijving van de inzet weinig
aandacht wordt besteed aan democratie en burgerlijke vrijheden. Zij vragen de Minister
nader toe te lichten op welke manier invulling wordt gegeven aan de wens om via het
internationaal cultuurbeleid democratie en burgerlijke vrijheden, zoals de vrijheid
van meningsuiting, vrijheid van religie en vrijheid van vereniging, te bevorderen.
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie lezen tevens in de voortgangsrapportage van
2022 dat in het najaar van 2022 een start is gemaakt met de beoordeling van de eerste
verzoeken tot teruggave van cultuurgoederen die tijdens de koloniale tijd mogelijk
onrechtmatig naar Nederland zijn gehaald, en die nu in Nederlandse musea te zien zijn.
Deze leden zijn erg benieuwd hoe vanuit genoemde landen wordt teruggekeken op het
verloop van de procedures die uiteindelijk al dan niet hebben geleid tot restitutie.
Zijn er inmiddels best practices en/of verbeterpunten gesignaleerd die kunnen worden meegenomen in het Nederlandse
restitutiebeleid? In hoeverre stimuleert de, naar het oordeel van deze leden zorgvuldige,
beoordeling van restitutieclaims de bereidwilligheid van musea om kritisch door de
eigen collecties te lopen en (pro)actief roofkunst op te sporen en te helpen restitueren
naar rechtmatige eigenaars? Omgekeerd zijn deze leden erg benieuwd in hoeverre het
gevoerde en voorgenomen internationaal cultuurbeleid bijdraagt aan het helpen terughalen
van uit Nederland geroofd erfgoed (met name de tijdens de Tweede Wereldoorlog geroofde
kunstvoorwerpen). Tot slot horen deze leden graag welke concrete ideeën onder de restitutiecommissies
en counterparts zijn uitgewisseld over toekomstige museumsamenwerking en hoe deze
samenwerkingsvormen kunnen worden vormgegeven.
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie vernemen ten slotte dat buurlanden België
en Duitsland deel uit maken van de 24 focuslanden. Kan de Minister toelichten hoe
de samenwerking met deze landen, en dan specifiek in grensregio's, op dit moment wordt
vormgegeven en op welke punten de samenwerking kan worden verbeterd?
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de voortgang
van het internationaal cultuurbeleid 2022. Deze leden waarderen de inzet op dit terrein
en hebben daarover enkele vragen.
De leden van de VVD-fractie constateren dat Oekraïne in november 2022 is toegevoegd
aan de lijst met focuslanden van het ICB-kader. Kan het kabinet toelichten welke impact
deze toevoeging van Oekraïne heeft gehad? Wat is de Nederlandse inzet voor het internationaal
cultuurbeleid met betrekking tot Oekraïne het aankomend jaar?
Voorts lezen de leden van de VVD-fractie dat het aantal door ICB gefinancierde projecten
in 2022 met 4% is toegenomen. Kan het kabinet toelichten welk afwegingen worden gemaakt
voor het starten van nieuwe projecten?
De leden van de VVD-fractie stellen dat het cultuurbeleid zich tot aan 2020 concentreerde
op andere doelstellingen, namelijk: een sterke cultuursector, een toekomstbestendige
wereld en de inzet van culturele diplomatie. Deze zijn sterk veranderd voor het beleid
van 2021–2024. In 2021–2024 lijken de doelstellingen minder gericht op geopolitieke
en diplomatieke belangen van Nederland. Deze leden vinden deze geopolitieke en diplomatieke
doelstellingen juist in deze tijd extra belangrijk, en vragen of de huidige doelstellingen
van het cultuurbeleid daarom nog wel passend zijn. Hoe reflecteert het kabinet hierop?
Kan het kabinet toelichten op welke manieren het huidige ICB nog steeds bijdraagt
aan de geopolitieke en diplomatieke belangen van Nederland? Op welke manier kan deze
geopolitieke en diplomatieke bijdrage worden vergroot en is het kabinet hiertoe bereid?
De leden van de VVD-fractie vragen hoe het kabinet bepaalt in hoeverre de middelen
effectief worden besteed. In hoeverre zijn met het ingezette budget de drie doelstellingen
bereikt? Welke subdoelen of prestatie-indicatoren worden daarvoor gebruikt? En welke
criteria worden gehanteerd om budget aan een project toe te kennen? Zijn er afgelopen
jaar ook beslissingen herzien?
De leden van de VVD-fractie lezen dat slechts een klein percentage van de uitgaven
van ICB-posten en -fondsen naar landen buiten de Europese Unie (EU) gaat. Deelt het
kabinet de mening dat ICB-geld in de komende jaren meer ingezet moet worden in landen
waar Nederland een sterk geopolitiek en diplomatiek belang heeft en waarmee het belangrijk
is om de relatie te verbeteren? Zo nee, waarom niet? Zo ja, welke verschuivingen is
het kabinet voornemens om uit te voeren?
Vragen en opmerkingen van de leden van de SGP-fractie
De leden van de SGP-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de stukken
over het internationaal cultuurbeleid en hebben daarover de volgende vraag.
De leden van de SGP-fractie vinden de paragraaf over de erfgoedopgave in het internationaal
cultuurbeleid 2025–2028 interessant. Deze leden zien dat er overal door het beleid
verweven aandacht is voor duurzaamheid, maar missen bij de erfgoedparagraaf nog iets
over religieus erfgoed. Wat betekent deze paragraaf voor kerken en religieuze kunst,
zo vragen deze leden.
II Antwoord/ Reactie van de Minister
III Volledige agenda
– Brief van de Minister van Buitenlandse Zaken over Voortgang internationaal cultuurbeleid
(ICB) (Kamerstuk 31 482, nr. 120)
– Brief van de Minister van Buitenlandse Zaken over Beleidskader Internationaal Cultuurbeleid
2025–2028 (Zaaknummer 2024Z00994)
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R. de Roon, voorzitter van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken -
Mede ondertekenaar
L.B. Blom, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.