Lijst van vragen : 36470-XVII Verslag houdende een lijst van vragen inzake wijziging van de begrotingsstaat van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (XVII) voor het jaar 2023 (wijzigingsamenhangende met de Najaarsnota)
2023D48681 VERSLAG HOUDENDE EEN LIJST VAN VRAGEN
De vaste commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking heeft een
aantal vragen voorgelegd aan de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
over de Wijziging van de begrotingsstaat van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
(XVII) voor het jaar 2023 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota) (36 470 XVII).
De fungerend voorzitter van de commissie,
Teunissen
De griffier van de commissie,
Meijers
Nr
Vraag
1
Kunt u toelichten in de vorm van een overzichtstabel voor de periode 2023–2027 wat
de totale omvang is van de reeds in de begrotingen opgenomen verplichtingen met de
stand van eind 2023? Kunt u dit meerjarig toelichten, gespecificeerd op het niveau
van de beleids(sub)artikelen?
2
Kunt u de Kamer enige tijd van te voren informeren wanneer en welke grote meerjarige
verplichtingen u van plan bent aan te gaan?
3
Kunt u nader specificeren welke criteria en prioriteiten worden gehanteerd bij het
aangaan van meerjarige verplichtingen voor de uitvoering van decentrale projecten
en hoe deze projecten zich verhouden tot de projecten via internationale organisaties?
4
Relatief veel subsidie/subartikelen vallen hoger uit dan begroot, terwijl in de voorjaarsnota
de budgetten flink naar beneden zijn bijgesteld. Is er destijds per post naar de haalbaarheid
van de reductie gekeken of zijn alle posten met een vaste verdeelsleutel bijgesteld?
Kan geconcludeerd worden dat veel van de verhogingen posten betreffen uit de oorsponkelijke
begroting?
5
Wat is de actuele situatie wat betreft totale uitgaven in de begroting Buitenlandse
Handel en Ontwikkelingssamenwerking (in miljoenen euro’s) voor Oekraïne sinds de oorlog
tot en met 2023?
6
Gaat het bij de stijging van het budget binnen artikel 1.2 door o.a. hogere uitgaven
aan het Programma Internationaal Ondernemen, aan het Dutch Trade and Investment Fund
(DTIF) garanties en aan de DTIF-subsidies om een onvoorziene stijging van de uitgaven?
Zo ja, welke onvoorziene omstandigheden hebben geleid tot een verhoging van de uitgaven?
Zijn de verhogingen van structurele aard?
7
Is de vraag van Nederlandse ondernemers in 2023 gestegen voor hulp en begeleiding
van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) en het Dutch Trade and Investement
Fund (DTIF)?
8
Zijn er budgettaire tekortkomingen bij RVO of personele onderbezetting, waardoor Nederlandse
ondernemers afzien van investeren in het buitenland?
9
Betreft het hogere bedrag aan garanties extra uitgezette garanaties of extra uitkeringen
op garanties? Indien het laatste, wat is de oorzaak van deze percentueel grote verhoging?
Om welk totaalbedrag aan uitgezette garanaties gaat het?
10
Kunt u nader specificeren waar de mutatie van zo’n € 53 miljoen vandaan komt op de
post infrastructuurontwikkeling?
11
Waarom wordt het budget voor artikel 1.1 met € 4,1 miljoen verlaagd? Wat betekent
dit voor bedrijven die aan kop gaan op het gebied van maatschappelijk verantwoord
ondernemen?
12
Kunt u toelichten hoe het komt dat de uitgaven voor DTIF subsidies en garanties hoger
zijn uitgevallen? Kunt u daarbij ook aangeven hoeveel van de subsidies en garanties
terecht zijn gekomen bij het Nederlandse bedrijfsleven en hoeveel bij lokale bedrijven?
13
Kunt u een lijst geven van de materiele posten die het totaal bedrag aan extra verplichtingen
maken? Kunt u bij elk item aangeven of het om een nieuwe verplichting gaat of om een
verhoogde bestaande verplichting? Kunt u per item aangeven in welk jaar de kasstroom
staat gepland?
14
Waarom waren de extra verplichtingen niet terug te vinden in de eerdere begrotingen
voor toekomstige jaren? Wat zijn de criteria om een verplichting van een buitenlandse
organisatie op te nemen in de begroting?
15
Zitten er nog meer additionele verplichtingen in de pijplijn?
16
Kunt u deze FOM reserve toelichten, waaraan middelen zijn onttrokken om de DTIF subsidies
te dekken, en aangeven waar informatie over bestaande reserves te vinden is? Hoe groot
is de reserve die resteert?
17
Kunt u toelichten hoe de toename van de verplichtingen op artikel 1 is verdeeld over
de in de toelichting genoemde bestemmingen?
18
Welke «successen» zijn er in het kader van voedselzekerheid geboekt in 2023 met de
financiële middelen die daarvoor beschikbaar waren en wat kon er meer gedaan worden?
19
Kunt u toelichten hoe de prijsstijgingen van het afgelopen jaar het aantal mensen
dat bereikt is onder artikel 2.1 hebben beïnvloed?
20
Kunt u toelichten uit welke mutaties de toename van de verplichtingen op artikel 2
met een saldo van plus € 5,6 miljoen is opgebouwd?
21
Waarom schrijft u in de toelichting op de mutaties van de verplichtingen op artikel 2
dat er minder verplichtingenbudget nodig is dan verwacht, terwijl uit tabel 5 blijkt
dat de mutatie een toename is van € 5,6 miljoen?
22
Welke doelen zijn er concreet bereikt in 2023 met de miljoenen die via beleidsartikel 2.3
(Klimaat) beschikbaar kwamen?
23
Op basis waarvan is gekozen voor bijdragen aan het Access to Energy Fund en het Africa
Adaptation Acceleration Program?
24
Kunt u toelichten uit welke mutaties de toename van de verplichtingen op artikel 3
is opgebouwd?
25
Kunt u nader toelichten hoe de verhoging van de vrijwillige bijdrage voor het Bevolkingsfonds
van de Verenigde Naties (UNFPA) met € 105 miljoen zich verhoudt tot de neerwaartse
bijstelling van € 70 miljoen en op basis waarvan deze keuze is gemaakt?
26
Kunt u toelichten hoe de prijsstijgingen van het afgelopen jaar het aantal mensen
dat bereikt is onder artikel 4.1 hebben beïnvloed?
27
Kunt u toelichten uit welke mutaties de toename van de verplichtingen op artikel 4
is opgebouwd en hoe deze meerjarig in de begroting worden opgenomen?
28
Heeft de regering al een idee aan welke andere humanitaire noden het bedrag van € 15 miljoen
uit artikelonderdeel 4.1 besteed gaat worden?
29
In hoeverre denkt u dat we bij het flink hoger dan begrote verplichtingenbudget op
art. 4 te maken hebben met een structurele verhoging van verplichtingen, gezien de
geopolitieke ontwikkelingen, conflicten en daarmee samengaande humanitaire uitdagingen,
en op welke wijze wilt u deze voor de toekomst structureel begroten?
30
Waarom is er een overboeking van € 10,7 miljoen naar het Ministerie van Justitie en
Veiligheid ter dekking van de eerstejaarsopvangkosten van asielzoekers (blz. 32) ondanks
de meevaller op de reguliere opvangkosten bij het COA door een lagere dan geraamde
bezetting (€ 207,5 miljoen euro)?
31
Zijn de bedragen voor de VN Vluchtelingenorganisatie (UNHCR) en UNICEF ten behoeve
van opvang in de regio geoormerkt? Zo ja, op welke manier? Waarom is gekozen voor
een focus op onderwijs voor kinderen?
32
Welke overwegingen heeft u gemaakt om overprogrammering 2023 niet in de artikel-budgetten
te zoeken, maar te lasten te laten komen van artikel 5.4? Hoe voorkomt u in dat geval
dat structurele overprogrammerning van specifieke artikel-budgetten nu niet kritische
bekeken worden en wellicht binnen het eigen artikel toekomstbestendig worden gemaakt?
33
De tabel met mutaties op het verdeelartikel geeft meer inzicht, is het mogelijk om
een tabel met mutaties op het verdeelartikel 5.4 ook op te nemen in de toelichting
bij de andere begrotingsmomenten, zoals de begroting en de slotwet?
Ondertekenaars
-
, -
Eerste ondertekenaar
C. (Christine) Teunissen, voorzitter van de vaste commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking -
Mede ondertekenaar
E.A.M. Meijers, griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.