Advies Afdeling advisering Raad van State en Nader rapport : Advies Afdeling advisering Raad van Staten en Nader rapport
36 466 Verdrag betreffende de automatische erkenning van diploma’s in het hoger onderwijs; Brussel, 14 september 2021
B/ Nr. 2 ADVIES AFDELING ADVISERING RAAD VAN STATE EN NADER RAPPORT
Hieronder zijn opgenomen het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State
d.d. 16 november 2022 en het nader rapport d.d. 12 oktober 2023, aangeboden aan de
Koning door de Minister van Buitenlandse Zaken, mede namens de Minister van Onderwijs,
Cultuur en Wetenschap. Het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State
is cursief afgedrukt.
Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 6 oktober 2022, no. 2022002161,
machtigde Uwe Majesteit de Afdeling advisering van de Raad van State van het Koninkrijk
haar advies inzake het bovenvermelde verdrag rechtstreeks aan mij te doen toekomen.
Dit advies, gedateerd 16 november 2022, nr. W05.22.0192/I/K, bied ik U hierbij aan.
De tekst van het advies treft U hieronder cursief aan, voorzien van mijn reactie.
Bij Kabinetsmissive van 6 oktober 2022, no. 2022002161, heeft Uwe Majesteit, op voordracht
van de Minister van Buitenlandse Zaken, mede namens de Minister van Onderwijs, Cultuur
en Wetenschap, bij de Afdeling advisering van de Raad van State van het Koninkrijk
ter overweging aanhangig gemaakt het verdrag betreffende de automatische erkenning
van diploma's in het hoger onderwijs, Brussel, 14 september 2021 (Trb. 2021, 122), met toelichtende nota.
Het verdrag regelt de automatische erkenning van diploma’s in het hoger onderwijs
tussen het Koninkrijk België, Estland, Letland, Litouwen, Luxemburg en het Koninkrijk
der Nederlanden.
De Afdeling advisering van de Raad van State van het Koninkrijk maakt een opmerking
over de Koninkrijkspositie en territoriale toepassing van het verdrag. In verband
daarmee is aanpassing wenselijk van de toelichting.
De Afdeling onderschrijft het belang voor het Koninkrijk der Nederlanden van het verdrag
inzake de automatische erkenning van diploma’s in het hoger onderwijs tussen de Benelux-landen
en de Baltische staten. In artikel 10 van onderhavig verdrag wordt bepaald op welk
grondgebied het verdrag van toepassing is. Daaruit blijkt dat voor wat het Koninkrijk
der Nederlanden betreft het verdrag van toepassing is op het Europese deel en het
Caribisch deel van Nederland (Bonaire, Saba en Sint Eustatius). Volgens de toelichting
is uitbreiding naar Aruba, Curaçao en Sint Maarten op grond van het verdrag mogelijk.1
De Afdeling merkt op dat uit het voorstel en de toelichting blijkt dat het verdrag
wordt goedgekeurd voor het gehele Koninkrijk maar dat er nog onvoldoende zicht is
op het moment van inwerkingtreding voor de Caribische landen. Dit hangt ook samen
met de benodigde voorafgaande goedkeuring en inwerkingtreding van het Verdrag van
Lissabon inzake erkenning en het Europees Cultureel Verdrag, en daarmee verbonden
uitvoeringswetgeving.2
Het Verdrag van Lissabon inzake erkenning is nog niet bekrachtigd (en in werking getreden)
voor de Caribische landen. Voor Aruba is het Verdrag van Lissabon inzake erkenning
nog niet goedgekeurd. Het Verdrag van Lissabon inzake erkenning werd destijds wel
goedgekeurd voor de Nederlandse Antillen, waardoor het voor de Afdeling onduidelijk
is waarom Sint Maarten medegelding van het Verdrag van Lissabon inzake erkenning nog
«in beraad houdt».3 Het Europees Cultureel Verdrag is enkel goedgekeurd voor Europees Nederland.
Het is van belang dat duidelijk wordt op welke termijn de benodigde voorafgaande stappen
inzake goedkeuring, bekrachtiging en uitvoering worden genomen voor onderhavig verdrag,
het Verdrag van Lissabon inzake erkenning en het Europees Cultureel Verdrag in de
verschillende delen van het Koninkrijk. De Afdeling adviseert om pas tot goedkeuring
van onderhavig verdrag voor het gehele Koninkrijk over te gaan zodra duidelijk is
op welke termijn de noodzakelijke voorafgaande stappen worden genomen.4 Daartoe is het van belang dat alle delen van het Koninkrijk op afzienbare termijn
helderheid scheppen over de wenselijkheid van medegelding van het verdrag.
Daarnaast zou uit de toelichting moeten blijken of het Europees Cultureel Verdrag
ook geldt op de BES-eilanden en wat dit betekent voor de goedkeuring en inwerkingtreding
van onderhavig verdrag aldaar.
De Afdeling adviseert om in de toelichting op het voorgaande in te gaan.
Overeenkomstig het advies van de Raad van State van het Koninkrijk (hierna: de Raad)
is paragraaf 3 van de toelichtende nota inzake de Koninkrijkspositie aangepast.
In de tweede alinea van de aangepaste paragraaf 3 is aangegeven dat behalve Curaçao,
ook Sint Maarten medegelding wenst van het Verdrag van Lissabon inzake de erkenning.
Dit verdrag dat destijds voor de Nederlandse Antillen werd goedgekeurd, kan voor deze
landen worden aanvaard wanneer zij de uitvoeringswetgeving gereed hebben.
Op het voornemen om het onderhavige verdrag goed te keuren voor het gehele Koninkrijk
kwam de Raad met het advies dat hiervoor van belang is duidelijk te hebben op welke
termijn in de verschillende delen van het Koninkrijk de benodigde voorafgaande stappen
inzake goedkeuring, bekrachtiging en uitvoering worden genomen voor het onderhavige
verdrag, het Verdrag van Lissabon inzake erkenning en het Europees Cultureel Verdrag.
Aangezien voor de Caribische landen van het Koninkrijk niet kan worden aangegeven
wanneer voor deze verdragen de benodigde uitvoeringswetgeving gereed is, zal het onderhavige
verdrag nu voor het Europese deel van Nederland en het Caribische deel van Nederland
worden goedgekeurd. Het onderhavige verdrag zal pas voor een Caribisch land ter goedkeuring
worden voorgelegd, wanneer voor dat land duidelijk is dat het Verdrag van Lissabon
inzake erkenning en het Europees Cultureel Verdrag kunnen worden aanvaard.
Op advies van de Raad is in de aangepaste paragraaf 3 verduidelijkt dat het Europees
Cultureel Verdrag nog wel voor het Caribische deel van Nederland dient te worden goedgekeurd
en aanvaard. Daarbij is aangetekend dat zolang dit nog niet is gebeurd, dit deel van
Nederland geen formeel lid kan zijn van de Europese Hogeronderwijsruimte. Wel zal
het mogelijk zijn om alvast het onderhavige verdrag in het Caribische deel toe te
passen overeenkomstig hetgeen in de Europese Hogeronderwijsruimte is overeengekomen
op grond van onder andere artikel 1.1a van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk
onderzoek.
De Afdeling advisering van de Raad van State van het Koninkrijk heeft een aantal opmerkingen
bij het verdrag en adviseert daarmee rekening te houden voordat het verdrag aan de
beide Kamers der Staten-Generaal, de Staten van Aruba, die van Curaçao en die van
Sint Maarten wordt overgelegd.
Naar aanleiding van het advies van de Raad is ervoor gekozen het onderhavige verdrag
uitsluitend voor het Europese deel en het Caribische deel van Nederland ter goedkeuring
aan de beide Kamers van de Staten-Generaal te overleggen. Met de regeringen van Aruba,
Curaçao en Sint Maarten is afgesproken dat het onderhavige verdrag voor hun land kan
worden goedgekeurd, wanneer het Verdrag van Lissabon inzake erkenning en het Europees
Cultureel Verdrag kunnen worden aanvaard voor hun land. In dat geval zal het onderhavige
verdrag betreffende de automatische erkenning van diploma's in het hoger onderwijs
ter goedkeuring voor hun land overgelegd worden aan de Eerste en aan de Tweede Kamer
der Staten-Generaal en aan respectievelijk de Staten van Aruba, aan de Staten van
Curaçao of aan de Staten van Sint Maarten.
De vice-president van de Raad van State van het Koninkrijk,
Th.C. de Graaf
Ik verzoek U, mede namens de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, mij te
machtigen gevolg te geven aan mijn voornemen het verdrag vergezeld van de gewijzigde
toelichtende nota ter stilzwijgende goedkeuring over te leggen aan de Eerste en aan
de Tweede Kamer der Staten-Generaal.
De Minister van Buitenlandse Zaken, H.G.J. Bruins Slot
Ondertekenaars
-
, -
Eerste ondertekenaar
Th.C. de Graaf, vicepresident van de Raad van State -
Mede ondertekenaar
H.G.J. Bruins Slot, minister van Buitenlandse Zaken
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.