Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over o.a. degeannoteerde agenda voor de NAVO Foreign Ministers Meeting van 28 en 29 november 2023
2023D46647 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Binnen de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken hebben de onderstaande fracties
de behoefte vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Minister van Buitenlandse
Zaken over de Geannoteerde agenda voor de NAVO Foreign Ministers Meeting van 28 en
29 november 2023 (Kamerstuk 28 676, nr. 446), de Geannoteerde agenda voor de OVSE Ministeriële Raad van 30 november en 1 december
2023 (Kamerstuk 36 410 V, nr. 17), het Verslag van de NAVO-top in Vilnius van 11 en 12 juli 2023 (Kamerstuk 28 676, nr. 440), en het Verslag Ministeriële Raad OVSE van 1 en 2 december 2022 (Kamerstuk 36 200 V, nr. 66).
De voorzitter van de commissie,
Rudmer Heerema
De adjunct-griffier van de commissie,
Blom
Inhoudsopgave
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de BBB-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de SGP-fractie
II Antwoord / Reactie van de Minister
III Volledige agenda
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de aankondiging
van de NAVO Ministeriële Bijeenkomst van 28 en 29 november 2023 en de OVSE Ministeriële
Raad van 30 november en 1 december 2023. Zij hebben hierover de volgende vragen en
opmerkingen.
NAVO
De leden van de VVD-fractie kijken met interesse naar de aankomende top van de Noord-Atlantische
Verdragsorganisatie (NAVO). Welke invloed heeft de nieuwe NAVO-strategie voor collectieve
zelfverdediging voor de gevraagde inzet van Nederland, nu en in de toekomst? Ook vragen
deze leden op welke onderdelen van de NAVO-taken Europese landen een grotere verantwoordelijkheid
kunnen nemen (in plaats van in grote mate afhankelijk te blijven van de Verenigde
Staten). Kan het kabinet dit in meer detail toelichten en hierbij ook de Nederlandse
inzet betrekken?
De leden van de VVD-fractie zijn verheugd dat op de vorige NAVO-top afspraken zijn
gemaakt tussen bondgenoten om structureel minimaal twee procent van het bruto binnenlands
product (bbp) aan defensie te besteden. Hoe is het kabinet voornemens om andere landen
aan te sporen zich ook aan deze norm te houden en landen erop aan te spreken die zich
hier structureel niet aan houden en geen stijgend pad hebben richting minimaal 2%?
De leden van de VVD-fractie stellen dat Oekraïne onverminderd onze militaire steun
nodig heeft. Hoewel het besef groeit binnen de NAVO-lidstaten dat meer investeringen
in defensie noodzakelijk zijn, worden er nog onvoldoende garanties gegeven aan de
industrie om de productiecapaciteit op korte termijn fors te verhogen. Wat is de Nederlandse
inzet op het bewerkstelligen van garanties aan de industrie tijdens de aankomende
NAVO-top? Op welke andere manieren wil het kabinet zich inzetten om de wapen- en munitieproductie
voor Oekraïne te vergroten? Tot slot is het positief dat Nederland als eerste niet-G7
land is gestart met consultaties met Oekraïne over bilaterale veiligheidsgaranties.
Welke concrete vervolgstappen hoopt Nederland hierin te zetten tijdens en rondom de
aankomende NAVO-top?
De leden van de VVD-fractie kijken met ongeduld naar de vorderingen van Zweden om
NAVO-lid te worden. Op 16 november zou eindelijk de stemming zijn in het Turkse parlement
over het Zweedse NAVO-lidmaatschap. Echter, deze stemming werd op 16 november voor
onbepaalde tijd uitgesteld. Wat is de analyse van het kabinet waarom Turkije nu het
lidmaatschap van Zweden wederom vertraagt? Wat is de stand van zaken met betrekking
tot de goedkeuring door Hongarije? Wat is de inzet van het kabinet richting Turkije
en Hongarije om de toetreding van Zweden te bevorderen?
De leden van de VVD-fractie delen de opvatting dat het tegengaan van hybride dreigingen
een prangende uitdaging is, in het bijzonder ten aanzien van China. Wat is de positie
van het kabinet ten aanzien van de vraag in hoeverre een hybride aanval ook valt onder
artikel 5 van het NAVO-verdrag? Kan het kabinet in meer detail toelichten wat de inzet
van de NAVO is om de weerbaarheid van individuele bondgenoten ten aanzien van hybride
dreigingen te versterken?
De leden van de VVD-fractie steunen de inzet om de dialoog en samenwerking tussen
de NAVO en de vier Asia-Pacific landen te intensiveren en te verdiepen. Kan het kabinet
toelichten naar welk doel het streeft? Met andere woorden, welke vormen en intensiteit
van samenwerking zou het kabinet bewerkstelligd willen zien? Wat is de opvatting van
het kabinet ten aanzien van het openen van een NAVO-kantoor of andere type faciliteiten
in de vier Asia-Pacific landen?
De leden van de VVD-fractie lezen dat de NAVO en haar bondgenoten in contact staan
met de partnerlanden van de Istanbul Cooperation Initiative en de Mediterranean Dialogue en dat dit eraan kan bijdragen regionale escalatie te voorkomen. Kan het kabinet
nader toelichten hoe de NAVO bijdraagt en kan bijdragen aan het voorkomen van regionale
de-escalatie? Is het kabinet voornemens om Turkije aan te spreken op haar kwalijke
standpunten en uitingen ten aanzien van Hamas en Israël? Tot slot, wanneer wordt de
Kamer geïnformeerd over de veiligheidssituatie in Irak en de gevolgen hiervan voor
de Nederlandse inzet in Irak? Het kabinet heeft toegezegd de Kamer hierover te informeren
na de start van de grondinvasie.
OVSE
De leden van de VVD-fractie kijken met interesse naar de aankomende raad van de Organisatie
voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE). Zij vragen wat de prioriteiten zijn
van de OVSE tijdens de aankomende raad. Kan het kabinet toelichten wat de inzet van
de OVSE is op dit moment en wat de prioriteiten zijn? Ook zijn deze leden benieuwd
naar de gang van zaken met betrekking tot Rusland die veto’s inzet om de OVSE-doelstellingen
te hinderen. Kan het kabinet toelichten op welke manier zij probeert om de destructieve
rol van Rusland binnen de OVSE te mitigeren?
De leden van de VVD-fractie steunen het initiatief van Nederland om een agressietribunaal
op te zetten in Den Haag. Zijn er reeds concrete plannen om het agressietribunaal
daadwerkelijk op te zetten? Zou het kabinet dit kunnen toelichten? Kan het kabinet
ook toelichten wat de termijn is, waarop het mogelijk zou zijn om dit tribunaal op
te zetten?
De leden van de VVD-fractie kijken met zorgen naar de grote uitvlucht van Armenen
uit Nagorno-Karabach, waarbij slechts enkele mensen zijn achtergebleven in Nagorno-Karabach.
De gevluchte Armenen zitten nu onder slechte omstandigheden in Armenië, waarbij terugkeer
op dit moment nog niet mogelijk lijkt. Wat gaat de Nederlandse inzet zijn tijdens
de OVSE-raad? Is het doel van Nederland en in de internationale gemeenschap om terugkeer
van de gevluchte Armenen naar Nagorno-Karabach mogelijk te maken? Wat voor rol denkt
het kabinet dat de OVSE hierin kan spelen? Ook stelt Azerbeidzjan dat zij liever kijkt
naar een regionale oplossing zonder bemiddeling van de Europese Unie (EU), maar met
een rol voor bijvoorbeeld Rusland. Hoe wil Nederland zich tijdens de OVSE-raad inzetten
om EU-bemiddeling in het conflict te stimuleren? Ook zijn deze leden benieuwd of de
OVSE bereid is in de toekomst nieuwe vredestroepen in te zetten. Wat is hierop het
standpunt en de inzet van het kabinet?
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
De leden van de D66-fractie danken de Minister voor de bijgevoegde geannoteerde agenda’s.
Hier hebben deze leden nog enkele vragen over.
De leden van de D66-fractie zijn verheugd over het initiatief om een «Democratic Resilience
Center» in het NAVO-hoofdkwartier op te richten. Alhoewel dit idee al vier jaar op
de plank ligt is er nog niet een tastbare progressie in te zien, aangezien Hongarije
dit nog niet ondertekend heeft. Is de Minister van plan om hier werk van te maken
met haar collega’s, zodat dit broodnodige initiatief er zo snel mogelijk komt? Als
Hongarije alsnog blijft dwarsliggen, welke maatregelen liggen er op tafel gezien de
noodzaak van een «Democratic Resilience Center»?
De leden van de D66-fractie zijn teleurgesteld dat het parlement van Turkije de behandeling
van toetreding van Zweden tot de NAVO heeft uitgesteld. Ook Hongarije heeft laten
weten dat Zweden nog meer moet doen om lid te kunnen worden van de NAVO. Het is voor
deze leden evident dat beide landen deze toetreding als een uitruilmiddel zien. Welke
maatregelen liggen er wederom op tafel als beide landen hiermee doorgaan en het proces
uitrekken?
De leden van de D66-fractie zijn bezorgd over de ontwikkelingen rondom de financiële
steun van het Westen richting Oekraïne. President Biden heeft de afgelopen tijd moeite
om steunpakketten voor Oekraïne door het Amerikaanse Congres goedgekeurd te krijgen,
mede door de interne politieke situatie rond het aftreden van de voorzitter van het
Huis van Afgevaardigden. Ook zijn er uiteraard zorgen over de mogelijke consequenties
van de Amerikaanse verkiezingen volgend jaar november. Deze leden verwachten eveneens
dat mogelijk afnemende Amerikaanse steun zal gaan leiden tot een groter beroep op
Europese NAVO-lidstaten om de steun voort te zetten. Er zijn al stappen ondernomen
door diverse EU-lidstaten om die steun te verhogen met het oog op deze ontwikkelingen.
Zo heeft Duitsland zijn financiële steun verhoogd naar acht miljard euro, wat een
verdubbeling is. Gezien het feit dat het Nederlandse kabinet een steunpakket van twee miljard
euro heeft toegezegd, vragen de leden van de D66-fractie of dit niet verhoogd kan
worden in lijn met andere NAVO-lidstaten om ervoor te zorgen dat Oekraïne genoeg steun
heeft om Russische agressie het hoofd te bieden.
De leden van de D66-fractie zijn benieuwd wat het standpunt van het kabinet is inzake
het voorstel van voormalig NAVO-chef Rasmussen met betrekking tot het laten toetreden
van Oekraïne tot de NAVO, maar dan zonder de gebieden die momenteel de jure onder controle van Kyiv vallen.
Tot slot zijn de leden van de D66-fractie verheugd dat de NAVO-lidstaten bereid zijn
gebleken om het toetredingsproces van Oekraïne tot de NAVO te versnellen door het
afschaffen van het Membership Action Plan voor Oekraïne. Tegelijkertijd vragen deze
leden hoe dit zal uitstralen naar Georgië, dat jarenlang voldaan heeft aan alle voorwaarden
om het Membership Action Plan te ontvangen. Welke mogelijke (geopolitieke) consequenties
verwacht het kabinet in de komende periode voor de positie van Tbilisi?
Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie
De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van de stukken en hebben daarover
de volgende opmerkingen en vragen.
OVSE
De leden van de SP-fractie constateren dat de Tweede Kamer in februari 2022 een SP-motie
aannam over versterking van de OVSE (Kamerstuk 35 925 V, nr. 78). In november 2022 benoemden deze leden de noodzaak om de OVSE te vernieuwen en te
moderniseren (Kamerstuk 36 200 V, nr. 28). Wat is hiervan terechtgekomen? In de geannoteerde agenda is te lezen dat er een
werklunch is belegd met als thema de toekomst van de OVSE. Helaas valt niet te lezen
hoe het kabinet deze discussie ingaat. In het verslag zouden deze leden graag meer
lezen over de strategische visie van de OVSE op de Europese veiligheidsarchitectuur
op middellange termijn. Wordt er in OVSE-verband nagedacht over scenario’s met en
zonder deelname van Rusland? Doet Rusland mee aan besluitvorming over hoofdzaken,
zoals de begroting van de OVSE, of is er sprake van «consensus min één»?
De leden van de SP-fractie stellen vast dat de OVSE een van de weinige fora is waar
Rusland nog aan deelneemt. In de geannoteerde agenda valt echter te lezen dat »echte
politieke dialoog met Rusland nauwelijks plaats [vindt]». Deze leden zouden verwachten
dat er in OVSE-kader wordt gesproken over politieke uitwegen uit de oorlog, of heeft
men dat zelfs in de OVSE opgegeven? De puur militaire benadering van de oorlog in
Oekraïne moet toch een doorn in het oog zijn van diplomaten, terwijl iedereen kan
zien dat de oorlog steeds meer in een patstelling terechtkomt. Wat wordt er in OVSE-verband
ondernomen om de dialoog aan te gaan, voor of zo nodig achter de schermen?
Naast Oekraïne was het afgelopen jaar een ander conflict in het OVSE-gebied wereldnieuws,
namelijk het conflict tussen Armenië en Azerbeidzjan, dat leidde tot de val van Nagorno
Karabagh. Niet alleen was de EU-diplomatie ineffectief, ook de OVSE was onzichtbaar.
Hoe verklaart de Minister dit? Ziet zij alsnog een rol voor de OVSE in de oplossing
van dit conflict?
NAVO
De oorlog in Oekraïne
De leden van de SP-fractie constateren dat tijdens de vergadering van de Ukraine Defense
Contact Group op 11 oktober jl. in Brussel is gesproken over onderhandelingen tussen
Oekraïne en Rusland. De mogelijkheden daartoe zouden onderzocht worden. De reden is
dat het front vast zit. Tevens heeft Oekraïne een groot gebrek aan wapens en is het
onduidelijk hoe Oekraïne de patstelling in zijn voordeel kan veranderen. Is een dergelijke
afspraak gemaakt, zo vragen deze leden. Indien dat niet juist is, vragen de leden
van de SP-fractie het kabinet een dergelijk plan voor te stellen.
Intussen gaat het staande bewapeningsbeleid door, zo stellen de leden van de SP-fractie.
Nederland reserveert ruim twee miljard euro aan voornamelijk wapens. Deze beslissing
roept bij deze leden twee vragen op: wat is het concrete strategische doel waarin
deze bewapening past? Wanneer is het genoeg? Is het kabinet bekend met de analyse
van de Oekraïense stafchef Zaluzhny dat een patstelling dreigt? Deelt het kabinet
de visie van Zaluzhny dat er «geen diepe mooie doorbraak» mogelijk is en dat Oekraïne
vast zit? Zo nee, hoe beoordeelt het kabinet de militaire en politieke situatie? Als
zijn analyse klopt, wat is dan het nut van «meer van hetzelfde», dat wil zeggen het
herhalen van wapenleveranties in het kader van een overwinning? De leden van de SP-fractie
zijn van mening dat partijen veel meer moeten streven naar een politieke oplossing.
Deelt het kabinet deze analyse?
NAVO-lidmaatschap Oekraïne
De leden van de SP-fractie menen dat het recente voorstel van oud-secretaris-generaal
van de NAVO, de heer Anders Rasmussen, om Oekraïne gedeeltelijk lid te maken van de
NAVO past in de zoektocht naar (directe of indirecte) gesprekspunten met Rusland.
Hij stelt voor om Oekraïne lid te maken van de NAVO, maar zonder de door Rusland bezette
gebieden daarbij te tellen. Dat betekent dat daar artikel 5, de bijstandsverplichting
voor de NAVO, niet geldt. Daarmee wordt een rechtstreekse oorlogsverklaring aan Rusland
voorkomen. Maar is dat niet ook het opgeven van deze gebieden? Wat vindt men daarvan
in Oekraïne? Wat is het oordeel van het kabinet over dit plan? Deelt het kabinet de
opvatting dat dit plan om meerdere redenen niet haalbaar is? Voert deze discussie
niet tot de conclusie dat uiteindelijk de veiligheidsbelangen van beide landen gegarandeerd
moeten worden? Indien nee, waarom niet? Is het kabinet bereid bij te dragen aan een
diplomatiek scenario dat een einde van de oorlog bespoedigt en openingen biedt voor
een nieuwe veiligheidsarchitectuur in Europa?
NAVO-lidmaatschap Zweden
De leden van de SP-fractie hebben tevens kennisgenomen van de beslissing van het Turkse
parlement om het NAVO-lidmaatschap van Zweden nog niet goed te keuren, omdat nog aanvullende
maatregelen worden geëist tegen in Zweden verblijvende leden van de oppositie tegen
de Turkse regering. Deelt het kabinet de analyse dat Turkije op deze manier geen constructieve
partner is?
Opzeggen van Verdrag over conventionele strijdkrachten in Europa
De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van de brief van 16 november waarin
het kabinet de Kamer informeert dat zij de Nederlandse deelname aan het Verdrag inzake
Conventionele Strijdkrachten in Europa (CSE-verdrag) opzegt. Ook andere NAVO- landen
doen dat. De aanleiding voor het besluit is dat de Russische Federatie zich onlangs
teruggetrokken heeft uit dit verdrag. Dat alles betekent volgens het kabinet dat «het
huidige internationale veiligheidsklimaat de bredere inzet op wapenbeheersing en ontwapening
aanzienlijk bemoeilijkt» heeft. Naar het oordeel van de leden van de SP-fractie is
de Europese bevolking met deze beslissing van Rusland én de NAVO terug in de winter
van de Koude Oorlog, temeer aangezien daarmee ook de motie van het lid Jasper van
Dijk over de stand van zaken rond nucleaire ontwapening en modernisering van kernwapens
in Nederland (Kamerstuk 36 200 V, nr. 30) in één moeite door definitief wordt afgedaan. Naar het oordeel van deze leden vergt
de gehele situatie van zowel de oorlog in Oekraïne, de dreiging van kernwapens en
de alzijdige opschorting van het CSE-verdrag een robuust initiatief om een nieuwe
veiligheidsarchitectuur te ontwikkelen. Is het kabinet bereid hierin het initiatief
te nemen?
Vragen en opmerkingen van de leden van de BBB-fractie
De leden van de BBB-fractie nemen kennis van de geannoteerde agenda’s. Daarover hebben
zij de volgende set vragen en opmerkingen.
De leden van de BBB-fractie vragen wat het precieze karakter van de NATO Ukraine Council
(NUC) is. Heeft Oekraïne stemrecht en/of vetorecht binnen deze vergadering? Kent de
NUC een tijdelijk karakter of komt het voor onbepaalde tijd bijeen? Hoe vaak vergadert
de NUC, en hoeveel en welke leden kunnen precies een vergadering bijeenroepen?
De leden van de BBB-fractie hebben de volgende vragen inzake het Midden-Oosten. Wat
is de rol van Turkije en van president Erdogan’s uitspraken waarin hij Israël een
«terreurstaat» noemt?1 Is het wenselijk dat bondgenoten binnen het NAVO-bondgenootschap zulk ondiplomatiek
taalgebruik gebruiken richting een – historisch gezien – langdurig trouwe bondgenoot
van vele NAVO-bondgenoten? Is het kabinet bereid op de NAVO-vergadering bij het agendapunt
Midden-Oosten de Turkse vertegenwoordig te attenderen op de onwenselijkheid van de
uitspraken van president Erdogan? Zo nee, waarom niet? Kan Nederland hierin optrekken
met gelijkgezinde bondgenoten, zoals de Verenigde Staten? Zo nee, waarom niet?
Vragen en opmerkingen van de leden van de SGP-fractie
De leden van de SGP-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de stukken
ten behoeve van het schriftelijk overleg, en hebben de volgende vragen.
De leden van de SGP-fractie vragen of de Minister kan toelichten in hoeverre en waarom
een speciaal «agressietribunaal» meerwaarde heeft naast het Internationaal Strafhof
dat immers ook al «agressie» onder haar jurisdictie heeft.
De leden van de SGP-fractie vragen welke nieuwe ideeën over Nederlandse steun aan
mensenrechtenverdedigers in Rusland de Minister heeft opgedaan tijdens haar gesprek
met mensenrechtenorganisaties hierover. Kunnen we op dit punt wijzigingen of aanscherpingen
in het beleid tegemoetzien?
Heeft de Minister in het gesprek met Ministers van Buitenlandse Zaken van Armenië
en Azerbeidzjan ook het recht op veilige terugkeer van ontheemden uit Nagorno-Karabach
besproken, zo vragen de leden van de SGP-fractie. Wat doet Nederland voor Armeense
vluchtelingen in deze gebieden? Blijft Nederland in EU-, NAVO- en OVSE-verband oog
houden en opkomen voor de legitieme rechten van Armenië in dit trieste conflict?
In het verslag van de NAVO-vergadering wordt volgens de leden van de SGP-fractie terecht
de noodzaak benoemd van voldoende goed getrainde en toegeruste eenheden. Wat doet
het kabinet concreet om hieraan tegemoet te komen en de tekorten zoals geconstateerd
in de capability reviews, specifiek inzake zware gemechaniseerde brigades en tanks, terug te brengen, zo vragen
deze leden. Hoe staat het in dit kader met de uitvoering van de motie-Valstar c.s.
over inzichtelijk maken wat er nodig is om binnen de Duits-Nederlandse samenwerking
een eigen tankbataljon op te richten (Kamerstuk 27 830, nr. 410)?
De leden van de SGP-fractie constateren dat de Minister in het verslag van de NAVO-vergadering
noemt dat Nederland aan de 2%-norm zal voldoen. Echter, in de praktijk blijkt deze
2% toch net niet behaald te worden, vanwege begrotingsmutaties en bbp-ramingen. Wat
is het groeipad om wel aan deze norm te gaan voldoen? En hoe zorgen we dat Nederland
deze norm in de toekomst structureel ruimschoots haalt, zodat we (voortdurende) «net
niet-» of «met de hakken over de sloot-situaties» voorkomen?
II Antwoord/ Reactie van de Minister
III Volledige agenda
Geannoteerde agenda voor de NAVO Foreign Ministers Meeting van 28 en 29 november 2023
(Zaaknummer 2023Z19276)
Geannoteerde agenda voor de OVSE Ministeriële Raad van 30 november en 1 december 2023
(Zaaknummer 2023Z19258)
Verslag van de NAVO-top in Vilnius van 11 en 12 juli 2023 (Kamerstuk 28 676, nr. 440)
Verslag Ministeriële Raad OVSE van 1 en 2 december 2022 (Kamerstuk 36 200 V, nr. 66)
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R.J. (Rudmer) Heerema, voorzitter van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken -
Mede ondertekenaar
L.B. Blom, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.