Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over de geannoteerde agenda voor de inzet van het Koninkrijk der Nederlanden tijdens de vergadering van het International Monetary and Financial Committee (IMFC) (Kamerstuk 26234-282)
2023D41229 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
De vaste commissie voor Financiën heeft op 9 oktober 2023 enkele vragen en opmerkingen
aan de Minister van Financiën voorgelegd over de Jaarvergadering van het International
Monetair Fonds (IMF) op 12, 13 en 14 oktober (Kamerstuk 26 234, nr. 282).
De voorzitter van de commissie,
Tielen
De griffier van de commissie,
Weeber
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de D66-fractie
De leden van de D66-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de stukken
ter voorbereiding op de vergadering van het International Monetary and Financial Committee
(IMFC) op 12, 13 en 14 oktober 2023. Zij hebben daarover nog de volgende vragen.
De leden van de D66-fractie merken op dat het IMF een terechte oproep deed voor vergaand
en effectief klimaatbeleid en wees op de gevolgen voor de internationale financiële
stabiliteit indien er te weinig klimaatactie wordt ondernomen. De voornoemde leden
vragen de Minister te reflecteren op deze oproep vanuit het IMF en aan te geven op
welke wijze dit meegenomen wordt in het brede kabinetsbeleid en de inzet van het Koninkrijk
der Nederlanden. De voornoemde leden wijzen met nadruk op de eventuele mogelijkheid
om meer Special Drawing Rights (SDR) te herbestemmen zodat ontwikkelingslanden hier gebruik van kunnen maken. Is
Nederland bereid zich aan te sluiten bij de kopgroep van Frankrijk en Japan om het
herbestemmingsaandeel te verhogen? Kan de Minister ingaan op de verenigbaarheid van
mogelijkheden tot herbestemming van SDR’s met Europese wet- en regelgeving? Is er
verandering van wet- en regelgeving noodzakelijk om meer uitvoeringsvarianten tot
herbestemming mogelijk te maken en is de Minister bereid zich hiertoe in te zetten?
De leden van de D66-fractie constateren met het kabinet dat ontwikkelde economieën
zich in de eerste helft van 2023 relatief goed staande hebben weten te houden, mede
dankzij intensief steunbeleid om de koopkracht op peil te houden. Is de Minister bereid
om samen met andere landen een vergelijkend onderzoek te doen naar de effectiviteit
van het koopkrachtbeleid van verschillende landen en best practices te delen? Of heeft
dit naar de mening van de Minister reeds plaatsgevonden en kan de Minister verwijzen
naar de conclusies van een dergelijk onderzoek?
De leden van de D66-fractie zijn het eens met de inzet van het Koninkrijk der Nederlanden
dat structurele hervormingen, maar ook groeiverhogende investeringen noodzakelijk
zijn voor het verhogen van de potentiële groei en daarbij met name aandacht te hebben
voor onderwijs, (digitale) infrastructuur en het klimaat. Op welke concrete wijze
laat Nederland dit standpunt terugkomen in de inzet van Nederland ten aanzien van
besluiten binnen het IMF of binnen de Eurogroep?
De leden van de D66-fractie wijzen erop dat Oekraïne deel uitmaakt van de Nederlands-Belgische
kiesgroep. De voornoemde leden zijn het zeer eens met het standpunt van het kabinet
dat steun aan Oekraïne op dit moment essentieel is voor het Nederlandse belang. Kan
de Minister aangeven op welke manier Nederland zich binnen het IMF inzet voor het
Oekraïense belang en het vergaren van voldoende financiële steun voor Oekraïne? Kan
de Minister nader specificeren of de genoemde bedragen voor Oekraïne in de geannoteerde
agenda naar de mening van het kabinet adequaat en conform verwachting zijn?
De leden van de D66-fractie herkennen de zorgen dat het noodzakelijk verkrappende
monetaire beleid de economische activiteit remt in opkomende markteconomieën en in
het bijzonder de Caribische landen binnen het Koninkrijk. Ook zijn zij het eens met
de constatering in de geannoteerde agenda dat deze landen naast sociaaleconomische
uitdagingen kampen met kwetsbaarheid voor de gevolgen van klimaatverandering. Kan
de Minister nader ingaan op de manier waarop de economieën van genoemde landen sterker
gestimuleerd kunnen blijven worden, gelet op de nauwe economische banden tussen Nederland
en de Caribische landen binnen het Koninkrijk?
II Reactie van de Minister van Financiën
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
J.Z.C.M. Tielen, voorzitter van de vaste commissie voor Financiën -
Mede ondertekenaar
A.H.M. Weeber, griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.