Lijst van vragen : Lijst van vragen inzake voortgang convenant dierwaardige veehouderij en daarmee verband houdende wet- en regelgeving
2023D35547 LIJST VAN VRAGEN
De vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) heeft een aantal
vragen voorgelegd aan de Minister van LNV over de brief van 14 juni 2023 inzake Voortgang
convenant dierwaardige veehouderij en daarmee verband houdende wet- en regelgeving
(Kamerstuk 28 286, nr. 1297).
De voorzitter van de commissie,
Amhaouch
De adjunct-griffier van de commissie,
Lips
Nr
Vraag
1
In hoeverre zijn met het convenant afspraken gemaakt of voorwaarden gesteld aan de
doelen en de uitvoering van de wet?
2
Laat de discussie met de sectorpartijen niet juist zien dat industriële veeteelt onverenigbaar
is met dierwaardigheid?
3
Wat is precies afgesproken over de doelen en definities van dierwaardigheid, als het
kabinet voornemens is de wet wederom te wijzigen en die definities later aan te vullen
met algemene maatregelen van bestuur (AMvB’s)?
4
Wat gebeurt er als sectorpartijen tot de conclusie komen dat dierwaardigheid onverenigbaar
is met een gelijk speelveld in de wereldmarkt?
5
Waarom worden de maatregelen in de AMvB's die de regels voor wat dierwaardig is vastleggen,
geënt op het convenant en niet op wat dierwaardig is volgens biologen, diergeneeskundigen
en ethici?
6
Is de inzet naar een wettelijk alternatief voor de kritische depositiewaarde (KDW)
niet een te eenzijdige focus en veel te smalle vraag aan de werkgroep? Had de vraag
niet moeten zijn: «Zijn er alternatieve manieren om de staat van de natuur, in brede
zin, te beoordelen en te borgen?»?
7
Doet het feit dat de werkgroep een jaar de tijd heeft om na te denken over een alternatief
voor de KDW recht aan de (door de Minister onderschreven) urgentie van de problematiek
rondom de vergunningverlening?
8
Hoe groot wordt de kans geacht dat de samenstelling van de werkgroep, met organisaties
als Mobilisation for the Environment (MOB) en het Wereldnatuurfonds (WNF), leidt tot
een serieus alternatief, gelet op het feit dat deze organisaties niets zien in een
(haalbaar) alternatief voor de KDW?
9
Hoe groot wordt de kans geacht dat deze samenstelling van de werkgroep daadwerkelijk
tot concrete wetsteksten en voorstellen komt?
10
Hoe is de Minister voornemens om, gelet op het feit dat bij het opstellen van natuurdoelanalyses
(NDA’s) door provincies blijkt dat van tal van habitats en doelsoorten de actuele
staat van instandhouding niet bekend is met als gevolg dat de natuurkwaliteit (vanwege
het voorzorgsbeginsel) als negatief gekwalificeerd moet worden en het feit dat het
ontbreken van actuele informatie hiermee een verstrekkende hindernis is voor vergunningverlening,
deze informatieachterstand weg te werken?
11
Welke diergedragsdeskundigen, dierethici en wetenschappers met vergelijkbare expertise
zijn er betrokken bij het convenant dierwaardige veehouderij?
12
Op welke wijze zijn diergedragsdeskundigen, dierethici en wetenschappers met vergelijkbare
expertise betrokken bij het convenant dierwaardige veehouderij?
13
Op welke momenten zijn diergedragsdeskundigen, dierethici en wetenschappers met vergelijkbare
expertise betrokken bij het convenant dierwaardige veehouderij?
14
Op welke manier is en wordt de input van diergedragsdeskundigen, dierethici en wetenschappers
met vergelijkbare expertise meegenomen in de afspraken die worden gemaakt in het kader
van het convenant dierwaardige veehouderij?
15
Welke sectorpartijen zijn er betrokken bij het convenant dierwaardige veehouderij,
aan de hoofd- en zijtafels?
16
Is er nadat u de Quickscan informatieset Convenant Dierwaardige Veehouderij van de
Universiteit aan de Kamer stuurde in november 20221 nog een aanvulling verschenen over de behoeftes van vleeskuikens, schapen en eenden
en zo ja, waarom is deze niet naar de Kamer gestuurd?
17
Heeft u zicht op dierenwelzijnswetgeving die boeren die koploper zijn op gebied van
dierwaardigheid ervaren als belemmerend om hun bedrijfsvoering en management zo dierwaardig
mogelijk uit te voeren en kunt u daar een opsomming van geven?
18
Heeft u zicht op milieuwetgeving die boeren die koploper zijn op gebied van dierwaardigheid
ervaren als belemmerend om hun bedrijfsvoering en management zo dierwaardig mogelijk
uit te voeren en kunt u daar een opsomming van geven?
19
Heeft u zicht op de wetgeving rondom dierziekten en zoönosen die boeren die koploper
zijn op gebied van dierwaardigheid ervaren als belemmerend om hun bedrijfsvoering
en management zo dierwaardig mogelijk uit te voeren en kunt u daar een opsomming van
geven?
20
Welke klachten van boeren die koploper zijn op gebied van dierwaardigheid zijn er
de afgelopen vijf jaar binnengekomen bij RVO (Rijksdienst voor ondernemend Nederland)
over de uitvoering van belemmerend beleid of wetgeving?
21
Welke klachten van boeren die koploper zijn op gebied van dierwaardigheid zijn er
de afgelopen vijf jaar binnengekomen bij de Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit
(NVWA) over de uitvoering van belemmerend beleid of wetgeving?
22
Kunt u aangeven welke agrarische universiteiten in hun curriculum aandacht schenken
aan dierwaardigheid binnen de studie en op welke wijze?
23
Kunt u aangeven welke agrarische hoge scholen in hun curriculum aandacht schenken
aan dierwaardigheid binnen de studie en op welke wijze?
24
Kunt u aangeven welke agrarische MBO’s in hun curriculum aandacht schenken aan dierwaardigheid
binnen de studie en op welke wijze?
25
Kunt u aangeven welke veterinaire opleidingen in hun curriculum aandacht schenken
aan dierwaardigheid binnen de studie en op welke wijze?
26
Kunt u aangeven welke veterinaire opleidingen in hun curriculum aandacht schenken
aan het verminderen van lichamelijke ingrepen binnen de studie en op welke wijze?
27
Op welke wijze is de fokkerij betrokken bij de transitie naar een dierwaardige veehouderij?
28
Welke plannen en afspraken zijn er met de fokkerijsector gemaakt over dierwaardige
veehouderij?
29
Welke plannen en afspraken zijn er met de agrarische opleidingen gemaakt over dierwaardige
veehouderij?
30
Welke plannen en afspraken zijn er met de banken gemaakt over dierwaardige veehouderij?
31
Welke plannen en afspraken zijn er met de veevoerfabrikanten gemaakt over dierwaardige
veehouderij?
32
Welke plannen en afspraken zijn er met bedrijfsadviseurs gemaakt over dierwaardige
veehouderij?
33
Welke plannen en afspraken zijn er met de veterinaire koepelorganisaties gemaakt over
dierwaardige veehouderij?
34
Welke plannen en afspraken zijn er met decentrale overheden gemaakt over dierwaardige
veehouderij?
35
Welke plannen en afspraken zijn er met financiële instellingen gemaakt over dierwaardige
veehouderij?
36
Kunt u een opsomming geven van alle pilots, projecten en programma’s sinds 2002 die
gaan over het natuurlijk gedrag van dieren?
37
Kunt u een opsomming geven van alle pilots, projecten en programma’s sinds 2002 die
gaan over ingrepen bij dieren? Wat heeft de overheid hier aan bijgedragen?
38
Kunt u een opsomming geven van alle wetenschappelijke onderzoeken sinds 2002 die gaan
over ingrepen bij dieren?
39
Door welke transitiewetenschappers laat het Ministerie van LNV zich adviseren over
de transitie naar een dierwaardige veehouderij?
40
Kunt u een opsomming geven van de wetenschappelijke indicatoren van de zes leidende
principes zoals vastgesteld door de Raad voor dierenaangelegenheden (RDA)?
41
Wanneer kan de Kamer de toegezegde reactie verwachten op het rapport «A life worth
living»2?
42
Wat is het gemiddelde aantal geboren biggen per zeug in 2023?
43
Wat was het gemiddelde aantal geboren biggen per zeug in 2002?
44
Welke doelen heeft de varkensfokkerij gesteld op het aantal biggen dat per zeug geboren
wordt en het aantal tepels per zeug?
45
Op hoeveel varkensbedrijven worden de staarten van biggen niet afgebrand of afgeknipt
en hoeveel varkens worden hier in totaal gehouden?
46
Welke varkensrassen worden als robuust gedefinieerd en wat zijn hiervan de indicatoren?
47
Kunt u een opsomming geven van de pilots, projecten en programma’s die er in de afgelopen
twee kabinetstermijnen zijn geweest over reststromen in de veehouderij en over welke
reststromen bij welke sectoren deze gingen?
48
Welke ruimte biedt het wettelijk kader (milieu, dierziekten en dierenwelzijn) aan
een veehouder om varkens onbeperkt buiten te laten?
49
Welke ruimte biedt het wettelijk kader (milieu, dierziekten en dierenwelzijn) aan
een melkveehouder om koeien onbeperkt buiten te laten?
50
Welke ruimte biedt het wettelijk kader (milieu, dierziekten, en dierenwelzijn) aan
een veehouder om koeien, en stieren die worden gehouden voor de productie van vlees
onbeperkt buiten te laten?
51
Welke ruimte biedt het wettelijk kader (milieu, dierziekten en dierenwelzijn) aan
een veehouder om kalfjes onbeperkt buiten te laten?
52
Welke ruimte biedt het wettelijk kader (milieu, dierziekten en dierenwelzijn) aan
een veehouder om geiten onbeperkt buiten te laten?
53
Welke ruimte biedt het wettelijk kader (milieu, dierziekten en dierenwelzijn) aan
een veehouder om vleeskuikens onbeperkt buiten te laten?
54
Welke ruimte biedt het wettelijk kader (milieu, dierziekten en dierenwelzijn) aan
een veehouder om leghennen onbeperkt buiten te laten?
55
Welke ruimte biedt het wettelijk kader (milieu, dierziekten en dierenwelzijn) aan
een veehouder om ouderdieren van pluimvee onbeperkt buiten te laten?
56
Welke ruimte biedt het wettelijk kader (milieu, dierziekten en dierenwelzijn) aan
een veehouder om eenden onbeperkt buiten te laten?
57
Welke ruimte biedt het wettelijk kader (milieu, dierziekten en dierenwelzijn) aan
een veehouder om kalkoenen onbeperkt buiten te laten?
58
Welke ruimte biedt het wettelijk kader (milieu, dierziekten en dierenwelzijn) aan
een veehouder om zijn of haar konijnen onbeperkt buiten te laten?
59
Welke pilots, projecten en onderzoeken zijn er sinds 2002 geweest voor het buiten
houden van varkens?
60
Welke pilots, projecten en onderzoeken zijn er sinds 2002 geweest over het beschikbaar
stellen van modderbaden voor varkens?
61
Op hoeveel geitenbedrijven in Nederland, inclusief bokkenmesterijen, krijgen de dieren
de gelegenheid om te klimmen en klauteren?
62
Welke geitenrassen worden als robuust gedefinieerd en wat zijn hier de indicatoren
van?
63
Welke pluimveerassen worden als robuust gedefinieerd en wat zijn hier de indicatoren
van?
64
Welke runderrassen worden als robuust gedefinieerd en wat zijn hier de indicatoren
van?
65
Welke pilots, projecten en onderzoeken zijn er sinds 2002 geweest over het niet onthoornen
van geiten en runderen?
66
Welke pilots, projecten en onderzoeken zijn er sinds 2002 geweest over het houden
van dubbeldoelrassen bij runderen?
67
Welke pilots, projecten en onderzoeken zijn er sinds 2002 geweest over het houden
van dubbeldoelrassen bij pluimvee?
68
Hoeveel geitenbedrijven maken gebruik van kunstlicht met als doel het verhogen van
de melkproductie?
69
Hoeveel runderbedrijven maken gebruik van kunstlicht met als doel het verhogen van
de melkproductie?
70
Hoeveel pluimveebedrijven maken gebruik van kunstlicht met als doel het verhogen van
de productie van eieren?
71
Welke pilots, projecten en onderzoeken zijn er sinds 2002 geweest over het planten
van bomen in de weide met als doel voeding en of bescherming tegen hitte?
72
Welke pilots, projecten en onderzoeken zijn er sinds 2002 geweest over weidegang bij
kalveren?
73
Welke pilots, projecten en onderzoeken zijn er sinds 2002 geweest over het houden
van haantjes?
74
Welke pilots, projecten en onderzoeken zijn er sinds 2002 geweest over het uitbroeden
van kuikens op het eigen bedrijf?
75
Welke gezondheidsrisico’s zijn er bij mais als voeding voor runderen?
76
Kan het kabinet een opsomming geven van cursussen die veehouders kunnen volgen die
zijn gericht op een dierwaardige omgang met dieren zoals «low stress stockmanship»?
77
Heeft het kabinet zicht op het aantal boeren dat graag stappen wil nemen naar een
dierwaardige bedrijfsvoering, maar dit om bepaalde redenen nog niet heeft gedaan en
heeft het kabinet zicht op de redenen waarom zij dat tot op heden nog niet hebben
gedaan?
78
Welke mogelijkheden zijn er om de import van «niet-dierwaardig» geproduceerde dierlijke
producten tegen te gaan?
79
Hoeveel stallen in welke sectoren hebben op dit moment een SPF-status?
80
Is het procedureel, dan wel juridisch, gezien verantwoord om het amendement in te
voeren als de convenanten die van belang zijn voor de uitvoering niet gesloten zijn?
Wat zijn de consequenties daarvan?
81
Wie heeft, gelet op het feit dat het convenant wat tegenstijdigheden oplevert tussen
diverse beleidsvelden en sommige maatregelen in het convenant een nadelig effect hebben
op de emissies en klimaat en visa versa, bepaald wat hierin de belangen zijn en wie
prefereert hierin?
82
Wat zijn de risico’s die SPF-stallen hebben op het gebied van dierwaardigheid?
83
Hoeveel kuikens uit Nederlandse broederijen worden geëxporteerd?
84
Welke rol spelen NGO's bij de totstandkoming van het convenant?
85
Hoe zijn de belangen van de veehouderijsector gewaarborgd bij de totstandkoming van
het convenant?
86
Vindt er een toets plaats op haalbaarheid en zo ja, hoe?
87
Wat betekent het feit dat het convenant onderdeel is van het coalitieakkoord voor
het convenant nu het kabinet demissionair is?
88
Kan het demissionair kabinet de randvoorwaarden die horen bij het convenant, zoals
financiering, nog ingevuld krijgen?
89
Zijn er sturingsmogelijkheden om partijen als horeca aan te laten sluiten bij het
convenant of de uitvoering daarvan?
90
Zijn er praktijkwetenschappers betrokken bij de toets op haalbaarheid van het convenant?
91
Heeft er een afweging plaatsgevonden van de impact van dierenwelzijn op diergezondheid
en zo ja welke?
92
Hoe gaat de economische impact van het convenant getoetst worden en welke vragen worden
daarbij betrokken?
93
Wordt er rekening mee gehouden dat natuurlijk gedrag soms tot meer schade aan dieren
kan leiden dan niet natuurlijk gedrag en hoe wordt dit meegenomen? Is hier (wetenschappelijk)
onderzoek naar gedaan?
94
Waarom is er gekozen voor een convenant en niet voor het aansluiten bij verduurzamingsprogramma's
van de sector zelf?
95
Wat is de toegevoegde waarde van het convenant ten opzichte van de wijziging in de
artikelen 2.2 en 2.8 van de Wet dieren die het kabinet voorstelt?
96
Hoe verhoudt het amendement zich tot de Europese wetgeving? Heeft dit tot gevolg dat
een level playing field nog verder weg is dan nu?
97
Realiseert het kabinet zich, gelet op het feit dat er de afgelopen periode veel gesproken
is met de Autoriteit consument en markt (ACM) en de mogelijkheden om prijsafspraken
te maken in de markt om meerkosten op het erf betaalt te krijgen en dat daaruit als
heldere lijn naar boven kwam dat het kan, mits de maatregelen/ investeringen die genomen
worden geen wetgeving zijn, en dat er uitsluitend afspraken mogen worden gemaakt over
meerkosten die voortvloeien uit maatregelen die bovenwettelijk zijn, dat iedere maatregel
opgesteld in een AMvB, wetgeving is? En daarvoor geen afspraken in ketens en de markt
gemaakt worden? Hoe gaan de meerkosten dan wel betaald worden? Hoe worden boeren daarbij
beschermd voor niet-rendabele investeringen?
98
Waarom zijn transport en slacht nog niet meegenomen in de eerste fase en opgenomen
op de lijsten van maatregelen?
99
In welke mate heeft het niet tot stand komen van het Landbouwakkoord effect op de
volgende fase van de gesprekken en de uitwerking van door middel van AMvB aangewezen
gedragsbehoeften?
100
Zijn er partijen die na het mislukken van het Landbouwakkoord niet langer deelnemen
aan dit traject?
101
Hoe ziet het vervolgtraject eruit, teruggerekend vanaf het moment van inwerkingtreding
van de geamendeerde Wet dieren?
102
Hoe ziet het kabinet het verdere traject voor zich nu er geen Landbouwakkoord is gekomen?
103
Wat zijn de randvoorwaardelijke maatregelen vanuit de markt en overheid die nodig
zijn?
104
Hoever is de uitwerking van het begrip «diergericht ontworpen veehouderijsystemen»
en wat zijn de eerste conclusies?
105
Is de aangenomen motie Beckerman/Vestering3over het instellen van een verbod op het doden van haantjes meegenomen in de afspraken?
106
Binnen welke kaders zullen de moties met betrekking tot adviesverlening aan boeren
en daarnaast die van agrarische opleidingen4 precies worden meegenomen bij de start van het tweede deel van de onderhandelingen
van het convenant?
107
Welke gevolgen heeft het vallen van het kabinet voor de inwerkingtreding van het geamendeerde
artikel 2.1 van de Wet dieren op 1 juli 2024?
108
Is het kabinet van plan om de onderhandelingen over het convenant voort te zetten?
109
Denkt het kabinet eind september 2023 een akkoord bereikt te hebben over het convenant?
110
Welke maatregelen zijn er betreffende de bijlage Verslag Voorzitter Bram van Ojik
Convenant DWVH (Kamerstuk 2023D25920) opgesteld?
111
Waarom zijn er ten aanzien van bovengenoemde bijlage, geen lijsten met maatregelen
voor transport en slacht opgesteld?
112
Zijn er ten aanzien van bovengenoemde bijlage, resultaten van het afgesproken onderzoek
bekend? Zo ja, kan het kabinet deze naar de Kamer sturen?
113
Waarom heeft het kabinet de concepttekst van bovengenoemde bijlage niet met de Kamer
gedeeld?
X Noot
1
Bijlage bij Kamerstuknummer TK 2022/23, 28 286, nr. 1265.
X Noot
2
Rapport van november 2022 van de Dierencoalitie, World Animal Protection, Compassion
in World Farming Nederland, Vier Voeters Nederland, Bont voor Dieren, Stem voor Dieren
en de Vakbond voor Dieren.
X Noot
3
Kamerstukken TK 2020/21, 28 286, nr 1188.
X Noot
4
Kamerstukken TK 2022/23, 28 286, nr. 1273 en TK 2022/23, 28 286, nr. 1274.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M. Amhaouch, voorzitter van de vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit -
Mede ondertekenaar
W.A. Lips, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.