Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag schriftelijk overleg over o.a. de Geannoteerde agenda voor de informele Raad Buitenlandse Zaken (Gymnich) van 30-31 augustus 2023
2023D34157 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Binnen de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken hebben de onderstaande fracties
de behoefte vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Minister van Buitenlandse
Zaken over de Geannoteerde agenda voor de informele Raad Buitenlandse Zaken (Gymnich)
van 30-31 augustus 2023 en de Antwoorden op de vragen commissie over het verslag van
de Raad Buitenlandse Zaken van 26 juni 2023 en de geannoteerde agenda voor de Raad
Buitenlandse Zaken van 20 juli 2023 (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2698) (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2704).
De voorzitter van de commissie, Heerema
De griffier van de commissie, Westerhoff
Inhoudsopgave
I
Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de PVV-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de Volt-fractie
II
Antwoord / Reactie van de Minister
III
Volledige agenda
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de geannoteerde
agenda voor de informele Raad Buitenlandse Zaken van 30 en 31 augustus 2023. Zij hebben
daartoe enkele vragen en opmerkingen.
De leden van de VVD-fractie lezen dat steun op de lange termijn voor Oekraïne besproken
zal worden. Kan de Minister nader toelichten wat hierin de Nederlandse inzet zal zijn?
Hoe zal hierbij de EU-inzet complementair zijn aan andere (bilaterale) initiatieven,
zoals de veiligheidsgaranties die voortvloeien uit de G7 Joint Declaration of Support for Ukraine1 en toezeggingen in NAVO-verband en via de Ramstein-groep? Kan het kabinet waar mogelijk
ook al inzicht geven in de specifieke onderwerpen waarop Nederland op de lange termijn
Oekraïne wil ondersteunen? Zijn dit luchtverdediging en F-16’s, of wordt er ook gekeken
naar andere terreinen waar de Nederlandse defensiesector sterk in is (zoals het maritieme
domein)? Betreft de langere termijn hier een plan voor 2024, of is het kabinet ook
voornemens een meerjarig plan uit te werken?
De leden van de VVD-fractie nemen kennis van het voorstel van Hoge Vertegenwoordiger
Borrell om binnen het budget van de Europese Vredesfaciliteit (EPF) een aparte envelop
voor Oekraïne te creëren. Kan de Minister toelichten welke budgettaire voordelen er
aan een dergelijke envelop zitten? Is de meest recente verhoging van het EPF met 3,5
miljard euro voldoende om op korte termijn de productiecapaciteit voor wapens en munitie
optimaal te benutten en uit te bouwen, en landen over de streep te trekken bestaand
materieel te leveren? Deelt het kabinet de mening dat indien er meer geld nodig is,
Nederland zich dient in te zetten voor ophoging? Zijn er naast financiële prikkels
ook andere problemen en hindernissen die weggenomen moeten worden om de munitie- en
wapenproductie structureel te verhogen? Zo ja, welke zijn dat en hoe zet Nederland
zich hiervoor in?
De leden van de VVD-fractie vragen in dit kader ook wat er gedaan kan worden om Europese
landen die over F-16’s beschikken, zoals Portugal en Griekenland, over te halen op
termijn een deel van hun vloot over te dragen aan Oekraïne. Kan hierin het EPF een
rol spelen door deze landen daarna weer te helpen met hun vervangingstrajecten?
De leden van de VVD-fractie vinden het ook belangrijk dat de defensiesector in Oekraïne
zelf ondersteund wordt. Hiermee kan het land beschikken over niche-wapens die westerse
landen niet kunnen of willen leveren, en kan er nauw aangesloten worden op de operationele
behoefte aan het front (zoals voor drones). Deelt het kabinet deze analyse? Deze leden
zouden dan ook graag zien dat Oekraïne toegang krijgt tot Europese defensie-instrumenten.
Is het kabinet bereid zich daarvoor in te zetten en hiervoor bij de aankomende RBZ
te pleiten?
Daarnaast vragen de leden van de VVD-fractie om een update over de productie en levering
van munitie, en met name 155-millimeter granaten. Is deze productie inmiddels op gang
gekomen en vinden er al leveringen aan Oekraïne plaats? Welke stappen worden er gezet
om de huidige plannen, die voorzien in de levering van één miljoen granaten binnen
een jaar, ook nadien voort te zetten? Zijn er naast financiële middelen ook andere
problemen en hindernissen die hiervoor weggenomen moeten worden? Zo ja, welke zijn
dat en hoe zet Nederland zich hiervoor in?
De leden van de VVD-fractie merken op dat (nieuwe) sancties en de handhaving daarvan
niet expliciet op de agenda staan. Dit is opmerkelijk en onwenselijk, aangezien de
omzeiling van sancties een hardnekkig probleem blijft. Is de Minister bereid dit onderwerp
tijdens de sessie opnieuw prominent aandacht te geven? Wat ziet de Minister als vervolgstappen
om de handhaving van sancties te versterken en omzeiling van sancties aan te pakken?
Welke specifieke oplossingen ziet de Minister om de overtreding van het vervoersverbod
op Russische olie effectiever te handhaven?
Deze leden vinden het goed dat het kabinet bepaalde diplomatieke initiatieven steunt,
zoals het 10-puntenplan van president Zelensky en de afspraken van de internationale
National Security Advisors in Jeddah. Kan de Minister nader toelichten wat concreet wordt bedoeld met «verdieping
en samenwerking in het vredesproces»? Waar ziet de Minister de meeste kansen en wat
is de inzet van Nederland?
De leden van de VVD-fractie vinden de situatie in Niger uiteraard zeer zorgelijk en
veroordelen de militaire coup. Wat ziet de Minister als een wenselijke en haalbare
oplossing? Wat is hierbij de inzet van Nederland, zowel in EU-verband als daarbuiten?
In de geannoteerde agenda worden drie «belangen en doelen» van de EU benoemd, maar
daarbij ontbreekt het tegengaan van irreguliere migratie. Deelt de Minister de opvatting
dat dit een belangrijk doel en belang van zowel Nederland als de EU is? Is de Minister
bereid om dit ook te benadrukken? Wat is de inzet van Nederland om onder de huidige
omstandigheden irreguliere migratie vanuit Niger en de regio te beheersen?
ECOWAS heeft aangegeven bereid te zijn tot een militaire interventie. Wat is hierover
de opvatting van Nederland? Indien ECOWAS hiertoe overgaat, voorziet de Minister dan
een rol voor de EU of andere leden van de internationale gemeenschap? Zo ja, welke
vormen van Europese steun betreft dit (diplomatiek, financieel, militaire middelen,
etc.)? Wordt hierover gesproken en wat is hierbij de inzet van Nederland?
Vragen en opmerkingen van de leden van de PVV-fractie
De leden van de PVV-fractie hebben kennis genomen van de agenda en het verslag. De
leden hebben enkele vragen en opmerkingen over de staatsgreep in Niger.
De leden van de PVV-fractie werden tijdens dit zomerreces totaal niet verrast door
de coup in Niger. De staatsgreep van afgelopen maand past namelijk bij de heersende
chaos en wanorde in de Sahel regio. Hoewel ongewenst, zijn het eigenlijk klassiek
Afrikaanse toestanden die de leden zien.
Deze leden lezen dat in de regeringsbrief geheel terecht staat dat de bilaterale samenwerking
op het gebied van veiligheid en ontwikkelingssamenwerking met de centrale Nigerese
overheid is opgeschort. Wat de leden van de PVV-fractie betreft gaat het demissionaire
kabinet nog een stap verder en wordt de bilaterale hulp niet opgeschort maar geannuleerd
en definitief beëindigd! Maak zo snel mogelijk ook een einde aan de Nederlandse hulp
die via omwegen (EU/VN) naar Niger gaat, is de oproep van de leden! Is het demissionaire
kabinet daartoe bereid? Zo nee, kan dan in ieder geval in kaart worden gebracht aan
welke organisaties Nederland nog geld geeft voor Niger, en om welke bedragen het gaat?
Graag een reactie.
Alsof de chaos nog niet compleet is, dreigt een dozijn ECOWAS-landen al wekenlang
om militair in te grijpen in Niger. Iets wat natuurlijk alleen maar meer drama, chaos
en geweld zal veroorzaken. Zeker aangezien deze ECOWAS-landen amper hun eigen grondgebied
veilig en stabiel kunnen houden. Deze leden vragen of deze landen überhaupt wel gecoördineerd
met elkaar militair ten strijde kunnen trekken? Dat kan toch niet goed aflopen? Ziet
het demissionaire kabinet dat ook zo? Zo ja, worden de ECOWAS-landen door Nederland
opgeroepen om in de kazernes te blijven? Zo nee, waarom niet?
Tot slot willen de leden weten of het kabinet aanwijzingen heeft over mogelijke Russische
betrokkenheid bij de coup in Niger. Klopt het dat de coupplegers inmiddels een verzoek
hebben neergelegd bij de Wagner Group voor bescherming, en kan een inschatting gegeven
worden welk deel van het Nigerese leger zich achter de coupplegers heeft geschaard?
Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie
De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde agenda en hebben
hier nog een aantal vragen en opmerkingen over.
De leden van de SP-fractie zijn en blijven van mening dat Rusland zich uit Oekraïne
moet terugtrekken. Tegelijkertijd rijzen twijfels over de gevolgde strategie om dat
doel te bereiken.
De leden van de SP-fractie dringen er bij de Minister op aan de informele RBZ in Toledo
als moment van evaluatie en reflectie te nemen en de volgende vraag te beantwoorden:
«hoe verder na het kennelijk vastlopend Oekraïense offensief dat vele duizenden het
leven heeft gekost en ook duizenden voor het leven heeft verminkt?». Deelt de Minister
de opvatting dat de resultaten tegenvallen of vermoedt de Minister dat de gekozen
werkwijze binnenkort tot een militaire doorbraak leidt? Heeft het zin op deze wijze
door te gaan? Hoe wordt een fatale escalatie van de oorlog voorkomen, zeker nu de
regering voornemens is om F-16’s te leveren?
Naar het oordeel van de leden van de SP-fractie is er sprake van gebrek aan diplomatieke
creativiteit en effectiviteit om op een andere dan militaire wijze tot Russische terugtrekking
uit Oekraïne te komen. De voorstanders van onderhandelingen (zoals de Amerikaanse
stafchef Mark Milley) zijn in het afgelopen anderhalf jaar al een paar keer overruled door de stemmen die de oorlog willen voortzetten omdat ze denken dat een militaire
overwinning mogelijk is. Wat is het oordeel van de Minister over de uitlatingen2 van de hooggeplaatste NAVO-medewerker Stian Jensen, die opperde dat Oekraïne lid
van de NAVO kan worden als de oorlog stopt en als Oekraïne daarbij grondgebied opgeeft.
Inmiddels heeft hij zich verontschuldigd, maar aangegeven dat een «land-voor-lidmaatschap»-beginsel
wel degelijk een optie is. Zijn deze voorstellen ook gedeeld met de Nederlandse regering?
Is het kabinet in het licht van de huidige patstelling voldoende doordrongen van de
noodzaak van een diplomatieke oplossing? Wat is de appreciatie van de Minister van
de bijeenkomst in Jeddah van begin augustus (waar Rusland overigens jammer genoeg
ontbrak)? Hoe was Nederland betrokken? Wat is de volgende stap van dit (bescheiden)
diplomatieke traject?
De leden noemen dat er in de afgelopen jaren er in meerdere staten in de Sahel een
staatsgreep is geweest, meest recentelijk in Niger. Het lijkt erop dat deze coupplegers
zich verbinden met Russische huurlingen dan wel machthebbers. Wat zegt dit volgens
de Minister over hoe Europa c.q. het Westen in deze landen gezien wordt? Wat ziet
de Minister als grondoorzaken van deze politieke chaos?
ECOWAS heeft een militaire interventie aangekondigd als de coupplegers in Niger niet
inbinden. Is de Minister het eens dat dit zeer onwenselijk is en dat de EU haar gewicht
moet gebruiken om dit niet te laten escaleren in een militair conflict?
Vragen en opmerkingen van de leden van de Volt-fractie
De leden van de Volt-fractie lezen dat de veiligheidsarrangementen en steun op lange
termijn voor Oekraïne op de agenda staan. Het kabinet wil onder andere via EUMAM en
de EPF bijdragen aan veiligheidsgaranties voor Oekraïne. De leden lezen ook dat de
Hoge Vertegenwoordiger (HV) Borrell in juli jl. een voorstel heeft aangekondigd om
binnen het EPF-budget een aparte envelop voor Oekraïne te creëren. Met dit geld worden
niet direct wapens gekocht en aan Oekraïne geleverd, maar lidstaten die materiaal
aan Oekraïne doneren kunnen daarvoor een vergoeding krijgen uit deze pot zodat zij
hun voorraden weer aan kunnen vullen. In de geannoteerde agenda staat dat de Kamer
nog nader geïnformeerd zal worden over het precieze voorstel en de positie van het
kabinet voordat er daarover in het najaar besluitvorming in Brussel plaatsvindt, maar
dat dit voorstel waarschijnlijk wel al besproken zal worden tijdens de informele RBZ.
Daarom willen de leden van de Volt-fractie toch nu al meer horen over de intentie
van het kabinet wat betreft het coördineren van de uitgaven van individuele lidstaten
aan defensiemateriaal.
Volgens de leden van de Volt-fractie staan we nu namelijk op een uniek moment in de
geschiedenis waarin we ervoor kunnen kiezen om te investeren in Europese defensiesystemen
om zo minder afhankelijk van derden te worden. Het Russische geweld in Oekraïne doet
veel Europeanen beseffen dat er meer geïnvesteerd moet worden in de Europese krijgsmachten.
Is het kabinet het ermee eens dat we dit moment strategisch moeten benutten door de
extra gelden die ter beschikking worden gesteld bewust in te zetten om een aantal
gaten in de Europese defensiecapaciteit te dichten en de Europese capaciteit om de
veiligheid in eigen regio te waarborgen en te versterken? Hoe zet het kabinet zich
hiervoor in? Hoe worden de uitgaven die door individuele lidstaten worden gedaan om
hun voorraden weer aan te vullen, gecoördineerd, zodat de lidstaten zoveel mogelijk
gezamenlijk inkopen bij Europese leveranciers?
Deze leden hebben ook begrepen dat Nederland tot aan 42 F-16’s aan Oekraïne zal schenken.
Ten eerste vinden de leden het prijzenswaardig dat Nederland hiermee haar nek uitsteekt
en samen met Denemarken een stap naar voren zet. De leden hebben hier nog wel een
aantal vragen bij. 24 Van de F-16’s worden voorlopig nog door de Nederlandse luchtmacht
gebruikt tot deze ook worden vervangen door F-35’s. Op welk termijn worden deze 24
F-16’s vervangen door F-35’s en komt dit ongeveer overeen met de duur van de training
van de Oekraïense piloten en het gereedmaken van de infrastructuur in Oekraïne voor
deze F-16’s? Hoe vangt de Nederlandse luchtmacht het gat op in het geval de F-35’s
nog niet gereed zijn tegen de tijd dat Oekraïne klaar is om de F-16’s te ontvangen?
Deze leden hebben vernomen dat experts aangeven niet te verwachten dat de F-16’s Oekraïne
op korte termijn luchtoverwicht zullen geven of een verschil zullen maken tijdens
het huidige offensief.3 Wat zijn de verwachtingen op dit terrein van het kabinet? De F-16’s zijn volgens
de experts met name een politiek signaal dat Nederland bereid is om Oekraïne te blijven
steunen, ook na het huidige offensief, als een soort alternatief voor NAVO-lidmaatschap
dat de NAVO niet kan geven zolang de strijd voortduurt. Graag een reactie van het
kabinet hierop.
Deze leden vragen of het klopt dat de F-16’s een levensduur van twintig jaar hebben
en dat de meest recente F-16’s in 1992 aan Nederland werden geleverd? Aangezien de
F-16’s al ver over hun gangbare levensduur zijn wanneer deze aan Oekraïne worden geschonken,
hoe effectief zijn deze dan nog om luchtoverwicht te krijgen ten opzichte van het
Russische leger? Kan de levering van deze oude F-16’s daadwerkelijk gezien worden
als veiligheidsgarantie? Nu er toch wordt gekozen voor het leveren van wapensystemen
die theoretisch door Oekraïne op Russische grondgebied ingezet zouden kunnen worden
(wat eerst een no-go was), waarom geven we Oekraïne dan niet gelijk de meest moderne gevechtsvliegtuigen
zodat zij zeker kunnen zijn van luchtoverwicht? Wat is de tactische overweging om
voor F-16’s in plaats van F-35’s te kiezen als het doel is om Oekraïne te helpen de
agressor van haar grondgebied te verdrijven en opnieuw soevereiniteit over haar grondgebied
te verkrijgen?
De leden lezen dat de kern van de inzet van het kabinet ten aanzien van de voortdurende
Russische oorlog tegen Oekraïne onverminderd gericht blijft op enerzijds het zoveel
mogelijk steunen van Oekraïne en anderzijds het vergroten van de druk op Rusland om
diens agressie te beëindigen.
In het artikel «Top US firms supplied equipment to keep Russian oil flowing after Ukraine invasion» van AP van 18 juli 20234 staat beschreven dat een paar dagen na de Russische invasie van Oekraïne in februari
vorig jaar het Amerikaanse Ministerie van Handel bedrijven verbood om kritieke apparatuur
voor de winning van olie te exporteren naar Rusland. De export van deze apparatuur
is alleen nog mogelijk met een speciale vergunning. Bondgenoten in het Verenigd Koninkrijk
en de EU volgden, maar nu blijkt dat de Amerikaanse bedrijven SLB, Baker Hughes en
Halliburton in het jaar na de invasie nog altijd meer dan 5.500 items ter waarde van
meer dan 200 miljoen dollar aan Rusland hebben verkocht. SLB spande de kroon met de
verkoop van 3.279 items aan Rusland ter waarde van bijna 60 miljoen dollar. Volgens
olie-experts was deze apparatuur van vitaal belang voor Rusland om de oliesector draaiende
te houden ondanks de sancties, omdat de meeste Russische olievelden uitgeput, offshore
of diep onder het ijs zitten en daar de speciale apparatuur en expertise voor nodig
is waar deze Amerikaanse bedrijven om bekend staan. Oekraïne heeft afgelopen april
SLB het label «sponsor van de oorlog» gegeven. Hoe oordeelt het kabinet over de rol
die SLB, Baker Hughes en Halliburton hebben gespeeld bij het leveren van cruciale
apparatuur voor de Russische oliesector? Welke gevolgen heeft dit precies gehad voor
het effect van de westerse sancties op Rusland en het vermogen van de Russische overheid
om te investeren in de Russische oorlogsmachine? Is het kabinet het ermee eens dat
het op deze manier dweilen met de kraan open is?
Deze leden benoemen dat enkele dagen voordat het onderzoek van AP gepubliceerd zou
worden, SLB plots aankondigde te stoppen met de export van apparatuur aan Rusland.
Professoren van Yale hebben een lijst opgesteld van grote westerse bedrijven die actief
waren in Rusland voor de invasie van februari 2022 en houden bij welke bedrijven Rusland
hebben verlaten. In het genoemde artikel laat één van de professoren weten dat zij
de status van SLB niet zullen veranderen in hun database, omdat SLB nog steeds zaken
doet in Rusland, ondanks het feit dat SLB nu toegezegd heeft geen nieuwe apparatuur
meer aan Rusland te leveren. In februari had SLB nog negenduizend werknemers in Rusland.
Is de Minister bereid om tijdens de komende informele RBZ de activiteiten van SLB
in Rusland – en de saboterende gevolgen daarvan voor het Europese beleid om de druk
op Rusland te vergroten – te bespreken? Is de Minister bereid om de Amerikaanse ambassadeur
hiervoor op het matje te roepen aangezien de export alleen mogelijk was met speciale
vergunningen? Welk gevolg gaat de Minister hier precies aan geven?
Volgens een specialist in Russische politieke economie aan King's College Londen en
voormalig adviseur van het Amerikaanse Ministerie van Energie die ook aan woord komt
in bovengenoemd artikel, had het de Russische olieproductie harder getroffen wanneer
deze Amerikaanse dienstverleners onmiddellijk Rusland hadden verlaten in plaats van
de oliemaatschappijen zelf. Hoe rijmt de Minister dit met de enorme inspanningen die
Europese lidstaten hebben gedaan om zo snel mogelijk van Russisch gas af te stappen
om hun bijdrage aan de oorlogskas van Poetin te stoppen? Hoe kijkt de Minister nu
naar het Amerikaanse aanbod om Europa duur en extravervuilend (aangezien dit wordt
gewonnen met behulp van fracking) Amerikaans LNG te leveren in ruil voor Russisch gas om zogezegd te voorkomen dat
Europa de oorlogskas van Poetin zou spekken? Hoe kijkt de Minister nu naar het feit
dat de Amerikaanse regering deze LNG «Freedom Fuel» wilde noemen?
Hoe rijmt de Minister de bedrijvigheid van deze grote Amerikaanse dienstverleners
in de oliesector van Rusland met de enorme offers die Europese burgers en bedrijven
hebben gebracht om van het Russisch gas af te kunnen? Hoe kijkt de Minister nu naar
de Inflation Reduction Act (IRA) en de Amerikaanse poging om Europese bedrijven met subsidies over te halen
om naar de VS te komen op het moment dat deze bedrijven kampen met hoge energieprijzen
vanwege de keuze om van het Russisch gas af te stappen?
Hoe kijkt de Minister nu terug op de waarschuwing van de Amerikaanse overheid richting
Chinese en andere buitenlandse techbedrijven dat zij gestraft zullen worden als zij
zaken blijven doen met Rusland die in strijd zijn met de Amerikaanse sancties op Rusland?
En hoe kijkt de Minister terug op het Europese besluit om inderdaad een aantal Chinese
bedrijven op de sanctielijst te zetten? Komt SLB nu ook op de sanctielijst? Zo nee,
waarom niet?
De leden van de Volt-fractie lezen ook dat het kabinet zich blijft inzetten voor de
verschillende accountability initiatieven. Hoe staat het nu met het voorstel om een
alternatief tribunaal op te richten om Poetin zo snel mogelijk te kunnen berechten?
Wat is het krachtenveld? Wat is de mogelijke impact van zo’n alternatief tribunaal
op de status van het Internationaal Strafhof?
De leden van de Volt-fractie zijn verheugd te lezen dat het kabinet sterk hecht aan
het diplomatieke spoor en aan EU-eenheid. Een gewapend conflict tussen aan de ene
kant Niger, Mali en Burkina Faso (met de hulp van Rusland) en aan de andere kant de
andere ECOWAS-landen die bereid zijn te vechten om «de constitutionele orde te herstellen»
(met de hulp van Frankrijk/ de EU en de VS) zou verschrikkelijk en potentieel eindeloos
zijn. Wat bedoelt het kabinet precies met «terugkeer naar de constitutionele orde»
en hoe zou dat in Niger bereikt kunnen worden?
Deze leden benoemen dat het geen geheim is dat voormalig president Mohamadou Issoufou
(de politieke mentor van President Bazoum) een trouwe bondgenoot van het Westen was
en dat zijn herkiezing in 2016 niet geheel democratisch was. Een coalitie van 23 oppositiepartijen
boycotte de tweede verkiezingsronde omdat zij het Institutioneel Hof partijdigheid
verweten. Het Institutioneel Hof had namelijk geëist dat alle partijen betrokken bij
deze coalitie hun activiteiten in het parlement neerleggen. De voornaamste oppositiekandidaat
(Hama Amadou) zat een groot deel van de verkiezingscampagne in de gevangenis en werd
vier dagen voor de verkiezingen naar Frankrijk gevlogen voor een medische behandeling.
De oppositie vroeg daarop haar aanhangers om de verkiezingen te boycotten. In deze
context won Issoufou de verkiezingen van 2016. Ook de laatste verkiezingen waarin
de huidige president Bazoum (die door Issoufou naar voren was geschoven) werd gekozen,
worden betwist. Met deze historische achtergrond in gedachte, wat bedoelt het kabinet
precies met «terugkeer naar de constitutionele orde»?
In de verklaring van de Hoge Vertegenwoordiger van de EU over Niger lezen de leden
van de Volt-fractie dat de EU «humanitaire bijstand zal blijven verlenen en naast
de Nigerese bevolking zal blijven staan, onder meer door zich in te zetten voor de
mensenrechten». Op welke manier kan en zal de EU zich op dit moment precies inzetten
voor de mensenrechten in Niger? Welke rol zal het kabinet hierin op zich nemen?
Deze leden noemen dat Niger is één van de armste landen ter wereld en uranium is het
belangrijkste exportproduct voor Niger. Het Franse staatsbedrijf ORANO (voorheen AREVA)
heeft zo’n 64 procent van de aandelen van de grootste uraniummijn in Niger in handen.
Al meer dan 60 jaar strijkt dit Franse staatsbedrijf bijna de gehele winst zelf op.
Slechts 5,5 procent van de winst gaat naar Niger. In 2013 lanceerde Oxfam de campagne
«Niger: who profits from the uranium?». In reactie op de internationale druk moest (toen nog) AREVA in 2014 akkoord gaan
met een nieuw tarief. De regering van Niger en AREVA spraken af dat AREVA voortaan
5,5 procent zou betalen over de eerste twintig procent winst, negen procent over de
volgende 20 tot 50 procent winst en 12 procent over meer dan 50 procent winst. AREVA
maakte echter de winstgevendheid van de mijn op papier lager waardoor het bedrijf
nog steeds maar 5,5 procent over haar winst betaalt.5 Waarom heeft het kabinet dit laten gebeuren terwijl Niger gezien werd als een belangrijke
partner van de EU?
Naast het belang van uranium (kerncentrales in Frankrijk draaien nog altijd op zo’n
tien tot 15 procent Nigerees uranium), wordt Niger ook genoemd als een belangrijke
partner van de EU in het tegengaan van vluchtelingen richting Europa. Zo betaalde
Nederland zo’n vijf miljoen euro om grensbewakers in Niger op te leiden. Waarom besteedde
het kabinet vijf miljoen euro Nederlands belastinggeld om grensbewakers in Niger op
te leiden terwijl het niets deed tegen een belangrijke grondoorzaak van de armoede
in Niger, namelijk de uitbuiting van het Franse staatsbedrijf dat nauwelijks belasting
betaalde in Niger?
Deze leden vragen of het kabinet inziet dat coupplegers in de ogen van de burgers
van Niger weinig kapotmaken wanneer zij de leiding over de voornaamste exportsector
van Niger overnemen ook al stoppen zij de winst geheel in eigen zak, omdat er al amper
geld naar de gemeenschap ging. En dat het veel lastiger geweest zou zijn voor de coupplegers
om de steun van de bevolking te krijgen wanneer de Europese economische activiteiten
in dit land de gemeenschap veel geld opgeleverd zouden hebben? In de verklaring van
de EU wordt gesproken over het bijstaan van de Nigerese burgers en inzet voor de mensenrechten.
Dat is wellicht te laat om het tij te keren in Niger. Maar laat dit een eye-opener zijn.
Deze leden vragen tevens of het kabinet het ermee eens is dat er nu daadwerkelijk
actie ondernomen moet worden om de grondoorzaken van armoede en migratie aan te pakken.
Is het kabinet het met deze leden eens dat dit begint bij het stoppen van Europese
economische activiteiten die die grondoorzaken versterken in plaats van aanpakken?
Op welke manier zou IMVO-wetgeving hier een positieve bijdrage aan kunnen leveren?
Deze leden vragen voorts of het kabinet bereid is alle Nederlandse contracten (en
in EU-verband: alle Europese contracten) met Afrikaanse regeringen opnieuw te bekijken
en zodanig te herzien dat de lokale gemeenschap volop profiteert van de Nederlandse/
Europese economische activiteiten? Waarom heeft Nederland bijvoorbeeld een belastingverdrag
met Oeganda waarin staat dat Nederlandse bedrijven geen dividendbelasting in Oeganda
hoeven te betalen? Het primaire doel van een belastingverdrag is te voorkomen dat
Nederlandse bedrijven dubbele belasting betalen, niet het regelen van belastingvoordelen
voor Nederlandse bedrijven ten kosten van landen met veel armoede. Is het kabinet
zich ervan bewust dat bedrijven uit andere landen misbruik maken van het Nederlandse
belastingverdrag met Oeganda door op papier hun Oegandese filiaal onder Nederlands
eigenaarschap te plaatsen? Zo loopt Oeganda alleen al doordat het Chinese oliebedrijf
CNOOC haar Oegandese filiaal via een besloten vennootschap in Nederland laat lopen
zo’n 250 miljoen euro mis. Erkent het kabinet dat vergeleken met de belastinginkomsten
die de Oegandese regering jaarlijks misloopt vanwege het belastingverdrag met Nederland
het geld dat Nederland jaarlijks aan Oeganda voor ontwikkelingshulp geeft een schijntje
is? Zie bijvoorbeeld ook de hulp die de Nederlandse ambassade in Mozambique aan Shell
heeft verleend om toegang te kunnen krijgen tot een deel van het gas dat is ontdekt
voor de kust van Mozambique. Het Franse Total is ook betrokken bij het winnen van
dit gas. Voor het project zijn lokale mensen zonder compensatie van hun visgebieden
en landbouwgrond verjaagd. Sindsdien is er geweld opgelaaid in de regio waar het gas
is ontdekt. Dit geweld wordt gelinkt aan Islamitisch terrorisme en de EU verleent
militaire training aan de Mozambikaanse strijdkrachten om dit terrorisme de kop in
te drukken. Onderzoek wijst echter uit dat de reden voor mensen om aan te sluiten
bij de gewelddadige groeperingen veel meer met uitzichtloosheid dan met een religieuze
overtuiging te maken heeft. Ziet het kabinet overeenkomsten met de situatie in Niger
waar Europese bedrijven grondstoffen winnen, de lokale bevolking daar nauwelijks van
profiteert en oppositie de kop wordt ingedrukt? Wat kan Nederland/ de EU in de ogen
van het kabinet anders doen om gewelddadige oppositie te voorkomen? Wat gaat het kabinet
doen om de grondoorzaken van armoede en migratie aan te pakken?
Deze leden vragen of de Minister met zijn Europese collega’s ook zal spreken over
de BRICS-top van 22 tot en met 24 augustus jl. waar onder andere de uitbreiding van
BRICS en een eigen munteenheid als alternatief voor de dollar op de agenda staan?
Deze leden zijn van mening dat de macht in de wereld is aan het verschuiven van gecentreerd
in het Westen naar meer verspreid over verschillende regionale machtscentra in de
wereld, oftewel: een multipolaire wereld. China en de VS pushen een narratief over
een tweedeling in de wereld. Zo probeert de VS bondgenoten te verzamelen in haar strijd
tegen de groeiende assertieve houding van China en probeert China van de BRICS een
tegenhanger van de G7 te maken.
Maar veel zogenoemde middenmachten zien meer in samenwerking met verschillende partners,
dan in het maken van een keuze tussen hen. Wat is in deze veranderende wereld de beste
positie voor de EU? Is de Minister bereid om met zijn collega’s de optie te bespreken
om als EU de opkomst van regionale machtscentra in onder andere Centraal Azië (zoals
ten tijde van de Oude Zijderoute het geval was) en Afrika (zoals bijvoorbeeld het
vroegere Great Zimbabwe, het Koninkrijk van Benin, het oude Egypte, etc.) te bevorderen?
Immers, over hoe meer regionale centra de macht wordt verdeeld, hoe kleiner de relatieve
macht van grootmachten als China, Rusland en de VS zal zijn. Dit zal ook de mate van
invloed van die grootmachten aan de buitengrenzen van Europa kunnen beperken.
De leden vragen hoe de Minister en zijn collega’s zich voorbereiden op de mogelijke
introductie van een munteenheid voor de BRICS-landen?
II Antwoord/ Reactie van de Minister
III Volledige agenda
Brief van de Minister van Buitenlandse Zaken over de Geannoteerde agenda voor de informele
Raad Buitenlandse Zaken (Gymnich) van 30-31 augustus 2023 (Documentnummer 2023D33923);
Antwoorden op de vragen commissie over het verslag van de Raad Buitenlandse Zaken
van 26 juni 2023 en de geannoteerde agenda voor de Raad Buitenlandse Zaken van 20 juli
2023 (Kamerstuk 21 501-02-2698) (Kamerstuk 21 501-02-2704).
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R.J. (Rudmer) Heerema, voorzitter van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken -
Mede ondertekenaar
A.W. Westerhoff, griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.