Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over de Voortgangsbrief Wmo 2015 (Kamerstuk 29538-350)
2023D28944 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
In de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport bestond bij enkele fracties
behoefte een aantal vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Staatssecretaris van
Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de voortgangsbrief Wet maatschappelijke ondersteuning
(Wmo) 20151.
De voorzitter van de commissie,
Smals
De adjunct-griffier van de commissie,
Heller
Inhoudsopgave
I. Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de PVV-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de PvdA-fractie
Vragen en opmerkingen van het lid van de BBB-fractie
II. Reactie van de Staatssecretaris
I. Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de voortgangsbrief Wmo 2015.
Zij hebben nog enkele vragen en opmerkingen. De leden van de VVD-fractie zijn blij
om te horen dat de Staatssecretaris het belang van het verbeteren van de uitvoeringspraktijk
van gemeenten onderstreept. De leden van de VVD-fractie maken zich, gezien ook recente
berichtgeving over de kwaliteit van maatschappelijke ondersteuning en frauduleus handelen,
al langer zorgen over de invulling en uitvoering van het lokaal toezicht. Zij vinden
het belangrijk dat dit onderwerp blijvende aandacht heeft van de Staatssecretaris
en gemeenten.
Wmo-toezicht
Genoemde leden vinden het goed om te horen dat de voorgestelde verbetermaatregelen
een ruim draagvlak genieten bij de betrokken organisaties. Wanneer verwacht de Staatssecretaris
dat de wetswijzigingen die deze maatregelen vergen naar de Kamer worden gestuurd?
De leden van de VVD-fractie zijn benieuwd hoe de Staatssecretaris er voor gaat zorgen
dat de onafhankelijke uitvoering van het Wmo-toezicht bij alle gemeenten dezelfde
kwaliteit zal hebben. Ook zijn zij benieuwd of de best practices uit de werkprogramma’s ook met andere gemeenten gedeeld zullen worden.
De leden van de VVD-fractie lezen dat een persoon die de functie van toezichthouder
bekleed, geen andere functies namens of in dienst van de betreffende gemeente of inkooporganisatie
kan bekleden. Dit onderschrijven zij. Bij wie zal de controle hierop komen te liggen?
Wordt dat de verantwoordelijkheid van de gemeente, het Rijk of de Inspectie Gezondheidszorg
en Jeugd (IGJ)? Wat zijn de financiële gevolgen van de verplichte controle?
Hoe wil de Staatssecretaris de uitvoering van het stimuleringsprogramma om het Wmo-toezicht
te verbeteren vormgeven?
Genoemde leden vinden het zorgelijk te lezen dat het gemeenten soms ontbreekt aan
overzicht van alle toezichtstaken en hoe zij deze moeten invullen. Om dit voor gemeenten
inzichtelijk te maken hebben Toezicht Sociaal Domein (TSD) en de Vereniging Nederlandse
Gemeenten (VNG) in samenwerking met een aantal gemeenten de visual Toezichtstaken
Sociaal Domein ontwikkeld. De leden van de VVD-fractie vinden het goed dat er een
visual ontwikkeld is, maar vinden dit te vrijblijvend. Zij willen graag stevigere
waarborgen dat gemeenten het overzicht van alle toezichtstaken hebben en hoe zij dit
moeten invullen. Deze leden zien dat hier in het Beleidskader Wmo-toezicht meer handen
en voeten aan wordt gegeven. De Kamer zal eind 2023 geïnformeerd worden over de concrete
maatregelen. De leden van de VVD-fractie vragen de Staatssecretaris of hij voornemens
is ook eind 2023 wetgeving naar de Kamer te sturen om uitvoering te geven aan de voorgestelde
maatregelen.
Houdbaarheidsonderzoek
De leden van de VVD-fractie lezen dat de eerste raming van het Centraal Planbureau
(CPB) naar verwachting in het eerste kwartaal van 2024 gepubliceerd gaat worden. Welke
handvatten hebben de Staatssecretaris en het CPB om gemeenten te bewegen om actief
gehoor te geven aan de roep om gegevens te delen? Wat zijn de consequenties voor de
raming als dit niet gebeurt?
Sociale basis
De leden van de bovengenoemde fractie onderschrijven het streven van de Staatssecretaris
en de Minister van Langdurige Zorg en Sport (LZS) om door het hele land kleinschalige
initiatieven te ondersteunen die de sociale basis versterken. Deze initiatieven komen
ook voort uit akkoorden, zoals het programma Wonen, Ondersteuning en Zorg voor Ouderen
(WOZO). Wordt de Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening hier ook bij
betrokken?
Gemeentelijke uitvoeringspraktijk
Genoemde leden vinden het goed om te lezen dat elke gemeente de cliëntenondersteuning
heeft ingericht en ingekocht. Hoe wordt er voor gezorgd dat iedereen de website www.regelhulp.nl ook echt kan vinden? Is er meer bekend over hoeveel mensen nog behoefte hebben aan
cliëntenondersteuning maar deze informatie niet kunnen vinden?
(Zorg)akkoorden, (beleids)programma’s en de Wmo 2015
De leden van de VVD-fractie vinden het goed om te lezen dat de Staatssecretaris, samen
met de Minister van LZS en de Minister van VWS, gemeenten, zorgverzekeraars, cliëntenvertegenwoordigers,
aanbieders en andere partners in het veld, zich inzet om de doelen uit de akkoorden
en programma’s te realiseren. Wordt de Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke
Ordening hier ook bij betrokken, aangezien het WOZO-programma voor een groot deel
ook afhankelijk is van de invulling van de woon benodigdheden?
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
De leden van de D66-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de voortgangsbrief
Wmo 2015 van de Staatssecretaris. Deze leden hebben nog enkele vragen.
Wmo-toezicht
De leden van de D66-fractie zijn blij dat het toezicht op de Wmo 2015 nadrukkelijk
op de agenda staat van de Staatssecretaris, omdat hier meerdere zorgelijke rapporten
over zijn verschenen. Ten eerste is de Staatssecretaris voornemens om maatregelen
te treffen om de onafhankelijkheid van de toezichthouder te vergroten. Deze leden
delen die doelstelling. Tegelijkertijd blijft er een afhankelijkheidsrelatie bestaan
zolang de gemeente het salaris van de toezichthouder betaalt. Deelt de Staatssecretaris
dit standpunt? Hoe kijkt de Staatssecretaris naar de oproep van betrokken partijen
om het toezicht op de Wmo 2015 regionaal te beleggen, in plaats van gemeentelijk?
Deelt de Staatssecretaris het standpunt dat dit voordelen brengt voor zowel kleine
gemeenten als zorgaanbieders? Bij welke schaalgrootte is een gemeente in staat om
het toezicht kwalitatief in te regelen, zo vragen deze leden. Kan de Staatssecretaris
een indicatie geven in hoeverre gemeenten nu al het toezicht in gezamenlijkheid inregelen?
Is er niet meer sturing nodig om gemeenten te laten samenwerken op dit vlak?
Houdbaarheid
Genoemde leden denken dat het een nuttige stap is om het CPB te vragen onderzoek te
laten doen naar de houdbaarheid van de Wmo 2015. De leden van de D66-fractie zien
daarin ook een mogelijkheid om meer inzicht te krijgen in het gebruik van de Wmo 2015,
met name tussen verschillende bevolkingsgroepen. Deze leden denken daarbij aan verschillen
in toegang tot en het gebruik van de Wmo 2015 op basis van nationaliteit, sociaaleconomische
status en geloofsovertuiging. Deze gegevens zijn relevant omdat ook uit recent onderzoek
van de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving (RVS) blijkt dat grote groepen niet
de zorg krijgen waar ze recht op hebben2. Is de Staatssecretaris bereid om dit onderdeel te laten zijn van het onderzoek van
het CPB?
Eigen bijdrage
De leden van de D66-fractie begrijpen de beweegredenen om een inkomensafhankelijke
bijdrage te vragen voor Wmo-gebruik. Tegelijkertijd moet zorgmijden voorkomen worden.
Kan de Staatssecretaris toelichten hoe er wordt onderzocht welke bijdrage reëel is
en of er wordt gemonitord in hoeverre er sprake is van zorgmijden?
Sociale basis
De Staatssecretaris schrijft dat het idee is dat in 2024 iedere gemeente een beleidsvisie
sociale basis heeft opgesteld. Hoe gaat de Staatssecretaris hierop sturen en kan hij
een inschatting geven hoeveel gemeenten nu al een dergelijke visie hebben opgesteld?
Ook willen deze leden benadrukken dat in deze plannen aandacht moet zijn voor verschillen
tussen mensen, bijvoorbeeld volgens de principes van inclusieve zorg/cultuur sensitieve
zorg. Kan de Staatssecretaris toelichten of hij ook vindt dat deze principes een plek
zouden moeten krijgen in deze beleidsvisies?
De leden van de D66-fractie kijken reikhalzend uit naar de uitvoeringsagenda Mantelzorg.
Kan de Staatssecretaris toelichten waarom de oplevering daarvan zoveel langer duurt
dan gepland? Is de Staatssecretaris het met deze leden eens dat mantelzorg binnen
het gehele zorgbeleid een plek krijgt, dus bijvoorbeeld ook in de beleidsvisies sociale
basis?
Gemeentelijke uitvoeringspraktijk
Genoemde leden lezen met grote teleurstelling dat de gesprekken met belanghebbenden
niet hebben geresulteerd in een visie over het resultaatgericht beschikken. Zou de
Staatssecretaris kunnen toelichten wat de verschillende standpunten hierin zijn? Welke
alternatieven voor het wetsvoorstel ziet hij voor zich die wel aan dezelfde doelstellingen
bijdragen?
Clientondersteuning
De leden van de D66-fractie zijn blij met de stappen die worden gezet om cliëntondersteuning
nadrukkelijker onder de aandacht te brengen, mede omdat uit het cliëntervaringsonderzoek
Wmo 2015 bleek dat de toegankelijkheid daarvan als grootste knelpunt wordt ervaren.
Kan de Staatssecretaris toelichten in hoeverre er voor gemeenten een kwaliteitsstandaard
is voor het inrichten van cliëntondersteuning?
Zorgakkoorden
Deze leden zijn tenslotte ook benieuwd welke stappen de Staatssecretaris zet om ervoor
te zorgen dat gemeenten en zorgverzekeraars samen een beter gedeelde verantwoordelijkheid
voelen voor de vraag naar zorg.
Vragen en opmerkingen van de leden van de PVV-fractie
De leden van de PVV-fractie hebben kennisgenomen van de voortgangsbrief Wmo 2015 en
hebben daarover nog enkele vragen en opmerkingen.
De leden van de PVV-fractie hebben kennisgenomen van de voorgestelde verbetermaatregelen
met betrekking tot het Wmo-toezicht. Kan de IGJ een rol vervullen in het Wmo-toezicht?
Zo nee, waarom niet? Genoemde leden merken op dat voorkomen moet worden dat een malafide
zorgaanbieder zijn werkzaamheden gemakkelijk van de ene naar de andere gemeente kan
verplaatsen en zij lezen hiervoor geen oplossing in de verbeterplannen. Zij ontvangen
in dit kader graag een reactie van de Staatssecretaris. Waarom vindt de Staatssecretaris
het waarschuwingsregister (zwarte lijst) hiervoor geen goed instrument?
De leden van de PVV-fractie zijn tegen eigen betalingen, zoals de eigen bijdrage voor
huishoudelijke hulp. Genoemde leden ontvangen graag de financiële uitwerking van deze
voorgenomen bezuiniging. Wat heeft dit bijvoorbeeld voor consequenties voor hulpbehoevende
ouderen met enkel een AOW-uitkering en/of een klein pensioen? De leden van de PVV-fractie
vragen de Staatssecretaris hoe deze maatregel zich verhoudt tot het regeringsbeleid
om ouderen langer thuis te laten wonen, als voorzieningen om dit mogelijk te maken
straks voor veel ouderen onbetaalbaar wordt. Zij ontvangen in dit kader graag een
reactie van de Staatssecretaris. Hoe gaat de Staatssecretaris ervoor zorgen dat huishoudelijke
hulp voor iedereen betaalbaar blijft? Hoe gaat de Staatssecretaris ervoor zorgen dat
dagbesteding voor iedereen betaalbaar blijft?
De leden van de PVV-fractie merken op dat het aantal ouderen toeneemt en het aantal
mantelzorgers afneemt. Genoemde leden willen van de Staatssecretaris weten hoeveel
gemeenten inmiddels een aanbod respijtzorg heeft. De kans dat ouderenmishandeling
(onder andere ontspoorde zorg en financiële uitbuiting) toeneemt is groot. Er zijn
trainingen beschikbaar voor wijkverpleegkundigen om (financieel) misbruik te herkennen.
Zouden huishoudelijke hulpen ook baat kunnen hebben bij zo’n training om dit misbruik
te herkennen? Ouderen worden steeds vaker het slachtoffer van oplichters aan de deur
of telefoon. Nemen gemeenten maatregelen om ouderen weerbaarder te maken? Zo ja, welke?
De leden van de PVV-vragen zijn verheugd dat de Staatssecretaris forse twijfels heeft
over het wetsvoorstel resultaatgericht beschikken. Genoemde leden stellen voor dat
hij helemaal afziet van dit wetsvoorstel.
Onafhankelijke cliëntondersteuning blijkt ondanks alle inspanningen voor meer bekendheid
voor vele mensen moeilijk te vinden. Zijn er gemeenten koploper voor wat betreft bekendheid
en het gebruik van de onafhankelijke cliëntondersteuning?
Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie
De leden van de CDA-fractie maken graag van de gelegenheid gebruik enkele aanvullende
en verduidelijkende vragen te stellen over de voorgangsbrief Wmo 2015.
Wmo-toezicht
Genoemde leden lezen dat de Staatssecretaris verheugd is met de stevige ambitie die
gezamenlijk met het veld is opgesteld om het toezicht te verbeteren. Dit delen de
leden van de CDA-fractie. Anderzijds is dit een wettelijk taak die al jaren onvoldoende
wordt uitgevoerd.
Genoemde leden lezen dat voorgenomen verbetermaatregelen een wetswijziging vergen.
Kan de Staatssecretaris globaal beschrijven wat zij kunnen verwachten en aan welke
maatregelen nu gedacht wordt? Wat bedoelt de Staatssecretaris precies met de zinssnede
dat er rekening wordt gehouden met de uitvoerbaarheid voor gemeenten van verschillende
grootte? De leden van de CDA-fractie lezen vervolgens dat het Wmo-toezicht op een
bepaald schaalniveau een aantal significante voordelen heeft. Er kunnen praktische
voordelen zijn, maar kan de Staatssecretaris reageren op het standpunt van Ieder(in),
dat stelt dat toezicht op bovengemeentelijke schaal een aantal praktische voordelen
heeft, maar tegelijkertijd zorgt voor een uitholling van de democratische controle?
Hoe wil de Staatssecretaris lokale belangenbehartiging borgen als toezicht bovengemeentelijk
gaat? Houdt hij hier rekening mee bij het wetsontwerp?
Gemeentelijke uitvoeringspraktijk
Samen met de VNG en gemeenten wordt bekeken hoe gemeenten beter toegerust kunnen worden
om daar waar nodig en kan, een lange(re) looptijd te hanteren in de toekenning van
hulp en ondersteuning op grond van de Wmo 2015 en de Jeugdwet. Dat vinden de leden
van het CDA-fractie een goed streven. Kan de Staatssecretaris aangeven wanneer de
eerste resultaten verwacht worden? Wordt er hierbij ook rekening gehouden met het
verminderen van de administratieve lastendruk? Niet alleen voor gemeenten maar ook
voor de burgers. En kunnen opgedane inzichten uit de Wet langdurige zorg (Wlz) en
Zorgverzekeringswet (Zvw) hierbij behulpzaam zijn? De doestelling een passende beschikking
voor de cliënt met een stabiele ondersteuningsvraag ondersteunen deze leden van harte.
In hoeverre wordt er gestreefd om dit landelijk/ bovenregionaal vorm te geven?
Wat betreft de cliëntenondersteuning het volgende. De leden van de CDA-fractie begrijpen
uit de voortgangsbrief de Staatssecretaris dat in ongeveer tweehonderd gemeenten cliëntenondersteuning
wordt aangeboden. Vervolgens stelt de Staatssecretaris dat de gemeenten en zorgkantoren
de verantwoordelijkheid hebben dat cliënten met hun naasten, die daar behoefte aan
hebben, ook daadwerkelijk cliëntondersteuning ontvangen. Dat zijn deze leden met de
Staatssecretaris eens, want het is immers een wettelijke taak. Waarom worden gemeenten
die dit niet doen dan vervolgens niet direct aangesproken door de Staatssecretaris?
De zorgakkoorden
In de komende periode maken VNG en het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en
Sport afspraken over de wijze waarop gemeenten de middelen ontvangen. Wordt de Kamer
hier ook over geïnformeerd? En wordt er ook rekening gehouden met regio´s en dan bijvoorbeeld
met krimpregio´s?
Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie
De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van de voortgangsbrief Wmo 2015 van
de Staatssecretaris. Ze hebben hierover nog enkele vragen en opmerkingen.
De Wmo 2015 werd acht jaar geleden ingevoerd met de belofte dat het de zorg dichterbij
de mensen zou brengen. Gemeenten weten wat er bij hun inwoners speelt en door bepaalde
zorgtaken aan gemeenten over te laten zou er meer mogelijkheid zijn voor maatwerk.
De leden van de SP-fractie concluderen echter dat bij veel gemeenten de uitvoering
nogal aan de wensen overlaat. Mensen die behoefte hebben aan zorg komen daarmee onnodig
in de knel. Daarnaast is er sprake van grote verschillen in uitvoering van de Wmo
2015 tussen verschillende gemeenten. Iemands postcode bepaalt iemands toegang en kwaliteit
van zorg. Genoemde leden willen daarom, ter aanvulling op de voortgangsbrief, enkele
voorbeelden met de Staatssecretaris delen om dit duidelijk te maken.
Neem bijvoorbeeld Liam uit Nieuwegein, een 4-jarige jongen. Liam heeft vanuit de gemeente
een rolstoel gekregen wat natuurlijk zijn levenskwaliteit verhoogd. Om Liam echter
nog meer vrijheid te geven, hebben zijn ouders een bus nodig om deze rolstoel te vervoeren.
Deze wil de gemeente niet vergoeden, terwijl zo’n bus de zelfredzaamheid en participatie
van Liam in zijn eigen leefomgeving aanzienlijk zou vergroten. Zijn ouders hebben
uiteindelijk maar een crowdfunding gestart.3 De leden van de SP-fractie vinden het triest dat zoiets nodig is.
In het Algemeen Dagblad verscheen het bericht over Barbara uit Delft.4 Ze probeert al vijf maanden een maatwerkafspraak te maken voor zorg vanuit de Wmo.
Hulp vanuit de gemeente wordt geweigerd, omdat zij een partner heeft. Dat deze mantelzorger
mogelijk overbelast is, lijkt niet te worden meegewogen door de gemeente.
Recent kwam EenVandaag met het nieuws dat in Tilburg flink wordt bezuinigd op de Wmo
met schrijnende gevolgen.5 Genoemde leden hebben hier ook schriftelijke vragen over gesteld, die op het moment
van schrijven nog niet beantwoord zijn.
De Wmo Cliëntenraad in Utrecht heeft verder recent een brandbrief gestuurd naar de
gemeente Utrecht, omdat veel Utrechtenaren die recht hebben op huishoudelijke hulp,
deze niet krijgen.6
Deze voorbeelden laten slechts maar een fractie zien van de problemen die genoemde
leden te horen krijgen als het gaat om de uitvoering van de Wmo 2015 Kan de Staatssecretaris
voor elk genoemd voorbeeld aangeven hoe de maatregelen die aangekondigd zijn in de
voortgangsbrief deze mensen concreet gaat helpen?
De leden van de SP-fractie zijn voorzichtig optimistisch dat de Staatssecretaris nu
ook lijkt op te merken dat het niet goed gaat met de Wmo 2015. Zo lezen zij dat de
Staatssecretaris het toezicht op Wmo 2015 wil verbeteren. Hoe ziet het tijdspad voor
de implementatie van dit toezicht eruit? Wat zijn de consequenties als het toezicht
na de deadline nog steeds niet op orde is? Hoe wordt in het toezicht voldoende gewaarborgd
dat een gemeente bij de uitvoering van de Wmo 2015 voldoet aan de randwoorden? Hoe
wordt bepaald wat de consequenties zijn voor een gemeente als de aangewezen toezichthouder
concludeert dat een gemeente niet voldoet aan de kwaliteitsstandaarden? Is het niet
nogal laat om pas acht jaar het toezicht op de Wmo 2015 eens in orde te brengen?
De leden van de SP-fractie lezen ook dat er een houdbaarheidsonderzoek komt naar de
Wmo 2015. Zij zijn benieuwd of het decentralisatievraagstuk ook aan de orde zal komen
in dit onderzoek. Zoals hierboven is geschetst heeft de decentralisatie niet zijn
beloofde doel bereikt. Dit zien genoemde leden niet alleen bij de Wmo 2015, maar ook
de Jeugdwet en de Participatiewet. De vraag is of gemeenten de juiste schaal zijn
voor de volledige uitvoering van de Wmo 2015. Wordt daarnaast in het houdbaarheidsonderzoek
ook gekeken naar de budgetten van de gemeenten en welk budget nodig is om gemeenten
goed hun werk te laten doen?
Verder lezen genoemde leden in deze brief dat de Staatssecretaris de inkomensafhankelijke
Wmo 2015 bijdrage wil laten terugkeren en wil combineren met een bezuiniging. Dit
was ook al aangekondigd in de Voorjaarsnota. De leden van de SP-fractie willen de
Staatssecretaris erop wijzen dat toen er sprake was van een inkomensafhankelijke Wmo-bijdrage
en dit zorg mijden tot gevolg had. Daarnaast leidde dit tot een stapeling van zorgkosten.
Hoe wil de Staatssecretaris deze zaken met de herinvoering voorkomen? Is het niet
rechtvaardiger en eenvoudiger om via de belastingen mensen met een hoog inkomen en/of
veel vermogen eerlijk te laten bijdragen aan collectieve voorzieningen?
Tot slot willen de leden van de SP-fractie nogmaals benadrukken dat het beter moet
met de uitvoering van de Wmo 2015. Duurzame oplossingen zijn nodig. In het begin van
deze inbreng hebben genoemde leden voorbeelden genoemd van mensen die vastlopen. Naar
deze mensen wordt onvoldoende geluisterd en zij worden onvoldoende betrokken bij de
uitvoering van de Wmo 2015. De leden van de SP-fractie vinden dat deze mensen, oftewel
de zogenoemde cliënten en de mantelzorgers, beter betrokken moeten worden. Is de Staatssecretaris
bereid om zoveel mogelijk deze mensen te betrekken om een landelijk verbeterplan voor
de uitvoeringspraktijk van de Wmo 2015 op te stellen?
Vragen en opmerkingen van de leden van de PvdA-fractie
De leden van de PvdA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de voortgangsbrief
Wmo 2015.
Wmo toezicht
De leden van de PvdA-fractie vragen de Staatssecretaris wanneer het beleidskader kwaliteitstoezicht
Wmo geïmplementeerd zal worden. Komt er een deadline voor gemeenten om het toezicht
op orde te hebben? Zo ja wanneer en zo nee, waarom niet? De leden van de PvdA-fractie
vragen hem verder hoe mensen met een beperking of chronische ziekte worden betrokken
bij het ontwikkelen, uitvoeren en evalueren van beleid, ook op lokaal niveau. Hoe
worden inspraak en samenspraak op lokaal niveau geregeld? Wat vindt de Staatssecretaris
van een verplicht onafhankelijk platform van mensen met een beperking en chronische
aandoening, zoals in Denemarken? Kan in overleg met VNG en belangenorganisaties van
mensen met een beperking of chronische ziekte, een plan opgesteld worden hoe de input
van de mensen waar het om gaat kan worden gebruikt?
Houdbaarheidsonderzoek
De leden van de PvdA-fractie vragen de Staatssecretaris hoe en in hoeverre de gevolgen
voor de zorg uit de Wmo 2015 van het beleid waarbij de zorgkantoren sturen op zorg
thuis in plaats van in een verpleeghuis, worden meegenomen en -gewogen in het onderzoek
naar de houdbaarheid van de Wmo 2015. Hoe neemt het CPB deze ontwikkeling mee in de
separate raming voor de Wmo 2015?
Indexatie abonnementstarief
De leden van de PvdA-fractie constateren dat het abonnementstarief wordt teruggedraaid.
Zij vragen de Staatssecretaris hoeveel de aanzuigende werking van ouderen die huishoudelijke
hulp voorheen zelf betaalden, maar door het abonnementstarief veel goedkoper uit waren,
heeft gekost.
Inkomensafhankelijke eigen bijdrage Wmo 2015
De leden van de PvdA-fractie vragen voor de verschillende inkomensgroepen een overzicht
van de financiële gevolgen van herintroductie van eigen bijdragen in de Wmo 2015.
Zij wijzen erop dat ook in het oude systeem, sommige inkomensgroepen zwaar belast
werden door de eigen bijdrage Wmo 2015. Zij vinden het feit dat nu afgestapt wordt
van het abonnementstarief een mooie gelegenheid om te kijken hoe tot een systeem gekomen
kan worden waarbij de eigen bijdrage werkelijk rekening houdt met het inkomen. Hoe
zal ervoor gezorgd worden dat de Wmo 2015 voor mensen met een laag inkomen toegankelijk
is en er geen financiële drempels zijn? Is de Staatssecretaris het met de leden van
de PvdA-fractie eens dat dit cruciaal is, nu het beleid van kabinet en zorgkantoren
er op gericht is mensen zo lang mogelijk thuis te houden? Wat is het uitgangspunt
van dit kabinet ten aanzien van de eigen bijdragen Wmo 2015? Deze leden vragen om
bij het ontwerpen van een nieuw systeem nadrukkelijk de input van cliënten-, patiënten-,
ouderen- en mantelzorgorganisaties te betrekken om te voorkomen dat groepen kwetsbare
mensen onevenredig zwaar belast gaan worden.
De leden van de PvdA-fractie vragen hoe de Staatssecretaris gaat voorkomen dat de
meest kwetsbare mensen met een complexe of meervoudige ondersteuningsvraag de dupe
worden, omdat gemeenten niet over voldoende geld (zeggen te) beschikken. Hoe wordt
ervoor gezorgd dat voor deze mensen maatwerk wel mogelijk blijft?
Sociale basis
De leden van de PvdA-fractie vragen wat de afspraak dat gemeenten mantelzorgers meer
gaan ondersteunen concreet gaat betekenen voor mantelzorgers. Deze leden hebben dezelfde
vraag ten aanzien van de afspraken in de zorgakkoorden «om de sociale basis te versterken».
Zij lezen dit in veel brieven van het kabinet, maar vragen wat dit in de praktijk
gaat betekenen. Wat wordt er precies anders dan het nu is? Wie krijgt een andere rol
dan nu? Wat gaan mensen die ondersteuning nodig hebben er concreet van merken? In
hoeverre wordt het «versterken van de sociale basis» als een (papieren) oplossing
gezien voor de problemen die er nu al zijn voor mensen die thuis zorg en ondersteuning
nodig hebben?
Gemeentelijke uitvoeringspraktijk
De leden van de PvdA-fractie vragen de Staatssecretaris waarom er eerst geïnventariseerd
moet worden of en waarom sommige gemeenten onvoldoende gebruik maken van de mogelijkheid
tot het afgeven van beschikkingen met een langere looptijd en wat nodig is om daar
meer gebruik van te maken. Het is immers duidelijk dat mensen van wie de zorgvraag
niet zal veranderen ten gevolge van hun beperking of aandoening, onnodig worden belast
door jaarlijkse herindicaties. Waarom wordt dit niet gewoon geregeld, bijvoorbeeld
in het wetsvoorstel waarin ook de eigen bijdrage wordt geïntroduceerd?
Vragen en opmerkingen van de leden van de BBB-fractie
Het lid van de fractie-BBB heeft kennisgenomen van de voorgangsbrief van de Staatssecretaris
en de bijlagen hierbij. Hier heeft zij nog een aantal vragen over.
De afgelopen periode heeft de Staatssecretaris gewerkt aan een nieuw beleidskader
voor het Wmo-toezicht. Hierin zijn verbetervoorstellen gedaan voor de taken, bevoegdheden
en verantwoordelijkheden van de Wmo-toezichthouder en gemeenten. Extra toezicht is
hard nodig in de Wmo 2015, omdat de beelden van de zorgboerderij in Wedde afschuwelijk
waren. Echter, het lid van de BBB-fractie is bang dat dit extra toezicht meer bureaucratische
regelgeving tot gevolg heeft. Kan de Staatssecretaris toezeggen dat het extra toezicht
niet gelijk extra papierwerk tot gevolg heeft? Als dit wel zo is: kan de Staatssecretaris
dan de noodzaak van dat extra papierwerk toelichten? Minder bureaucratie is voor het
lid van de BBB-fractie in de hele linie van de zorg een belangrijk punt. Kan de Staatssecretaris
een update geven over hoe de bureaucratie in de zorg verminderd wordt?
In de brief van de Staatssecretaris is verder te lezen dat Gouda een mooi concept
heeft ontwikkeld waardoor ouderen minder aanspraak hoeven te maken op formele zorg.
In de brief staat: «Hier wonen ouderen, zonder directe zorgvraag, samen in een appartementencomplex.
Door het samen leven in een dergelijke setting ontstaat een sociaal netwerk, is er
contact tussen mensen, maar kunnen mensen elkaar ook helpen. Hierdoor wordt bijvoorbeeld
(het ervaren van) eenzaamheid voorkomen. Als mantelzorg en/of formele zorg of ondersteuning
nodig is zijn de appartementen hierop ingericht». Het lid van de BBB-fractie is groot
voorstander van woonprojecten in deze vorm. Deze manier van wonen, lijkt erg op het
bejaardentehuis, die wij helaas niet meer kennen in Nederland. Is de Staatssecretaris
voornemens serieus te kijken naar hoe wij in Nederland meer van deze woonvormen voor
ouderen kunnen creëren? Is de Staatssecretaris bereid om samen met gemeenten deze
woonvormen grootschalig uit te rollen?
Vanaf 2026 gaat er wat veranderen in de financiën van de zorg, met in het bijzonder
de Wmo 2015. Vanaf 2026 moeten burgers weer een inkomensafhankelijke bijdrage betalen
voor de Wmo 2015. Daarbij komt kijken dat er € 3 miljard minder naar het gemeentefonds
gaat. Men zal dus in de toekomst minder aanspraak kunnen maken op de zorg door bezuinigingen,
maar moet hier wel meer voor betalen door de inkomensafhankelijke bijdrage. Hoe vindt
de Staatssecretaris dit uit te leggen aan inwoners en gemeenten?
Het lid van de fractie-BBB vindt dat het in de Wmo 2015 moet gaan om wat mensen nodig
hebben. Mensen moeten de juiste zorg op de juiste plek krijgen, zonder dat overheidsinstanties
telkens in conclaaf liggen over de financiën. Is de Staatssecretaris bereid om een
einde te maken aan de voortdurende strijd over geld tussen de rijksoverheid en de
gemeenten, waar de mensen met een (complexe/meervoudige) hulpvraag stelselmatig de
rekening voor gepresenteerd krijgen? En is hij bereid ervoor te zorgen dat het budget
dat gemeenten krijgen aansluit op de opgave die zij hebben en hen in staat stelt maatwerk
te leveren?
Dat mensen krijgen wat zij nodig hebben, is voor het lid van de BBB-fractie dus het
allerbelangrijkste. Is de Staatssecretaris bereid om samen met cliënten-, patiënten-,
ouderen- en mantelzorgorganisaties naar mogelijkheden te zoeken voor duurzame oplossingen
in de Wmo 2015, zodat mensen krijgen wat ze nodig hebben?
II. Reactie van de Staatssecretaris
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
B.M.G. Smals, voorzitter van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport -
Mede ondertekenaar
M. Heller, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.