Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over het Jaarverslag 2022 van de Regionale Toetsingscommissies Euthanasie (RTE)(Kamerstuk 32647-99)
2023D21603 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
In de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport bestond bij enkele fracties
behoefte een aantal vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport over het Jaarverslag 2022 van de Regionale Toetsingscommissies Euthanasie
(RTE)1.
De voorzitter van de commissie,
Smals
De adjunct-griffier van de commissie,
Heller
Inhoudsopgave
I. Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de SGP- en ChristenUnie-fractie
Vragen en opmerkingen van het lid van de BBB-fractie
II. Reactie van de Minister
I. Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van het Jaarverslag 2022 van de Regionale
Toetsingscommissies Euthanasie (RTE). Deze leden hebben nog enkele vragen en opmerkingen
over het verslag.
Genoemde leden hechten aan een zeer zorgvuldige uitvoering en naleving van de euthanasiewetgeving.
Het jaarverslag van de RTE draagt hieraan bij. De leden van de VVD-fractie hebben
bewondering voor de professionaliteit en mensgerichtheid waarmee de RTE aan haar taken
voldoet.
Deze leden zien dat er een stijging is van het aantal meldingen van euthanasie. Hoe
beoordeelt de Minister deze stijging? Wordt een stijging ook in landen om ons heen
waargenomen? Naar de stijging is nog geen wetenschappelijk onderzoek naar gedaan.
Ziet de Minister een reden om de waargenomen stijging wetenschappelijk te laten onderzoeken?
De leden van de VVD-fractie lezen dat de RTE in 2022 dertien keer heeft geoordeeld
dat een arts niet heeft voldaan aan de zorgvuldigheidseisen. In nagenoeg alle gevallen
waar is geoordeeld dat een arts niet heeft voldaan aan de zorgvuldigheidseisen, had
dit volgens de toetsingscommissie voorkomen kunnen worden als de arts meer kennis
had gehad van de EuthanasieCode 2022. Hoe kan ervoor gezorgd worden dat deze code
bij artsen beter bekend raakt en nageleefd wordt, zodat dit in de toekomst vermeden
kan worden? Genoemde leden vinden het belangrijk dat deze code, en daarmee de wettelijke
zorgvuldigheidseisen, bekend zijn bij artsen. Dit kan zowel de patiënt als de arts
beschermen in een dergelijke situatie.
De leden van de VVD-fractie vragen de Minister om aandacht voor de stijging die heeft
plaatsgevonden in de wachttermijn voor beoordeling van een melding. Dit was twee dagen
langer dan in 2021. In het vorige jaarverslag werd eveneens een melding gemaakt van
de oplopende wachttermijn. De leden van de VVD-fractie vinden het zeer belangrijk
dat er zorgvuldig en gedegen onderzoek gedaan wordt alvorens een melding wordt beoordeeld.
Ook vinden zij het belangrijk dat patiënten niet onnodig lang moeten wachten op een
oordeel. Daarom vragen de leden van de VVD-fractie de Minister op welke manieren de
RTE beter gefaciliteerd kan worden bij het treffen van haar oordeel. Hoe voorkomen
we dat de wachttijd verder stijgt? Welke rol kan de Minister hierbij spelen?
Genoemde leden lezen dat de RTE in 2022 zes meldingen heeft ontvangen waarin expliciet
werd aangegeven dat er sprake was van orgaan- en/of weefseldonatie na euthanasie.
Hoe moet dit aantal in de context van de afgelopen jaren gezien worden? Is er ruimte
om, naast de Richtlijn Orgaandonatie na euthanasie, meer informatie te bieden aan artsen en patiënten rondom dit onderwerp?
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
De leden van de D66-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het Jaarverslag
2022 van de RTE. De leden van de D66-fractie bewonderen de RTE voor hun toewijding
en het werk dat zij doen. Deze leden zijn van mening dat toegankelijkheid en zorgvuldigheid
essentieel is in euthanasiezorg. Het nauwkeurige werk van de RTE, wat kenbaar wordt
gemaakt middels dit jaarverslag, draagt bij aan de transparantie van processen om
die zorgvuldigheid te toetsen. Daarmee draagt het ook bij aan de kwaliteit en het
vertrouwen in de euthanasiezorg die Nederland kent. Deze leden hebben nog enkele opmerkingen
en vragen over dit jaarverslag.
De leden van de D66-fractie lezen dat net als voorgaande jaren er een stijging is
in het aantal meldingen van euthanasie. Voorts lezen deze leden dat er in het jaarverslag
geen onderzoek is verricht naar de oorzaken van deze stijgende trend. Kan de Minister
aangeven op welke wijze onderzoek wordt gedaan naar oorzaken voor de toename in het
aantal meldingen van euthanasie en op welke wijze de Kamer hierover wordt geïnformeerd?
Kan de Minister bijvoorbeeld toezeggen dat hier bij de vierde evaluatie van de Wet
toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding (Wtl) op verzoek en hulp
bij zelfdoding wordt stilgestaan en er ook prospectief aanbevelingen worden gedaan,
passend bij deze trend?
De leden van de D66-fractie lezen dat door de toename in het aantal meldingen er een
groeiende werkdruk is voor de RTE. Tevens is de doorlooptijd van een melding toegenomen
met zes procent naar 34 dagen. Kan de Minister aangeven of en welke nadelige effecten
hierdoor kunnen worden ondervonden? Verder vragen deze leden de Minister of toegankelijkheid
tot euthanasiezorg hiermee onder druk komt te staan. Kan de Minister tevens stilstaan
bij andere knelpunten in de euthanasiezorg?
De leden van de D66-fractie begrijpen uit het jaarverslag dat ook dit jaar de conclusie
kan worden getrokken dat de Nederlandse uitvoeringspraktijk van euthanasie zeer zorgvuldig
is. Uiteraard is verdere verbetering in zorgvuldigheid altijd gewenst. Deze leden
lezen dat het verder kennisnemen van de EuthanasieCode 2022 hieraan kan bijdragen.
Kan de Minister aangeven of er kansen zijn om de EuthanasieCode 2022 nog meer in beeld
te brengen bij artsen en andere zorgprofessionals?
Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie
De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van het Jaarverslag 2022 van de RTE,
waarin de belangrijkste constatering is dat het aantal meldingen in 2022 hard is gestegen
ten opzichte van het jaar daarvoor (13,7 procent meer). Deze leden hebben enkele vragen
bij dit jaarverslag, maar merken ook op dat het goed was dat zij ook een aantal vragen
aan de RTE hebben kunnen stellen bij de technische briefing en veel vragen die bij
de leden van de CDA-fractie leven over ontwikkelingen in de euthanasiepraktijk beter
gesteld kunnen worden naar aanleiding van de wetsevaluatie die de Kamer dit voorjaar
nog zal ontvangen.
Het aantal meldingen van euthanasie is zowel in absolute als in relatieve zin sterk
toegenomen ten opzichte van 2021. De leden van de CDA-fractie vragen of de Minister
deze cijfers voor de afgelopen jaren kan uitsplitsen naar regio. Zijn er regio’s die
veel harder stijgen dan anderen? Zo ja, welke verklaringen ziet u dan voor deze regionale
verschillen?
Het aantal meldingen van euthanasie bij dementie is de afgelopen jaren gestegen van
170 in 2020, naar 215 in 2021 en 282 in 2022. De leden van de CDA-fractie vragen of
de Minister inmiddels van mening is dat hierin een trendbreuk te zien is na het arrest
van de Hoge Raad van april 2020, waarin de hoogste rechter uitsprak dat artsen een
door deze patiënten opgesteld, schriftelijk euthanasieverzoek mogen uitvoeren zonder
vooraf te hoeven verifiëren of er nog wel sprake is van een actuele doodswens.
De leden van de CDA-fractie lezen dat het aantal meldingen van euthanasie bij psychiatrische
gevallen niet is toegenomen. Het aantal suïcides is afgelopen jaar echter wel door
blijven stijgen. Heeft de Minister hier een verklaring voor?
De vierde evaluatie van de Wtl wordt in het voorjaar van 2023 naar de Kamer gestuurd.
De leden van de CDA-fractie vragen of de Minister nader kan aangeven wanneer de Kamer
deze wetsevaluatie kan verwachten. Deze leden vragen tevens of in deze evaluatie specifiek
onderzoek is gedaan naar de oorzaak van de (absolute en relatieve) stijging van het
aantal meldingen van euthanasie.
De RTE constateert in haar voorwoord dat «er geen wetenschappelijk onderzoek is gedaan
naar de oorzaak van de toename» en dat daarmee «er ook geen onderbouwde voorspelling
over ontwikkeling in euthanasiegevallen kan worden gedaan». Het lijkt de leden van
de CDA-fractie goed om daar nader naar te kijken en zij vragen de Minister of hij
ook voornemens is dit te doen.
In verband met het toegenomen aantal meldingen is de RTE in overleg met de Ministeries
van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en Justitie en Veiligheid over een uitbreiding
van het aantal leden. De leden van de CDA-fractie vragen de Minister naar de stand
van zaken van dit overleg. Is er het voornemen om het aantal leden per regio uit te
breiden, en zo ja, met hoeveel?
Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie
De leden van de SP-fractie hebben met interesse kennisgenomen van het Jaarverslag
2022 van de RTE. Zij hebben naar aanleiding van dit jaarverslag en de bijgaande brief
van de Minister een vraag.
Genoemde leden lezen in het jaarverslag dat er sprake is van een absolute en relatieve
stijging van het aantal meldingen van euthanasie. Een wetenschappelijk onderzoek naar
de oorzaken van deze stijging ontbreekt. Is de Minister bereid om alsnog hiernaar
onderzoek te laten doen en de Kamer over de opzet van dit onderzoek te informeren?
Zo nee, kan de Minister zijn antwoord toelichten?
Vragen en opmerkingen van de leden van de SGP- en ChristenUnie-fractie
Inleiding
De leden van de fracties van de SGP en de ChristenUnie hebben kennisgenomen van het
Jaarverslag 2022 van de Regionale Toetsingscommissies Euthanasie (RTE). Uit het jaarverslag
blijkt dat er sprake is van een stijging van het aantal euthanasiemeldingen, zowel
in absolute als relatieve zin. Deze stijging is zichtbaar over een langere periode.
Nooit eerder was het aantal euthanasiemeldingen hoger dan in 2022. In 2022 heeft de
RTE 8.720 meldingen van euthanasie ontvangen. Dat is 5,1 procent van het totaal aantal
mensen dat vorig jaar in Nederland is overleden. Ten opzichte van 2021 werden in 2022
13,7 procent meer euthanasiegevallen gemeld. De leden van de SGP- en ChristenUnie-fractie
maken zich hierover zorgen, vooral omdat de RTE geen onderbouwde verklaring geeft
voor de stijging. Graag maken zij daarom van de mogelijkheid gebruik om de Minister
gezamenlijk enkele vragen te stellen over het jaarverslag.
Oorzaken
De leden van de SGP- en ChristenUnie-fractie constateren dat de RTE stelt dat er geen
wetenschappelijk onderzoek is verricht naar de oorzaken van de stijging van het aantal
euthanasiemeldingen. De RTE doet hierover daarom in het jaarverslag geen uitspraken.
De leden van SGP- en ChristenUnie-fractie vinden dit onbevredigend. Zij vragen de
Minister hoe hij de stijging van het aantal euthanasiegevallen zelf verklaart. Klopt
het inderdaad dat hierover geen wetenschappelijke publicaties beschikbaar zijn? Welke
rol spelen, naar het oordeel van de Minister, bijvoorbeeld «normalisering» van euthanasie,
gevoelens van eenzaamheid, vergrijzing en de toenemende druk op de gezondheidszorg?
Zijn er nog andere factoren waar de Minister aan denkt? Deelt hij de mening van de
leden van de SGP- en ChristenUnie-fractie dat er diepgravend onderzoek gedaan moet
worden naar de oorzaken van deze voortdurende stijging? In hoeverre maakt een dergelijk
onderzoek deel uit van de vierde evaluatie van de Wtl die later dit jaar verschijnt?
Beleidsdoel
De leden van de SGP- en ChristenUnie-fractie vragen de Minister verder of hij van
mening is dat het een beleidsdoel van het kabinet zou moeten zijn om het aantal euthanasiegevallen
niet verder te laten stijgen of zelfs te laten dalen.
Dementie
Uit het jaarverslag blijkt in 2022 282 keer euthanasie werd uitgevoerd bij personen
met dementie. Dat is een sterke stijging in vergelijking met voorgaande jaren. In
2021 ging het om 215 meldingen van euthanasie bij dementie en in 2020 om 170 meldingen.
De leden van de SGP- en ChristenUnie-fractie vragen de Minister hoe hij deze snelle
stijging verklaart en wat hij hiervan vindt.
Echtparen
De leden van de SGP- en ChristenUnie-fractie maken uit het jaarverslag op dat het
aantal meldingen van gelijktijdige euthanasie bij echtparen steeg van 13 in 2020 en
16 in 2021 naar 29 in 2022. Zij vragen de Minister hoe hij deze verdubbeling verklaart.
Kan de Minister aangeven hoe in deze situaties de onafhankelijkheid van de besluitvorming
wordt gewaarborgd? Is bekend welke aandoeningen ten grondslag liggen aan verzoeken
tot «duo-euthanasie»? Hoe verklaart de Minister dat duo-euthanasie bij de inwerkingtreding
van de Wtl zelden tot nooit voorkwam en de laatste jaren juist zo snel toeneemt?
Meldingspercentage
Uit het derde evaluatie van de Wtl bleek dat het meldingspercentage voor euthanasiegevallen
82 procent is. Dat betekent dat ongeveer een vijfde van het aantal euthanasiegevallen
niet in beeld is bij de RTE en dus ook niet getoetst kan worden. De leden van de SGP-
en ChristenUnie-fractie vragen welke maatregelen er in de afgelopen jaren getroffen
zijn om het meldingspercentage te verhogen. Wat was het meldingspercentage in 2022?
Registratie
De leden van de fracties van de SGP en de ChristenUnie merken op dat er rond palliatieve
zorg en euthanasie weinig tot niets klinisch wordt geregistreerd, terwijl de kwaliteit
van andere klinische zorg wel zorgvuldig wordt geregistreerd. Welke mogelijkheden
ziet de Minister om rond euthanasie en andere palliatieve zorg beter te registreren?
Bijvoorbeeld over de ervaringen van de naasten, het adviesgesprek vooraf en de palliatieve
middelen.
Trouw-onderzoek
De leden van de SGP- en ChristenUnie-fractie hebben kennisgenomen van onderzoek van
dagblad Trouw waaruit blijkt dat een keuze voor euthanasie geen individuele beslissing is. De mening
van naasten en de eventuele belasting voor de omgeving spelen een grote rol, zo bleek
uit het onderzoek.2 57 procent van de ondervraagden wil meewegen of ze een belasting vormen voor naasten.
Wat vindt de Minister van dit onderzoeksresultaat, mede gelet op het feit dat artsen
dit argument niet mogen meenemen als ze beslissen over euthanasie? De leden van de
SGP- en ChristenUnie-fractie vragen of de Minister extra maatregelen overweegt om
het gevoel van tot last zijn van anderen tegen te gaan.
Vragen en opmerkingen van het lid van de BBB-fractie
Het lid van de BBB-fractie heeft kennisgenomen van de brief van de Minister over het
Jaarverslag 2022 van de RTE.
In 2022 hebben de commissies 8.720 meldingen van euthanasie ontvangen, een stijging
van 13,7 procent ten opzichte van het aantal meldingen in 2021 (7.666). Het betreft
5,1 procent van het totaal aantal mensen dat in Nederland in 2022 is overleden (169.938),
een stijging ten opzichte van 2021 (4,5 procent). Dertien euthanasiemeldingen zijn
in 2022 door de RTE als onzorgvuldig beoordeeld. Graag hoort het lid van de BBB-fractie
hoe de Minister reflecteert op de stijging van het aantal euthanasieontvangers.
De RTE brengt deze oordelen ook actief onder de aandacht van de bij de uitvoering
van euthanasie meest betrokken artsen, in de hoop dat het aantal meldingen dat niet
als zorgvuldig kan worden aangemerkt in 2023 weer lager zal zijn. Bij deze oordelen
plaatst RTE de kanttekening dat in nagenoeg alle gevallen het oordeel dat niet aan
de zorgvuldigheidseisen was voldaan, vermoedelijk kunnen worden voorkomen als de arts,
maar ook de consulent, zich beter hadden vergewist van de voor hen relevante passages
in de EuthanasieCode 2022. Het lid van de BBB-fractie hoort graag van de Minister
welke inspanningen gedaan gaan worden om te zorgen dat betrokkenen beter op de hoogte
zijn of notie nemen van de spelregels. Hier mag namelijk niet te licht overeen gestapt
worden, aangezien het gaat om ingrijpende handelingen die de grootste zorgvuldigheid
vragen.
II. Reactie van de Minister
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
B.M.G. Smals, voorzitter van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport -
Mede ondertekenaar
M. Heller, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.