Verslag (initiatief)wetsvoorstel (nader) : Verslag
36 309 Wijziging van de Algemene Ouderdomswet, de Wet financiering sociale verzekeringen en de Invorderingswet 1990 in verband met het afschaffen van de mogelijkheid om schuldig nalatig te verklaren bij het niet of niet geheel betalen van de premie voor de volksverzekeringen
Nr. 5 VERSLAG
Vastgesteld 29 maart 2023
De vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid, belast met het voorbereidend
onderzoek van voorliggend wetsvoorstel, heeft de eer als volgt verslag uit te brengen
van haar bevindingen. Onder het voorbehoud dat de in het verslag opgenomen vragen
en opmerkingen afdoende door de regering worden beantwoord acht de commissie de openbare
behandeling van het wetsvoorstel voldoende voorbereid.
Inhoudsopgave
blz.
I.
Algemeen
1
1.
Inleiding
1
2.
Probleemanalyse
2
3.
Hoofdlijnen van het wetsvoorstel
3
4.
Overgangssituatie
4
5.
Ontvangen commentaren
4
6.
Financiële paragraaf
4
7.
Regeldruk
4
II.
Artikelsgewijs
4
I. Algemeen
1. Inleiding
De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het wetsvoorstel Wijziging van de Algemene
Ouderdomswet, de Wet financiering sociale verzekeringen en de Invorderingswet 1990
in verband met het afschaffen van de mogelijkheid om schuldig nalatig te verklaren
bij het niet of niet geheel betalen van de premie voor de volksverzekeringen. Deze
leden ondersteunen het voornemen van de regering om disproportionele effecten voor
burgers te voorkomen en de uitvoering van de Algemene Ouderdomswet (AOW) te vereenvoudigen.
Zij hebben enkele aanvullende vragen.
De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van de wetgeving die de problematiek rondom schuldig nalatigheid
kan beëindigen. Dit is belangrijk, want in 2016 was er een uitspraak van de Centrale
Raad van Beroep en daarop volgde een omvangrijke en complexe hersteloperatie. Deze
leden hebben een aantal vragen en opmerkingen bij dit wetsvoorstel.
De leden van de CDA-fractie hebben geen vragen en/of opmerkingen bij het voorliggende wetsvoorstel.
De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van de wijziging van de Algemene Ouderdomswet, de Wet financiering
sociale verzekeringen en de Invorderingswet 1990 in verband met het afschaffen van
de mogelijkheid om schuldig nalatig te verklaren bij het niet of niet geheel betalen
van de premie voor de volksverzekeringen. Deze leden steunen de richting van deze
wet waar deze meer ruimte tot correctie van fouten geeft en mensen minder afstraft
voor onbedoelde fouten in het heden die grote – en vaak niet voorziene – gevolgen
hebben in de toekomst.
De leden van de PvdA-fractie hebben instemmend kennisgenomen van het wetsvoorstel en hebben nog enkele vragen
en opmerkingen. Deze leden lezen dat problemen met de gegevenslevering tussen de Belastingdienst
en de Sociale Verzekeringsbank (SVB) de directe aanleiding vormen voor het wetsvoorstel.
Zij vragen of de regering het met hen eens is dat het op zichzelf onrechtvaardig is
dat als mensen wegens schulden de AOW-premie niet (volledig) kunnen voldoen, zij gedurende
hun hele pensioen gekort worden op hun AOW. Zij vragen of er andere volksverzekeringen
zijn waarbij het niet betalen van de premie langdurige gevolgen heeft.
De leden van de GroenLinks-fractie hebben het wetsvoorstel met interesse gelezen. Deze leden zijn enthousiast over het
wetsvoorstel en hebben nog een paar vragen.
2. Probleemanalyse
De leden van de VVD-fractie lezen over het «dynamisch monitoren». Verwacht de regering dat na de wijzigingen
in het proces van schuldig nalatig verklaren extra inzet (fte) nodig is om dit te
kunnen realiseren?
Daarnaast vragen de leden van de VVD-fractie of de regering inzichtelijk kan maken
bij welk deel van de populatie die schuldig nalatig is verklaard een korting van de
AOW-opbouw hoger heeft uitgepakt dan de oorspronkelijke premieschuld. Kan de regering
alle onderzochte alternatieven om het proces van schuldig nalatig verklaren te vereenvoudigen
inzichtelijk maken en daarbij aangeven waarom niet is gekozen voor dit alternatief?
Omdat de leden van de D66-fractie zich herkennen in de probleemanalyse zoals de regering die schetst in paragraaf 2
van de memorie van toelichting, vragen deze leden naar vergelijkbare problematiek
bij andere regelingen. Concreet vragen deze leden naar de stappen die de regering
zet om te voorkomen dat pas actie wordt ondernomen na een rechterlijke uitspraak als
wetgeving tot onwenselijke effecten blijkt te leiden, ook rond andere sociale zekerheidsregelingen
dan de AOW.
De vereenvoudiging van het beleid rondom schuldig nalatigheid voor zowel de burger
als de uitvoering kan op steun rekenen van de leden van de D66-fractie. Deze leden
vragen naar oninbare premieschulden en oninbare belastingschulden. Met hoeveel oninbare
schulden heeft de Belastingdienst nu nog jaarlijks te maken en is er een schatting
beschikbaar van de groei van het aantal oninbare schulden als ook AOW-premieschulden
door de belastingdienst geïnd worden, vragen deze leden. Voorts vragen zij of de Belastingdienst
een eventuele premieschuld kan inhouden op de uit te betalen AOW-uitkering en hoe
in dat geval geborgd wordt dat iemand niet onder het bestaansminimum kan zakken.
3. Hoofdlijnen van het wetsvoorstel
De leden van de VVD-fractie vragen zich af hoe de regering gaat waarborgen dat er voldoende inzet blijft om belasting-
en premieschulden in te vorderen. Om het draagvlak onder het opbouwkarakter van de
AOW te behouden is het volgens deze leden noodzakelijk dat deze invordering als reëel
risico wordt ervaren door premieplichtigen. Hoe wordt dit door de regering geborgd?
De leden van de VVD-fractie vragen verduidelijking over de nieuwe opzet ten opzichte
van de oude opzet. Wat wordt de status van de reeds opgebouwde schuld in het nieuwe
proces en wat gebeurt er met de reeds ingetreden gevolgen van de opgebouwde schuld
conform de regels van het oude proces?
De leden van de VVD-fractie vragen hoe in de nieuwe situatie wordt omgegaan met gevallen
waarin het niet betalen van de AOW-premie reeds lange tijd geleden is en invordering
tot op dat moment niet geslaagd is. Staakt op een gegeven moment de invordering van
de Belastingdienst? Zo ja, welk effect heeft een premieschuld van langere tijd geleden
op het moment dat een AOW-gerechtigde lang nadien alsnog de uitkering aanvraagt?
De leden van de SP-fractie vragen zich af wat er zal gebeuren voor diegenen die al negatief geraakt zijn door
de huidige systematiek. Daarnaast zouden deze leden graag de mogelijkheid tot maatwerk
zien en heldere communicatie over een loket met echte personen waar zowel fysiek als
via de telefoon mee gesproken kan worden om persoonlijke situaties voor te leggen,
te assisteren en maatwerk te leveren. Het kan namelijk iedereen overkomen dat er in
het leven dingen gebeuren die je niet had voorzien en waar je moeilijk mee om kunt
gaan, dat je klemt komt te zitten tussen verschillende instanties, dat er bijvoorbeeld
correspondentie wordt gemist of dat deze niet begrepen wordt. Kan dit in het voorstel
worden opgenomen en hoe zal dit loket worden ingericht?
De leden van de PvdA-fractie vragen hoe groot de regering de kans acht dat gepensioneerden die tussen 2020 en
2023 gekort zijn op hun AOW naar aanleiding van een SN-besluit gelijk krijgen indien
er een juridische procedure wordt gestart wegens ongelijke behandeling? Heeft de regering
overwogen om deze groep met terugwerkende kracht niet te korten?
De leden van de GroenLinks-fractie vragen de regering om te bevestigen dat de SN-korting voor AOW-gerechtigden die daar
nu al mee te maken hebben zal komen te vervallen. Daarnaast zijn deze leden benieuwd
naar hoe in de toekomst omgegaan zal worden met mensen die in Nederland ingeschreven
blijven, maar in werkelijkheid in het buitenland aan het werk gaan. Krijgt de Belastingdienst
meer mogelijkheden om deze vorm van ontduiking van de AOW-premie tegen te gaan? Of
verwacht de regering dat dit niet nodig zal zijn en dat het wegvallen van de sanctie
niet per se zal leiden tot een toename van premie-ontduiking?
4. Overgangssituatie
De leden van de VVD-fractie lezen dat reeds toegepaste kortingen op AOW-uitkeringen tot aan de inwerkingtredingsdatum
van de wetswijziging in stand blijven, maar daarna komen te vervallen. Wat gebeurt
er met gevallen waarin de cumulatieve toegepaste korting tot op het moment van inwerkingtreding
onvoldoende is om de niet afgedragen premies te dekken?
5. Ontvangen commentaren
6. Financiële paragraaf
De leden van de VVD-fractie vragen zich af hoe het geschatte structurele budgettaire effect van 3.3 miljoen is
opgebouwd en hoe dit zich verhoudt tot het hogere, incidentele bedrag voor het eerste
jaar van 7,1 miljoen. Kan de regering tevens inzichtelijk maken wat de totale budgettaire
effecten van de wetswijziging zijn tot het jaar waarin het structurele budgettaire
effect bereikt wordt en wanneer dit het geval is? Daarnaast vragen deze leden zich
af waar de dekking zit voor de verhoogde AOW-uitgaven.
De leden van de D66-fractie begrijpen dat de uitkering van mensen die in het verleden schuldig nalatig zijn verklaard
niet langer wordt gekort. Wel vragen deze leden of de niet-betaalde premie alsnog
wordt ingehouden op de uit te betalen AOW indien deze persoon een aanvullende pensioenvoorziening
heeft en hoe wordt geborgd dat AOW-ontvangers niet onder het bestaansminimum zakken.
Voorts vragen deze leden of dit is meegenomen in de verwachting dat de AOW-uitgaven
structureel € 3,3 miljoen hoger zullen uitvallen. Deze leden lezen dat «een grotere
kans» bestaat dat de aanslag, inclusief premieschuld, alsnog geïncasseerd wordt. Daarbij
vragen zij naar de spreiding van terugbetaling van een eventuele premieschuld over
de tijd om te voorkomen dat iemands inkomen op één moment fors zou teruglopen.
7. Regeldruk
II. Artikelsgewijs
De voorzitter van de commissie, Kuzu
De adjunct-griffier van de commissie, Meester-Schaap
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
T. Kuzu, voorzitter van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid -
Mede ondertekenaar
T.M. Meester-Schaap, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.