Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over voorhang Subsidieregeling matching Horizon Europe (Kamerstuk 33650-59)
2023D12595 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Binnen de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap hebben enkele fracties
de behoefte om vragen en opmerkingen voor te leggen over de brief van de Minister
van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap d.d. 13 maart 2023 inzake (Kamerstuk 33 650, nr. 59).
De voorzitter van de commissie,
Michon-Derkzen
De adjunct-griffier van de commissie
Arends
Inhoud
I. Vragen en opmerkingen uit de fracties
• Inbreng van de leden van de D66-fractie
• Inbreng van de leden van de PvdA-fractie
II. Reactie van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
I Vragen en opmerkingen uit de fracties
Inbreng van de leden van de D66-fractie
De leden van de D66-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de subsidieregeling
matching Horizon Europe. Voor deze leden zijn dit investeringen in het onderwijs en
onderzoek die rust en ruimte in het stelsel terug kunnen brengen. Nederlandse onderzoekers
zijn zeer succesvol in het verwerven van Europese onderzoeksgelden. Deze subsidie
ondersteunt deze activiteiten. Het doet de leden dan ook deugd dat uit alle reacties
naar voren kwam dat de kennisinstellingen verheugd zijn met de regeling. De leden
hebben enkele vragen over de regeling.
Uit de regeling blijkt dat de € 75 miljoen jaarlijks beschikbaar is voor kennisinstellingen,
waaronder ook de rijkskennisinstellingen (RKI’s). De leden van de D66-fractie vinden
het belangrijk dat de subsidie leidt tot rust en ruimte in het publieke onderzoeks-
én onderwijsstelsel. De leden van de D66-fractie vinden het daarom van belang dat
het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap grip houdt op de besteding van
de subsidie en waar nodig bijstuurt. Hoe zal de regeling worden gemonitord? Tevens
vragen zij of daarbij helder wordt uitgesplitst welke instellingen welke subsidie
heeft ontvangen en waarom. Hoe wordt de Kamer hierover geïnformeerd?
In het bestuursakkoord is opgenomen dat voor het fonds voor Onderzoek en Wetenschap
een aparte SEA1 zal worden uitgewerkt om meer inzicht te krijgen in de doeltreffendheid en doelmatigheid
van het fonds. Is deze regeling onderdeel van deze aparte SEA? Of zal deze regeling
los daarvan geëvalueerd worden?
Inbreng van de leden van de PvdA-fractie
De leden van de PvdA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de onderhavige
subsidieregeling. Zij begrijpen dat deze regeling beoogt deelname van publiek gefinancierde
kennisinstellingen aan Horizon Europe te stimuleren.
Het programma Horizon Europe beschikt met € 95,5 miljard over een bijna 30% hoger
bedrag dan het voorgaande programma Horizon 2020. De nationale financiering moet meestijgen
met de oplopende matchingsbehoefte van kennisinstellingen, willen deze instellingen
de toegenomen kansen voldoende benutten en andere benodigde prioriteiten kunnen ontzien.
Hoe hebben de kennisinstellingen gereageerd op de beoogde regeling? Heeft er geen
internetconsultatie plaatsgevonden? Zo neen, waarom niet?
De leden van de PvdA-fractie hechten aan een rol van de overheid als actieve investeerder
in onderzoek en innovatie. Problemen van vandaag kunnen we immers vaak oplossen met
technologie van morgen. Willen we echte vooruitgang met technologie bereiken, dan
kunnen we dit niet zomaar overlaten aan de markt en de subsidieregeling richt zich
dan ook terecht op publiek gefinancierde kennisinstellingen. De leden van de PvdA-fractie
hechten eraan dat de overheid investeert in baanbrekend fundamenteel onderzoek en
die investeringen moeten zich in alle regio’s van Nederland richten op watermanagement,
voedselzekerheid, schone energie, zorg en kunstmatige intelligentie. Kan de Minister
uitleggen in hoeverre de onderhavige regeling eraan zal meehelpen om aan deze speerpunten
gestalte te geven? Of hangt alles af van de toevallige volgorde van verschijning van
subsidieovereenkomsten in de database?
De leden van de PvdA-fractie signaleren dat Nederland momenteel miljarden steekt in
een wirwar van regelingen voor innovatie, ontwikkeling, duurzaamheid, topsectorenbeleid,
internationalisering, regionale ontwikkeling, interregionale samenwerking, stedelijke
ontwikkeling, plattelandsontwikkeling, sectorale projecten, mkb2-investeringen, onderzoek en R&D en vragen of het geen tijd wordt voor een gerichte
visie. Deze leden vinden dat het stimuleren van onze economie alleen maar kan samengaan
met goed werk en een gezonde planeet. In hoeverre betekent de subsidieregeling tevens
dat er keuzes worden gemaakt bij de vraag wat voor een economie wij willen in Nederland?
Voor de jaren 2023 tot en met 2029 geldt er een subsidieplafond van € 72 miljoen per
jaar. Overschrijdingen schuiven door naar het volgende jaar totdat deze doorschuifmogelijkheid
in 2029 komt te vervallen. Welke overwegingen liggen er ten grondslag aan de hoogte
van dit plafond?
II Reactie van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
I.J.M. Michon-Derkzen, voorzitter van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap -
Mede ondertekenaar
M.H.R.M. Arends, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.