Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over de voortgang Datavisie Handelsregister (Kamerstuk 32761-256)
2023D07972 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Binnen de vaste commissie voor Digitale Zaken hebben enkele fracties de behoefte om
enkele vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Minister van Economische Zaken
en Klimaat over de brief Voortgang Datavisie Handelsregister (Kamerstuk 32 761, nr. 256).
De voorzitter van de commissie,
Kamminga
De adjunct-griffier van de commissie,
Muller
Inhoudsopgave
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie
II Antwoord / Reactie van de Minister
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de brief Voortgang
Datavisie Handelsregister (Kamerstuk 32 761 nr. 256) en hebben hierover enkele vragen en opmerkingen.
Deze leden onderschrijven het belang van de ontwikkeling van het Handelsregister als
het gaat om de bewaking van privacygevoelige gegevens die in het Handelsregister zijn
opgenomen en ondersteunen de weg die de Minister met de acht maatregelen, zoals in
de voortgang opgenomen, is ingeslagen.
De leden van de VVD-fractie zijn zich ervan bewust dat bij de aanpassing van de Handelsregisterwet
en het Handelsregisterbesluit een continu dilemma ontstaat tussen enerzijds de bescherming
van persoonsgegevens en anderzijds het bieden van transparantie.
De leden van de VVD-fractie vragen wat precies het verschil is tussen commercieel
en maatschappelijk gebruik. Zo kan een bedrijf met commerciële doeleinden data uit
het Handelsregister nodig hebben om aan compliance doelstellingen te voldoen.
De leden van de VVD-fractie vragen voorts of bij het afnemen van data uit het Handelsregister
wordt gelogd. Heeft de Kamer van Koophandel zicht op wie welke data heeft opgevraagd
en zou het wenselijk zijn als een ondernemer kan inzien wie zijn of haar data heeft
opgevraagd?
Niet openbaar maken van telefoonnummers en emailadressen
De leden van de VVD-fractie lezen dat de ongewenste benadering van ondernemers door
commerciële partijen een belangrijke drijfveer is achter de Datavisie. De klachten
over deze ongewenste benadering nemen onder andere door de recente wijziging in de
Telecommunicatiewet af, maar blijft volgens de Minister een bron van ergernis voor
ondernemers. De leden vragen hoe het handhavingstraject eruitziet wanneer ondernemers
volgens de Telecommunicatiewet ongeoorloofd worden benaderd door commerciële partijen.
Inperking commercieel gebruik HR-data
Te lezen is dat alleen overheidspartijen met een wettelijke taak (en wettelijk toezicht)
en partijen die geautoriseerd zijn op basis van een maatschappelijk relevante taak
afgeschermde gegevens kunnen inzien. Wat verstaat de Minister precies onder een maatschappelijk
relevante taak? Hoe zit het met bedrijven die met de verkoop van commerciële dienstverlening
organisaties helpen in het uitvoeren van wettelijk verplichte taken, zo vragen de
leden van de VVD-fractie.
Financiering Datavisie
De leden van de VVD-fractie lezen dat de Minister een verkenning heeft verricht inzake
de toekomstige financiering van het Handelsregister. De uitkomst van deze verkenning
is tweeledig. De eerste uitkomst van deze verkenning is dat de Minister voornemens
is om, naast een initiële inschrijfvergoeding van € 75, ook een jaarlijkse bijdrage
per geregistreerde entiteit door te voeren van € 25 per jaar. De leden begrijpen de
wens van de Minister om kostendekkend te opereren. Welke alternatieven zijn er naast
het verhogen van het inschrijfgeld en het invoeren van de jaarlijkse bijdrage?
Uit de tweede uitkomst van de verkenning financiering Datavisie blijkt dat de Minister
voornemens is om een gedifferentieerd beleid te voeren voor afnemers van HR-gegevens,
waarbij incidentele afnemers gratis HR-uittreksels krijgen en grote afnemers, die
gebruik maken van datakoppelingen, een jaarlijkse toegangsbijdrage opgelegd krijgen
tussen de € 2.500 en € 50.000. Hierbij kan het gaan om afnemers die ongelimiteerd
toegang krijgen tot data uit het Handelsregister. Deze leden constateren dat er veel
geld kan worden verdiend met het hebben van specifieke data uit het Handelsregister
en vragen zich af in hoeverre € 50.000 zich verhoudt tot het ongelimiteerd afnemen
van data. Zou de Minister dit kunnen duiden, zo vragen deze leden.
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
De leden van de D66-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de brief over de
voortgang van de Datavisie Handelsregister van de Minister van Economische Zaken en
Klimaat. Deze leden hebben nog enkele vragen die zij graag beantwoord zien.
Ten eerste vragen de leden van de D66-fractie hoe de voorgenomen maatregelen in de
Datavisie verband houden met verdere richtlijnen en wetgeving. Zo is er de Richtlijn
inzake open data en hergebruik van overheidsinformatie (ofwel de Open Data Richtlijn)1 en daarnaast is er de Data Governance Act. In Nederland is de Open Data Richtlijn
nog niet omgezet in nationale wetgeving. Hoe verhoudt deze Datavisie zich tot de Europese
richtlijn en kan de Minister toelichten of en zo ja op welke punten de Datavisie afwijkt
van de Europese richtlijn? Kan de Minister de leden toezeggen dat er nog geen stappen
worden genomen met betrekking tot het Handelsregister vóórdat de richtlijn is omgezet
in nationale wetgeving?
Wat betreft de financiering vragen de leden van de D66-fractie of de kosten van het
inschrijfgeld en de jaarlijkse bijdrage (voor bijvoorbeeld zzp'ers) geen hindernis
vormen. Heeft de Minister daar inzicht in? Daarnaast wordt toegelicht dat grootgebruikers
een bandbreedte krijgen opgelegd voor hun toegangsbijdrage. De leden veronderstellen
dat dit grootgebruik slechts toegang heeft tot openbare gegevens en dus niet tot afgeschermde
gegevens. Kan de Minister reflecteren of zij an sich vindt dat dit grootgebruik, zoals
bijvoorbeeld data-mining, wenselijk is en of zij andere instrumenten (zoals een verhandelverbod)
heeft om dit tegen te gaan?
Privacy is voor de leden van de D66-fractie een zeer belangrijk goed en daarom is
het goed dat er kritisch wordt gekeken naar welke informatie toegankelijk moet zijn
binnen het Handelsregister. Zij zijn positief over de maatregel om telefoonnummers,
adressen en e-mailadressen af te schermen, met name voor zzp'ers. Wat deze leden betreft
worden huisadressen van zzp'ers ook in deze regeling meegenomen. Kan de Minister hierop
reflecteren? Kan de Minister verder verhelderen waarom deze maatregel ook voor ondernemingen
zal gelden? Worden daarbij de moties2 die de leden van deze fractie mede hebben ondertekend ook uitgevoerd?
De Autoriteit Persoonsgegevens is kritisch over maatregel 5 (registratie bestuursverboden).
Kan de Minister reflecteren op de afweging om ondanks deze kritiek de maatregel tóch
op te nemen in de Datavisie, zo vragen de leden van de D66-fractie. In hoeverre vindt
de Minister de gevolgen van deze maatregel (zoals de duur van vijf jaar, de openbaarheid
van persoonsgegevens van de overtreder) evenredig en in overeenstemming met de geest
van de Datavisie, zo willen deze leden weten.
Tenslotte, vragen de leden van de D66-fractie of de maatregel om commercieel gebruik
van HR-data in te perken geen verstrekkende gevolgen heeft, bijvoorbeeld doordat banken,
notarissen of advocaten niet meer bij afgeschermde HR-gegevens (zoals jaarverslagen)
kunnen. Kan de Minister toelichten welke partijen welke gegevens kunnen afschermen
en welke partijen worden geautoriseerd om deze gegevens alsnog in te zien, zo vragen
deze leden.
Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie
De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van de brief Voortgang Datavisie
Handelsregister en hebben hierover nog enkele vragen.
De leden van de CDA-fractie lezen dat de registratiemogelijkheden voor eenmanszaken
worden aangepast, in die zin dat eenmanszaken kunnen kiezen voor afscherming van het
fysieke vestigingsadres van de onderneming. Zij vragen of dit alleen geldt voor eenmanszaken
of dat vennootschappen onder firma (vof’s) hier ook onder kunnen vallen. En zo nee,
waarom niet?
Registratie bestuursverboden
De leden van de CDA-fractie steunen het voornemen van de Minister om maatregelen te
nemen om te voorkomen dat malafide bestuurders zich onopgemerkt mengen in het handelsverkeer
als feitelijk bestuurder. Echter, deze leden zouden op enkele punten graag nog een
toelichting willen ontvangen ten aanzien van de voorgenomen registratie en publicatie
van bestuursverboden.
De leden van de CDA-fractie lezen in de toelichting dat «malafide bestuurders worden
nu al voor de duur van het verbod geweerd uit formele bestuursfuncties» (Kamerstuk
32 761, nr. 256, p. 5). De leden vragen of deze zinsnede betekent dat de Kamer van Koophandel op
dit moment al een check doet bij inschrijving of andere maatregelen neemt om te controleren
of er sprake is van een bestuursverbod en, zo ja, wat de toegevoegde waarde is van
expliciete registratie en publicatie van bestuursverboden. Deze leden vragen voorts
op welke manier deze maatregel ervoor zorgt dat het minder makkelijk wordt om katvangers
in te zetten in de rol van formeel bestuurder, zoals door de Minister wordt aangegeven.
De leden van de CDA-fractie constateren dat het normaal gesproken zo is dat wanneer
iemand een straf heeft ondergaan dit alleen van toepassing is voor de duur van de
straf. De leden vragen hoe wordt voorkomen dat iemand die tot inkeer is gekomen, praktisch
voor altijd een bestuursverbod heeft. Deze leden vragen of de Minister in het antwoord
op voorgaande vraag ook wil ingaan op de constatering dat in een gedigitaliseerde
samenleving online lijsten in de praktijk niet uit de openbaarheid verdwijnen, ook
al duurt de registratie zelf maximaal vijf jaar.
De leden van de CDA-fractie constateren in zijn algemeenheid dat dit Handelsregister
een bijdrage levert aan de verbetering van privacy maar constateren dat het Handelsregister
ook wordt gebruikt om misbruik van persoonsgegevens te plegen. De leden vragen of
de Minister wil toelichten welke barrières de Kamer van Koophandel (naast registratie
en publicatie van bestuursverboden) opwerpt voor mensen die de bescherming van persoonsgegevens
gebruiken om misbruik te plegen.
Versterken poortwachtersrol Kamer van Koophandel
De leden van de CDA-fractie lezen dat de versterking van de poortwachtersrol van de
Kamer van Koophandel zal bestaan uit een reeks van maatregelen die gezamenlijk bijdragen
aan rechtszekerheid, fraudeweerbaarheid en criminaliteitsbestrijding. Zij achten het
belangrijk dat de Kamer van Koophandel hier een rol in heeft en steunen het voornemen
om meer controles uit te voeren op niet-logische vestigingen van ondernemers. De leden
vragen nogmaals aandacht voor adressen waar opvallend veel ondernemingen staan ingeschreven
in relatie tot de aanpak van illegale trustdienstverlening. Deze leden vragen of dit
probleem specifiek onderdeel is van de aanpak van de controles van de Kamer van Koophandel.
Zij vragen wel of de Kamer van Koophandel financieel en qua menskracht voldoende geëquipeerd
is om deze taken uit te gaan voeren.
Financiering Datavisie
De leden van de CDA-fractie lezen dat wordt gewerkt aan een nieuwe financieringsstructuur
van het verstrekken van gegevens uit het Handelsregister. Deze leden danken de Minister
voor het uiteenzetten van de verschillende opties. Deze leden willen graag markeren
dat zij vanuit de gedachte «de gebruiker betaalt» meer voelen voor een toegangsbijdrage
dan een jaarlijkse Handelsregisterbijdrage. Zij zien liever dat grote afnemers wat
meer betalen dan dat, bijvoorbeeld, verenigingen jaarlijks moeten bijdragen zonder
dat zij gebruik maken van gegevensverstrekkingen. Deze leden vragen de Minister om
een reactie hierop te geven.
De leden van de CDA-fractie lezen in de toelichting over de toegangsbijdrage dat onderscheid
gemaakt wordt tussen incidentele afnemers (tot 25 raadplegingen), grootgebruikers
en een groep van ca. 50 allergrootste afnemers. Deze leden vragen of het klopt dat
in die systematiek een afnemer met meer dan 25 raadplegingen valt onder de categorie
grootgebruiker.
De leden van de CDA-fractie lezen dat vooralsnog een bandbreedte tussen € 2.500 jaarlijks
voor enkele honderden grootgebruikers tot € 50.000 jaarlijks voor de ca. 50 allergrootste
afnemers realistisch lijkt. Deze leden vragen waar deze bedragen op zijn gebaseerd
en of een toegangsbijdrage op basis van deze cijfers tot dekkende financiering leidt
zonder dat alternatieve financieringsbronnen nodig zijn.
De leden van de CDA-fractie vragen tot slot hoe de Minister denkt over de gedachte
om als alternatieve financieringsbron ook te kijken naar boetes voor bijvoorbeeld
het ongeoorloofd handelen met gegevens en misbruik maken van de bescherming van persoonsgegevens
uit het Handelsregister. Deze leden vragen of de Minister bereid is deze gedachte
verder te verkennen.
Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie
De leden van de SP-fractie hebben de datavisie Handelsregister gelezen en hebben hierover
nog enkele vragen en opmerkingen. Deze leden onderschrijven de maatregelen die zien
op het afschermen van woonadressen van mensen die een eenmanszaak hebben en onderschrijven
tevens dat telefoonnummers en e-mailadressen niet openbaar worden gemaakt om ongewenste
reclame te voorkomen en de privacy te versterken. Zij vragen echter wel waarom het
wetsvoorstel dat hierop ziet eind 2023 gereed zal zijn en of dit niet eerder zou kunnen.
De leden van de SP-fractie lezen voorts dat de bijdrage voor inschrijvingen in het
Handelsregister wordt verhoogd en er een jaarlijkse bijdrage gevraagd kan worden.
Deze leden vragen of er onderzocht is of dit bijvoorbeeld voor eenmanszaken evenredig
is. Zijn hier inkomensondersteunende maatregelen denkbaar voor mensen met minder draagkracht?
De leden van de SP-fractie lezen voorts dat er enkele honderden grootgebruikers zijn
voor de afname van data uit het Handelsregister. Kan er worden aangeven voor welke
doeleinden deze data door dit soort grootverbruikers worden gebruikt, zo vragen deze
leden.
II Antwoord / Reactie van de Minister
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R.J. Kamminga, voorzitter van de vaste commissie voor Digitale Zaken -
Mede ondertekenaar
S.R. Muller, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.