Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over verslag Milieuraad 28 juni 2022 in Luxemburg (kamerstuk 21501-08-874)
2022D45092 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Binnen de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat hebben verschillende fracties
de behoefte om vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Staatssecretaris van Infrastructuur
en Waterstaat en de Minister voor Klimaat en Energie over het verslag van de Milieuraad
op 28 juni 2022 (Kamerstuk 21 501-08, nr. 874).
De voorzitter van de commissie, Tjeerd de Groot
De adjunct-griffier van de commissie, Koerselman
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Inhoudsopgave
blz.
Inleiding
2
VVD-fractie
2
D66-fractie
4
BBB-fractie
5
Inleiding
De leden van de VVD-fractie hebben met interesse kennisgenomen van het verslag van
de Milieuraad van 28 juni 2022, het gedeelte in de brief dat gaat over duurzaam vervoer.
Zij hebben hierbij nog enkele vragen.
De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van het verslag van de Milieuraad
28 juni 2022 in Luxemburg. Zij hebben daarbij nog enkele vragen.
De leden van de GroenLinks-fractie hebben kennisgenomen van de stukken en hebben op
dit moment geen vragen.
Het lid van de BBB-fractie heeft kennisgenomen van de brief van de Staatssecretaris
en de Minister betreffende het verslag van de Milieuraad van 28 juni. Dit lid heeft
nog wel wat vragen.
VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie lezen dat de hoofdambitie van het «Fit for 55»-voorstel,
55% CO2-reductie, overeind blijft en dat dit een belangrijke prioriteit is van het kabinet.
Maar omdat het een ambitieuze aanscherping betreft, lezen deze leden dat er diverse
kleine of tijdelijke aanpassingen of uitzonderingen in het voorgestelde EU-handelssysteem
van CO2-rechten zijn doorgevoerd. Deze leden willen weten welke aanpassingen of uitzonderingen
dit precies zijn. Ook lezen deze leden dat de Staatssecretaris heeft aangegeven liever
geen van dergelijke aanpassingen of uitzonderingen te zien, maar hiermee kon instemmen
om een meerderheid te bereiken. Deze leden willen weten waarom de Staatssecretaris
dit niet wil, aangezien de mensen thuis en mkb’ers in Nederland ook zorgen hebben.
Deze leden willen weten of de Staatssecretaris kan bevestigen dat de mensen thuis
in Nederland geen CO2-rechten hoeven te kopen en geen scherpe prijsstijging van CO2-rechten gaan zien voor het verwarmen van huizen en het rijden van auto’s. Deze leden
willen ook weten wat er gebeurt met de opbrengsten van het veilen van CO2-rechten voor het verwarmen van huizen en mkb-bedrijven en het rijden van auto’s.
Deze leden willen weten of de Staatssecretaris kan bevestigen dat deze opbrengsten
in Nederland blijven en kunnen worden gebruikt voor het financieel compenseren van
de mensen thuis en mkb’ers in Nederland en het verduurzamen van huizen, mkb-bedrijven
en auto’s in Nederland.
De leden van de VVD-fractie lezen dat in een aantal specifieke EU-landen stadswarmte-installaties
extra gratis rechten krijgen, als zij een klimaatneutraliteitsplan opstellen en voeren.
Deze leden willen weten welke EU-landen dit zijn. Ook willen deze leden weten waarom
ervoor is gekozen om dit wel te doen voor stadswarmte-installaties en niet voor warmte-installaties
bij de mensen thuis en mkb’ers.
De leden van de VVD-fractie lezen dat de gratis CO2-rechten voor de luchtvaart in de EU-landen worden uitgefaseerd per 2027. Deze leden
willen weten of de Staatssecretaris het ermee eens is dat dit zorgt voor oneerlijke
concurrentie langs de randen van de EU. Deze leden willen weten hoe de Staatssecretaris
zich ervoor inzet om oneerlijke concurrentie te voorkomen, zoals met Turkije, Qatar
en de Verenigde Arabische Emiraten.
De leden van de VVD-fractie lezen dat in de discussie over het voorgestelde EU-handelssysteem
van CO2-rechten, de Staatssecretaris heeft aangegeven dat het beperken van de mogelijke impact
op kwetsbare huishoudens van groot belang is. Deze leden willen weten of dit ook geldt
voor kwetsbare mkb’ers.
De leden van de VVD-fractie lezen dat de Staatssecretaris heeft verzocht om nationaal
aanvullende sectoren toe voegen (opt-in) onder het Carbon Border Adjustment Mechanism
(CBAM). Deze leden willen weten wat dit precies betekent en voor welke aanvullende
sectoren in Nederland de Staatssecretaris dit heeft verzocht. Ook willen deze leden
weten of de Staatssecretaris de betreffende sectoren in Nederland hiervoor heeft geconsulteerd
en wat er precies uit deze consultatie is gekomen.
De leden van de VVD-fractie willen weten hoeveel de bijdrage van Nederland aan het
Social Climate Fund (SCF) is en waarvan deze bijdrage precies wordt gefinancierd.
Ook willen deze leden weten wat de doelstellingen zijn van het Moderniseringsfonds,
hoeveel de bijdrage van Nederland hieraan is en waarvan deze bijdrage precies wordt
gefinancierd.
De leden van de VVD-fractie lezen dat de Europese Commissie het veilen van de CO2-rechten gaat uitvoeren voor het verwarmen van huizen en het rijden van auto’s in
Nederland. Deze leden van de VVD-fractie willen weten waarom de Europese Commissie
dit doet, waarom Nederland dit niet zelf doet en hoe de Staatssecretaris ervoor zorgt
dat de opbrengsten in Nederland blijven en kunnen worden gebruikt voor het financieel
compenseren van de mensen thuis en mkb’ers in Nederland en het verduurzamen van huizen,
mkb-bedrijven en auto’s in Nederland. Ook willen deze leden weten wie gaat controleren
hoeveel CO2 de mensen thuis en mkb’ers uitstoten en welke consequenties er zijn wanneer er niet
wordt voldaan aan de gekochte CO2-rechten.
De leden van de VVD-fractie lezen dat er niets is veranderd aan het reductiedoel en
dat in 2030 Europees breed 40% CO2-reductie moet zijn ten opzichte van 2005. Deze leden constateren dat in Nederland
de bevolking onverwachts fors is gegroeid en willen weten in hoeverre hiermee rekening
wordt gehouden, aangezien in andere EU-landen de bevolking daalt. Deze leden willen
weten hoe hoog het reductiedoel per hoofd van de bevolking per EU-land was de afgelopen
jaren en hoe hoog dit reductiedoel is als rekening wordt gehouden met de forse bevolkingsgroei
in Nederland. Deze leden willen hierbij weten of er een wijziging kan komen in het
reductiedoel voor gebouwde omgeving en transport.
De leden van de VVD-fractie lezen dat het positief is dat de huidige tussendoelen
in 2030 opgehoogd worden naar 55%. Deze leden willen weten waarom dit positief is.
D66-fractie
De leden van de D66-fractie vragen de Staatssecretaris of zij een actualisatie kan
geven van de verschillende «Fit for 55»-voorstellen en hoe deze zich, qua ambitieniveau,
verhouden tot de oorspronkelijke Europese Commissievoorstellen. Ook vragen deze leden
de Staatssecretaris duidelijk te maken waar zij vindt dat Nederland concrete winstpunten
heeft gemaakt in de onderhandelingen. Deze leden hebben uiteraard begrip voor de Brusselse
dynamiek, waar niet alles binnen gehaald kan worden, maar zij hebben de Staatssecretaris
nog niet zien schrijven over algemene oriëntaties die voor Nederland van enorm belang
waren. Welke algemene oriëntaties zijn dat? En hoe borgt Nederland deze (succesvolle)
resultaten in het vervolgproces?
Emissions Trading System (ETS)
De leden van de D66-fractie vragen de Minister voor Klimaat en Energie toe te lichten
in hoeverre de zin «In een aantal specifieke lidstaten krijgen stadswarmte-installaties
extra gratis rechten als zij een klimaatneutraliteitsplan opstellen en uitvoeren»
voor Nederland van toepassing is. Deze leden vragen de Minister naar zijn appreciatie
en gepleegde inzet ten behoeve van het schrappen van de conditionaliteit (korten gratis
rechten bij niet nemen van rendabele energiebesparingsmaatregelen). Wat vindt de Minister
hiervan? Klopt het dat hier gaat om maatregelen die deze bedrijven hoe dan ook moeten
treffen als gevolg van wettelijke energiebesparingsplichten?
De leden van de D66-fractie lezen dat Nederland heeft gepleit voor een zogenaamde
opt-in voor extra sectoren die moeten vallen onder het Emission Trading System for
Buildings and Road Transport (ETS-BRT). Heeft de Minister al ideeën over welke sectoren
dit in Nederland zouden kunnen zijn?
Effort Sharing Regulation
De leden van de D66-fractie lezen dat de verdeelsleutel van de Effort Sharing Regulation
(ESR) ongewijzigd blijft en dat Nederland een doel van 48% reductie in 2030 ten opzichte
van 2005 voor de ESR-sectoren te realiseren heeft. Kan de Minister aangeven hoe zich
dit vertaalt naar CO2 uitgedrukt in megatonnen? Is hier al een (indicatieve) opgave per sector te geven?
Kan de Minister toelichten hoe het voorstel zich precies verhoudt tot de Europese
en nationale doelstellingen van 60% en 55%?
Akkoord Verordening CO2-normen voor voertuigen
De leden van de D66-fractie zijn verheugd met het akkoord een einde te maken aan verbrandingsmotor
voor auto’s. Deze leden constateren wel dat Nederland verdergaande ambities had op
dit punt. Deze leden vragen de Staatssecretaris in hoeverre zij vasthoudt aan het
streven om in Nederland in 2030 alleen nog nul-emissie auto’s te verkopen. Heeft zij
(straks) instrumenten om dit af te dwingen? Zo nee, wat betekent dat voor de bijdrage
van de mobiliteitssector aan de klimaatdoelstellingen, nu weer een maatregel uit het
mobiliteitspakket van het Klimaatakkoord zwakker is geworden na eerder uitstel en
afstel van maatregelen? Kan de Staatssecretaris toelichten wat moet worden verstaan
onder het voorstel voor de registratie van voertuigen die na 2035 uitsluitend op CO2-neutrale brandstoffen rijden? Wat is hier haar inzet? Deelt de Staatssecretaris de
opvatting van deze leden dat de toepassing van waterstof in het personenvervoer vanuit
energetisch perspectief niet wenselijk is?
De leden van de D66-fractie constateren dat een uitzondering wordt gemaakt op de regels
uit de verordening voor «niche»-fabrikanten. Dit terwijl het hier vaak gaat om dure
auto’s die worden aangeschaft door rijke mensen. Hoe weegt de Staatssecretaris dit?
Vindt zij het wenselijk dat juist de rijkste mensen, die bovendien verantwoordelijk
zijn voor disproportioneel aandeel van de wereldwijde vervuiling in relatie tot mensen
met een kleinere portemonnee, ontkomen aan een bijdrage voor het klimaat? Vindt zij
het gepast dat Ferrari, een bedrijf dat in 2021 een winst van 251 miljoen euro maakte
en in 2021 meer auto’s verkocht dan ooit, wordt ontzien?1 Is zij bereid in Brussel een aanpak te bepleiten om deze bedrijven op een andere
manier, met name financieel, te laten bijdragen aan het klimaatbeleid? Zo nee, waarom
niet?
Triloog Alternative Fuel Infrastructure Regulation
De leden van de D66-fractie lezen dat de verplichting voor een elektrische laadpaal
elke zestig kilometer geldt voor het TEN-T-kernnetwerk. Deze leden vragen de Staatssecretaris
in hoeverre zij het nodig acht dat ook op het uitgebreide netwerk hieraan moet worden
voldaan, gezien de grote omvang van de logistieke sector in Nederland.
Regels voor Euro VII/7
De leden van de D66-fractie hebben vernomen dat de Commissievoorstellen voor de verordening
715/2017 ofwel Euro VII/7 naar verwachting nauwelijks worden aangescherpt. Wat is
de inzet van de Staatssecretaris? Vindt zij het niet verstandig hier wél eisen op
te nemen, desnoods verder in de tijd geplaatst? Juist gegeven de lange doorlooptijd
van dergelijke voertuigen is het de opvatting van deze leden dat (tijdig) werk moet
worden gemaakt van de aanscherping van dergelijke regels.
BBB-fractie
Het lid van de BBB-fractie leest in de brief dat er naar aanleiding van het Fit-for-55-pakket,
waar mogelijk, verder in kaart moet worden gebracht wat de gevolgen van dit pakket
op nationaal beleid zullen zijn. Daarbij zal gekeken worden naar verdeling van opgaven
tussen sectoren, verwachte CO2-reductie, en de betaalbaarheid en financiële impact voor mensen, organisaties en
bedrijven. Kan worden aangegeven wat er gaat gebeuren, indien een van deze punten
en specifiek betaalbaarheid voor huishoudens en mkb in het geding gaat komen? En worden
er negatieve gevolgen verwacht? Zo ja, welke? En kunnen de Staatssecretaris en de
Minister een update geven over de triloogonderhandelingen, specifiek voor de overige
IenW-voorstellen uit het Fit-for-55-pakket?
Het lid van de BBB-fractie leest ook dat de Raad heeft ingestemd met het voorstel
tot aanpassing van de ETS-richtlijnen. Nederland had, aldus de brief, liever geen
van dergelijke aanpassingen of uitzonderingen gezien, maar heeft alsnog ingestemd,
gezien de tijdelijkheid van de uitzonderingen en de beperkte omvang. Waarom heeft
Nederland, ongeacht de argumenten om alsnog in te stemmen, niet harder geprobeerd
om te onderhandelen over de aanpassingen en uitzonderingen?
Het lid van de BBB-fractie merkt op dat iets verder in de brief wordt gesproken over
tussendoelen en milestones. Zijn de tussendoelen bekend en wat wordt bedoeld met milestones?
Is dit in principe niet een tussendoel? Zijn de milestones ook al bekend?
Het lid van de BBB-fractie merkt op dat de Commissie in 2023 of 2024 komt met een
rapport dat ingaat op de mogelijkheden en noodzaak om landbouwemissies mee te nemen
in de «Land Use, Land-Use Change and Forestry»-verordening (LULUCF), inclusief aanbevelingen,
waaronder een doelstelling voor Agriculture, Forestry and Other Land Use (AFOLU).
Heeft de Staatssecretaris inzichtelijk wat de negatieve gevolgen kunnen zijn voor
de agrarische sector van Nederland, indien de emissies mee worden genomen in de verordening?
Wordt hier onderzoek naar gedaan en hoe verloopt dit?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
T.C. (Tjeerd) de Groot, voorzitter van de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat -
Mede ondertekenaar
G.B. Koerselman, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.