Lijst van vragen : 36200-B Verslag houdende een lijst van vragen inzake vaststelling van de begrotingsstaat van het gemeentefonds voor het jaar 2023
2022D37653 VERSLAG HOUDENDE EEN LIJST VAN VRAGEN
De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken heeft een aantal vragen voorgelegd aan
de regering over de Vaststelling van de begrotingsstaat van het gemeentefonds voor
het jaar 2023 (Kamerstuk 36 200 B).
De voorzitter van de commissie, Hagen
De adjunct-griffier van de commissie, Verhoev
Nr
Vraag
1
Worden gemeenten financieel gecompenseerd voor de extra uitgaven die zij moeten doen
vanwege de gestegen energiekosten?
2
Hoeveel bedragen naar schatting de extra energiekosten voor gemeenten vanwege de hogere
energietarieven?
3
Waar in de Financiële-verhoudingswet (FVW) is de juridische basis te vinden voor de
eenmalige uitkering van 1 miljard euro die gemeenten in 2026 krijgen?
4
Hoe wordt er voor gezorgd dat gemeenten ook na 2025 structurele meerjarige investeringen
kunnen plannen en doen?
5
Wanneer wordt er meer duidelijk over de mogelijkheid van een groter eigen belastinggebied
voor gemeenten?
6
Kan er een uitgesplitst overzicht gegeven worden van alle middelen die gemeenten hebben
ontvangen als coronasteun per jaar?
7
Wat is het verschil tussen de ontvangen en uitgegeven middelen voor coronasteun aan
gemeenten per jaar?
8
Kan er een tabelmatige uitsplitsing gemaakt worden welke middelen al van de Aanvullende
Post zijn overgeheveld naar het gemeentefonds en welke nog niet, aangevuld met welke
reden voor wel/niet overhevelen en eventueel op welke termijn overheveling verwacht
wordt?
9
Kan een overzicht gegeven worden van alle mogelijke vormen van nieuwe lokale belastingen
die de afgelopen jaren zijn voorgesteld in rapporten, adviezen of anderszins?
10
Wat is het meest recente tijdspad van alle acties ten aanzien van het nieuwe financieringssysteem
voor decentrale overheden?
11
Kan er een overzicht gegeven worden van de totale lokale lastendruk per persoon en
als percentage van de totale collectieve lasten voor de afgelopen tien jaar inclusief
een raming van volgend jaar?
12
Kan er een overzicht gegeven worden van de totale tekorten/overschotten van gemeenten
in de afgelopen tien jaar inclusief een raming voor volgend jaar?
13
Hoeveel gemeenten hebben op dit moment een sluitend meerjarenperspectief?
14
Hoeveel gemeenten maken op dit moment gebruik van een stelpost ten aanzien van verwachte
middelen voor jeugdzorg, de nieuwe financieringssystematiek of anderszins?
15
Welk deel van het inkomen van gemeenten is afkomstig uit eigen belastingen en welk
deel van uitkeringen van hogere overheden en kan daarvan een vergelijking gemaakt
worden met andere OECD-landen?
16
Kan er een overzicht gegeven worden van de totale gemeentelijke uitgaven per persoon
en als percentage van de totale collectieve uitgaven voor de afgelopen tien jaar inclusief
een raming van volgend jaar?
17
Kunt u een lijst geven van de top-10 gemeenten waar armoede aan de orde is?
18
Kunt u bij alle gemeenten van deze lijst aangeven welk deel van het gemeentebudget
naar armoedebestrijding gaat?
19
Kunt u per gemeente aangeven van welke regeling deze gemeenten voornamelijk gebruik
maken om de gelden voor armoedebestrijding uit te keren?
20
Kunt u bij alle gemeenten van deze lijst aangeven welk deel van het gemeente- of rijksbudget
naar fraudebestrijding in deze gemeente gaat?
21
Kunt u bij deze lijst ook aangeven welke precieze maatregelen er genomen worden in
deze gemeenten om fraudebestrijding tegen te gaan?
22
Wat zijn voor 2022 en/of 2023 de totale (verwachte) opbrengsten per lokale belasting?
23
Welk deel van de mensen binnen die gemeenten die recht hebben op tegemoetkomingen,
zoals de energietoelage, maken ook daadwerkelijk gebruik van deze tegemoetkomingen?
24
Kunt u een algemeen overzicht geven van de gestegen kosten door de heffingen, waarbij
wordt ingegaan op de positie van zowel lage als middeninkomens?
25
Zijn er redenen om aan te nemen dat de geschatte opbrengsten van verbreding van de
onroerendezaakbelasting (OZB) gewijzigd zijn ten opzichte van de bouwstenen voor een
beter belastingstelsel? Zo ja, wat zijn de nieuwe ramingen?
26
Zijn er redenen om aan te nemen dat de geschatte opbrengsten van verschillende opties
voor nieuwe lokale belastingen gewijzigd zijn ten opzichte van de bouwstenen voor
een beter belastingstelsel? Zo ja, wat zijn de nieuwe ramingen?
27
Indien een gemeente extra huizen bouwt, welk deel van eventuele extra OZB-opbrengsten
worden onder de huidige en vernieuwde verdeling van het gemeentefonds afgeroomd via
de algemene uitkering of anderszins?
28
Indien in een gemeente de waarde van de huizen met 10% stijgt, welk deel van eventuele
extra OZB-opbrengsten worden onder de huidige en vernieuwde verdeling van het gemeentefonds
afgeroomd via de algemene uitkering of anderszins?
29
Waarom heeft het Periodiek
Onderhoudsrapport gemeentefonds (POR) door het nieuwe verdeelmodel geen toegevoegde
waarde? Wat is er te zeggen over de ontwikkelingen van de uitgaven van gemeenten op
de verschillende clusters in het gemeentefonds? Is het POR wettelijk verplicht en
hoe wordt er volgend jaar gemonitord als er nu geen POR is opgesteld? Blijft het POR
wel bestaan als monitoringsinstrument?
30
Wat is de precieze stand van zaken m.b.t. de onderzoeken naar de maatstaven centrumfunctie,
eenpersoonshuishoudens en de overige eigen middelen?
31
Wat zijn de uitkomsten van de onderzoeken die in het kader van de onderzoeksagenda
herijking verdeling gemeentefonds zijn gedaan naar «financiële draagkracht» en «sociaal
domein» waar in de septembercirculaire naar wordt verwezen? Zijn de onderzoeksrapporten
van deze onderzoeken beschikbaar?
Waren de middelen woningbouwimpuls en volkshuisvesting eerst onderdeel van de vrij
besteedbare middelen? Wat is de verdeling van deze middelen in 2023? Welke gemeenten
hebben hier voor- of nadeel van?
32
In hoeverre zijn de uitvoeringskosten voor klimaat, ontsluiten nieuwbouwwoningen en
stikstof al specifiek verstrekt aan medeoverheden? Wat is de totale omvang van deze
uitvoeringskosten (per onderdeel en per jaar) in de periode 2023–2030?
33
Worden de uitvoeringskosten voor klimaat, ontsluiten nieuwbouwwoningen en stikstof
allemaal via een specifieke uitkering verstrekt? Zo ja, wat betekent dit voor de administratieve
lasten voor gemeenten?
Moeten gemeenten de uitvoeringskosten voor klimaat, ontsluiten nieuwbouwwoningen en
stikstof zelf aanvragen, of krijgen ze die gewoon verstrekt? Welke voorwaarden gelden
hierbij?
Worden de uitvoeringskosten voor klimaat, ontsluiten nieuwbouwwoningen en stikstof
jaarlijks of meerjarig verstrekt?
34
Waarom staat de Hervormingsagenda Jeugd niet onder de beleidsprioriteiten? Heeft de
Hervormingsagenda Jeugd nog impact op (de verdeling van het) gemeentefonds? Zo ja,
welke?
35
Wat is de stand van zaken met betrekking tot het ontwikkelen van een nieuwe financieringssystematiek
voor medeoverheden voor de periode na 2025?
36
Is de aankondiging van de nieuwe financieringssystematiek en het stopzetten van de
huidige systematiek vooraf besproken met gemeenten en provincies?
37
Lag er een ambtelijk advies ten grondslag aan de aankondiging van de nieuwe financieringssystematiek
en het beëindigen van de huidige systematiek? Zo ja, kan dat openbaar worden gemaakt?
38
Zijn gemeenten en provincies akkoord met het afschaffen van de huidige normeringssystematiek?
Hoe is de huidige normeringssystematiek vastgelegd? Welke (bestuurlijke) afspraken
liggen daaraan ten grondslag?
39
Klopt het dat vergroten van de gemeentelijke autonomie alleen door verruiming van
het lokale belastinggebied kan?
40
Wat is de precieze stand van zaken m.b.t. de uitwerking van de nieuwe financieringssystematiek
en wat wordt bedoeld met «passende vervolgstappen»? Wat is het tijdpad voor invoering
van de nieuwe systematiek?
41
Maken de verbeteringen, als gevolg van de aanpassing van de decentralisatie-uitkeringen,
onderdeel uit van de te ontwikkelen «nieuwe financieringssystematiek medeoverheden»
of gaat het om iets anders? Zo ja, waar hebben die verbeteringen dan betrekking op?
42
Wanneer zijn de onderzoeken naar het nieuwe verdeelmodel afgerond en worden deze aan
de Kamer toegezonden?
43
Wordt met «onttrokken» bedoeld dat de middelen voor woningbouwimpuls en volkshuisvesting
in mindering zijn gebracht aan het accres van het gemeentefonds?
44
Met welke inflatie over 2022 is in de Voorjaarsnota rekening gehouden en betekent
dit dat de bedragen voor 2023 dus aangepast worden op het huidige inflatieniveau nu
het volumedeel is vastgezet op het niveau van de Voorjaarsnota 2022 en alleen nog
kan wijzigen als gevolg van loon- en prijsontwikkelingen?
45
Waar is de hoogte van het bedrag van 1 miljard euro dat gemeenten in 2026 eenmalig
krijgen op gebaseerd?
46
Waarom wordt er alleen voor 2026 1 miljard euro extra aan gemeenten uitgekeerd?
47
Hoe kunnen gemeenten met de incidentele extra uitkering van 1 miljard in 2026 structurele
investeringen plannen en doen?
48
Op basis van welke indicatoren worden de loon- en prijsontwikkelingen vastgesteld
die als basis gelden voor de aanpassingen van het accres in het gemeentefonds?
49
Op welk moment worden de loon- en prijsontwikkelingen vastgesteld die als basis gelden
voor de aanpassingen van het accres in het gemeentefonds en per wanneer worden deze
dan doorgevoerd richting de gemeenten en worden deze per direct in alle jaarschijven
doorgevoerd?
50
Wat zijn de gevolgen voor de omvang van het gemeentefonds als er op een bepaalde begroting
sprake is van onderuitputting en betekent het vastzetten van het volume-deel van het
accres dat onderuitputting op een bepaalde begroting geen gevolgen heeft voor de omvang
van het gemeentefonds? Als er wel gevolgen zijn, wordt er dan onderscheid gemaakt
tussen de verschillende uitgaven van departementen? Zo ja, hoe ziet dat onderscheid
eruit? Of is de regel voor alle departementen gelijk?
51
In welk jaar wordt de eenmalige rijksbijdrage van 1 miljard euro extra voor gemeenten
en provincies uitgekeerd? Is dat in het jaar 2026 of al eerder? Hoe is dat bedrag
tot stand gekomen? Hoe wordt de rijksbijdrage verstrekt? Gaat dat via het gemeentefonds?
Zo ja, om welke uitkering gaat het? Of wordt het anderszins uitgekeerd?
52
Hoe is de hoogte van de «eenmalige rijksbijdrage» bepaald? Moet dit worden gezien
als aanvulling op het accres?
53
Hoe past de «eenmalige rijksbijdrage» in de systematiek van de Financiële-verhoudingswet?
54
Is de «eenmalige rijksbijdrage» bedoeld om de nieuwe financieringssystematiek in te
voeren?
55
Hoe verhoudt de «eenmalige rijksbijdrage» zich tot de financiële scenario’s in het
rapport «Samenwerkingsvermogen» van de onafhankelijke verkenner?
56
Is er sprake van een gedeeld beeld tussen rijk en medeoverheden over de gevolgen van
het stopzetten van de huidige normeringssystematiek?
57
Welke factor in de berekeningen zorgt ervoor dat het bedrag «Stand ontwerpbegroting
2022» per jaar daalt terwijl de loon- en prijsontwikkelingen zouden moeten zorgen
voor een verhoging van het bedrag? Graag per factor het bedrag aangeven.
58
Wat is het verschil tussen het Bestuurlijk overleg financiële verhoudingen (Bofv)
en het Overhedenoverleg zoals in de Code Interbestuurlijke Verhoudingen genoemd? Hoe
vaak heeft dit jaar een Bofv plaatsgevonden? En hoe vaak een Overhedenoverleg?
59
Kunnen er nu helemaal geen uitspraken worden gedaan over de mate waarin de uitgaven
zich hebben ontwikkeld in relatie tot de verdeling en moet worden aangenomen dat de
nieuwe verdeling voldoende aansluit bij de daadwerkelijke uitgaven?
60
Waarom wordt de «eenmalige rijksbijdrage» niet genoemd in de passage «Geschatte budgetflexibiliteit»?
Geldt hiervoor geen verplichting om gemeenten uit te keren?
61
Waarom ontbreekt de «eenmalige rijksbijdrage» in «E. Toelichting op de financiële
instrumenten»?
Is het bedrag per inwoner in 2026 inclusief de «eenmalige rijksbijdrage»? Zo ja, waarom
gaat het bedrag per inwoner dan toch nog omlaag?
62
Waarom daalt het bedrag per inwoner nog verder in 2027?
63
Moeten gemeenten de daling in 2026 en 2027 opvangen met extra belastinginkomsten?
64
Waarom wordt van de extra eenmalige uitgave 76 miljoen bij het btw-compensatiefonds
gestort? Wat voor effect zou het hebben als deze middelen toch via het gemeentefonds
verdeeld zouden worden?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
K.B. Hagen, voorzitter van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken -
Mede ondertekenaar
M. Verhoev, adjunct-griffier
Stemmingsuitslagen
Aangenomen met handopsteken
Fracties | Zetels | Voor/Tegen |
---|---|---|
VVD | 34 | Voor |
D66 | 24 | Voor |
PVV | 17 | Voor |
CDA | 14 | Voor |
PvdA | 9 | Voor |
SP | 9 | Voor |
GroenLinks | 8 | Voor |
PvdD | 6 | Tegen |
ChristenUnie | 5 | Voor |
FVD | 5 | Tegen |
DENK | 3 | Voor |
Groep Van Haga | 3 | Tegen |
JA21 | 3 | Voor |
SGP | 3 | Voor |
Volt | 2 | Voor |
BBB | 1 | Voor |
BIJ1 | 1 | Voor |
Fractie Den Haan | 1 | Voor |
Gündogan | 1 | Voor |
Omtzigt | 1 | Voor |
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.