Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over de kabinetsappreciatie Commissievoorstellen tot interventies in de elektriciteitssector
2022D37354 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
De vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat heeft een aantal vragen en opmerkingen
aan de Minister voor Klimaat en Energie voorgelegd over de brief van de regering betreffende
de Kabinetsappreciatie Commissievoorstellen tot interventies in de elektriciteitssector
van 20 september 2022.
De voorzitter van de commissie, Agnes Mulder
De adjunct-griffier van de commissie, Van Dijke
Inhoudsopgave
blz.
I
Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
2
II
Antwoord / Reactie van de Minister
6
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de Commissievoorstellen tot interventies
in de elektriciteitssector en de kabinetsappreciatie hiervan. De leden van de VVD-fractie
zijn blij dat de Europese Unie (EU) snel actie onderneemt om de problemen op de energiemarkt
aan te pakken. De leden van de VVD-fractie zijn het met de Commissie eens dat huishoudens
moeten worden geholpen met het betalen van de steeds hogere energierekeningen en dat
overwinsten een deel van de oplossing kunnen vormen. Daarnaast vinden de leden van
de VVD-fractie dat ook moet worden voorkomen dat gezonde bedrijven hierdoor omvallen.
De leden van de VVD-fractie hebben nog enkele vragen over de voorstellen en de uitvoerbaarheid
hiervan.
De leden van de VVD-fractie vinden het belangrijk dat alle lidstaten sterk inzetten
op energiebesparing. Vermindering van het elektriciteitsverbruik is hier een belangrijk
onderdeel van. Maar de leden van de VVD-fractie vinden het ongewenst dat er vanuit
de Commissie een bindende doelstelling opgelegd zou worden over het piekverbruik.
Daarnaast blijft ook het invulling geven aan een dergelijke doelstelling een nationale
verantwoordelijkheid. Deelt de Minister deze opvatting? Hoe apprecieert de Minister
in het specifiek de tweede doelstelling dat er een resultaatsverplichting is om per
lidstaat het aantal piekuren met 5 procent te verminderen? Zou het niet beter zijn
om in te zetten op maatregelen die leiden tot optimale besparing in plaats van maatregelen
waarvan de meerwaarde onzeker is?
De leden van de VVD-fractie snappen het voorstel om de overwinsten van technologieën
die door lagere marginale kosten relatief meer winst maken te beperken. Binnen de
EU is er sprake van een grote energiecrisis die veel financiële gevolgen heeft voor
huishoudens. Er wordt alles op alles gezet om te voorkomen dat huishoudens in de knel
komen en bedrijven omvallen. De leden van de VVD-fractie vinden het daarom redelijk
om een bijdrage te vragen aan bedrijven die per toeval heel erg veel geld verdienen
aan de energiecrisis zonder dat hier hogere productiekosten tegenover staan. Wel hebben
de leden van de VVD-fractie vragen over de uitvoering van de infra-marginale price
cap. Hoe kijkt de Minister hier naar? Welke randvoorwaarden stelt de Minister aan
het voorstel? Hoeveel zal dit voorstel aan extra opbrengsten opleveren? Hoe snel kan
het ingevoerd worden?
De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de discussies in Europa over
het invoeren van een price cap op de import van gas. De leden van de VVD-fractie staan
hier kritisch tegenover. Deelt de Minister de opvatting dat een price cap op de import
van gas zal leiden tot grotere tekorten van gas en daarmee hogere prijzen? Is de Minister
het met de leden van de VVD-fractie eens dat zo’n price cap dus averechts zal werken
en moet worden voorkomen? Is de Minister bereid om zich hiervoor in te spannen?
De leden van de VVD-fractie hechten er tot slot waarde aan om te benadrukken dat er
meer aandacht nodig is voor het weglekken van de industrie als gevolg van de hoge
energieprijzen in Europa. Europese bedrijven kunnen door de hoge prijzen niet meer
concurreren met de industrie in China of de Verenigde Staten. Ze zien zich daarom
genoodzaakt om zichzelf tijdelijk af te schakelen of te produceren in een ander land.
Is de Minister het met de VVD-fractie eens dat er op Europees niveau maatregelen moeten
worden genomen om de concurrentiepositie van de Europese industrie te beschermen tegen
bedrijven van buitenaf die niet te maken hebben met de hoge energieprijzen? Welke
maatregelen zou de EU volgens de Minister hiervoor kunnen nemen? Is de Minister bereid
om zich hiervoor hard te maken?
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
De leden van de D66-fractie hebben met interesse kennisgenomen van het onderhavige
stuk. Zij delen de algemene steun die het kabinet uitspreekt over de coördinatie van
de EU en het voorgestelde pakket. Zij hebben hierover wel nog enkele vragen aan de
Minister voor Klimaat en Energie.
De leden van de D66-fractie onderschrijven elke ambitie om te komen tot energiebesparing
en verwelkomen de vraagreductiedoelen dan ook zeer. Gaat het kabinet in de Energieraad
inzetten op een verplicht besparingsdoel van 10 procent, zoals het ook heeft gepleit
voor een verplicht gasbesparingsdoel? Zo nee, waarom niet? Zo ja, hoe gaat het kabinet
andere lidstaten overtuigen om hierin mee te gaan? Indien er geen bindend Europees
doel komt, hoe gaat het kabinet harde waarborgen inbouwen dat het doel in Nederland
wel gehaald wordt? Het kabinet geeft verder aan dat voor het halen van 10 procent
minder elektriciteitsverbruik in Nederland de reeds bestaande publiekscampagne voor
energiebesparing een rol kan spelen. De leden van de D66-fractie vermoeden dat dit
niet toereikend zal zijn. Welke maatregelen zal het kabinet aanvullend treffen voor
structureel 10 procent elektriciteitsbesparing? Welke kansen ziet het kabinet hierbij
voor Europese samenwerking?
De leden van de D66-fractie juichen Europese samenwerking op het energiedossier ten
zeerste toe. Zij lezen echter dat het kabinet zal pleiten voor maximale vrijheid voor
de lidstaten bij het invullen van de afspraken. De leden van de D66-fractie hebben
hun twijfels bij deze inzet. Zo hebben de maatregelen die Spanje en Portugal hebben
getroffen om de energierekening betaalbaar te houden geleid tot gestegen energieconsumptie
in die landen. Om dit soort neveneffecten te voorkomen, zouden de leden van de D66-fractie
pleiten voor verstandige, proportionele Europese afspraken over de nadere invulling
in de lidstaten. Graag een uitgebreide reactie van de Minister op deze overwegingen.
De leden van de D66-fractie kijken met interesse naar de Commissievoorstellen over
een solidariteitsbijdrage van producenten van fossiele energie. Zij lezen ook dat
dit in Nederland het beste via de Mijnbouwwet geregeld kan worden, die toeziet op
gaswinning. Deze leden vragen de Minister of hiermee ook producenten en verwerkers
van olie extra belast kunnen worden? Kan het tijdelijk wijzigen van de Mijnbouwwet
eenzelfde impact genereren als de Commissie voorstelt (33 procent heffing op de winsten
zodra die meer zijn dan 20 procent bovenop de referentiewinsten)? Zo nee, wat doet
het kabinet om het maximaal toelaatbare af te romen bij fossiele producenten die nu
grote winsten boeken?
De leden van de D66-fractie kijken tot slot met een gemengd gevoel naar de lijn die
de Commissie aanhoudt. Zij delen de constatering dat er sprake is van een nijpende
situatie en dat die vraagt om snel ingrijpen. Zij zien echter dat deze snelle actie
betekent dat er niet wordt afgestemd met het Europees Parlement, terwijl het parlement
begin oktober in sessie is. De leden verzoeken de Minister om tijdens de Energieraad
met zijn Europese collega’s te bezien of er een alternatief is dat snelle actie combineert
met afstemming met het parlement.
Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie
De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van het onderhavige stuk en hebben
daarover op dit moment geen vragen.
Vragen en opmerkingen van de leden van de PvdA- en GroenLinks-fracties
De leden van de PvdA- en GroenLinksfracties hebben kennisgenomen van de Commissievoorstellen
tot interventies in de elektriciteitssector en de kabinetsappreciatie hiervan. Zij
hebben hier enkele vragen en opmerkingen over.
De leden van de PvdA- en GroenLinksfracties zien energiebesparing als de belangrijkste
oplossing om op korte termijn onafhankelijk te worden van Russische energie en om
hoge kosten te voorkomen. Zij vragen het kabinet daarom om het maximale potentieel
op dit gebied te benutten. In dit verband staan deze leden positief tegenover de vraagreductiedoelen
van de Commissie. Voorts vragen zij of de Minister de mening deelt dat het voor de
naleving beter zou zijn als het doel om het maandelijkse elektriciteitsverbruik met
tien procent te reduceren bindend zouden zijn. Is de Minister bereid om zich hiervoor
in te zetten? Wat zijn de gevolgen als het EU-bindende doel niet wordt gehaald?
De leden van de PvdA- en GroenLinksfracties horen graag of er al een voorlopig beeld
is van de concrete gevolgen van dit hogere doel voor het Nederlands beleid. De Commissie
stelt onder andere het gebruik van informatiecampagnes en besparingsaanbestedingen
voor. Hoe zal het kabinet hier uitvoering aan geven en welke effecten verwacht het
kabinet hiervan? De leden van de PvdA- en GroenLinksfracties roepen nogmaals op om
aanvullend op het nationaal isolatieprogramma ervoor te zorgen dat huishoudens en
bedrijven laagdrempelig een energy audit kunnen krijgen. De leden vragen zich af hoe
het hiermee staat en of het kabinet bereid is om hier nog meer op in te zetten.
De leden van de PvdA- en GroenLinksfracties steunen niet de overweging van het kabinet
om ervoor te pleiten additionele gasbesparing boven de 5 procent mee te laten tellen
voor het verplichte elektriciteitsreductiedoel. De leden zijn groot voorstander van
extra gasbesparing maar zijn van mening dat elektriciteitsbesparingsdoelen besparing
van andere delen van de economie/samenleving stimuleren. Is de Minister bereid om
van dit pleidooi af te zien?
De leden van de PvdA- en GroenLinksfracties zeggen al langer dat energiebesparing
ook kan helpen om de prijs te drukken. De Duitse toezichthouder heeft zich hier ook
over uitgelaten. Waar komen de reductiepercentages van de Europese Commissie vandaan?
Zit daar een onderbouwing achter dat dit kan leiden tot prijsreducties? Zo ja, kan
de Minister dit delen? Zo nee, is de Minister bereid om dergelijke analyse te (laten)
maken?
De leden van de PvdA- en GroenLinksfracties lezen dat het kabinet de praktische uitvoerbaarheid
van de maatregel om tijdens piekuren de consumptie met 5 procent terug te brengen
bestudeert. Welke risico’s heeft het kabinet precies voor ogen, en hoe reëel zijn
die? Gaat het kabinet suggesties doen voor randvoorwaarden of een ander doel en, zo
ja, welke en welk effect zal dit hebben op te verwachte energiebesparing?
De leden van de PvdA- en GroenLinksfracties betreuren het dat de price cap op Russisch
gas van tafel is. De leden begrijpen dat een algehele price cap op gas een nadelig
effect kan hebben op de leveringszekerheid. Echter, de leden vinden het onverteerbaar
dat middels de hoge gasprijzen Europa de oorlogskas van Rusland nog altijd spekt.
De leden van de PvdA- en GroenLinksfracties zijn tevens van mening dat Europa zo snel
mogelijk moet afschakelen van het Russisch gas. Naast morele en militair-strategische
overwegingen heeft dit ook prangende economische redenen. De onvoorspelbaarheid van
de Russische leveringen leidt immers tot veel speculatie en daarmee tot de zeer volatiele
gasmarkt waar Europa al zo zwaar onder te lijden heeft. Tot slot heeft Instituut Clingendael
in een recente technische briefing geanalyseerd dat Poetin in de winter weer zou kunnen
kiezen de gaskraan helemaal open te draaien. Dit heeft dan weer allerlei prijseffecten
en kan de eenheid van de EU-lidstaten onder druk zetten; nog een belangrijke reden
om volledig met de Russische gas import te stoppen. Is de Minister bereid om zich
nogmaals in Europa hard te maken voor een prijsplafond van Russisch gas en een zo
snel mogelijke volledige afschakeling van het Russisch gas?
De leden van de PvdA- en GroenLinksfracties steunen de voorstellen van de Commissie
met betrekking tot een price cap op opbrengsten van elektriciteitsproducten met inframarginale
technologieën, ontlasting van consumenten/prijsregulering en de solidariteitsbijdrage
voor fossiele energiebedrijven. Kan het kabinet uitweiden over hoe het hier invulling
aan gaat geven? Hoe zorgt het kabinet ervoor dat de solidariteitsbijdrage ook echt
aan consumenten ten goede komt en dat investeren in duurzame energiebronnen voldoende
aantrekkelijk blijft? Het komt de leden voor dat de huidige solidariteitsbijdrage
van fossiele energiebedrijven nog behoorlijk beperkt is. Hoe is de hoogte van deze
bijdrage bepaald en is de Minister bereid te pleiten voor een veel hogere bijdrage?
Vragen en opmerkingen van de leden van de SGP-fractie
De leden van de SGP-fractie hebben kennisgenomen van het onderhavige stuk. Zij delen
de noodzaak van Europese afspraken om de energiecrisis in te perken. Zij hebben nog
enkele vragen.
De leden van de SGP-fractie hebben een vraag over de verplichte reductie van het elektriciteitsgebruik
tijdens piekuren. Hoe wordt omgegaan met kritieke sectoren, zoals de voedingstuinbouw?
Hoe wordt voorkomen dat voorlopers die de afgelopen jaren al grote besparingen gerealiseerd
hebben de dupe worden?
De leden van de SGP-fractie constateren dat de verruimde Europese staatssteunkaders
en de crisisreserve in het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid meer ruimte bieden voor
ondersteuning van bedrijven die getroffen worden door de energiecrisis, onder meer
bij investeringen in energiebesparing. Acht de Minister de verruimde steunmogelijkheden
voldoende? Gaat Nederland deze mogelijkheden benutten, onder meer door extra te investeren
in energiebesparing bij bedrijven en uitbreiding van de borgstellingsregeling voor
glastuinbouwbedrijven en andere sectoren?
Vragen en opmerkingen van de leden van de Volt-fractie
De leden van de Volt-fractie hebben kennisgenomen van het onderhavige stuk en hebben
daar nog enkele vragen over.
De leden van de Volt-fractie lezen dat de Commissie voorstelt bedrijven in de fossiele
energiesector een solidariteitsbijdrage te laten betalen die ten goede moet komen
van huishoudens. De leden begrijpen dat de huidige nationale verschillen op de energiemarkt
om nationale ruimte vragen voor een passende aanpak. De leden staan dan ook achter
de inzet van het kabinet op dit punt zolang de nationale maatregelen aan dezelfde
regels zijn onderworpen als de voorgestelde solidariteitsbijdrage en op zijn minst
dezelfde opbrengsten genereren. Is de Minister het met de leden eens dat er geen verschil
mag ontstaan tussen hoe de industrie en huishoudens profiteren van de solidariteitsbijdrage,
afhankelijk van de lidstaat waarin zij wonen?
De leden van de Volt-fractie zijn het echter niet eens met de inzet van het kabinet
om ruimte te creëren om de solidariteitsbijdrage in te vullen via de Nederlandse mijnbouwheffing.
Mijnbouwheffingen zijn namelijk heffingen over de opsporing en winning van olie en
gas. De solidariteitsbijdrage zou juist moeten gelden voor alle bedrijven die over
de ruggen van consumenten woekerwinsten maken op deze crisis. De leden verzoeken daarom
het kabinet zich in te zetten voor een bredere benadering van de solidariteitsbijdrage
waarbij niet alleen op winsten over het winnen van ruwe olie, gas en kolen een heffing
wordt geheven, maar op alle producten en diensten waarover bedrijven vanwege de oorlog
in Oekraïne enorme winsten hebben gemaakt ten kosten van consumenten.
De leden van de Volt-fractie horen graag van de Minister welke maatregelen het kabinet
treft om de genoemde besparingsdoelen te realiseren. De leden vragen het kabinet daarbij
nadrukkelijk om zelf het goede voorbeeld te geven. Dit ging namelijk weleens mis bij
de uitvoering van de coronamaatregelen. Ook nu zien de leden nog geen maximale inzet
van het kabinet om zelf te besparen. Zo stond afgelopen week de kachel in de Tweede
Kamer aan. Heeft afgelopen week de kachel in meer overheidsgebouwen aangestaan? Welke
maatregelen neemt het kabinet bij Rijksgebouwen om deze winter minstens 10 procent
op de consumptie van elektriciteit (en/of gas als dat voorstel er doorheen komt) te
besparen?
De leden van de Volt-fractie lezen dat de voorstellen volgens planning van het Tsjechisch
voorzitterschap al op 30 september 2022 ter besluitvorming voorliggen tijdens een
ingelaste Energieraad en bij goedkeuring per direct van kracht zullen zijn, zodat
de lidstaten meteen aan de uitvoering ervan kunnen beginnen. De leden merken op dat
deze haast mede komt doordat Nederland de beslissing over het prijsplafond in Brussel
te lang heeft tegengehouden, aangezien de discussie over een prijsplafond op energie
al voor de zomer was begonnen. Voelt de Minister op zijn minst een gedeelde verantwoordelijkheid
voor de haast die nu geboden is en het feit dat het Europees Parlement nu niet meegenomen
wordt in de besluitvorming? Hoe draagt dit bij aan het democratischer maken van de
Europese besluitvorming?
II Antwoord / reactie van de Minister
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A.H. (Agnes) Mulder, voorzitter van de vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat -
Mede ondertekenaar
D.D. van Dijke, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.