Lijst van vragen : Lijst van vragen inzake lerarenstrategie (Kamerstuk 27923-443)
2022D35871 LIJST VAN VRAGEN
De vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft een aantal vragen voorgelegd
aan de Ministers voor Primair en Voortgezet Onderwijs en van Onderwijs, Cultuur en
Wetenschap over de brief d.d. 1 juli 2022 inzake lerarenstrategie (Kamerstuk 27 923, nr. 443).
De voorzitter van de commissie, Michon-Derkzen
De adjunct-griffier van de commissie, Arends
Nr
Vraag
1
Is inmiddels een kwartiermaker aangesteld? Zo ja, wie?
2
Wat is het huidige tekort aan schoolleiders?
3
Is het experiment om met de toelatingseisen voor de pabo om een optimale instroom
te bevorderen inmiddels van start gegaan?
4
Kunt u meer toelichten over het wetsvoorstel om eisen aan strategisch personeelsbeleid
te kunnen stellen?
5
Hoeveel onbevoegde docenten staan er op dit moment voor de klas in het primair onderwijs?
6
Hoeveel onbevoegde docenten staan er op dit moment voor de klas in het voortgezet
onderwijs?
7
Hoe gaat u het lerarentekort precies aanpakken de komende jaren?
8
Waar kunnen mensen terecht die zich willen laten omscholen tot docent in het po1 of vo2?
9
Hoe worden lerarenopleidingen de komende jaren aantrekkelijker gemaakt voor aankomende
studenten of mensen die zich willen laten omscholen?
10
Is dit kabinet voornemens om de halvering van het collegegeld voor de pabo of lerarenopleidingen
te schrappen per 2024–2025?
11
Wat is de verhouding tussen bevoegde en onbevoegde docenten in het po en het vo?
12
Welke stappen heeft u genomen om de kwaliteitscultuur op scholen te versterken?
13
Hoe controleert de Inspectie van het Onderwijs (hierna: inspectie) op het al dan niet
aanwezig zijn van een goede kwaliteitscultuur op scholen?
14
Hoe controleert de inspectie op goede begeleiding van nieuwe docenten?
15
Welk deel van de leraren heeft minimaal één keer per jaar een functioneringsgesprek?
16
Hoe vaak komt het voor dat een leraar bij goed functioneren meer dan één periodiek
omhoog gaat in maandsalaris?
17
Hoe vaak komt het voor dat een leraar bij slecht functioneren geen periodiek omhoog
gaat in maandsalaris?
18
Hoe vaak komt het voor dat leraren direct vanuit de opleiding in hogere salarisschalen
of periodieken worden ingedeeld?
19
In hoeverre staat het scholen vrij om leraren in hogere salarisschalen in te delen
zonder dat zij extra taken of verantwoordelijkheden hebben?
20
Welke stappen worden er door u gezet om het bevoegdhedensysteem in het funderend onderwijs
te versimpelen?
21
Hoeveel procent van de leraren in opleiding vallen naar verwachting onder de pilot
SO&P3 in de komende vijf schooljaren?
22
Welke eisen worden er bij de pilot SO&P aan scholen gesteld over begeleiding van stagairs
en nieuwe docenten?
23
Welke eisen worden er bij de pilot SO&P aan lerarenopleidingen gesteld over begeleiding
van stagairs en nieuwe docenten?
24
Hoe hoog is de ervaren regeldruk in het onderwijs?
25
Wat is er gedaan met het advies in «Foundations for the future» (OESO, 2016) om een
carrièrestructuur op te zetten die salaris- en carrièrediversiteit promoot?
26
Wat is er gedaan met het advies in «Ruim baan voor leraren» (Onderwijsraad, 2018)
om een ontwikkelmodel voor loopbaan en professionalisering te hanteren?
27
Wat is er gedaan met het advies in «Een verstevigd fundament voor iedereen» (McKinsey,
2020) om het functiehuis voor leraren opnieuw in te richten?
28
Wat zijn per regio en per onderwijssector de meest recente gegevens over de omvang
van het kwalitatieve lerarentekort in termen van on(der)bevoegde docenten die er voor
de klassen staan?
29
Welk deel van de kwantitatieve en kwalitatieve lerarentekorten is eraan te wijten
dat het actieplan «LeerKracht van Nederland» uiteindelijk niet werd uitgevoerd en
welk deel is te wijten aan dat de maatregelen die de commissie Rinnooy Kan voorstelde
niet voldoende effectief zijn gebleken?
30
Wat was het effect van de halvering van het collegegeld?
31
Welke regio's worden er bij de regionale aanpak van het lerarentekort onderscheiden?
Kunt u per regio en per onderwijssector specificeren welke problemen het lerarentekort
daar kenmerken en hoe de maatregelen daarop inspelen?
32
Wat is de stand van zaken van de inrichting van de tijdelijke programma (DG-)organisatie?
33
Hoeveel fte behelst het programmabureau?
34
Is er nog altijd en in alle onderwijssectoren sprake van een ongelijke spreiding van
het lerarentekort in die zin dat scholen met een leerlingenpopulatie die meer onderwijsachterstanden
heeft, méér te kampen hebben met een lerarentekort? Hoe kunnen regionaal beleid en
specifiek beleid gericht op onderwijssectoren daarop inspelen zodat de juiste scholen
worden gesteund, maar scholen die daar veel minder mee te kampen hebben daar niet
onnodig van profiteren?
35
In hoeverre zal een stevigere rol voor de lerarenopleidingen bij de professionalisering
recht kunnen doen aan de zeggenschap van de beroepsgroep over de vakinhoud? Komt de
rol van vakinhoudelijke verenigingen daarbij niet in het gedrang?
36
Kunt u toelichten wat u verstaat onder «het intensiveren van het gesprek met het onderwijsveld»?
37
Hoe groot is het lerarentekort in het mbo4 op dit moment?
38
In hoeverre is het voor de inspectie aanvaardbaar dat de professionalisering van leraren
leidt tot lesuitval voor scholieren?
39
Met hoeveel zal het aantal zij-instromers toenemen door de verhoging van het subsidiebudget,
volgens de verwachtingen?
40
Hoeveel statushouders met een bevoegdheid als leraar zijn er op dit moment in Nederland
en hoeveel daarvan kunnen gebruikmaken van het programma om ook in Nederland aan de
slag te gaan als bevoegde leraar?
41
Welke belemmeringen in de regelgeving op het gebied van bevoegdheden acht u zonder
meer wenselijk en zult u daarom ook ongemoeid laten?
42
Wat is de reden voor het relatief hoog aandeel deeltijdwerkers op het mbo?
43
Bent u voornemens om in het wetsvoorstel over het strategisch personeelsbeleid ook
regelgeving over vaste contracten op te nemen?
44
Welke mogelijkheden ziet u binnen de grenzen van de autonomie van de schoolbesturen
om te bewerkstelligen dat meer besluitvorming plaatsvindt op de werkvloer en in de
docentenkamer?
45
Wat voor effect zal de keuze voor afspraken met een «kopgroep» van regio's hebben
op de ongelijke spreiding van de lerarentekorten?
46
Moet de vierdaagse schoolweek waarop u zinspeelde in het interview in NRC-Handelsblad
van 1 juli 2022 «Onderwijsministers Dijkgraaf en Wiersma: «We zijn bereid alles te
doen wat nodig is om het lerarentekort te bestrijden» bij uitstek gelezen worden als
een voorbeeld van «de andere dag- en weekindeling» die u voor de geest staat? Waarom
vermeldde u deze gedachte dan nog niet in de onderhavige brief?
X Noot
1
po: primair onderwijs.
X Noot
2
vo: voortgezet onderwijs.
X Noot
3
SO&P: Samen opleiden en professionaliseren.
X Noot
4
mbo: middelbaar onderwijs.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
I.J.M. Michon-Derkzen, voorzitter van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap -
Mede ondertekenaar
M.H.R.M. Arends, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.