Verslag houdende een lijst van vragen en antwoorden : Verslag houdende een lijst van vragen en antwoorden
36 089 Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat voor het jaar 2022 (Zesde incidentele suppletoire begroting inzake vulmaatregelen gasopslag en waardevermeerderings-regeling)
Nr. 4
VERSLAG HOUDENDE EEN LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN
Vastgesteld 24 juni 2022
De vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat, belast met het voorbereidend
onderzoek van dit voorstel van wet, heeft de eer verslag uit te brengen in de vorm
van een lijst van vragen met de daarop gegeven antwoorden.
De vragen zijn op 25 mei 2022 voorgelegd aan de Minister van Economische Zaken en
Klimaat. Bij brief van 22 juni 2022 zijn ze door de Minister van Economische Zaken
en Klimaat beantwoord.
Met de vaststelling van het verslag acht de commissie de openbare behandeling van
het wetsvoorstel voldoende voorbereid.
De voorzitter van de commissie, A. Mulder
De adjunct-griffier van de commissie, Reinders
1
Kunt u inzichtelijk maken hoe de bedragen voor de twee maatregelen tot stand zijn
gekomen?
Antwoord
Op de incidentele begroting zijn middelen beschikbaar voor twee maatregelen.
De eerste maatregel is een subsidiemaatregel die marktpartijen compenseert voor het
negatieve verschil tussen de huidige gasprijzen en de verwachte gasprijzen aankomende
winter (de zogenoemde zomer-winter spread). De tweede maatregel wijst een partij aan
voor het vullen van de gasopslag.
Bij het ramen van het benodigde budget voor deze maatregelen is oorspronkelijk uitgegaan
van € 15 per MWh vergoeding voor negatieve spread. Voor de subsidieregeling is daarnaast uitgegaan van een vergoeding van € 3 per MWh variabele kosten, en werd
de aanname gedaan dat hiermee 20 TWh zou worden gevuld. Dit is ((€ 15 + € 3) * 20.000.000
MWh =) € 360 mln. Daarnaast werd rekening gehouden met een capaciteitstarief van € 1,5
per MWh voor onverkochte capaciteit à 4 TWh. Dit is ((€ 1,5 * 4.000.000 MWh) =) € 6
mln. Het totaal voor de subsidiemaatregel kwam daarmee op € 366 mln. Voor de maatregel met aangewezen partij werd naast de vergoeding voor negatieve spread van € 15 uitgegaan van € 9,5 per MWh
vergoeding voor variabele kosten (gelijk aan marktconforme variabele kosten + onderbrekingsrisico),
met de aanname dat hiermee 10,5 TWh zou worden gevuld. Dat telt op tot (€ 24,5 * 10.500.000
MWh =) € 257,25 mln. In totaal kwam de raming van beide maatregelen daarmee uit op
€ 623,25 mln.
Bij de nadere uitwerking van de regeling zijn de uiteindelijke parameters iets anders
uitgevallen dan tijdens het ramen was voorzien, mede door contact met de Europese
Commissie over staatssteunaspecten. Op dit moment is de inschatting dat het budget
voldoet. Binnenkort wordt u geïnformeerd over de uitkomst van de tenders, die inmiddels
hebben plaatsgevonden.
2
Op welke ingeschatte prijsontwikkelingen voor de winter- en zomerprijzen zijn deze
mutaties gebaseerd?
Antwoord
Afgelopen maanden zagen we hoge prijzen in het vulseizoen en lage forwardprijzen in
het winterseizoen. Daarbij zagen we ook extreem hoge gasprijzen. Deze combinatie aan
factoren zorgt ervoor dat marktpartijen onvoldoende prikkels hebben om te vullen door
prijsrisico’s, hoge financieringskosten en verwachte verliezen. Daarom is een subsidieregeling
ontwikkeld om negatieve zomer-winter spread te compenseren, zodat bedrijven dan toch
gaan vullen.
Aangezien het zeer onzeker is hoe de spread zich komende zomer verder ontwikkelt,
zal de regeling als garantie voor het vullen van Bergermeer relevant blijven. Er wordt
in de raming dus geen rekening gehouden met bepaalde prijsontwikkelingen, maar tot
een maximum aan negatieve prijsontwikkelingen gedekt. Bij een groter verschil zijn
deze meerkosten in eerste voor de eigenaar van het gas, bij een spread die groter
is dan –€ 16 per MWh gedurende vijftien of meer dagen, vermindert de vulverplichting
evenredig.
3
Vanaf welke spread gaan de gebudgetteerde bedragen onvoldoende zijn?
Antwoord
Het beschikbaar gemaakte budget is gebaseerd op een maximale spread van –€ 16 euro
per MWh. Mocht het verschil groter zijn dan dit, dan wordt niet het gehele verschil
vergoed, maar enkel –€ 16 per MWh.
4
Wordt de volledige negatieve spread vergoed in de subsidieregeling? Zo ja, wat zijn
de afwegingen om niet pas vanaf een bepaalde (kleine) negatieve spread de subsidie
in te laten gaan zodat de lasten niet volledig bij de overheid te laten liggen? Zit
er een plafond op?
Antwoord
De volledige negatieve spread wordt vergoed, tenzij deze groter is dan –€ 16 per MWh.
Wanneer bij een kleinere negatieve spread slechts een deel wordt vergoed, is de verwachting
dat dat geen stimulans voor marktpartijen is om gas op te slaan. Het doel is om gasbedrijven
te stimuleren om gas op te slaan middels een vergoeding van een negatieve spread en
een bedrag voor bijkomende kosten, zoals injectie- en capaciteitskosten.
5
Hoe wordt er op toegezien dat de extra vrijgemaakte middelen adequaat worden besteed?
Antwoord
Via de subsidiemaatregel voor marktpartijen wordt getracht marktpartijen zelf zoveel
mogelijk gas op te laten slaan. Hiermee worden de (markt)risico's gemoeid met gasopslag
gespreid over zoveel mogelijk partijen. De gasbedrijven ontvangen verder alleen subsidie
als zij aan hun vulverplichtingen hebben voldaan en de subsidieformule (spread min
afslag plus garantiestellingspremie) negatief is. Zie hieronder een rekenvoorbeeld
aan de hand van de subsidieformule. Om de resterende vulbehoefte waar marktpartijen
niet in voorzien in te vullen, wordt Energie Beheer Nederland aangewezen om de resterende
vulbehoefte in te vullen.
6
Kunt u met een rekenvoorbeeld uitleggen hoe de voorgestelde tenderregeling voor marktpartijen
zal werken?
Antwoord
De hoogte van de subsidie is afhankelijk van het prijsverschil tussen de huidige gasprijzen
en de verwachte gasprijzen aankomende winter (de zogenoemde zomer-winter spread).
Daarnaast is er een incentivebonus (premie) om deelname te stimuleren en eventueel
een vergoeding voor de opslagkosten. De formule daarvoor is als volgt: spread – afslag
+ garantstellingspremie (0,264). Er wordt alleen subsidie uitgekeerd als de uitkomst
van de subsidieformule negatief is.
Voorbeeld 1: als de gemiddelde gewogen spread –€ 10 per MWh bedraagt en de geboden
afslag is € 2,50 per MWh dan ontvangt het gasbedrijf een subsidie van € 12,236 per
MWh (–10–2,5+0,264= –12,236).
Voorbeeld 2: als de gemiddelde gewogen spread € 6 per MWh is en de afslag € 2,30 per
MWh, dan ontvangt het gasbedrijf geen subsidie (6–2,3+0,264=3,96). In dit voorbeeld
heeft de subsidieformule een positief resultaat en wordt er niets uitgekeerd.
7
Welke voorwaarden zijn er gebonden aan het verkrijgen van de subsidies?
Antwoord
Een marktpartij kan alleen in aanmerking komen voor de subsidie wanneer het bedrijf
al een service overeenkomst, zogenaamde SSSA, heeft met gasopslag Bergermeer. Daarnaast
moet er van de gesubsidieerde hoeveelheid gas, 100% in de opslag zitten op 1 november
2022, en nog 38% op 1 februari 2023.
8
Wie vallen er onder «de gebruikers die profiteren van de leveringszekerheid»?
Antwoord
Dit zijn alle gasafnemers. Het gaat om bedrijven en energiemaatschappijen (en indirect
de afnemers daarvan, zoals huishoudens, ziekenhuizen, enzovoort).
9
Hoe gaat de heffing er ook voor zorgen dat buitenlandse afnemers meebetalen?
Antwoord
Uitgangspunt is dat kosten worden gedragen door alle gebruikers (ofwel: de gebruiker
betaalt). Dit betreft zowel gebruikers in Nederland als daarbuiten. Er wordt gewerkt
aan een heffing op geboekte capaciteit voor transport via het landelijk gastransportnet
van Gasunie Transport Services (GTS) (bovenop – maar niet in – de tarieven voor gastransport).
Op die manier kan de rekening worden gelegd bij de gebruikers die profiteren van de
vulling van de gasopslagen, inclusief de gebruikers in het buitenland. De uiteindelijke
kosten worden door de gebruikers van het gastransportnet opgebracht.
10
Wat gaat een gemiddelde grootverbruiker betalen aan heffingen voor gebruik van de
gasopslag? Kunt u dit toelichten met een fictief rekenvoorbeeld?
Antwoord
Er wordt nog gewerkt aan de heffing op geboekte capaciteit voor transport via het
landelijk gastransportnet van GTS. Op dit moment is het nog niet mogelijk om aan te
geven hoe hoog de heffing wordt die wordt opgelegd aan de (verschillende) afnemers
van gas.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A.H. (Agnes) Mulder, voorzitter van de vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat -
Mede ondertekenaar
R.D. Reinders, adjunct-griffier