Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag van een schriftelijk overleg inzake periodiek monitoren van grenseffecten (Kamerstuk 35927-128)
2022D21982 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
De vaste commissie voor Financiën heeft op 30 mei 2022 enkele vragen en opmerkingen
aan de Staatssecretaris van Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst voorgelegd
over zijn op 10 mei 2022 toegezonden brief inzake periodiek monitoren van grenseffecten
(Kamerstuk 35 927, nr. 128).
De voorzitter van de commissie, Tielen
De adjunct-griffier van de commissie, Kling
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van de VVD
De leden van de VVD-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de brief over periodiek
monitoren van grenseffecten.
De leden van de VVD-fractie constateren dat op dit moment veel ondernemers in de grensregio’s
zich zorgen maken over de (grote) prijsverschillen van brandstof tussen Nederland
en de buurlanden. Deze leden roepen het kabinet op om bij toekomstig beleid deze zorgen
over de prijsverschillen mee te nemen en deze zoveel mogelijk te mitigeren.
De leden van de VVD-fractie vragen of het kabinet voor de afgelopen vijf jaren kan
aangeven, met peildatum na 1 juni aanstaande (datum van lagere accijns in Duitsland),
vanaf welke afstand tot de grens aankopen (per categorie: benzine, diesel, alcoholhoudende
dranken, tabakswaren) in Duitsland of België nog lonende zijn voor een gemiddelde
consument? Wijkt dit dan (aanzienlijk) af van de in de brief genoemde tien kilometer
van de studie in 2016? Zo nee, verwacht het kabinet dat deze «grens» inmiddels fors
hoger is dan tien kilometer?
De leden van de VVD-fractie constateren dat in de brief staat vermeld dat in het algemeen
geldt dat het verzamelen van informatie veelal landelijk gebeurt en er meestal geen
onderscheid bestaat tussen de grensregio en de rest van het land. Is het kabinet het
met deze leden eens dat dit onwenselijk is en zo ja, welke stappen gaat het kabinet
zetten om een en ander duidelijker in kaart te brengen? Zo nee, waarom niet?
De leden van de VVD-fractie constateren dat op pagina 4 van de brief onder het kopje
grenseffecten en wetgeving wordt gesproken over een «langjarige trend». Wat zijn de
mogelijke verklaringen voor deze zogenaamde trend? In 2014 zijn blijkens pagina 4
van de brief verschillende onderzoeken gedaan naar grenseffecten en accijnsverhogingen.
Is de Staatssecretaris het met de leden van de VVD-fractie eens dat deze onderzoeken
vandaag de dag niet meer actueel zijn en dat er dus behoefte bestaat om deze snel
te actualiseren? Zo ja, kan dat, in plaats van in het najaar, gelet op de actualiteit
en urgentie nog voor de zomer plaatsvinden?
Voorts constateren deze leden dat op pagina 5 het Planbureau voor de Leefomgeving
al eerder heeft gerapporteerd over de oorzaken voor de verschillen. Deze leden vragen
wat de conclusies van dat onderzoek waren. Op pagina 6 van de brief wordt vermeld
dat onderzoeken met onzekerheden zijn omgeven vanwege tijdelijke, beperkende COVID-19-maatregelen.
Worden deze onderzoeken op korte termijn geactualiseerd zonder deze effecten? Zo ja,
kunnen wij deze op korte termijn ontvangen?
Tot slot vragen de leden van de VVD-fractie het kabinet nogmaals met oliemaatschappijen
en tankstationhouders in gesprek te gaan om te kijken naar een mogelijkheid om toch
periodiek onderzoek te doen. Bij gedegen onderzoek kan dit voor rust zorgen in de
regio’s waar de tankstationhouders zelf ook veel profijt van kunnen hebben. Deze leden
vragen het kabinet hierop te reageren.
Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van de PVV
De leden van de PVV-fractie hebben kennisgenomen van de brief d.d. 10 mei 2022 inzake
het periodiek monitoren van grenseffecten accijnzen en btw. De leden van de PVV-fractie
hebben enkele vragen en/of opmerkingen.
De leden van de PVV-fractie merken op dat de directe buurlanden van Nederland allemaal
inflatie corrigerende maatregelen nemen, waaronder accijnsverlagingen op brandstoffen.
Zo heeft bijvoorbeeld België de accijns op brandstoffen verlaagd per 19 maart 2022,
Nederland per 1 april 2022 en Duitsland verlaagt de brandstofaccijns per 1 juni 2022.
Aangezien in alle landen deze maatregelen door de regeringen vooralsnog zijn aangekondigd
als zijnde tijdelijk, voorzien de leden van de PVV-fractie een ideale samenkomst van
omstandigheden om real-time de grenseffecten van maatregelen (over en weer tussen
buurlanden) te monitoren en te analyseren.
Is de Staatssecretaris bereid om bij het onderzoek naar grenseffecten dit jaar expliciet
aandacht te besteden aan de inflatie corrigerende maatregelen? Hebben de genomen maatregelen
effect en, zo ja, hebben de maatregelen het beoogde effect, in welke mate en voor
welke doelgroep?
De leden van de PVV-fractie merken in dit kader op dat in december 2021 het prijsverschil
met Duitsland, aangaande benzine, historisch hoog was. En dat dit verschil per 1 juni
2022 (door de accijnsverlaging in Duitsland) wederom historisch hoog wordt. Door deze
prijsdaling voorziet de Duitse ADAC (Allgemeine Deutsche Automobil-Club) een stormloop
aan de Duitse pompen. Daarentegen voorzien de Nederlandse pomphouders en winkeliers
een enorme terugloop in klandizie.1. Niet enkel omdat men over de grens gaat tanken, maar tevens omdat men van de gelegenheid
gebruik maakt om aldaar tabak, alcohol en reguliere boodschappen te kopen.
Gaat de Staatsecretaris de gevolgen van de aangekondigde accijnsverlaging in Duitsland
monitoren en de gevolgen daarvan voor de Nederlandse grensondernemer mitigeren? Zo
ja, op welke wijze?
Bestaand onderzoek
De leden van de PVV-fractie merken op dat er van overheidswege in algemene zin (kennelijk)
vooralsnog weinig zicht bestaat op specifieke grenseffecten, maar dat er veelal gebruik
wordt gemaakt van landelijke (macro)cijfers. Kan de Staatssecretaris aangeven hoe
in de toekomst onderzoeken meer gefocust worden op het in kaart brengen van daadwerkelijke
grenseffecten, bijvoorbeeld door het in kaart brengen van lokale verkopen, het houden
van interviews en enquêtes en het houden van representatieve steekproeven onder particulieren
en ondernemers?
Hierbij merken de leden van de PVV-fractie tevens op dat België middels het prijzenobservatorium
ieder kwartaal een overzicht publiceert van verschillen tussen allerlei productgroepen
en daarbij tevens rekening houdt met de totale inflatie. Kan de Staatsecretaris analoog
aan het prijzenobservatorium een vergelijkbare publicatie voor Nederland opstellen
per kwartaal?
Grenseffecten en wetgeving
De leden van de PVV-fractie merken op dat er bij gewijzigd beleid en een aanpassing
in wet- en regelgeving op basis van het IAK (Integraal afwegingskader voor beleid
en regelgeving) altijd nagedacht moet worden over grenseffecten. Kan de Staatsecretaris
nader ingaan op de praktische inkleding en uitvoering van dit «nadenken» over grenseffecten,
wordt dit «nadenken» bijvoorbeeld voorafgegaan door een concreet onderzoek? Is de
Staatssecretaris bereid om in de toekomst afwegingen in het kader van het IAK bij
beleidsaanpassingen en/of aanpassingen in wet- en regelgeving expliciet op te nemen?
Hoe kan een dergelijke afweging worden gemaakt indien de benodigde lokale informatie
(kennelijk) niet aanwezig is en op basis van welke informatie wordt heden dan ingeschat
of er überhaupt sprake is van grenseffecten? Betreft het IAK enkel een toets vooraf,
of wordt ook achteraf nog gemonitord of er onvoorziene grenseffecten zijn?
Was het onderzoek uit 2014 waar de Staatsecretaris naar verwijst, en dat gehouden
was op verzoek van de Kamer, het laatste grote onderzoek naar de verhoging van accijnzen?
De leden van de PVV-fractie lezen dat er voorafgaand aan 2014 al een jarenlange trend
was van een dalende afzet en dat na de accijnsverhoging er sprake was van een nog
grotere terugloop van afzet van brandstoffen in de grensregio. Hoe heeft deze trend
zich sinds 2014 ontwikkeld en wat waren de gevolgen voor consumenten en ondernemers
in de grensregio?
Kan de Staatssecretaris in dit kader tevens een inschatting geven van de misgelopen
accijnzen en btw in ieder geval vanaf 2014 tot en met 2021 (per jaar en totaal)? Bij
voorkeur verstrekt de Staatsecretaris al vanaf vóór 2014 omdat er toen immers al sprake
was van een jarenlange dalende afzet in de grensregio. Vanaf wanneer is de jarenlange
dalende afzettrend in de regio ingezet en welke verklaring heeft de Staatsecretaris
daarvoor?
Brandstofaccijnzen
De Nederlandsche Bank (DNB) heeft de accijnsverhoging uit 2014 tevens onderzocht en
kwam volgens de Staatsecretaris tot de conclusie dat er voor Nederlandse consumenten
die verder dan tien kilometer van de grens van België of Duitsland woonden er geen
indicatie was dat zij meer gingen tanken over de grens. Kan de Staatssecretaris aangeven
in hoeverre de grensregio inmiddels is opgerekt, vanaf welke afstand loont het voor
een consument om wel over de grens te tanken? De leden van de PVV-fractie merken hierbij
tevens op dat er niet meer getankt werd over de grens. Was er reeds in kaart gebracht hoeveel er over de grens
getankt werd in de grensregio voorafgaand aan de prijsverhoging? Kortom: wat was het
percentage van particulieren dat voorafgaand aan de prijsverhoging ook al over de
grens tankte en naar hoeveel is dat gestegen? Heeft de Staatsecretaris tevens inzicht
in de ontwikkeling vanaf 2014?
De leden van de PVV-fractie verzoeken de Staatssecretaris om in te gaan op de vraag
in hoeverre verlaging van de brandstofaccijnzen al dan niet wordt doorgegeven aan
de consument en wat de gevolgen zouden zijn van een plotselinge stijging van de brandstofaccijnzen?
Tabak
De leden van de PVV-fractie merken op dat het Rijksinstituut voor Volksgezondheid
en Milieu (RIVM) concludeert dat er geen grote toename van de grenseffecten door de
accijnsverhoging heeft plaatsgevonden. Daarnaast acht het RIVM het niet waarschijnlijk
dat een groot deel van de Nederlandse rokers bij verdere prijsstijgingen vaker naar
het buitenland zal reizen om daar zijn rookwaren te kopen.
De leden van de PVV-fractie merken hierbij op dat op basis van het EPS (Empty Pack
Survey) het aantal niet-Nederlandse veraccijnsde pakjes sigaretten tussen 2014 en
2021 is gestegen van 6,3 procent naar 15,3 procent, meer dan een verdubbeling. Voorts
merken de leden van de PVV-fractie op dat het aandeel buitenlandse verpakkingen bijna
verdriedubbeld is (van 3,7 procent naar 10,9 procent). Hoe verklaart de Staatssecretaris
deze stijging en de kennelijke discrepantie tussen de bevindingen van het RIVM en
het EPS?
Kan de Staatssecretaris in dit kader tevens een inschatting geven van de misgelopen
accijnzen en btw over de jaren 2008 tot en met 2021 (per jaar en totaal)?
BTW
De leden van de PVV-fractie merken op dat de Staatssecretaris voornemens is het onderzoek
van 2014 te herhalen. Kan de Staatssecretaris hierbij aangeven of er enkel een vergelijking
gemaakt wordt met 2014 of dat de gehele ontwikkeling vanaf 2014 (jaarlijks) in kaart
gebracht wordt?
Kan de Staatssecretaris bij het nieuwe onderzoek niet enkel de landelijke en regionale
gevolgen in kaart brengen, maar tevens ingaan op de effecten c.q. voordelen voor een
consument (op microniveau) in de grensregio om over de grens te tanken, alcohol en
tabak te kopen en tevens boodschappen te doen?
Kan de Staatssecretaris in het onderzoek betrekken in hoeverre Duitsers en Belgen
in de grensregio juist in Nederland hun boodschappen doen in verband met prijsverschillen
en in hoeverre dit bijdraagt aan de Nederlandse staatskas c.q. de regionale economie?
Kan de Staatssecretaris bij de aangekondigde onderzoeken in kaart brengen wat de jaarlijkse
totale gederfde opbrengsten (misgelopen accijnzen en btw) zijn voor de staatskas?
Kan de Staatssecretaris tevens een inschatting maken van de indirect gederfde opbrengsten
en neveneffecten, zoals bijvoorbeeld het wegvallen van werkgelegenheid in de grensregio
door concurrentie over de grens?
Vragen en opmerkingen bij de Empty Pack Survey
De leden van de PVV-fractie verzoeken de Staatssecretaris om nader toe te lichten
wanneer geraapte pakjes wel en wanneer geraapte pakjes niet representatief zijn?2
De leden van de PVV-fractie verzoeken de Staatssecretaris nader toe te lichten of
in het EPS rekening wordt gehouden met andere rooktabak, anders dan sigaretten, zoals
shag en in hoeverre de berichtgeving in het Financieele Dagblad correct is dat 31
procent van de shagrokers in maart 2022 uitweek naar het buitenland3.
Voor zover andere rooktabak geen onderdeel uitmaakt van het EPS, is de Staatssecretaris
voornemens om andere rooktabak in de toekomst wel in het onderzoek te betrekken?
De leden van de PVV-fractie merken op dat uit het EPS voortvloeit dat er nauwelijks
een inschatting te maken is van de omvang van de zwarte markt. Welke stappen is de
Staatssecretaris voornemens te nemen om deze omvang beter in kaart te brengen? Welke
mogelijkheden ziet de Staatssecretaris om illegale aanvoerkanalen van sigaretten tegen
te gaan?4
Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van BBB
Het lid van de BBB-fractie heeft met verbazing kennisgenomen van de brief van de Staatssecretaris
over de grenseffecten.
De Staatssecretaris meldt dat uit onderzoek volgt dat er een toename was van de accijnsinkomsten
en niet de gevreesde daling. Wat betreft de grensstreek was er weliswaar een grotere
terugloop dan in de rest van het land, maar dit paste in een langjarige trend van
een dalende afzet van de brandstoffen in de directe grensstreek. Het lid van de BBB-fractie
vraagt de Staatssecretaris of een langjarige trend van daling een passende trend is
of dat hij noodzaak ziet om dit om te buigen in een stijgende trend en of de Staatssecretaris
ook de effecten op ondernemers en burgers in de grensstreken tot zijn verantwoordelijkheid
rekent. Tevens vraagt het lid van de BBB-fractie hoe de Staatssecretaris voorkomt
dat de leefbaarheid in grensstreken verder onder druk komt te staan door het verdwijnen
van lokale voorzieningen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
J.Z.C.M. Tielen, voorzitter van de vaste commissie voor Financiën -
Mede ondertekenaar
Y.C. Kling, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.