Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over het Fiche: Mededeling actieplan grensoverschrijdend en langeafstandspersonenvervoer per spoor (Kamerstuk 22112-3319)
2022D11081 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Binnen de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat hebben verschillende fracties
de behoefte om vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Minister en de Staatssecretaris
van Infrastructuur en Waterstaat over het fiche: Mededeling actieplan grensoverschrijdend
en langeafstandspersonenvervoer per spoor (Kamerstuk 22 112, nr. 3319).
De voorzitter van de commissie, Tjeerd de Groot
De adjunct-griffier van de commissie, Van der Zande
Inhoudsopgave
blz.
I
Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
2
Inleiding
2
VVD-fractie
3
D66-fractie
4
CDA-fractie
6
SP-fractie
6
GroenLinks-fractie
7
Partij voor de Dieren-fractie
8
ChristenUnie-fractie
9
BBB-fractie
9
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Inleiding
De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de stukken behorend bij het schriftelijk
overleg Fiche: Mededeling actieplan grensoverschrijdend en langeafstandspersonenvervoer
per spoor en hebben hierover nog enkele vragen/opmerkingen.
De leden van de D66-fractie hebben met instemming kennisgenomen van het actieplan
voor grensoverschrijdend en langeafstandspersonenvervoer per spoor (hierna: het actieplan).
Deze leden hebben daarbij enkele vragen.
De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van de kabinetsappreciatie van het
actieplan. Deze leden hebben nog enkele vragen en opmerkingen.
De leden van de SP-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de agenda voor
dit overleg. Deze leden hebben hierbij nog een aantal vragen en opmerkingen, maar
steunen de voorgestelde inzet op hoofdlijnen.
De leden van de GroenLinks-fractie hebben met enthousiasme kennisgenomen van het door
de Europese Commissie voorgestelde actieplan. Het is een ambitieus actieplan waarin
de trein als een duurzaam alternatief voor de auto en het vliegtuig gepresenteerd
wordt. Dat juichen deze leden van harte toe. Zij hebben nog wel meerdere vragen.
De leden van de Partij voor de Dieren-fractie hebben met interesse het fiche: Mededeling
actieplan grensoverschrijdend en langeafstandspersonenvervoer per spoor gelezen. Deze
leden hopen dat het kabinet en de Europese Commissie zich voluit inspannen om het
internationale treinreizen te bevorderen. Zij hebben daarover nog enkele vragen.
De leden van de ChristenUnie-fractie hebben met interesse kennisgenomen van het fiche:
Mededeling actieplan grensoverschrijdend en langeafstandspersonenvervoer per spoor.
Deze leden hebben daarover nog enkele vragen.
Het lid van de BBB-fractie heeft met belangstelling kennisgenomen van het actieplan
en de kabinetsappreciatie daarvan. Dit lid heeft daarover een aantal vragen.
VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie vragen of de Staatssecretaris kan toelichten wat mogelijke
knelpunten zouden kunnen zijn die een versnelde uitrol van het beveiligingssysteem
voor het spoorverkeer European Rail Traffic Management System (ERTMS) in gevaar kunnen
brengen.
De leden van de VVD-fractie vragen welke samenwerking tussen luchtvaartmaatschappijen
en spoorwegen de Minister en de Staatssecretaris voor ogen hebben en wat dit zou kunnen
beteken voor reizigers in beide sectoren.
De leden van de VVD-fractie lezen dat volgens het kabinet het spoorverkeer op bepaalde
routes als een duurzaam alternatief geldt ten opzichte van het luchtverkeer. Deze
leden zijn benieuwd welke routes de Commissie en de Staatssecretaris in beeld hebben
in Nederland en hoe de Commissie en de Staatssecretaris deze routes willen stimuleren.
Voorts vragen de leden van de VVD-fractie, als het gaat om interoperabiliteit bij
het realiseren van internationale treinverbindingen met België en Duitsland, welke
obstakels dienen te worden vermeden en welk resultaat kan worden behaald bij het sluiten
van interoperabiliteitsverdragen met deze buurlanden.
De leden van de VVD-fractie constateren dat er nog geen position paper is opgesteld
dat onderzoekt welke grootschalige Europese investeringen er nodig zijn voor (grensoverschrijdend
en langeafstands-) spoorgoederenvervoer. Deze leden vragen zich af waarom de focus
tot op heden alleen op het spoorpersonenvervoer is gericht en wanneer het actieplan
(position paper) voor spoorgoederenvervoer kan worden verwacht.
De leden van de VVD-fractie vragen welke nieuwe rijtuigen en treinen de hoogste prioriteit
hebben bij een investeringsimpuls op basis van het makkelijker kunnen verkrijgen van
leningen bij de Europese Investeringsbank (EIB).
De leden van de VVD-fractie hechten grote waarde aan een gelijk Europees speelveld
en merken op dat Duitsland in 2020 heeft besloten de btw op treinkaartjes voor langeafstandsreizen
te verlagen (van 19% naar 7%). Deze leden vragen zich af of meer lidstaten een dergelijke
verlaging gaan toepassen en of het kabinet hetzelfde overweegt in Nederland.
De leden van de VVD-fractie vragen wanneer er resultaten kunnen worden verwacht uit
het onderzoek van het kabinet naar de gevolgen voor de kosten voor passagiers bij
een eventuele EU-brede btw-vrijstelling voor internationale treintickets en of dit
leidt tot een gelijker speelveld.
Voorts vragen de leden van de VVD-fractie of de Staatssecretaris kan verklaren waarom
de verlaging van (delen van) de gebruiksvergoeding niet op voorhand wordt omarmd,
in het bijzonder voor het internationaal spoorgoederenvervoer.
De leden van de VVD-fractie vragen ook of de Staatssecretaris een verlaging van de
gebruiksvergoeding overweegt specifiek voor het (internationaal) spoorgoederenvervoer
om zo te komen tot een gelijker speelveld en zijn benieuwd welke voorwaarden er zullen
worden gesteld.
De leden van de VVD-fractie constateren dat lidstaten in de herziening van de richtsnoeren
over de staatssteun voor spoorwegen de mogelijkheid krijgen om door middel van extra
publieke financiering de tarieven voor de gebruiksvergoeding te verlagen. Deze leden
zijn benieuwd hoe en op basis van welke voorwaarden deze extra financiering over de
lidstaten verdeeld zal worden.
Voorts vragen de leden van de VVD-fractie welke lidstaten een verlaging van de gebruiksvergoeding
overwegen, wat dit zou betekenen voor de concurrentiepositie van bedrijven uit deze
landen en hoe Nederland zijn samenwerking met landen als België en Duitsland op dit
punt kan bevorderen.
De leden van de VVD-fractie delen de ambitie voor het gebruiksvriendelijker maken
van ticketing voor reizigers. Voorts vragen deze leden hoe dit centrale loket zal
worden vormgegeven, wat dit voor gevolgen zal hebben voor het prijsniveau van tickets
en wanneer reizigers dit loket kunnen verwachten.
De leden van de VVD-fractie merken op dat de Europese Commissie in 2022 regelgeving
wil uitbrengen om de capaciteit van spoorwegen te beheren, te coördineren en zo te
verhogen. Deze leden vragen, op basis van het gebrek aan onvoldoende internationale
coördinatie, wanneer zij een onderzoek naar een nieuw EU-agentschap kunnen verwachten.
Voorts vragen de leden van de VVD-fractie de Minister en de Staatssecretaris wanneer
zij voortgang verwachten te kunnen boeken op de Actieagenda Trein en Luchtvaart en
de Kamer hierover te informeren.
De leden van de VVD-fractie constateren dat de consument vandaag de dag zich niet
genoeg bewust is van de impact van zijn keuze voor het vliegtuig of de trein als vervoermiddel.
Deze leden vragen hoe de Minister en Staatssecretaris de consument beter gaan laten
informeren en bewust gaan maken van het totale aanbod aan duurzame vervoermiddelen
of reisalternatieven.
De leden van de VVD-fractie merken op dat er vijftien pilots zijn voor nieuwe internationale
personenvervoerdiensten. Deze leden vragen of de Minister en Staatssecretaris overwegen
om aan deze pilots deel te nemen en om welke dit specifiek zou gaan.
D66-fractie
De leden van de D66-fractie vragen de Staatssecretaris of zij het ermee eens is dat
het project Zuidasdok randvoorwaardelijk is voor de Nederlandse en Europese ambities
voor het internationale spoor en vragen daarbij naar de voortgang van de gesprekken
tussen het ministerie en andere betrokken partijen. Is de staatsecretaris bereid om
toe te zeggen dat versobering van het project Zuidasdok niet aan de orde is, gezien
het belang voor verduurzaming van de transportsector, het Programma Hoogfrequent Spoorvervoer
(PHS) en het via spoor internationaal verbinden van Nederland? Zo nee, waarom niet?
Zij vragen de Staatssecretaris of zij kennis heeft genomen van het tienpuntenplan
van het Internationaal Energieagentschap (IEA) en diens advies om in te zetten op
hogesnelheidstreinen en nachttreinen in plaats van vliegtuigen om zo de afhankelijkheid
van fossiele brandstoffen uit Rusland te verminderen1? Is de Staatssecretaris het ermee eens dat, gezien dit plan alsook de deelname van het Ministerie van IenW in de «Coalitie Anders Reizen», het project Zuidasdok
prioritair en voortvarend opgepakt moet worden om internationaal treinvervoer te stimuleren?
De leden van de D66-fractie memoreren ook het doel van de voorgangster van de Staatssecretaris
om in 2025 twee miljoen extra reizigers per jaar te vervoeren in de internationale
treinen. Deze leden vragen om een stand van zaken met betrekking tot deze doelstelling
en vragen of de Staatssecretaris bereid is deze doelstelling te herijken, gezien de
COVID-19-pandemie enerzijds en de Europese ambitie om het hogesnelheidsverkeer per spoor tegen
2030 te verdubbelen anderzijds. Ook vragen deze leden de Staatssecretaris hoe zij
de (verdere) uitvoering van de motie-Boulakjar over het wegnemen van drempels voor
toetreding van nachttreinvervoerders (Kamerstuk 35 925 XII, nr. 34) vormgeeft en wanneer zij de Kamer hierover kan informeren.
De leden van de D66-fractie lezen dat de Europese Commissie voorstelt de uitrol van
het beveiligingssysteem voor het spoorverkeer ERTMS te versnellen. Zij vragen de Staatssecretaris
uit te wijden over de mogelijkheden hiertoe in Nederland. Deze leden lezen met instemming
dat de EU voorstelt een Europese spoorautoriteit op te richten. Zij vragen naar de
positie van de Staatssecretaris ten aanzien van dit voorstel en of zij het ermee eens
is dat een dergelijk agentschap kan bijdragen aan de efficiëntie, coördinatie en toegankelijkheid
voor consumenten van het internationale spoor. Welke bevoegdheden vindt de Staatssecretaris
passen bij een dergelijke organisatie?
In het BNC-fiche lezen de leden van de D66-fractie dat het kabinet het wenselijk acht
dat lidstaten samenwerken bij het tot stand brengen van aantrekkelijke voorwaarden
voor internationale treindiensten. Zij vragen de Staatssecretaris dit nader te specificeren.
Deze leden lezen over de complexiteit hiervan, gezien de relatie met nationale bestaande
afspraken. Deze leden vragen of hiermee wordt gedoeld op de hoofdrailnetconcessie
(HRN). Bieden het programma van eisen en de aanstaande concessieverlening hierin aanknopingspunten
en, zo ja, welke? Deze leden vragen daarnaast in hoeverre de Staatssecretaris bereid
is de btw op kaartjes voor internationale treinreizen te verlagen, zoals enkele lidstaten
hebben gedaan of voornemens zijn te doen. En wil de staatsecretaris in het door het
kabinet voorgenomen onderzoek naar deze btw-reductie niet alleen het gelijk speelveld
als onderzoeksvraag meenemen, maar ook het drempelverlagende effect voor potentiële
reizigers?
De leden van de D66-fractie zijn positief gestemd over de ambitie om het speelveld
van het spoor gelijk te trekken met andere vervoerswijzen, onder andere door samenwerking
tussen luchtvaartmaatschappijen en spoorwegen. Deze leden vragen of de Staatssecretaris
bereid is kritisch te kijken naar de Actieagenda Trein en Luchtvaart gezien de ambities
van de Europese Commissie. Op welke punten van deze actieagenda ziet zij ruimte voor
aanvullende ambitie of snelheid? Hoe beziet zij in dit licht de afspraak in het coalitieakkoord
dat vliegen op de kortere afstand wordt ontmoedigd? Deze leden zijn daarnaast benieuwd
hoe de Staatssecretaris de inzet van de Commissie weegt dat het luchtverkeer op bepaalde
routes kan worden beperkt ten gunste van duurzame (spoor)alternatieven. Ziet de Minister
hierin aanleiding het aantal (korteafstands)vluchten te verminderen of deze juist
in te zetten ten behoeve van het internationale netwerk? Ook vragen deze leden naar
de stand van zaken met betrekking tot het mogelijk maken van een eerlijke vergelijking
op basis van klimaatimpact tussen vervoersmodaliteiten. Is de Staatssecretaris bereid
om in aanvulling op de vergelijkingssite van Milieu Centraal ook te werken aan een
systeem of label waarmee op de website van internationale spoorvervoerders en luchtvaartmaatschappijen
de klimaatimpact inzichtelijk wordt gemaakt? Zo nee, waarom niet?
De leden van de D66-fractie constateren dat het plan gemaakt is voor personenvervoer.
Ook goederenvervoer via het spoor kan volgens hen een belangrijke bijdrage leveren
aan verduurzaming van transport. Deze leden vragen of de Staatssecretaris bereid is
in Europees verband te pleiten voor een vergelijkbaar actieplan voor het goederenvervoer
per spoor.
De leden van de D66-fractie zijn blij met de mogelijkheid tot pilotprojecten voor
internationaal spoorvervoer. Deze leden vragen de Staatssecretaris of Nederland gaat
deelnemen aan (enkele van) deze pilots. Ook constateren deze leden dat ticketing op
dit moment een barrière vormt voor internationaal spoorverkeer. Deze leden vragen
de Staatssecretaris hoe de ticketing roadmap van de Community of European Railway
and Infrastructure Companies (CER) zich verhoudt tot de voorgestelde plannen.
CDA-fractie
De leden van de CDA-fractie verwelkomen net als het kabinet het EU-voorstel om internationaal
personenvervoer verder te verbeteren en te stimuleren. Deze leden zetten zich voornamelijk
in voor de verbetering van kort grensoverschrijdend treinverkeer, zoals op de trajecten
Heerlen-Aken, Terneuzen-Gent, Eindhoven-Düsseldorf, Zwolle-Twente-Münster, Emmen-Rheine
en Maastricht-Luik. Deze leden vragen de Staatssecretaris hoe het actieplan een bijdrage
kan leveren aan de verbetering van bovengenoemde trajecten. Wat zijn de belangrijkste
obstakels als het gaat om interoperabiliteit bij het realiseren van internationale
treinverbindingen met België en Duitsland en kan zij deze per hiervoor aangeduid traject
aangeven, zo vragen deze leden. Welk resultaat kan worden geboekt bij het sluiten
van interoperabiliteitsverdragen met onze buurlanden?
SP-fractie
De leden van de SP-fractie steunen de inzet om internationaal spoorvervoer te stimuleren
van harte. Naast het stimuleren van spoorvervoer zou hierbij de schone modaliteit
van de binnenvaart een prominente plek op de agenda verdienen, zo menen deze leden.
Zij vragen de Minister om hier in internationaal verband onverkort aandacht voor te
vragen om overlast van goederenvervoer voor omwonenden tegen te gaan. Desondanks zijn
zij van mening dat spoor(goederen)vervoer de voorkeur geniet boven het vervoer per
vrachttransport over de weg.
De leden van de SP-fractie merken op dat in veel gevallen de luchtvaart voor inwoners
nog de meest voordelige reisoptie vormt binnen de Europese Unie. Dat is in de ogen
van deze leden een onwenselijke situatie voor reizen over – met name – kortere afstanden.
Deze leden zijn dan ook voorstander van het idee om de btw-heffing over treinvervoer
EU-breed af te schaffen. Schone vormen van vervoer dienen immers te worden bevorderd
in plaats van bestraft. Deze leden vragen aan de Staatssecretaris of hiertoe ook voor
het spoorvervoer in Nederland inmiddels plannen gereed liggen. Kan de Staatssecretaris
hierop ingaan? En zo ja, wanneer kan de Kamer deze plannen verwachten?
De leden van de SP-fractie steunen eveneens de ambities van het kabinet om het boeken
van treintickets te stimuleren. Deze leden vragen hierbij om nadrukkelijk rekening
te houden met de zakelijke veelvliegers die een groot aandeel van de vluchten tot
750 kilometer voor hun rekening nemen, terwijl andere opties als videovergaderen of
treinreizen ruimschoots voldoende alternatief bieden.
GroenLinks-fractie
De leden van de GroenLinks-fractie zijn geïnteresseerd in de ambitie van de Europese
Commissie om na te gaan of lidstaten het luchtverkeer op bepaalde routes kunnen beperken
ten gunste van duurzame (spoor)alternatieven. Dit komt ten goede van de doelstelling
van de Europese Strategie voor duurzame en slimme mobiliteit van 2020 om collectief
vervoer tot 500 kilometer in de Unie vanaf 2030 CO2-neutraal te laten zijn. Deelt de Staatssecretaris de ambitie van deze leden om dit
op te schroeven tot het vervangen van vluchten binnen de Unie van minder dan 750 kilometer
door gemakkelijke en betaalbare alternatieven? Zo nee, waarom niet? Zo ja, is de Staatssecretaris
bereid zich hier in Europees verband voor in te zetten?
De leden van de GroenLinks-fractie zijn geïnteresseerd in het bevorderen van internationaal
treinverkeer. Om de internationale trein een nieuwe impuls te geven zijn meerdere
stappen nodig om te concurreren met de luchtvaart op prijs, tijd en gemak. Wat betreft
prijs geeft het kabinet aan de Europese Commissie te steunen in haar onderzoek naar
een EU-brede btw-vrijstelling of nultarief voor internationale treintickets en de
gevolgen hiervan op het aantrekkelijker maken van treinverkeer. Duitsland heeft in
2020 besloten de btw op kaartjes voor langeafstandstreinen te verlagen van 19% naar
7%. Welke andere lidstaten hebben nog meer een dergelijke btw-vrijstelling ingevoerd?
Waarom wacht de Staatssecretaris het onderzoek van de Commissie af en neemt zij niet
zelf al stappen om een btw-vrijstelling op internationale treintickets in te voeren?
Waarom neemt de Staatssecretaris nog geen stappen om de btw van binnenlandse treintickets
te verlagen naar 0%? Is zij minstens bereid er een onderzoek naar te steunen? Welke
andere concrete stappen onderneemt de Staatssecretaris om een gelijker speelveld te
krijgen tussen de internationale trein en het vliegtuig?
De leden van de GroenLinks-fractie juichen van harte toe dat de Europese Commissie
inzet op de nachttrein. Wordt hierbij nadrukkelijk ingezet op nachttreinreizen die
zo klantvriendelijk mogelijk zijn, bijvoorbeeld met geen nachtelijke tussenstops?
Hoe comfortabeler de reis, hoe groter het gebruik van duurzaam collectief personenvervoer.
Deelt de Staatssecretaris deze visie? En zet zij hier nadrukkelijk op in?
De leden van de GroenLinks-fractie vinden het tevens goed dat er wordt ingezet op
gebruiksvriendelijke ticketing en toegang tot het spoorwegsysteem. Het is belangrijk
dat reizigers zo makkelijk en zo betaalbaar mogelijk internationale treintickets kunnen
aanschaffen. Per wanneer verwacht de Staatssecretaris dat er een concreet voorstel
zal liggen van de Europese Commissie? Deelt zij de opvatting van deze leden dat dit
een van de belangrijkste punten is om enthousiasme voor het internationale spoor te
vergroten?
De leden van de GroenLinks-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de
vijftien door de Commissie voorgestelde pilotprojecten en de mogelijkheden voor EU-financiering
vanuit de Connecting Europe Facility. Welke pilots wil de Staatssecretaris indienen
en hoe zien deze projectplannen er concreet uit? Wat wil de Staatssecretaris met deze
projecten bereiken? Bepaalt de Staatssecretaris de projecten in overleg en samenwerking
met de sector om deze zo binnen te halen? Overweegt de Staatssecretaris om deel te
nemen aan de vijftien pilots voor nieuwe internationale personenvervoerdiensten? Zo
ja, om welke internationale diensten zou dit gaan?
Partij voor de Dieren-fractie
De leden van de Partij voor de Dieren-fractie zijn tevreden over het gegeven dat er
met enthousiasme gekeken wordt naar de noodzaak om internationaal spoor te bevorderen.
Deze leden missen echter wel een mate van urgentie. De klimaatcrisis die bestreden
moet worden, is geen zaak meer van de toekomst. De klimaatcrisis is hier en wordt
nog elke dag erger. Tegelijk is de klimaatimpact van het personen- en goederenvervoer
zoals we dat nu georganiseerd hebben wezenlijk en de (internationale) trein is een
van de weinige vervoerssectoren die (relatief) gemakkelijk te verduurzamen is of zelfs
al verduurzaamd is. Daarom vragen deze leden welke manieren de Staatssecretaris ziet
om nog steviger in te zetten op het bevorderen van het internationale treinverkeer.
De leden van de Partij voor de Dieren-fractie vragen wat precies bedoeld wordt wanneer
men spreekt over een «gelijk speelveld» tussen verschillende transportmodaliteiten,
aangezien er wezenlijke verschillen (vooral in klimaatimpact) zitten tussen de verschillende
modaliteiten. Kortom, wat bedoelen de Minister en Staatssecretaris (en de Europese
Commissie) wanneer zij verwijzen naar hun inzet om te komen tot een gelijk speelveld
tussen modaliteiten? Gaat het dan alleen om het verder beprijzen van de negatieve
(klimaat)effecten die andere modaliteiten zoals vlieg-, vaar- en wegverkeer hebben?
De leden van de Partij voor de Dieren-fractie lezen ook dat de Commissie onderzoekt
of lidstaten het luchtverkeer op bepaalde routes kunnen beperken ten gunste van duurzame
spooralternatieven. Deze leden steunen dat van harte en vragen de Minister naar zijn
positie. Deze leden gaan ervan uit dat de Minister dit beleid steunt, omdat de Kamer
ook met bijvoorbeeld de motie-Kröger (Kamerstuk 29 984, nr. 824) in 2019 al opriep om lijnvluchten tussen Amsterdam en Brussel uit te faseren. Durft
de Minister, naast de inzet om de trein aantrekkelijker te maken, ook in te zetten
op het verder normeren van de luchtvaartsector, zodat die zich binnen het fair-share
naar rato CO2-plafond van 2,3 megaton (voor de Nederlandse luchtvaart) gaat bevinden? Zo nee, waarom
niet? Is de Minister bereid er bij de Europese Commissie op aan te dringen om met
een lijst van korte vluchten te komen die nu al beperkt kunnen worden, omdat er goede
duurzame alternatieven over het spoor beschikbaar zijn? Zo nee, waarom niet?
De leden van de Partij voor de Dieren-fractie vragen of de Minister en Staatssecretaris
verder kunnen duiden wat zij bedoelen met het bevorderen van vliegtuig-treinconnecties.
Worden daarmee combitickets bedoeld waarmee meer Duitse en Belgische reizigers kunnen
worden verleid om via Schiphol internationaal te vliegen? Naar de mening van deze
leden is dat niet waar het beleid ter bevordering van het internationale treinverkeer
op gericht zou moeten zijn. Hoe ziet de Staatssecretaris dat?
De leden van de Partij voor de Dieren-fractie lezen in het fiche dat de Commissie
onderzoekt of een vrijstelling (of nultarief) van btw op internationale treintickets
mogelijk is. Het kabinet geeft aan dat het dit onderzoek steunt, maar deze leden vragen
de Staatssecretaris of zij niet alleen een onderzoek naar de mogelijkheid steunt,
maar of zij ook een daadwerkelijke vrijstelling steunt. Wat deze leden betreft is
dat verstandig en zij roepen de Staatssecretaris ertoe op zo’n voorstel te steunen.
De leden van de Partij voor de Dieren-fractie lezen aangaande de tickets ook dat er
verder gewerkt wordt aan een multimodaal ticketingsysteem voor reizigers. Kan de Staatssecretaris
aangeven of daarbij, vanuit het belang van de privacy, wel gewerkt wordt aan een systeem
dat in ontwerp en gebruik de meest privacyvriendelijke uitgangspunten hanteert? Kan
en wil de Staatssecretaris benadrukken dat privacy by design en privacy by default
gewenste uitgangspunten zijn? Zo nee, waarom niet?
De leden van de Partij voor de Dieren-fractie vragen de Staatssecretaris verder nog
hoe het voorliggende voorstel gaat uitpakken (en of dat verschilt) voor de reizigers
die nét de grens over willen ten opzichte van reizigers die een langere internationale
reis maken.
De leden van de Partij voor de Dieren-fractie vragen ook wat het beleid van de Staatssecretaris
is om een goede internationale spoorverbinding tot stand te brengen tussen Noord-Nederland
en Bremen/Hannover/Kopenhagen, zeker gegeven het feit dat in 2029 de Fehmarnbeltverbinding
tussen Duitsland en Denemarken gereed komt, die een stevige reductie van de reistijd
richting Kopenhagen/Scandinavië kan betekenen. Deze leden zouden het zeer teleurstellend
vinden als Duitsland en Denemarken voor miljarden investeren in een goede, snelle
treinverbinding en Nederland daar niet op aangesloten wordt. In dat licht is de door
het kabinet verwoorde zuinigheid in het fiche over het TEN-T ook teleurstellend. Waarom
wil het kabinet vasthouden aan de «escape»-mogelijkheid uit de verordening om de doelen niet te halen met een beroep op het gebrek
aan financiële middelen? Als het kabinet niet bereid is de noodzakelijke middelen
beschikbaar te stellen, rijst de vraag hoe geloofwaardig de door het kabinet onderschreven
ambitie is.
ChristenUnie-fractie
De leden van de ChristenUnie-fractie vragen welke andere lidstaten naast Duitsland
een btw-vrijstelling of verlaging hebben ingevoerd voor treinvervoer. Overweegt de
Staatssecretaris ook een verlaging van de btw op internationaal treinvervoer? Deze
leden zijn benieuwd naar de effecten van een lager btw-tarief op internationaal treinvervoer
en vragen of de Staatssecretaris bereid is in overleg te treden met Duitsland om inzicht
te krijgen in de eerste resultaten van de in 2020 ingevoerde btw-verlaging.
De leden van de ChristenUnie-fractie zijn ook benieuwd naar de appreciatie van de
Staatssecretaris over de extra regelgeving vanuit de Europese Commissie om de capaciteit
van spoorwegen beter te beheren en te coördineren. Deze leden vragen of de Staatssecretaris
tekortkomingen ziet binnen het huidige capaciteitsbeheer en vragen of centrale coördinatie
daadwerkelijk nodig is.
BBB-fractie
Het lid van de BBB-fractie ondersteunt de inspanningen om personenvervoer, ook op
lange afstand en internationaal, te bevorderen. Personenvervoer over lange afstand
over het spoor kan luchtvaart op relatief korte afstand vervangen. Dit lid is er voorstander
van dat dit onderzocht wordt en is benieuwd naar de Actieagenda Trein en Luchtvaart.
Het lid van de BBB-fractie leest dat een van de maatregelen om het personenvervoer
te bevorderen btw-vrijstelling op internationale treintickets is. Dit lid vraagt of
de Staatssecretaris in beeld heeft hoe dit in Nederland zou uitpakken en of dat gevolgen
heeft voor de binnenlandse tickets. Is de Staatssecretaris ook van plan om een btw-verlaging
door te voeren?
Het lid van de BBB-fractie vraagt of de wens vanuit de Europese Commissie om trajecten
te realiseren waar 160 kilometer per uur gereden wordt, haalbaar is in Nederland en
welke knelpunten daar eventueel te verwachten zijn. Dit lid ziet dat de Europese Commissie
ook meer nachttreinen wil. Dit lid kan zich voorstellen dat dit in het dichtbevolkte
Nederland tot overlast kan leiden en vraagt ook hierover aan de Staatssecretaris of dit in beeld is of onderzocht gaat worden.
Het lid van de BBB-fractie heeft vragen over de voorgestelde verlaging van de gebruiksvergoeding.
De eerste vraag is of gegarandeerd kan worden dat dit daadwerkelijk tot verlaging
van de ticketprijs leidt. De tweede vraag gaat over de opmerking van de Minister in
de Kamerbrief over dit actieplan: «immers verlaging van de gebruiksvergoeding zal
moeten worden gecompenseerd door additionele publieke financiering van de infrastructuur».
Wat wordt hier precies mee bedoeld?
Het lid van de BBB-fractie vraagt of alle aangesloten EU-landen dan overgaan tot het
verlagen van die gebruiksvergoeding. Of is elke lidstaat vrij om dit te bepalen? Zo
ja, is er dan geen sprake van een ongelijk speelveld?
Het lid van de BBB-fractie denkt dat er door internationale afstemming nog veel voordeel
te halen valt. Met name de afstemming met Duitsland en België is voor Nederland van
groot belang. In de huidige praktijk blijken de verschillen, bijvoorbeeld in systemen
waarmee gewerkt wordt, groot. Kan de Staatssecretaris schetsen of er zicht is op het
werken met dezelfde systemen of betere aansluiting van de systemen? Welke obstakels
zijn er op dit onderwerp? Het kabinet wil zelf interoperabiliteitsverdragen sluiten
met buurlanden. Wat wil de Staatssecretaris met deze verdragen bereiken en per wanneer?
Het lid van de BBB-fractie merkt op dat er nog veel grote investeringen in het spoornet
nodig zijn, zowel in Nederland als internationaal. Kan de Staatssecretaris een inschatting
geven van hoe realistisch dit actieplan is in dat licht?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
T.C. (Tjeerd) de Groot, voorzitter van de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat -
Mede ondertekenaar
L. van der Zande, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.