Lijst van vragen : 35975 XII Verslag houdende een lijst van vragen inzake Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (XII) voor het jaar 2021 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota)
2021D48101 VERSLAG HOUDENDE EEN LIJST VAN VRAGEN
De vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat, belast met het voorbereidend
onderzoek van dit wetsvoorstel, heeft de eer verslag uit te brengen in de vorm van
een lijst van vragen.
De fungerend voorzitter van de commissie, Agnes Mulder
De griffier van de commissie, Rijkers
Nr
Vraag
1
Welke gevolgen hebben de vertragingen bij de projecten voor waterkwaliteit, die boven
op de vertragingen komen die bij de Miljoennota werden geconstateerd, voor het voldoen
aan de doelen van de Kaderrichtlijn Water (KRW) in 2027?
2
Wat waren de oorzaken van de vertragingen bij de uitgaven uit het Deltafonds en bij
het uitvoeren van de maatregelen ten behoeve van de KRW-doelen die bij de Miljoenennota
al waren geconstateerd?
3
Is voor de komende jaren verdere vertraging te verwachten op de projecten ten behoeve
van het behalen van de KRW-doelen?
4
Hoe moet het doorschuiven van middelen voor waterkwaliteit naar 2027 en de jaren daarna
worden gezien in het licht van de KRW-doelen voor 2027? Is het niet gewenst dat de
projecten (ruim) voor 2027 zijn gerealiseerd?
5
Wat is de reden dat er minder vraag is geweest naar de Tijdelijke subsidieregeling
verduurzaming binnenvaartschepen 2021–2025? Welke aanpassing is de regering voornemens
te doen?
6
Waarom wordt het bedrag van nog uit te voeren werkzaamheden (NUTW) verlaagd? Betekent
dit dat er minder onderhoud is uitgevoerd dan gepland? En zo ja, waarom?
7
Betekent deze grote daling dat er middelen vanuit 2021 overblijven? Wat gaat er met
deze middelen gebeuren?
8
Waarvoor is/wordt de omzet NUTW van 263 miljoen euro ingezet?
9
Wat zijn de consequenties van deze forse verlaging voor het broodnodige beheer en
onderhoud van infrastructuur? Welke projecten kunnen we daardoor niet doen en welke
projecten lopen hierdoor vertraging op?
10
Wat is de reden dat, ondanks overprogrammering, er bij het Infrastructuurfonds een
saldo overblijft van 227 miljoen euro dat niet kan worden uitgegeven? Wat gaat de
regering met deze middelen doen?
11
Gaat de regering de overprogrammering verder uitbreiden en is de regering bereid om
bijvoorbeeld de verbreding van N-wegen op te nemen in deze lijst?
12
Waarom vindt er, in relatie tot bijvoorbeeld hoofdwegen en spoor, relatief veel onderuitputting
plaats op het hoofdvaarwegennet?
13
Welke gevolgen hebben de vertragingen bij de projecten voor waterkwaliteit en waterveiligheid?
Is er voor de komende jaren meer vertraging te verwachten?
14
Wat gebeurt er met de niet-gebruikte middelen voor verduurzaming van vervoer en innovatie
in de binnenvaart?
15
Waarom wordt de 140 miljoen euro aan overschot op de beschikbaarheidsvergoeding openbaar
vervoer (BVOV) niet doorgeschoven naar volgend jaar?
16
Op welke wijze wordt de onderbenutting van de Tijdelijke subsidieregeling verduurzaming
binnenvaartschepen 2021–2025 geëvalueerd? Wanneer kan de Kamer de resultaten hiervan
bij benadering verwachten?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A.H. (Agnes) Mulder, voorzitter van de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat -
Mede ondertekenaar
J. Rijkers, griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.