Verslag houdende een lijst van vragen en antwoorden : Verslag houdende een lijst van vragen en antwoorden inzake wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Justitie en Veiligheid (VI) voor het jaar 2021 (Vierde incidentele suppletoire begroting inzake Regeling tegemoetkoming schade 2021) (Kamerstuk 35922)
35 922 Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Justitie en Veiligheid (VI) voor het jaar 2021 (Vierde incidentele suppletoire begroting inzake Regeling tegemoetkoming schade 2021)
Nr. 3 VERSLAG HOUDENDE EEN LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN
Vastgesteld 19 november 2021
De vaste commissie voor Justitie en Veiligheid, belast met het voorbereidend onderzoek
van dit voorstel van wet, heeft de eer verslag uit te brengen in de vorm van een lijst
van vragen met de daarop gegeven antwoorden.
De vragen zijn op 28 oktober 2021 voorgelegd aan de Minister van Justitie en Veiligheid.
Bij brief van 17 november 2021 zijn ze door de Minister van Veiligheid en Justitie
beantwoord.
Met de vaststelling van het verslag acht de commissie de openbare behandeling van
het wetsvoorstel voldoende voorbereid.
De fungerend voorzitter van de commissie, Van Meenen
De griffier van de commissie, Brood
Vraag 1
Kunt u toelichten hoeveel aanvragen voor schadecompensatie als gevolg van de overstromingen
zijn ingediend?
Antwoord op vraag 1
Op peildatum 8 november 2021 zijn bij de RVO 1703 WTS-meldingen ingediend.
Vraag 2
Kunt u aangeven hoe de samenstelling van de schadeclaims eruit ziet?
Antwoord op vraag 2
Van de 1703 WTS-meldingen zijn er 782 door particulieren ingediend en 828 door bedrijven
en 93 door religieuze instellingen, zorginstellingen en overheden.
Vraag 3
In welke tijdspanne zullen de betalingen worden afgewerkt?
Antwoord op vraag 3
De uiterste termijn waarop de gedupeerden een Wts-melding kunnen indienen is 15 december
2021. Het Wts-proces ziet er als volgt uit: De gedupeerde doet een melding van schade
bij RVO. Na de ontvangst van deze Wts-melding wordt een schade-expertise uitgevoerd.
Op dit moment worden de schade-expertises uitgevoerd. De schade-expertise leidt tot
een schaderapport. De gedupeerde heeft twee weken de tijd om akkoord te geven op het
schaderapport. Vervolgens wordt het schaderapport als Wts-aanvraag bij RVO ingediend.
RVO spant zich in om de retour ontvangen Wts-aanvragen binnen 4 tot 6 weken uit te
betalen. Dit geldt voor de aanvragen waarbij geen beroep wordt gedaan op de hardheidsclausule,
aangezien er in dergelijke gevallen meer tijd nodig is voor het maken van een zorgvuldige
afweging. Gevallen waarin beroep wordt gedaan op de hardheidsclausule worden binnen
de wettelijke termijn van 13 weken afgedaan. De eerste betalingen zijn reeds gedaan.
Vraag 4
Verwacht u nog additionele begrotingsruimte voor schadecompensatie op de begroting
van 2022?
Antwoord op vraag 4
Vanwege de uiterste aanmelddatum van de schade en de doorlooptijd van de taxaties
en de verwerking daarvan, verwacht ik ook additionele begrotingsruimte nodig te hebben
in 2022. Hiervoor is ook een nota van wijziging ingediend bij mijn begroting voor
2022 (Kamerstuk 35 925 VI nr. 21).
Vraag 5
Kunt u toelichten hoe het proces van uitbetaling zal verlopen?
Antwoord op vraag 5
Zie hiervoor het antwoord op vraag 3.
Vraag 6
Op basis van welke data en informatie is het additionele bedrag van 195 miljoen euro
vastgesteld?
Antwoord op vraag 6
Er is een schatting gemaakt aan de hand van de uitkeringen als gevolg van eerdere
regelingen onder de Wts en de omvang van het schadegebied. De QuickScan van augustus
geeft een maximale indicatie van € 1,1 miljard. RVO heeft aangegeven dat hiervan 20%
in 2021 tot betaling zou komen en het restant in 2022. Op basis hiervan is € 200 miljoen
toegevoegd aan de begroting voor 2021 waarvan € 195 miljoen schadevergoedingen en
€ 5 miljoen uitvoeringskosten. Het Rijk zal de tegemoetkomingen in het kader van de
Wts uiteindelijk baseren op de daadwerkelijke schade. Zodra een preciezere inschatting
van de omvang van de kosten bekend is wordt uw Kamer zo spoedig mogelijk geïnformeerd
over een eventuele begrotingswijziging.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
P.H. van Meenen, voorzitter van de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid -
Mede ondertekenaar
A.M. Brood, griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.