Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over bevindingen Inspectie van het Onderwijs over Stichting voor Persoonlijk Onderwijs (SvPO)(Kamerstuk 31289-477)
2021D37747 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Binnen de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap hebben enkele fracties
de behoefte om vragen en opmerkingen voor te leggen over de brief van de Minister
voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media d.d. 5 juli 2021 inzake Bevindingen Inspectie
van het Onderwijs over Stichting voor Persoonlijk Onderwijs (Kamerstuk 31 289, nr. 477).
De fungerend voorzitter van de commissie, Tellegen
De adjunct-griffier van de commissie, De Jong-van de Graaf
Inhoud
blz.
I
Vragen en opmerkingen uit de fracties
2
•
Inbreng van de leden van de VVD-fractie
2
•
Inbreng van de leden van de D66-fractie
2
•
Inbreng van de leden van de SP-fractie
4
•
Inbreng van de leden van de PvdA-fractie
8
II
Reactie van de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media
9
I Vragen en opmerkingen uit de fracties
Inbreng van de leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de brief van
de Minister over de bevindingen van de Inspectie van het Onderwijs (hierna: de inspectie)
over de Stichting voor Persoonlijk Onderwijs (hierna: SvPO) en hebben nog enkele vragen.
De leden lezen dat de bestuurder van de SvPO-school in Utrecht vond dat het rapport
van de inspectie geen recht deed aan de school en spande een nog lopende juridische
procedure aan. Is deze zaak al voor de rechter gekomen? Zo ja, wat is hier de uitkomst
van? Op welke manier wordt er nu aandacht besteed aan de ernstige signalen die de
inspectie heeft gekregen op het gebied van de sociale veiligheid? Lopen deze leerlingen
nu het risico niet geholpen te worden omdat er een juridische procedure loopt, zo
vragen de leden.
De leden van de VVD-fractie lezen onder meer dat de Minister een bekostigingsmaatregel
instelt voor SvPO Utrecht, aangezien de school voor de tweede keer op rij het oordeel
«zeer zwak» heeft gekregen. Zij vragen op welke manier de Minister ook sancties direct
tegen bestuurders van deze school oplegt.
Tot slot vragen de leden wat de huidige situatie is op het Tjalling Koopmans College
in Hurdegaryp. Wat zijn de uitkomsten van de gesprekken die de inspectie heeft gehad
met de school? Is er dus weer sprake van een veilig onderwijsklimaat voor leerlingen
op de school? Zo niet, welke concrete stappen gaat de Minister op korte termijn nemen
om dat te waarborgen, zo vragen de voornoemde leden.
Inbreng van de leden van de D66-fractie
De leden van de D66-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de bevindingen
van de Inspectie van het Onderwijs over de Stichting voor Persoonlijk Onderwijs. Zij
hebben nog enkele kritische vragen en opmerkingen, mede naar aanleiding van de beantwoording
van de schriftelijke vragen van deze leden en van de leden van de SP-fractie.
Financiën SvPO
De leden van de D66-fractie zijn van mening dat het zeer onwenselijk is dat de bestuurder
van de SvPO met zijn privéstichting, bedoeld voor zijn scholen, geld verstrekte voor
onder andere een hypothecaire geldlening aan zijn twee zonen. De Minister meldt dat
de inspectie beperkt inzage heeft in de financiële stukken van de stichtingen van
deze bestuurder, waardoor deze niet kan optreden tegen hypothecaire geldleningen omdat
het een particuliere investering betreft. De Minister heeft zelf deze mogelijkheid
ook niet. Omdat het echter in dit geval gaat om transacties met familieleden, wordt
het wel aangemerkt als belangenverstrengeling. Betekent dit dat bestuurders gewoon
door kunnen gaan met het gebruiken van dergelijke constructies, tenzij ze familie
betrekken? Betekent dit dat bestuurders publiek geld naar een stichting kunnen verschuiven
zonder dat hierop gecontroleerd kan worden? Gaat de Minister dit tot de bodem uitzoeken?
Gaat de Minister een mogelijkheid creëren om hier wel tegen op te kunnen treden? Het
is immers zeer kwalijk dat publiek geld wordt gebruikt voor dergelijke doeleinden,
die niks bijdragen aan de kwaliteit van onderwijs.
Deze leden vragen voorts hoe het staat met het specifieke financiële onderzoek dat
is gestart naar de vraag hoe het eigendom van het vastgoed van SvPO Utrecht en de
andere SvPO-scholen juridisch en financieel is geregeld en naar de rol van betrokken
partijen daarin. Wanneer is dit onderzoek afgerond, zo vragen zij.
Veilig schoolklimaat
De leden van de D66-fractie zijn van mening dat veilig en goed onderwijs van essentieel
belang is en een voorwaarde voor een school is om te mogen bestaan. Zij hebben er
ernstige zorgen over dat SvPO geen veilig en goed onderwijs biedt. Zo hebben alle
acht besturen de opdracht gekregen om de kwaliteitszorg, de kwaliteitscultuur en de
verantwoording en dialoog te verbeteren. Zijn er inmiddels afspraken gemaakt over
de herstelopdracht? Zijn er maatregelen doorgevoerd om de situatie op deze scholen
te verbeteren? De leden vragen hoe de situatie nu is op alle scholen.
De leden van de D66-fractie constateren dat de SvPO-school in Utrecht als zeer zwak
werd bestempeld, onder andere door ernstige signalen over de sociale veiligheid, de
begeleiding van leerlingen en de communicatie van de school met betrokkenen. Zij lezen
nu echter dat aan de herstelopdracht is voldaan. Is naar aanleiding van deze onveilige
situatie aangifte gedaan bij het Openbaar Ministerie? Zo nee, waarom niet? Deze leden
zijn van mening dat dit standaard zou moeten gebeuren in het geval dat de sociale
veiligheid van leerlingen in het geding is. Zij vragen daarnaast of de andere SvPO-scholen
die ook als zeer zwak zijn beoordeeld (in Amsterdam en Hoorn), inmiddels de onderwijskwaliteit
hebben verbeterd. Is tegen deze scholen aangifte gedaan, zo vragen zij.
Deze leden lezen dat de Minister stelt dat indien op termijn onvoldoende verbeteringen
worden doorgevoerd, vergaande bekostigingssancties zullen volgen. Zijn dit de enige
sancties die de Minister zal opleggen? Over welke termijn heeft de Minister het? Zij
vragen of de Minister een tijdpad kan schetsen.
Docenten
De leden van de D66-fractie constateren dat er zorgen zijn over hoe met docenten wordt
omgegaan op de benoemde scholen. Er is bijvoorbeeld sprake van een groot verloop,
niet alleen bij docenten. Ook toezichthouders komen en gaan, zo vernemen deze leden.
Zij vragen of inmiddels wel bekend is hoeveel docenten het afgelopen jaar zijn vertrokken
op het Tjalling Koopmans College. Hoeveel docenten zijn het afgelopen jaar vertrokken
op de andere scholen die onder SvPO vallen? Hoeveel toezichthouders zijn het afgelopen
jaar vertrokken? Hoe vaak zijn de diverse stichtingen gewisseld van bestuursleden
of naam, zo vragen de leden.
Vrijwillige ouderbijdrage
De leden van de D66-fractie hebben vernomen dat SvPO een ouderbijdrage vraagt van
€ 450 voor taalreizen. Als ouders niet aan de bijdrage kunnen voldoen, worden hun
kinderen uitgesloten. Deze leden vinden dit zeer onwenselijk en verwijzen naar het
schrappen van de vrijwillige ouderbijdrage. Heeft de Minister deze signalen ook ontvangen?
Zo ja, gaat hij hier een stokje voor steken? Zo nee, gaat hij dit zo snel mogelijk
onderzoeken? Kinderen mogen nooit uitgesloten worden van activiteiten, ook niet als
hun ouders de bijdrage niet kunnen betalen.
Inbreng van de leden van de SP-fractie
De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van de bevindingen van de Inspectie
van het Onderwijs over de Stichting voor Persoonlijk Onderwijs. De leden vinden de
situatie betreffende SvPO onwenselijk en onacceptabel. Er is nog steeds veel onduidelijkheid
over de gang van zaken aangaande de stichting en op de scholen zelf. De leden hebben
daarom nog een hoop vragen en opmerkingen.
Brief Minister over bevindingen Inspectie van het Onderwijs over Stichting voor Persoonlijk
Onderwijs
De leden van de SP-fractie vragen of de Minister een overzicht kan geven van alle
onderzoeken van de onderwijsinspectie en rapporten die de afgelopen tijd opgesteld
en gepubliceerd zijn over SvPO, inclusief nog lopende onderzoeken.
Opzet besturen en scholen SvPO
Op dit moment zijn er acht stichtingen en scholen voor persoonlijk onderwijs. Klopt
het dat er sprake is van een proces tot fusie, waarbij alle acht SvPO-scholen worden
overgedragen aan een nieuw op te richten stichting? Lopen er daarnaast nog aanvragen
voor het stichten van nieuwe SvPO-scholen? Tevens hebben de leden van de SP-fractie
het signaal ontvangen dat de coördinator schoolleidersoverleg, tevens de echtgenote
van de bestuursvoorzitter, de rol van toezichthouder op zich gaat nemen. De reden
hiervoor zou zijn dat de huidige toezichthouders volgens de onderwijsinspectie meer
contact zouden moeten onderhouden met de scholen, maar dat dit niet mogelijk is aangezien
zij beiden een voltijdbaan ernaast hebben. Wat vindt de Minister hiervan? Kan de coördinator
schoolleidersoverleg volgens de Minister onafhankelijk toezicht houden, gezien de
relationele band met de bestuursvoorzitter, zo vragen de leden.
Zorgen over kwaliteit, governancestructuur en aansturing
Al in 2011 had de Inspectie van het Onderwijs vraagtekens bij de governancestructuur
van de eerste vestiging van SvPO (Isaac Beeckman Academie te Kapelle). Zij deed in
haar assurance-rapport van een incidenteel onderzoek naar de besteding van de startbekostiging,
melding van belangenverstrengeling.1 Waarom heeft dit rapport destijds niet geleid tot een aangepast financieel toezicht?
Hoe verhouden de conclusies van dat rapport uit 2011 zich tot de conclusies van onlangs,
in 2021, gepubliceerde financiële rapporten? De leden vragen waarom de Minister niet
toen al ingreep.
Inspectierapporten
De leden van de SP-fractie vragen welke meldingen de Minister van de onderwijsinspectie
heeft ontvangen over alle kwaliteitsonderzoeken en financiële onderzoeken. Wanneer
heeft de Minister deze meldingen ontvangen? Wat was de inhoud van deze meldingen?
Hoe heeft de Minister op deze meldingen gereageerd? Wat was de rol van de inspecteur-generaal
in deze kwaliteitsonderzoeken en financiële onderzoeken? Klopt het dat zij ook is
aangeschreven door het schoolbestuur van SvPO? Zo ja, hoe heeft zij hierop gereageerd,
zo vragen de leden.
Vervolgstappen
Op pagina 34 van het rapport over SvPO Utrecht dat in april 2021 door de onderwijsinspectie
is vastgesteld,2 wordt geschreven: «Het is onze bevinding dat het bestuur verzuimd heeft de herstelopdrachten
die hij in 2019 heeft ontvangen uit te voeren en dat het bestuur de kwaliteit en de
voortgang van het onderwijs aan het SvPO Utrecht niet waarborgt. Wij hebben er geen
vertrouwen in dat het bestuur nu wel de kwaliteit en de voortgang gaat waarborgen.
Wij zullen de Minister adviseren over andere maatregelen dan verscherpt toezicht voor
een herstel van de genoemde kwaliteitsgebieden.» De leden van de SP-fractie vragen
hoe het hersteltraject bij SvPO Utrecht er tussen het eerste oordeel «zeer zwak» en
het tweede oordeel «zeer zwak» uitzag. Hoe heeft de onderwijsinspectie gecommuniceerd
met het schoolbestuur? Op welke momenten en op welke wijze is de Minister geïnformeerd
over dit hersteltraject? Wat was de inhoud van de meldingen aangaande SvPO Utrecht?
De leden willen weten welke meldingen en adviezen de onderwijsinspectie heeft gegeven
aan de Minister, voorafgaand aan het tweede oordeel «zeer zwak»? Waarom is overgegaan
tot een gedeeltelijke bekostigingssanctie en niet tot een verdergaande bekostigingssanctie
of zelfs volledige stopzetting van bekostiging? Wat was de invloed van de coronapandemie
op het hersteltraject? Heeft het schoolbestuur van SvPO Utrecht een rechtszaak aangespannen
tegen het oordeel van de inspecteur-generaal, die het bezwaarschrift over het eerste
kwaliteitsonderzoek ongegrond verklaarde? Wat was het vonnis van de rechter of wanneer
dient deze zaak, zo vragen de leden.
Volgens de onderwijsinspectie is het bestuur niet geneigd iets aan het oordeel van
de onderwijsinspectie te doen. De Minister gaf al eerder aan dat hem bekend is dat
de bestuursvoorzitter de grenzen van de wet opzoekt. Wat vindt de Minister van deze
houding van deze bestuurder? Hoe gaat de Minister hiermee om? Hoe serieus neemt de
Minister het signaal van de onderwijsinspectie, die aangeeft er geen vertrouwen te
hebben dat het bestuur de kwaliteit en voortgang gaat waarborgen? Waarom wordt er
niet sneller en sterker opgetreden tegen een bestuur dat niet lijkt mee te willen
werken aan een herstelopdracht en de professionaliteit van de onderwijsinspectie keer
op keer in twijfel trekt en haar voortdurend voor de rechter sleept met gelden die
zijn bestemd voor het verstrekken van onderwijs, zo vragen de leden.
Tevens vragen de leden van de SP-fractie op welke wijze de onderwijsinspectie heeft
samengewerkt met de gemeente Utrecht in het kader van het hersteltraject rondom SvPO
Utrecht tussen de twee beoordelingen in. Waarom ging de gemeente Utrecht alsnog akkoord
met het verstrekken van een omgevingsvergunning voor de verbouwing van een monumentaal
pand, wetende dat de school zojuist als «zeer zwak» was beoordeeld en daarmee een
financieel risico nam qua verbouwingskosten?
In drie gemeenten (Amsterdam, Utrecht en Hengelo) zorgt de gemeente voor huisvesting,
maar in de overige gemeenten bestaat een doordecentralisatieovereenkomst. Kan de Minister
een overzicht geven van alle betalingen die deze gemeenten (Kapelle, Tytsjerksteradiel,
West Betuwe (voorheen Geldermalsen), Deventer en Hoorn) hebben gedaan op grond van
deze overeenkomsten, uitgesplitst naar jaartal? Wat gebeurt er in het geval van doordecentralisatie
met het vastgoed, in het bijzonder wanneer deze in eigendom is van een private stichting
zoals stichting Frederikssoon of de Stichting voor Persoonlijk Onderwijs, indien een
SvPO-vestiging in de toekomst mogelijk gesloten dient te worden wegens aanhoudend
slechte onderwijskwaliteit en/of financieel/bestuurlijk wanbeheer, zo vragen de leden
van de SP-fractie. De Minister geeft in de brief aan dat voor het (financieel) onderzoek
naar de vraag hoe het eigendom van het vastgoed van SvPO Utrecht en andere SvPO-scholen
juridisch en financieel is geregeld en naar de rol van betrokken partijen daarin,
externe expertise is ingeschakeld. De leden vragen op welke partij de Minister precies
doelt met deze «externe expertise».
Situatie in Hurdegaryp
De recente onrust bij de vestiging in Hurdegaryp was aanleiding voor de onderwijsinspectie
om bij de school op bezoek te gaan. Wat is er uit dit bezoek gekomen? Was voor type
onderzoek was dit? Indien het een vooronderzoek was, kan de Minister dan aangeven
waarom dit wel of niet heeft geleid tot een specifiek onderzoek zoals vermeld in de
Wet op het onderwijstoezicht, artikel 15, lid 1? De leden vragen wat dan de huidige
status is van dit onderzoek.
Tevens vragen de leden van de SP-fractie of de Minister een overzicht heeft van het
aandeel tijdelijke (jaar)contracten op de verschillende scholen. Kan de Minister aangeven
hoe het lerarenverloop is op de vestigingen van SvPO en specifiek het verloop op de
vestiging in Hurdegaryp? Zo niet, is de Minister bereid deze informatie op te vragen
en met de Kamer te delen, zo vragen de leden.
Klopt het daarnaast dat de lestaak op SvPO ver boven het maximum van 750 klokuren
per schooljaar uitkomt, zoals geregeld in de cao voortgezet onderwijs?3 Kan de Minister nagaan in hoeverre SvPO zich aan de cao-afspraken houdt aangaande
het maximaal aantal lesuren en andere zaken? De leden vragen hoe zich dit verhoudt
tot de werkdruk van docenten verbonden aan de SvPO.
Zorgelijke situatie
De Minister geeft aan in zijn brief dat de bestuursvoorzitter het niet eens lijkt
te zijn met de wijze waarop de onderwijsinspectie toezicht houdt en dus ook niet met
de oordelen van de inspectie. Wat vindt de Minister hiervan, zo vragen de leden van
de SP-fractie. Welke sancties heeft de Minister tot dusver opgelegd? Wat is de door
hem voorgenomen escalatieladder? Welke maatregelen kan de Minister nog nemen? De leden
vragen welke lessen er uit deze casus zijn te trekken met het oog op onderwijstoezicht.
Zou er iets aan de wet moeten veranderen? Kan de Minister zijn antwoord toelichten?
In hoeverre acht de Minister de continuïteit van het onderwijs op (een van) de scholen
op dit moment in het geding? Tevens vragen de leden hoe het staat met de sociale veiligheid
op de verschillende scholen.
Overige vragen
De leden van de SP-fractie hebben signalen ontvangen dat SvPO een deel van de middelen
uit het Nationaal Programma Onderwijs (hierna: NPO) gaat gebruiken om inkomstenderving
als gevolg van minder leerlingen en de bekostigingssanctie in Utrecht op te vangen
voor behoud van kleine klassen. Past de inzet van de middelen op deze wijze in de
geest van het NPO, zo vragen de leden.
Tevens hebben de leden van de SP-fractie signalen ontvangen dat SvPO een vrijwillige
ouderbijdrage van € 450 voor buitenlandse reizen en examentraining verplicht stelt.4 Als ouders dit bedrag niet betalen, wordt hun kind uitgesloten van deze activiteiten.
Is de Minister hier bekend mee? SvPO geeft aan dat ze een ouderbijdrage wel verplicht
kunnen stellen en leerlingen thuis kunnen laten, omdat de reizen plaatsvinden in een
vrije week. Kan de Minister bevestigen dat ouders ook niet verplicht zijn om voor
buitenlandse reizen te betalen als deze in een vrije week plaatsvinden? De reis wordt
namelijk dan nog steeds onder verantwoordelijkheid van het schoolbestuur georganiseerd,
aldus de leden van de SP-fractie.
SvPO geeft aan dat de reizen niet verplicht zijn omdat ze niet onder de onderwijstijd
vallen, maar de leden van de SP-fractie hebben vernomen dat leerlingen die niet deelnemen
wel ckv5-uren moeten inhalen. Leerlingen die wel deelnemen aan de reis krijgen snipperuren
die ze op een ander moment in het jaar kunnen inzetten voor vakantie.6 Wat vindt de Minister van deze constructie? Deelt de Minister de mening dat, ondanks
dat er überhaupt geen verplichte bijdrage meer gevraagd mag worden, dit zorgt voor
grote ongelijkheid tussen leerlingen?
De leden van de SP-fractie vragen tevens of het klopt dat leerlingen op SvPO maar
5,5 week zomervakantie krijgen in plaats van de voorgeschreven 6 weken. Wat vindt
de Minister ervan dat leerlingen hun snipperuren in kunnen zetten om alsnog wel 6
weken zomervakantie te krijgen? Wat vindt hij ervan dat voor de leerlingen die dus
niet op een dure reis meekunnen, dit niet mogelijk is? Is het überhaupt toegestaan
om af te wijken van de 6 weken zomervakantie, zo vragen de leden.
Waren al deze bovenstaande signalen ook al bekend bij de Minister en de onderwijsinspectie?
Is SvPO al hierop aangesproken door de onderwijsinspectie? Zo ja, welke maatregelen
heeft de onderwijsinspectie genomen? Zo nee, welke actie(s) gaat de Minister ondernemen
om het verplichten van de vrijwillige ouderbijdrage en het uitsluiten van kinderen
bij niet betalen per direct te stoppen? Hoe beoordeelt de Minister het feit dat vrijwillige
ouderbijdragen worden overgemaakt aan een private stichting? Wat vindt de Minister
ervan dat de medezeggenschap op SvPO geen inzage heeft in de inkomsten en uitgaven
van de ouderbijdragen? Strookt dit met de Wet medezeggenschap op scholen? Kan de Minister
dit antwoord toelichten, zo vragen de leden van de SP-fractie.
Klopt het dat SvPO op dit moment een referendum houdt onder ouders over het stichten
van schoolcampussen in het buitenland? Kan de Minister nagaan of dit met medeweten
van de medezeggenschapsraad van alle locaties is opgezet? Indien dit het geval, loopt
dit proces zorgvuldig? Indien dit niet het geval is, klopt het dat SvPO zich dan niet
aan de Wet medezeggenschap op scholen houdt? De leden vragen wat de Minister hieraan
gaat doen.
De leden van de SP-fractie hebben ten slotte signalen ontvangen dat SvPO schoolcampussen
wil stichten in Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk ten behoeve van de taalreizen
die SvPO voor haar leerlingen organiseert. Is het de Minister bekend of er andere
scholen in Nederland met Nederlandse overheidsbekostiging investeren in bestaande
campussen en/of (nieuw) vastgoed in het buitenland? Zo nee, is dit wel toegestaan
volgens Nederlandse wet- en regelgeving? Vindt de Minister het besteden van Nederlandse
overheidsbekostiging aan campussen/vastgoed in het buitenland passend, mede gezien
de niet-transparante financiële transacties tussen de stichtingen van SvPO? De taalreizen
behoren niet tot het kerncurriculum van SvPO en zijn vrijwillig. Is de bouw en/of
aanschaf van campussen in het buitenland in dat licht een passende besteding van overheidsgelden,
zo vragen de leden.
Inbreng van de leden van de PvdA-fractie
De leden van de PvdA-fractie hebben met zorg kennisgenomen van de onderhavige brief.
Zij zijn verontrust door de bevindingen van de inspectie op de zogenoemde Scholen
voor Persoonlijk Onderwijs, waarbij leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben,
die nauwelijks krijgen, docenten onvoldoende zeggenschap hebben over hun onderwijs
en de rechtmatigheid van de bestedingen ernstig te wensen overlaat. Alle acht schoolbesturen
hebben herstelopdrachten gekregen om de kwaliteitszorg, kwaliteitscultuur, verantwoording
en dialoog te verbeteren. Bij de school in Utrecht wordt de bekostiging gedurende
drie maanden met vijftien procent opgeschort. Worden er binnen de gestelde termijn
onvoldoende verbeteringen bij de scholen doorgevoerd, dan zullen er (verdergaande)
bekostigingssancties volgen.
De leden van de PvdA-fractie vinden het kwalijk dat deze scholen ook de bijscholing
van leraren afknijpen, omdat zij zelf vervanging moeten regelen. Wat betekent dit
voor de professionalisering van de betrokken docenten? Ook begrijpen de leden van
de PvdA-fractie dat in dit schooljaar 2020–2021 22 van de 42 docenten van het Tjalling
Koopmans College in Hurdegaryp zijn gestopt, elders een baan hebben gevonden of nog
op zoek zijn naar een baan elders. Wat betekent zo’n verloop binnen het lerarenteam
voor de stabiliteit die het onderwijsproces nodig heeft, zo vragen de leden.
De allergrootste zorg van de leden van de PvdA-fractie betreft de kinderen op deze
scholen. Als men kwetsbare kinderen daar tekort doet en de lesstof voor alle leerlingen
op havo/vwo-niveau ligt, ook voor leerlingen met een vmbo-t-advies, dan kunnen vanzelfsprekend
niet alle leerlingen dat niveau aan. De leden van de PvdA-fractie vrezen dat hiermee
kinderen tussen wal en schip geraken. Voldoet onderwijs dat op deze wijze gestalte
krijgt nog wel aan de eisen die de Leerplichtwet stelt aan onderwijs? Kan de Minister
zijn oordeel in dezen onderbouwen, zo vragen de leden van deze fractie.
II Reactie van de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
O.C. Tellegen, voorzitter van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap -
Mede ondertekenaar
D. de Jong-van de Graaf, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.